en weslslraat, houdende verzoek om, ingeval de avondschool vcr-
pligtend wordt gemaakt, hunne inkomsten met zoodanige som
te verhoogen, als geacht kan worden geëvenredigd te zijn aan
de meerdere werkzaamheden, die hun zullen worden opgedra
gen en
c. van de hulponderwijzers op de openbare scholen, houdende
verzoek, dat, uil aanmerking van de meerdere werkzaamheden
die bij de nieuwe regeling, zoo als die in de zitting van 20
September I. 1. voorgesteld is, hun worden opgelegd, en waardoor
zij geheel verhinderd zouden worden ook door andere middelen in
hunne behoeften Ie voorzien, hunne jaarwedden te willen verhoogen.
Builen beschikking te laten, omdat de bezwaren, waarop
die verzoeken zijn gegrond, door de thans voorgestelde regeling,
waarbij hel geven van meer uitgebreid lager onderwijs en het houden
van avondschool niet is opgenomen, zijn uit den weggeruimd
en vervallen.
Ten aanzien der taalschool voor jonge hecren en die voor
jonge jufvrouwen gedroeg de commissie zich aan de voorstellen
vervat in haar rapport van 20 Augustus 1. 1.
Overeenkomstig het voorstel omtrent de taalschool voor
jonge jufvrouwenwerd besloten de onderwijzeresse dier
school voorloopig in het genot van hare tegenwoordige toe
lage te latenen zulks onder de voorwaarden welke na voorle
zing en met geringe bijvoegingen door de vergadering werden
goedgekeurd.
Hel voorstel der commissie om den onderwijzer der taalschool voor
jonge heeren, niet langer dan lol aan het tijdstip dat hel lager onder
wijs in de gemeente, overeenkomstig de wet van 1857 is geregeld,
in het genot te laten van alles wal hem tot dus verre van de
gemeente wordt verstrektgaf aanleiding dat een der leden
die tegen de aanneming van dit voorstel bedenkingen had, om
dat de onderwijzer dier school op eene jaarwedde en het genot van
vrije woning was aangesteld, in overweging gaf, de behan
deling van dit gedeelte van het rapport lot eene volgende zit
ting te verdagen en de commissie uitlencodigen den onderwijzer
inmiddels in zijne belangen te hooren. Na eenige beraadslaging
werd dit voorstel in stemming gebragt en verklaarden zich 7
leden tegen die verdaging. De stemmen alzoo stakende werd
het nemen van een besluit, overeenkomstig het 2e. lid van
art. 50 der gemeente-wet, lot eene volgende vergadering uitge
steld.
Vermits het onderzoek der rekening en verantwoording van
het burgerlijk armbestuur over den jare 1858, in de afdeelingen
van den gemeenteraad tot geene aanmerkingen had geleid,
werd zij met eenparige stemmen goedgekeurd en aldus vastge
steld
de ontvangsten op f 15571,07.
en de uilgaven 15507,78.
en alzoo het goed slot op f 205,29.
Op voorstel van het dagelijkseh bestuur werd met 1 Jannarij
1860 aan mejufvrouw T. J. Visserwegens ongesteldheid,
eervol ontslag verleend uit hare betrekking van plaatselijke
vroedvrouw,* en in hare plaats benoemd mejufvrouw Maria
Stoel, Wed. T. van Veenwonende alhier, onder bepaling
dat de benoemde hare functie met 1 November e. k. zal aan
vaarden.
Tol brugophaalder van de brug overhel Helderschc Kanaal,te
genover de oost-en sleigcrstegenwerd met eenparige stemmen
benoemd Gerrit Kuiper, onder bepaling dal hij die bediening
zal aanvaarden onmiddelijk nadat hij als rijks-veldwachter zal
zijn gepensioneerd.
Werd gelezen eene missive van het burgerlijk armbestuur in
deze gemeente, houdende, onder opgave van redenen, mede-
deeling, dal de post voor bedeeling in geld, voor hel loopendc
jaar toegestaan, noodwendig moet worden overschreden, zonder
dal die overschrijding door af- en overschrijvingen van andere
posten van uilgaaf zal kunnen worden gedekt.
Deze mcdcdeeling werd voorloopig voor kennisgeving aange
nomen, met magliging aan gezegd armbestuur om in vol
strekt onvermijdelijke gevallen met de bedeelingen in geld
voorltcgaan, en onder bepaling, dat zoodra de juiste stand der re
kening kan worden opgegeven, daarvan aan den gemeenteraad
opgave te doen.
Naar aanleiding eener missive van het burgerlijk armbestuur
in deze gemeente, en op grond der daarbij aangevoerde rede
nen, werd besloten, dat bestuur te magligen met het einde
van dit jaar de werkverschaffing aan de armen te staken en
het voorhanden fabrikaat met de gereedschappen in hel begin
des volgenden jaars, in het openbaar te doen verkoopen.
Het hoofdbezwaar van het armbestuur tegen de verdere voort
zetting van het verschaffen van werk was gelegen in de overtui
ging, dat het oorspronkelijke doel: leniging van armoede en
bedelarij door arbeidniet met gewenscht gevolg werd bereikt.
Ook de invoering der armenwet van 28 Jutiij 1854 had
aan dat bestuur een ander karakter gegeven. Volgens die wet
toch strekt zich de zorg van het burgerlijk armbestuur alleen
uit tot hel verleenen van hulp in onvermijdelijke gevallen, ter
wijl bij deoprigtiug van het algemeen armbestuur in 1848 aller
zorg aan hetzelve werd overgelaten.
Aan den heer J. A. de Ruijtcrwerd op eigen verzoek,
ten gevolge zijner benoeming lot hoofdonderwijzer in de school
te Rustenburg, gemeente Ursemmet den 24slen dezer maand
eervol ontslag verleend uil zijne betrekking van eerste hulpon
derwijzer op eene der openbare lagere scholen in deze gemeente.
Naar aanleiding eener missive van heeren Burgemeester en
Wethouders der gemeente Zijpe, verklaarde de vergadering geene
bedenkingen te hebben legen eene wijziging van het uur van
afvaart der trekschuit van de Schagerbrug naar Alkmaar, inge
val die wijziging in verband werd gebragt met het uur van
aankomst der trekschuit van hier op de Schagerbrug.
Na de mededeeling van eenige ingekomene stukken werd de
vergadering gesloten.