aangedaan en langen tijd hield hij zijn hoofd tusschen de beide
handen, terwijl hij tranen stortte, als deinsde hij terug voor
de gewigtige taak, welke hem aldaar wachtte. Toen hij ver
nam, dat de markies de Bourqueney door Frankrijk als gevol-
magligde naar Zurich zou worden gezonden een manwiens
zachtaardig en beminnelijk karakter door allen bekend is, die
ooit met hem in aanraking zijn geweest, aarzelde hij echter
niet om aan de roepstem van zijn vorst gehoor te geven.
Men begint zeer ongerust te worden omtrent de Vcsu-
vius; de lavastroom breidt zich iedcren dag meer uit, en men
vreest te meer, dat de uitbarsting zeer geweldig zal zijn, daar
zich reeds ligtc aardbeviugen doen gevoelen. De inwoners
van Portici hebben hunne huizen verlaten.
Men zegt, dat de «ijf groolc mogendheden het thans
volkomen eens zijn omtrent het congres en de beraadslagingen
op de volgende grondslagen zouden zijn gebaseerdlo. Acte
nemen van het Zurichschc Iractaat, 2o. de grensbepalingen
en de verdecling van grondgebied, in dit iractaat vastgesteld,
goedkeuren, en oo. de middelen beramen, om de rust van
Midden-ltalië voor goed te verzekeren. Deze laatste basis is
door Engeland voorgesteld. Alle mogendheden, die de Weener
tractalen hebben geteekend, zullen tot deelneming aan het
congres uitgenoodigd worden en buitendien zou er eene confe
rentie der ilaliaansche staten plaats hebben, om te beraadslagen
over den Ilaliaanschen bond. De opening der zittingen zou
reeds in de maand December plaats hebben.
INGEZONDEN
(Vervolg en slot van ons vorig Nummer.)
Aan de Redactie van de Heldersche en Nieu
we diep er Courant!
Het comité zocht eerst zijn steun in de besturen van twee voorname
gemeenten, van welke men mag veronderstellen, dat hoe de spoorweg ook
gelegd worde, hun territoir een paar belangrijke stations zouden opleveren
den Helder en Alkmaar.
Wij verzochten van de besturen dier gemeenten geldonder de verplig-
ting, van aan hen rekenschap te doen van ons beheer. De grond tot
die aanvrage was de overtuiging, dat die besturen een aanzienlijk deel der
bevolking, die belang heeft bij den spoorweg vertegenwoordigden.
Beide besturen vonden zwarigheid het verzoek toetestaan.
Ik behoef niet te vermeldenwelke motives tot die afwijzende beschik
king direct en indirect geleid hebben. Ofschoon ze niet volkomen dee-
lende, erken ik daarvan het gewigt.
Maar in één opzigt verheug ik mij over de afwijzende beschikking in
zoo ver als daardoor een ander plan tot rijpheid kwamom een beroep te
doen op het publiek.
Wij vragen eene kleine bijdrage van hen, die belangstellen ineen spoor
weg, die het Nieuwediep met Amsterdam over Alkmaar verbinden zal,
niet voor onsmaar voor de zaak.
Wij hebben daarom bij onze circulaire op den voorgrond gestelddat
zoodra wij verslag zullen hebben gedaan van onze verrigtingen en van onze
bedoelingen wij als comité onze betrekking neerleggen, om door de belaug-
stellenden zelve hun comité te doen verkiezen.
Nu komt het mij voor, dat in dit voorstel eenigermate eene proef ligt
opgeslotenof er ware belangstelling in een spoorweg bestaat.
11; meen hier drie soorten van personen te mogen aannemen
Zij die geen tien gulden voor een spoorweg over hebben.
Er zijn er nog zoo Er zijn nog, die niettegenstaande de tastbare
voordeelen van verbeterde communicatien te water en te land toch gelooven
dat een nog grootere verbetering, in het vervoer nadeel zoude zijn.
Zij die zoo denken zijn niet in groot getal. Indien het publiek welzijn
hun inderdaad ter harte gaat, behoorden zij een comité te vormen, om het
aanleggen van spoorwegen met alle kracht tegentegaan.
Er zijn er, die die gelooven dat een spoorweg van zelf er zal komen
b. v. de heer A. B. G. in uw blad die (misschien zeer teregt) opgetogen
is over de opneming van den heer Michaéhs. Ik geloof ook dat die
spoorweg zal komen: maar als de Noorder-en Zuider-spoorwegen en de
doorgraving van Holland op zijn Smalstmillioenen schats zullen hebben
geobsörbeerden groote renten-guarantie zullen hebben verkregen, en
Noordholland niets van zich laat hooren; dan de naauw merkbare zuchten
over miskenning, die een gemeente bestuur of een kamer van koophandel
van tijd tot tijd in de gedaante vau een request zal slaken dan zal de daar-
stelling van jaar tot jaar verschoven wordendat het tegenwoordig geslacht
die spoorweg alleen in zijne droomen zal gezien hebben.
Van hen, die gelooven dat die spoorwegen stilzittende, afwachtende, als van
zelve ons zullen geworden, verwacht ik evenmin bijdragen. Ik neem alleen
de vrijheid voor zulke geloovig vertrouwenden op te merken, dat vooral in
onze negentiende eeuw de regel geldt, dat die geholpen wil worden, zelve
de handen uit de mouwen moet steken.
Eindelijk zijn er, die waarlijk belangstellen, die gaarne willen medewer
ken en eene geringe opoffering daarvoor over hebben.
Hen willen wij vereenigen om aller krachten tot een doel te ngten.
Zoodra die vereeniging in het leven is geroepen heeft het comité afgedaan
de vereeniging treed in zijne plaats om te beslissen wat er gedaan zal
worden. Bij de rondgezonden circulaire wordt geene enkele voorwaarde
gesteld die de vereeniging zoude binden. Zelfs indien die vereeniging
van ons gevoelen zal afwijken en oordeelen dat er geen plannen noodig
zijn, dat de gelden in eene andere rigtirig besteed moeten worden, zij zal
daarin oppermagtig beslissen.
Het is dus zeer ongerijmd het comité reëds de bedoeling toe te dichten
om het spoor oostwaarts langs het kanaal te doen leggen. Hoe zou het die
bedoeling kunnen hebbendaar het de uitvoerbaarheid in het geheel niet kan
beoordeelen.
De heer A. B. C. zegt, dat hij iedereen zoude aanraden om deelgenoot
te worden van de vereeniging, indien de circulaire als doel opgaf, «het
«bevorderen van de uitvoering van het door toedoen der regering met zorg
«uitgewerkt spoorweg-ontwerp door Noordholland.
Wij merken op, dat om zoodanige bepaling te maken, het comité
ten eenenmale onbevoegd zoude zijn geweesthet comité oordeelde het
ongepast eenigermate de vereeniging te binden. Maar bovendien, om zooda
nige bepaalde aanbeveling van eenige lijn te doen, zoude zij niet alleen
kennis moeten hebben van die ontwerpen der regering, maar ook van de
bezwaren die andere rigtingen opleverden. Dit zal een onderzoek vorderen
waarmede kosten gepaard gaan en om die kosten te kunnen makennoodi-
gen wij uit eene vereeniging te vormen.
Het geheele verschil tusschen den heer A. B. C. en het comité lost zich
dus hierin op
dat A. B. C. de vereeniging met kracht wil bevorderen indien zij de rege
ringsontwerpendie niet openbaar bekend zijn, wil aannemen.
Het comité wil de vereeniging vrijlaten te onderzoeken of die ontwerpen
inderdaad de beste zijnen acht zich onbevoegd om reeds de vereeniging
aan den band van een regerings-ontwerp te leggen.
Alkmaar 26 October 1859. P. A. de LANGE.