Brakell, H. J. van MaldegliemG. van Voss en 11. D.
Kramp, onder dankbetuiging voor hunne bewezen langdurige
goede diensten: de kapitein-luitenants ter zee: A. Hoek en
C. J. G. Storm van 's Gravesandeen de officieren van ad
ministratie der 1ste klasse G. de Heeren II. J. C. Ver boon,
en wel ingevolge 1 van art. 55 der wet van den 28 Augus
tus 1851 Staatsblad No. 12G), op hun verzoek den kapitein
ter zee II. D. Kramp en den kapt.-luit. ter zee C. J. G.
Storm van 's Gravesandeen ingevolge §2 a van voorschreven
artikel, de kapiteins ter zee: Jhr. H. J. L. T. de Vaynes
van Brakell11. J. van Maldeghem en G. van Foss
den kap.-luit. ter zee A. Hoeken de officieren van admin.
der 1ste klasse G. de Heer en 11, J. C. Verboomonder
toekenning van een jaarlijkse!» pensioen; van ƒ1800, aan
ieder der vier genoemde kapiteins ter zee; b. van ƒ1100, aan ieder
der beide voormelde kapt.-luit. ter zee; c. van ƒ1100, aan den
offic. van administr, der lsle klasse G. de lieer', en d. van
ƒ1000 aan den offic. van administr. K. J. C. Verboon
Naar men verneemtzal de Eerste Kamer der Slalen-
Generaal in het begin van Februarij bijeenkomen, tot behan
deling van het spoorweg-ontwerp, waarvan het antwoord der
regering op het verslag der Kamer bijna gereed is, en spoedig
tegelijk met het verslag rondgedeeld zal worden. Na afloop
van de discussien over het wets ontwerp betrekkelijk de spoor
wegen ziet men de bijeenroeping der Tweede Kamerter
behandeling van het ontwerp nopens de doorgraving van Hol
land op zijn smalst, te gemoct, waaromtrent de antwoorden
der regering insgelijks in gereedheid worden gebragt.
In de zitting van de Tweede Kamer, van Hanover, van
10 dezer, is de regering door een lid geïnterpelleerd over deu
stand der verbinding van de Hanovcrsche weslbaan met de
Nederlandsche spoorwegen. De minister van binnenlandsche
zaken heeft daarop geantwoord, dat de onderhandelingen met
de Nederlaudsche Regering nog hangende waren, en hij der
halve niets meer kon zeggen, dan dat hij de hoop koesterde
op eene doelmatige verbinding.
Als een bewijs van misbruik van sterken drank kan die^
nen, dat den ldden dezer te Oosterhout een persoon is over-
leden, welke dagelijks 2 Ned. kannen jenever verbruikte. Hij
was daaa-aan zoodanig verslaafd, dat, niettegenstaande hij over
tuigd was dat hij daardoor zijn leven verkorte, de drauk voor
hem zoo onmisbaar was geworden, dat hij dien nog lot eeuige
oogenblikkeu voor zijnen dood niet kou ontberen.
Jl. Zondag des namiddag ten 5 ure barstte te Lutjewin
kel een hevige brand uit, welke de watermolen van deu mole
naar A. Leijer geheel in de asch legde, ook is van hel huis
raad van den bewoner niets kunnen gered wordende molen
was legen brandschade verzekerd, doch de inboedel niet. De
oorzaak van den brand is onbekend.
Tegen het vallen van den avond zag men in het begin
dezer maand twee meisjes op weg naar een der banken, welke
zich op de uiterwaarden aan den Waalkant te Todewaard be
vinden. Deze verschijning wekte bij hen, die de wandelaressen
gadesloegen, eenige bevreemding, die echter geen argwaan ont
staan deed.
Toevallig gingen eenige schooljongens weinige dagen daarna
omstreeks dienzelfden weg; niet verre van de aangeduide bank
gekomen, ontdekten zij een voorwerp, dat hen aanvankelijk een
daar dood gebleven reiziger toescheenmaar weldra zien zij
hunne misvalling, dewijl zij in den gewaandeu reiziger het
lijkje van een pas geboren kind ontdektendat in slaat van
ontbinding vcrkcerende, den roofvogels uit den omtrek reeds
tot aas verstrekt had. Het valt niet te betwijfelen, of de be
wuste wandelaressen zijn de vermoedelijke daderessen van dit
wanbedrijf, doch incn heeft omtrent hunne opsporing tot heden
niets vernomen.
In een der gemeenten van Zuidholland had dezer dagen
het volgende voorval plaats
Eene vrouw van fatsoenlijke alkomst was door ongelukkige
omstandigheden en door het vooruilzigt van in armoede te
zullen vervallen, lot het wanhopig besluit gekomen, om een
einde aan haar leven te maken. Zij volvoerde ook werkelijk
dit radelooze besluit en hing zich in hare woning op.
Voor dat de laatste levensvonken vervlogen waren, en terwijl
zij worstelde met den dood, komt er iemand hel vertrek bin
nen, doch in plaats van het touw los te snijden, spoedt deze
zich naar den burgemeester, die in de nabijheid woonde, en
spoedig ter plaatse des noodlols verschijnt, vergezeld van den
dorpsgencesheer. In plaats echter van te beproeven, om de
ongelukkige nog te redden, beveelt deze, dat de policiedienaar
de wacht bij de gehangene moet houden, tot de officier van
justitie van het voorgevallene kennis draagt. Het was avond
en zeer donker en glad, zoodat de reis naar de arrondissements-
hoofdplaals werd uitgesteld tot den volgenden morgenop welke
werkelijk de reis ondernomen is, en de officier van justitie
order op de zaken heeft gesteld. Zoo als iulusscheu van zelf
sprak, was de vrouw reeds lang een lijk en spoedig daarop
hegraven.
De burgemeester verdedigt zijn gedrag, door een beroep op
eene oude, versleten provinciale verordening, omtrent zoodanige
zaken.
Te Broomhil heeft men eene machine uilgevonden, om
de grootste steenkolen-klompen te kappen. Het werkt met den
besten uitslag in de mijnen, waar de grootc kolenmuren in
een betrekkelijk korten tijd omgehouwen worden. Dit werk.
tuig, hetwelk een sloomvermogen van tien paardenkracht bezit,
kost, alle aanhoorigheden mede gerekend, van 20 tot 25,000 fr.
Men berekent, dat eene machine vau dezen aard jaarlijks 50
a GO,000 ton steenkolen kan kappen.