l)e muziekant van het Koninklijk Instituut voor de Marine
alhier, D. A. van cler Valkzich op zijnen weg bevin
dende van liet wachtschip naar zijne woning en tot nabij hel
sloomschip Cycloop genaderd zijnde, zag van af den ha-
vendijk het hoofd en een arm van een inenschslechlseven boven
den steiger uitsteken, doch ook op den zelfden aanblik weder
verdwijnen, te gelijk een flaauw geluid hooiende als ware het
om hulp. Hierop spoedde hij zich naar den waterkant en zag een
jongeling met het hoofd naar beneden in de diepte der haven
wegzinken. Dit was genoeg voor den edelen mensch 0111 alles
rondom zich en ook zijn gezin (vrouw en vijf kinderen die
hem wachtende waren) te vergetende redding van zijn even-
mcnsch te beproeven nam geheel zijne ziel in. In een oogwenk
zag men hem zich van zijne uniformjas en pet ontdoen en van den
steiger in den vlietenden stroom springen, met dat gelukkig
gevolg dat hij na weinige oogenblikken zich met den jongeling
in zijnen arm weder aan hel oog der toegesnelde aanschouwers
mogt vertoonen; maar hiermede was nog slechts weinig over
wonnen, zijne kleederen geheel doorweekt en met hel ligchaam
van den jongeling belemmerd, op eene zoo steile diepte, ging
de worsteling tegen den stroom zijne krachten spoedig te boven en
zonder twijfel was hij een prooi gewordeu van zijne edele
poging, ware de wakkere kwartiermeester van het stoomschip
Cycloop niet toegesneld; deze had slechts het gevaar met een
enkelen blik te meten of onmiddelijk maakte hij zich meester
van eene aldaar liggende boot om redderen geredde aan eenen
nog zwaren kampstrijd met den dood te ontrukken.
Beide edele mannen der marine, zij mogeu verre boven
onzen lof verheven en de zelfvoldoening hunne grootste be
looning zijn, toch dringt het ons, openlijk hulde en dank te
brengen aan hunne edele daden, die gepaard met de vele an
dere die ons van elders ter ooren komen, bij ons de overtui
ging verlevendigen dat wanneer eenmaal de dagen van Tromp
en de Ruiter eens mogten wederkeeren, het Ncèrlands Marine
nooit aan helden zal ontbreken.
De Commissie voor de dokwerken alhier rapporleeit aan
den Minister van Marine op den loden Mei 1860 onder anderen
het volgende
omtrent het nieuwe dok:
«De toestand van het werk is ons, met het oog op de ver
ontrustende veranderingen die de scheuren in de laatste dagen
van het verleden najaar vertoonden, bepaald medegcvallen. De
kuip is goed versteend en de aanvulling der muren met grond,
die reeds ten verleden jare ter hoogte van het metselwerk
plaats had, heeft ook gestrekt om verergering van de bestaan
de werkingen voor te komen; terwijl uit de waarnemingen, in
de laatste dagen gedaan, blijk, dat de wijdte van de scheuren
verminderende is. Al deze verschijnselen geven grond voor de
hoop om het plan zonder veranderingen te kunnen uitvoeren."
omtrent het oude dok:
dat bet nog in dit najaarin plaats van in het volgende
jaar, zal kunnen voltooid worden.
Door den Minister van Oorlog is de 1ste luitenant J. F.
von Hanswijk, van het corps ingenieurs mineurs en sappeurs,
te Utrecht in garnizoen, in zijn rang verplaatst naar den Helder.
Door den hoofdcommissaris van policic te Rotterdam is
berigt, dat bij telegram, ontvangen door den Zwitscrschen
consul aldaar, van den directeur van policie te Zurich, de
opsporing en aanhouding is gevraagd van den te Zurich van
bedriegelijke bankbreuk beschuldigden Melchior Brülsch, koop
man uit Zurich, oud 56 jaren. Hij is op Dingsdag 1 dezer
van Zurich afgereisdin het bezit van veel gelden zal waar
schijnlijk naar Amerika trachten te ontkomen.
Den 2öslen dezer vertrekt de O. I. landpost over 3Iar-
seille.
Te midden van den schoonmaaktijd is dezer dagen een
werkje verschenen, dat in ieder gezin verdient gelezen te wor
den. Het is getiteld: De schoonmaakzucht der vrouwen, be
schreven door iemand, die noch Jan hen, noch keukcnklaauwer
is, opgedragen aan alle huismoeders en ter lezing aanbevolen
aan alle huisvaders.
Men zal zich de 15 cents, die men er voor uitgeeft, niet
beklagen.
Dezer dagen had er te Roozendaal, met den trein welke
des morgens te 6| ure van Moerdijk naar Antwerpen vertrok,
een verschrikkelijk ongeluk plaats; een beambte van het sta
tion voor den locomotief willende passeren, had het ongeluk te
struikelen en kreeg alzoo den trein over zich heenwaarbij
hij geheel verbrijzeld werd.
Alweder een bewijs van onvoorzigtigheid, mogt dit voor velen
tot eene waarschuwing dienen.
Een gevangene in het huis van reclusie en tuchtiging te
Leeuwaarden heeft zich bezig gehondeu met het vervaardigen
van valsche bankbiljetten, waarvan een afgewekt van 100,
een onafgewerkt van ƒ100 en een van ƒ1000 in zijn bezit zijn
gevonden. Het is niet onmogelijk, dat zoodanigen ook reeds
in omloop zijn gebragt. Mogt dit het geval zijn, dan wordt in
de opsporing en aanhouding daarvan veel belang gesteld.
Volgens berigt van de directie van bet postkantoor te
Munster aan de policie te Amsterdam en Rotterdamwordt de
clèvo bij de posterij, Peter Tholeyte Munster, verdacht van
ontvreemding eener som van 5955 th. Op Donderdag 5 dezer
heeft hij zich van daar heimelijk verwijderd.
Naar men verneemt, is van wege de Britsche regering
aan den heer Jan Jans Muntendamte Rotterdam, kapitein
van de aldaar te huis behoorende Nederlandsche stoomboot
C 0 r n e 1 i aeen gouden medaille aangebodenter zake van zijn
gehouden gedrag, in het opnemen en vervoeren van de passa
giers en equipage van de Britsche stoomboot S ca m ad er.
De Engelsche bladen cenige grootendeels reeds bekende
bijzonderhedeu over den op de Nederlandsche gezagvoerders
Dekker en de 7os gepleegden moord mededeelende, voegen er
de opmerking bij, dat het zonderling is, dat de Engelschenen