Uil Krakau wordt gemeld, dat de wet, waarbij de Israë lieten het regt wordt toegestaan om onroerende goederen te be zitten, aldaar eene zeer eigenaardige toepassing vindt. Zoo wilde er dezer dagen een Israëlitisch koopman zijne woning en handel uit het overbevolkte Chetto overbrengen. Hij legde te dien einde de bewijzen over, dat hij aan de daarvoor door de wet gestelde vereischten voldeed. Hierop werd hem echter door het stedelijk bestuur te kennen gegevendat hij wel is waar ecu huis in de stad mogt koopennaardien hij daartoe volgens de wet bevoegd was, dochdat hij daarin niet mogt wonen of ecnigen handel drijven. Kr wordt gedurende den laatslen tijd veel geld tusschen Italië en Frankrijk verzonden. Terwijl aanzienlijke kapitalen van Napels naar Frankrijk worden overgemaakt, om die in veiligheid te brengenzenden de katholijken voortdurend vrij aanzienlijke sommen naar Rome. De laatste paketboot, die naar Civita Vecehia is vertrokkenheeft eene som van 500,000 francs medegenomenzijnde de opbrengst van den Petrus- penning. De Opinion Nationale meldt het volgende: «Verschillende dagbladen en correspondentiën van Italië mel den, dat de Engelschc admiraal Faushawe, die voor Messina kruist, aan den Napolitaanschen commandant der stad heeft verboden de stad te bombarderen of in brand te steken, zoo als zoo dikwijls door de generaals van den koning van Napels is geschied. Wij hopen dat dit voorbeeld door den comman dant der Fransche zeemagt aldaar zal worden gevolgd. Indien de groote mogendheden al ongelukkig genoeg zijn, dat zij ver- pligt zijn om ooggetuigen te moeten blijven van den strijd op Sicilië, zonder daaraan deel te kunnen nemen, dan moeten zij toch zorgenals getuigen bij een dueldat de strijd niet in eene nuttelooze en onmenschelijke slagting verandere". Prins Alfred van Engeland, die thans ruim vijftien jaren telt, schijnt als kadet op het fregat Euryalus een regt leven- digen aard aan den dag te leggen. Onlangs geraakte hij met een zijner kameraden, den jongen Gordonin ernstige woor denwisseling en ontving van dezen gevoelige slagen. Toen nu iemand den kapitein Turlelon dit voorval mededeelde, luidde diens antwoord: »Val mij toch in 's Hemels naam met zulke geschiedenissen niet lastig. Er zou geen einde aan komen, als ik mij met soortgelijke dingen moest bezig houden. Kan de prins zijne tong niet bedwingen, dan zal het hem geen kwaad doen, als hij het zoo spoedig mogelijk leert". De China Trade Report bevat eene officiële kennisge ving van den Britschen consul te Kanagawa, in dato 29 Fe- bruarij 11., waarin hij, op uilnoodiging van den buitengewone Britschen gezant in Japan, de Engelsche onderdanen indachtig maakt op het gevaar, om de Japauschc kwartieren te Yokuha- ma, of de wegen tusschen die plaats en de factorij, des avonds ongewapend, zonder gezelschap of lantarens, te passeren. Hij doet hierbij opmerken, dat zelfs de Japanaezeu, wanneer zij niet tot de laagste volksklasse behooren, des avonds niet uit gaan, en ingeval dit dringend noodzakelijk is, zich altoos door een gewapend geleide met lantaarns doen vergezellen. Hij voegt er eene uilnoodiging bij aan alle scheepskapiteins en an dere personen, om hunne onderhoorigen voor oogen te houden, aan welk gevaar zij zich zeiven en anderen blootstellen, door misbruik van sterken drank, waardoor reeds meermalen twisten en vechtpartijen met de Japannezen geprovoceerd zijn. Er bestaan thans eenige moeijelijkheden tusschen de groote mogendheden en Piëmont, betreffende de consultaten. Piëmont verlangt, dat de vreemde consuls in de thans geannexeerde pro vinciën een nieuw exequatur ontvangen. De mogendheden ech ter antwoorden, dat door die handeling de nieuwe orde van zaken wordt erkend en weigeren dus te voldoen aan het verlan gen van het Turijnsche kabinet, niettegenstaande het advies van Frankrijk, dat beweert, dat daardoor geene verbindtenis wordt aangegaan en dat het geven van een exequatur geene politieke beteekenis heeft. Oulangs zijn de lijken vaneen man en eene vrouw, bei den van jeugdigen leeftijd, in de Seine gevonden; zij waren met eene shawl aan elkander verbonden. Deze zelfmoord gaat gepaard met de volgende omstandighe den De heer X., koopman, was sedert korten tijd gehuwd inet eene jeugdige vrouw, waarvoor hij de grootste liefde koe sterde. Hij had zijne jongeren broeder, die in armoedige om standigheden was bij zich in huis genomen. Vol vertouwen, verdeelde hij zijne vriendschap en liefde tusschen echtgenoot en broeder, wiens weldoener hij was. Evenwelwas er eene schuldige betrekking tusschen schoonbroeder en schoonzuster ontstaan waarvan hij, zonder daarvan iets vroeger te hebben ontdekt, eensklaps de volle zekerheid verkreeg, toen bij op zekeren dag de kamer binnentrad De ongelukkige echtgenoot viel in zwijm neder, waarop de overspelige vrouw en haar medepligtige hem te bed legden, en dadelijk met medeneming van eenig geld en byouteriën het huis verlieten. Zij begaven zich naar eene her berg, in de nabijheid van het eiland Saint-Dcnis, doch door wroeging gefolterdvertoefden zij daar niet lang en eindigde hun leven door een zelfmoord. BURGERLIJKS STAND. Van 26 Mei 2 Junij 1860. GEHUWD P. Muije en G. Bras. BEVALLENA. Colom geb. Rieuwers D. G. Bakker geb. Hartog Z. J. Platvoet geb Roozeboom Z. G. Baas geb. Overweg D. M. Kramer geb. Buijs D. T. Stnkker geb Buis D. N. Ran geb. Gomes D. C. W. Hendriks geb. Zwick Z. K. Klumper geb. Bran denburg D. T. de Wijn geb. Kruk Z. A. Vos geb. Spandauw Z. A. Rilling geb. Witteveen Z. OVERLEDEN: J. H. van Straten 2 j. P. IJsega 29 j. SCHEEFST IJ DINGEN- BINNENGEKOMEN: NIEUWEDIEP, 30 Mei. Cbristine, Kohle, Galatz. Mentor, Croes,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1860 | | pagina 2