benaauwdheden cn aan ccne onbekende ziekte lijdende was.
Op de kracht van hare verbeelding en bijgeloof stuitten alle
middelen der kunst af; zij was en bleef (zoo als men het
noemt) behekst. De vader en de minnaar der betooverde,
woedend over het ongeluk het meisje overkomenwisten door
list de zoogenaamde heks of toovenares in huis te lokken.
Men eischte, dat zij het meisje genezen zoude. Noch smee-
ken, noch redenen baatten, oin vader en minnaar te over
tuigen, dat zij (de heks) geeue de minste bovennatuurlijke
kracht bezat, en.... men maakte aanstalten, om een brandsta
pel op Ic riglen, middcrwijl men de heks, met hel mes op de
keel, dreigde te vennoorden, zoo zij de betooverde niet on-
middclijk zegende. Zij (de tooverheks) zegende en.... het
betooverde meisje was van hare ingebeelde ziekte genezen.
De bovengenoemde minnaar van het betooverde, doch weder
genezen meisje, wordt thans door de regtbank vervolgd, wegens
mishandeling en voorwaardelijke bedreiging tot moord.
Men schrijft uit Leeuwarden, 21 Julij. Een aantal van
8 jongelingen, in de kracht des levens en met geestdrift voor
koning en vaderland bezield, vormde in 1813 de compagnie
vrijwillige jagers van Friesland, onder bevel van drie daartoe
aangewezen officieren van de arméc. Op eigen kosten uitgerust
en zonder genot van bezoldiging maakten zij den veldlogt van
die dagen mede, bij de divisie onder bevel van Z. K. H. Prins
Frederik der Nederlandcu, en keerden uit Frankrijk met verlies
van slechts een jager, den heer P. Schmidt, in hun vaderland
terug. Van 18 dier jongelingen, die door de Voorzienigheid
nog in het leven bleven gespaard, vierde een getal van 14,
Zaturdag jl. aan de Oude Schouw, als de plaats waar zij in
1813 den laatslen afscheidsgroet van hunne familiën en vrien
den ontvingen, de gedachtenis van hun nu 45 jaren geleden
uitlogt. Die jongelingschap vond zich daar weder, maar als
mannen van hoogc jaren, met vergrijsde schedels cn vermin
derde krachten. Indrukwekkend was hunne zamenkomst, ook
daar velen elkander niet meer herkenden, maar na de open
baring waarvan de hartelijkste verbroedering plaats vond. Ter
wijl de fecslgenoolen aan den disch waren gezeten, werden zij
vereerd met een bezoek van den Commissaris des konings in
dit gewest, die ter feestmaal binnengeleid en door den oud-
serg. majoor der compagnie, den heer G. D. Simon, toege
sproken, deze toespraak hartelijk en op ecne wijze beantwoord
de, die van 's Commissaris deelneming en belangstelling in
deze gebeurtenis getuigde. De geruime tijd, dien laatstge
noemde bij de zamenkomst vertoefde, gaf aanleiding lot het
instellen van menigen feestdronk, tot herinnering aan de vele
voorvallen van vroegere dagen. En zoo eindigde dit feest in
de beste orde, onder den indruk vari de niet uitgedoofde geest
drift cn liefde voor koning en vaderlanden met zoodanige
gepaste vrolijkheid, als overeenstemde met de booge jaren der
feestvierenden.
Men schrijft uit Staphorst, 19 Julij. De stokoude Ja-
cobje Slroobos, zijnde kort bij de 100 jaren, houdt nog hare
dagelijksche bezigheden vol, tot verbazing van een ieder, die
het aanschouwt. Naziet men haar den stal klaar maken, dan
tierig langs den weg wandelen, om vlijtig de veldvruchten te
wieden en straks spoedig huiswaarts keerenom tegen etenstijd
den huisgcnoolen de noodige handreiking te doen. Haar gelaat
leekent nog de frischheid van het vrouwelijke schoonterwijl
haar stil humeur haar een aangename huisgenoot doel zijn.
In officiële kringen te Napels verzekert menda t de mar
kies de Villemarina officieel aan de regering aldaar heeft ver
klaard, dat een verbond met Sardinië alleen onder de volgende
voorwaarden mogelijk is: 1°. te goeder trouw tenuitvocrleggen
van de constitutie; 2°. uitwisseling van 20,000 man Napoli-
taanschc voor 20,000 man Piëmonlesche troepen; 5°. in geval
van cene oorlogsverklaring door Oostenrijkzal Napels een con
tingent van 50,000 man moeten leveren. De Koning van Napels
zou deze voorwaarden hebben aangenomenterwijl de heeren
Manna en La Greca in last zouden hebbenhiervan respective-
lijk te Parijs en te Londen kennis te geven.
De New-York Tribune maakt melding van een moord,
welke aldaar onlangs heeft plaats gehad. Een zeer rijke likeur
stoker, Walton genaamd, had een huwelijk aangegaan met eenc
weduwe, die twee zoons had; later bleek echter, dal haar man
nog in leven was. Na eenigen tijd te zijn gehuwdraakte de
vrouw aan sterken drank verslaafd, hetgeen zoo erg liep, dat
haar man besloot eene echtscheiding aan te vragen; naauwclijks
echter werd dit plan bekend, of de vrouw en hare twee zoons
vervolgden den heer Walton met bedreigingen en zelfs eens
dreigde de vrouw hem te zullen doodschieten. Op zekeren avond
liet de heer Walton een zijner vrienden de deur uit en zag
een onbekend man slaan. De heide heeren bleven een oogen-
blik spreken en hadden verder geene aandacht op dezen man.
Juist toen de heer Walton zijn vriend de hand gaf, loste de
onbekende een pistoolschot op hemdat hem achter door het
oor trof. De moordenaar ging op den loop en werd dadelijk
door ecnige menschen achtervolgd. Een dezer lieden was op
hel punt den misdadiger te vatten, toen deze zich omkeerde
en ontkwam door zijnen vervolger dadelijk met een pistoolschot
te treffen. Men veronderstelt, dat een der zoons van de vrouw
van Walton de moordenaar is.
De Moniteur meldt, dat de voorstellen van Frankrijk,
ten doel hebbende om de bloedvergicting in Syrië te doen
ophouden en de Christenbevolkingen aldaar te beschermen
met geestdrift door de groole mogendheden zijn ontvangen.
Engeland is gereed, daartoe met eenige oorlogschepen zamen te
werkenen erkentdat het zenden van troepen hoogst nood
zakelijk is. Oostenrijk en Rusland zijn van het zelfde
gevoelen. De minister van builenlandsche zaken te Berlijn
is bij den prins-regent de noodige bevelen gaan ontvangen.
Er zal eene conventie worden geleekend, waarin de aard en het
doel ecner Europescbe interventie nader wordeu omschreven.