schoorsteen voor liet groolsie gedeelte instorten zonder dal een j of ander eenig ongeluk aan mcnschen ten gevolge heeft gehad. Men schrijft uil Haarlem, 28 Julij. lieden middag, om streeks half vier ure, is boven deze stad een zoo vreeselijk on- vvcder losgebarsten, als men zich niet herinnert in langen lijd te hebben (waargenomen. Vier donderslagen waren ontzettend mi gingen vergezeld van een bliksemvuur, dat een ieder deed sidderen. Spoedig ontdekte men in de stad ecu digle rookko lom welke de stad verduisterde. Bij onderzoek bleek dal de bliksem in den windkoreumolengenaamd de Zijlmoleu, even buiten het Zijlhek, thans toebchoorendc aan den heer A. K. Ketting de Koning en vroeger behoord hebbende aan den heer C. Auckes, was ingeslagen. Het gevolg hiervan was, dal die molen binnen weinige oogenblikkeu in lichte laaije vlam stond, zoodat, in weerwil van alle mogelijke hulp van brandweer, aan geen redden te denken viel. Binnen uur, was de molen tot den grond toe afgebrand, nadat hij met donderend gekraak was ingestort. Het geheel leverde een prachtig, doch vreeselijk gezigt op. Aan de totale windstilte heeft men hel te danken, dal des molenaars woning, ccne aangrenzende boerderij en belangrijke in de nabijheid lig gende fabriek-etablissemenlen van den heer Previnaire, zijn behouden gebleven, anders ware de uitwerking der vlammen niet te berekenen geweest. De hitte van den brand was zoo grootdat de bewoners der aan de overzijde van den Zijlweg liggende Brouwersvaart, het binnen 's huis voor de glasruiten niet konden uithouden. Men schrijft uil Leiden, 28 Julij. Gisteren namiddag had alhier een droevig ongeluk plaats, in de katoenfabriek van de liecrcn van Wensen en Driessen firma de Heydcr en Comp. aan de Hcerengracht. Van den loogkclel in de venverijwelke door stoom wordt verhit, sprong eensklaps het deksel af, met het ongelukkig gevolg, dat vijf werklieden deerlijk gebrand zijn geworden, waarvan een in'zoodauigen toestand verkeert, dat men voor het behoud van zijn leven vreest; de ongelukkige is dadelijk naar het ziekenhuis ovcrgebraglvan de overigen is nog niet veel te zeggen, aangezien de loog zoo diep inbrandt. Uit Botterdam wordt gemeld, 27 Julij. Heden middag waren wij getuigen van een treurig voorval. De marechaussée bragl den landbouwer Sm. van het naburig dorp Berg gevangen binnen. De ongelukkige had in een hevigeri twist zijne doch ter doodgeslagen. Dit meisje had verkeering met een boeren knecht, die gevolgen schijnt te hebben gehad. De ontdekking daarvan was de oorzaak van dezen noodlotligen doodslag. Een zonderling geval heeft zich dezer dagen in de ge meente Tcrmunlen voorgedaan De landbouwer D. Huisman te Leslerhuis, onder die gemeen te, had ouder anderen ecu Hannovcraan als arbeider in hel werk. Deze vond goed, om in den morgen van den 26slen dezer met de noorderzon te vertrekken, vermoedelijk medene mende een paar laarzeneen paar schoenen van den zoon en eenig vleesch en spek, om welk laatste hij de spekkist had opengebroken. Bij ontdekking van de ontvreemding zette de zoon hem da delijk na, eerst naar Delfzijl, doch vond daar geen spoor van den delinquent. Vervolgens de tegengestelde rigling inslaande achterhaalde hij hem eindelijk nabij de Nieuwe Schans, in het bezit der vermiste goederen. Hij werd dus door den rijksveld wachter G. Boekhout in arrest genomen, om naar de Nieuwe Schans ternggebragt te worden; doch tot groote ontzetting van den rijksveldwachter en de mede tegenwoordige!), trachtte hij te ontkomen, door ijlings in het zoogenaamde Schanserdicp te springen, waarin hij, daar hij gebonden was, eer hem hulp verleend kon worden, als onder hunne oogen verdronk. Particuliere brieven uil Pcsth melden nog de volgende bijzonderheden omtrent de daar voorgevallen onlusten. Den 21sten deden een balaillon infanterie en een divisie cavallcrie een aanval op de volksmenigte, die in de Kerepcsserstraat was zamengeschoold. Vele personen werden daarbij met de bajonet gewond, en onderscheidene militairen werden door stccneu ge troffen. Nog in den daarop volgenden nacht stierven eenige bur gers, ten gevolge der bekomene wonden, in de gasthuizen. Er traden redenaars opdie op de schouders werden getilden van daar op de openbare straat oproerige toespraken hielden. Men hoorde voortdurend de kreten: Leve Hongarije! Leve Ga ribaldi!" Gedurende de jongste zonsverduistering heeft in Zwitser land een orkaan gewoed, die drie uren aanhield en ontzettende verwoestingen aanrigtle. De sterkste hoornen werden ontwor teld, de telegraaphpalen omvergeworpen, bruggen, wegen en landerijen door overstroomiugen verwoest. De schade is onbere kenbaar. Ook heeft men daarbij onderscheidene menscheulevens te betreuren. Onder de plakaten, die te Napels zijn aangeplakt, kan het volgende ten bewijze dienenhoe zwak de koninklijke magt aldaar is: «Hel Napelsche volk aan zijn beul, den koning! «Koning Frans, gij hebt met cenc verregaande standvastig heid den schandelijken dood van uwen goddeloozen moiueedi- gen vader aangezienen in plaats van u te overtuigendat die zoo verschrikkelijke dood een voorbeeld was voor u, zoon van een tyranniekeu vader, afstammeling van de dynastie der lyrannen, tracht gij nog meer slagloffers te doen vallen, treedt gij de onschuld met voetenvernietigt gij den dood en be schermt gij alles wat onedel is, in plaats van met goedheid en welwillendheid de door uwen vader, dien Nero van den legen woordigen lijdgepleegde misdaden te herstellenin plaats van het Napolilaanscbe volk, dat sedert 12 jaar aan honger, pest, ballingschap en diefstal is blootgesteld, Ie verlossen; in plaats van uw tijgerhart te veranderen legen een goed en mcnschlic- vend hart. «Adclijken en plebejers, wij wareu en zijn broeders; wij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1860 | | pagina 2