een weinig verlegen en meende verkeerd verstaan te hebben.
»Ik vraag u vergiffenis, mijnheer", zeide zij, »maar ik begrijp
n niet". »Ik zeg, mevrouw", was het antwoord, »dat hij
zich zeer vereerd gevoeltdat gij hem vergund hebt in uw
salon te verschijnen". Men zag elkander aan, meesmuilde en
de dame geraakte hoe langer hoe meer in verlegenheid. »Maar
ik versta u niet", zeide zij, »van wien spreekt gij toch?" In
plaats van eenig antwoord te gevenwees de zonderlinge heer
op zijn neus. »Hoe! gij weet hel dus!" riep zij uit, «welk
eene onbescheidenheidBij deze woorden bloosde de dame lot
achter de ooren, en verborg haar gelaat achter haar zakdoek.
De zaak werd op de volgende wijze opgehelderd De dame
des huizes had eenigen lijd vroeger, ten huize harer zuster, den
heer melden groeten neus ontmoet. Eenige dagen daarna schreef
zij aan hare zuster: «Die groole neus bevalt mij; doe hem van
mijnentwege eene uilnoodiging toekomen". Zij, aau wie dit
briefje geadresseerd was, vond zulk een uilnoodiging zoo koddig,
dat zij die den bedoelde heer toezond, die, als een man van
geest en smaak, deze scherts met gelijke munt betaalde,
Charles Dickens heeft dezer dagen te Londen een proces
gewonnen, dat hij met buitengewone volharding jaren lang had
voortgezet. In een zijner werken had hij een schraapzuchtigen,
vrekkigen lord geschilderd, die van het zweet en bloed der
armen leefde. Hij had een getrouw beeld van lord W. ontwor
pen. Deze gevoelde zich daardoor getroffen; want iedereen te
Londen wist, dat hij bedoeld werd, naardien de geschiedenis
zijner familie haarklein was afgemaald. Lord W. wist, dal hij
onder de Engelsche wetgeving met eene aauklagt wegens hoon
niets zou uitrigteu, omdat het bewijs ontbrak. Hij wreekte zich
mitsdien op andere wijze, doordien hij den dichter liet afrossen.
Deze genoegdoening kwam den lord duur te slaan; want de dich
ter wreekte zich op zijne beurt wederom door de pen, Jdie hij
ditmaal in zooveel gal doopte dat de edele lord er bijna van
slikte. Lord W. besloot, den dichter andermaal te laten afrossen.
Thans echter was Dickens voorzigliger; een der handlangers vau
den lord werd gevat en verklaarde, door deze te zijn gehuurd,
om Dickens te tuchtigen. Lord W. ontkende, en het bewijs
was moeijelijk te leveren. De geslepen advocaat Halway vatte
dc zaak voor den schrijver op en begon een reglsgcding, dat
den lord verbazend veel geld kostte. Eindelijk werd hij van
zijne schuld overtuigd en veroordeeld, om aan den tegenpartij
^1000 schadevergoeding te geven. Dickens schonk de som aan
de armenschool van Weslminslcr, onder voorwaarde, dal alle
daar aanwezige kinderen eens gezamenlijk aan den lord een
charivari moesten brengen. Zij, die hel welen, met hoeveel ta
lent de Engelsche straatjongens eene oorverdoovende ketelmu
ziek welen uit te voeren, zullen de aan den lord toegedachte straf
niet als eene nietige beschouwen. Naar men verneemt, heeft
lord W. tegen deze voorwaarde eene klagt ingeleverd, die nu
eerstdaags in behandeling zal komen.
Uit Peslh wordt het volgende geheimzinnige voorval ge
meld Voor eenige dagen kwam eene kist uit Fiume over
Peslh Ie Erlau aangeadresseerd aan den aartsbisschop dier
stad. Bij de opening der kist vond men daarin een reeds in slaat
van ontbinding verkeerend lijk van een manspersoon, alsmede
eene hermetisch gesloten buks en een brief, alleen de volgende
geheimzinnige woorden bevattende: »Inliggende doode is de
moordenaar, die bestemd was om den heer aartsbisschop te
doodeu". Er wordt een ijverig onderzoek naar deze zaak in
gesteld.
Uit Luik wordt als eene bijzonderheid gemeld, dat zich
aan den weg naar Ongrée, op een aardappelveld, uil den grond
eene belangrijke opstijging van sleenkolengas voordoet. Men
heeft dat gas aangestoken en reeds sedert weken onderhoudt
het eene vlam van bijna eene Nederl. el hoog.
Dat het bedelaars-beroep niet het minst winstgevend is,
is dezer dagen te Manchester weder gebleken. Een persoon,
die zoodanig beroep uitoefende, werd wegens het stelen van
een hond gearresteerd. Men vond bij hem een zakboekje,
waarin de door hem ontvangen aalmoezen gedurende de laatste
40 dagen waren opgeleckend en daaruit bleek, dat die gemid
deld per dag ƒ2,90 of ƒ20.50 per week hadden bedragen;
een fraai inkomen inderdaad voor een bedelaar!
Voor eenige dagen dus schrijft men uit Oacssa van 2
Aug.vertoonde zich in onze stad en omstreken zulk eene
massa sprinkhanen, dat men op de boulevards en in den stads
tuin dit ongedierte door middel vau de brandspuiten moest
verdrijven. Men kan zich geen denkbeeld vormen van de ver
woestingen, welke die plaag op het platteland aanligt. Meer
dan 20,000 meuschen moesten legen haar ten strijde trekken
waaronder dc manschappen van de regimenten Lublin en Za-
mosc. De zwerm was GO wersten lang en 20 wersten breed.
Te Koningsbergen vond voor eenigen lijdop eene soiréc
van zekeren goochelaar, het volgend komisch voorval plaats.
Te midden der toeschouwers stond eensklaps een man op
wees met den vinger naar eene dame, die op eenigen afstand
van hein gezeten was, en zeide: «Mijnheer de loovenaar, gij
hebt geannonceerd, dat gij iemand uit het publiek zoudt laten
verdwijnen. Daar zit mijne weggeloopen vrouw met haar te-
genwoordigen minnaar; doe mij het pleizier en laat die beiden
verdwijnen". De bedoelde dame kleurde tot over de ooren
en verdween inderdaad plotseling.
Maandag II. zijn 200 jonge lieden van Lecco en uit de
omslreken van het meer van Como naar Sicilië vertrokken, om
bij hel leger van Garibaldi dienst te nemen. Ook uit Lombar-
dije vertrekken dagelijks personen met hetzelfde doel naar Sicilië.
Dezer dagen had te Wecnen hel volgendeschikkelijk voorval plaats.
In de pianofabriek vau Bösendorfer ontstond twist lusschen den
meesterknecht en een der knechten, op grond dal eerstgenoem
de den laatste eenig geld van zijn werkloon had afgehouden.
Die twist liep zoo hoog, dat den knecht den voel van een piano
opnam, en daarmede den meesterknecht een zoo hevigen slag op