Alweder een treffend voorbeeld van de nadeelen van den
sterken drank: Iu de St. Michiels-Geslcl woont een timmer
man J. v. R., die algemeen als een knap werkman bekend
staat en als zoodanig een ruim beslaan kon hebben; doch daar
hij zich bij aanhoudenheid bedrinkt, zal hij weldra ook het geld
dat hij met zijne vrouw betrouwde, opmaken. Dezer dagen
was hij zóó beschonken, dat zijne ongelukkige vrouw genood
zaakt was, om zijne mishandelingen te ontgaan, bij de buren
hare loevlugt te nemen. Eenige dagen later kwam hij in op
gewonden toestand bij eene 85-jarige officiers-weduwe, die met
hare gebrekkige dochter in een hem loebehoorend huisje woont,
en ontzag zich niet, deze bejaarde achtenswaardige vrouw, na
haar op de schandelijkste wijze te hebben gebrutaliseerd en
uitgescholden, een stomp in het aangezigt te geven, waardoor
zij achterover viel en dood had kunnen vallen. Gelukkig is
dit het geval niet geweest en heeft zij hare aanklagt bij den
burgemeester kunnen indienen, zoodat het te vertrouwen is,
dat deze persoon, welke, als hij beschonken is, niet alleeu
de schrik van zijne vrouw maar de ergernis zijner buren en
der gemeente is, de welverdiende straf niet zal ontgaan en tot
een treffend voorbeeld zal verstrekken.
De regering van Victoria eene engelsche bezitting in
Australië, heeft onlangs een afdoenden maatregel genomen om
eene dreigende vermindering van bevolking te beletten. De
meeste emigranten, die zich van elders aldaar kwamen vesti
gen, behoorden lot het mannelijk geslacht. Bij eene volks
telling bleek dan ookdat het getal der vrouwelijke
inwoners slechts Jj der bevolking bedroeg. De regering nam
daarop hel besluit, dat aan icderen landverhuizer, die eene
vrouw medenam, eene aanzienlijke premie zou worden toege
staan. Menigeen kon toen in vollen nadruk zeggen: mijne
vrouw is mij goud waard!" Door dezen verstandigen maatre
gel der koloniale regering is een aanzienlijk getal schooncn
in Australië aangekomen, het verbroken evenvvigt werd langs
dien weg spoedig hersteld en men mag billijkerwijze verwach
ten, dat de bevolking nu niet zal uitsterven!
Als een staaltje van Engelsche regtspleging moge het
volgende dienen. Een persoon werd beschuldigd van in een
hoop koolzaad den brand Ie hebben gestoken, welk feit ook
door hem werd erkend. Uit de verklaringen der getuigen en
uit het certificaat van den geneesheer bleek echter, dal de
aangeklaagde krankzinnig was. In weerwil daarvan velde de
regter, de heer Bramwell, het volgende vonnis: Gevangene,
toen gij het feit plecgdet, wist gij, dat gij verkeerd deedt en
ongehoorzaam waart aan de wet. Ik geloof, dat gij krankzin
nig zijt, doch dit is geeue reden, om niet gestraft te wor
den". Na nog eenige onbeduidende opmerkingen vervolgde
de regter: Ik zie mij dus in de noodzakelijkheid, u dezelfde
straf op te leggen, alsof gij bij uw volle verstand waart en
veroordeel u mitsdien tot levenslange dwangarbeid". Deze
zaak heeft te Londen veel sensatie verwekt, en te regt vraagt
men zich af, wie hier meer krankzinnig was, de regter of de
beschuldigde.
De heer Lesseps heeft van de Franschc regering de vol
gende concessie gekregen. De soldaten, die nog een jaar dienst
hebben hij het Fransche leger, zullen van dit jaar .dienst
worden vrijgesteld, indien zij zich verhinden gedurende twee
jaar aan het Suez-kanaal tegen het gewone loon te werken.
Den 6 December des avonds werd de leesbeurt in
het leesmuseum te Utrecht waargenomen door Dr. H. R.
de Breuk van IJsselstein, die tot onderwerp had gekozen
Neerlands grooten dichter J. van den Vondel. Na eene
korte levensbeschrijving, deelde de spreker eenige uiltrek
sels uit Vondels meesterstukken mede, waarna eene korte
pause volgde, welke besleed werd, om schriftelijke on
derwerpen van het talrijk opgekomene auditorium in ont
vangst te nemen, waarover de heer de Breuk zou impro
viseren. Het eerste onderwerp, dat hij uit een getal van
circa 20 ingevulde biljetten trok, was: «vastheid van
karakter", het tweede over «Frederik Hendrik" en het
derde over het Paleis te Amsterdam Na de trekking
van ieder onderwerp werd daarover in Poëzie geïmpro
viseerd; was de verwachting van het publiek, waaronder
de kern van Utrechts geleerde mannen, reeds gespannen
zij werd op uitstekende wijze reeds bevredigd. «Vastheid
van karakter" werd in kernachtige, krachtige en vloeijende
verzen in al haar omvang in de eerste plaats geschetst;
wijders doorliep de improvisator de rij van een tal Griek-
sche en vaderlandsche mannen, welke door vastheid van
karakter hebben uitgemunt, en wees ten slotte op de
uilkomsten, welke vastheid van karakter op ieder individu
uitoefenen.
«Frederik Ifenderik" werd daarna behandeld; na alvo
rens het tijdvak van Karei V, lol aan de regering des
eerslgenoeindente hebben doorloopen, en de helden der
17e eeuw in korte trekken te hebben geschetst, doorliep
de improvisator zijne heldendaden en stelde hem eindelijk
voor als mensch en vorst, eindigende met beschouwingen
over zijn karakter. «Het paleis van Amsterdam", dat
meesterstuk van weelde, werd in zuivere dichtregelen be
zongen; de vreemde heerscher, die ook dat paleis bewoonde
werd krachtig behandeld, alsmede de gezegende terugkeer
der dynastie van Oranje-Nassau, ten jare 1815, welke
alstoeri weder den drempel van het aloude paleis mogt
betreden.
Allen hingen aan des improvisators lippen, waarvan de
heerlijkste dichtregelen, als ware het, rolden, doormengd
met de subiiemste denkbeelden, waardig de stille afzon
dering des dichters in zijn tempel, als de eenzaamheid