A D T 3 3, 3 1T 7 I 3 1T.
dezen, hem naar het Hotel de France te brengen. Onder weg
vraagde Boursaut aan zijn gids, of het te Rijssel veilig was?
»Wel zeker", was het antwoord, «want de policie is hier zeer
goed". Al sprekende liepen zij de stad door en kwamen aan
een groot gebouw, waar de gids deu reiziger binnen liet gaan
en hem in eene kamer bragt, waar een heer zat. Boursaut,
meenende, dat deze de eigenaar van het hotel was, vraagde of
hij hier kou logeren. «Wel zeker, mijnheer, ten minste voor
korten tijd; voordat ik uwe kamer aanwijs, zult gij echter wel
zoo goed zijn aan eenige policie-formaliteiten te voldoen, en
zal ik zoo vrij zijn, om u dit te vergemakkelijken, u te zeggen,
dat gij van Senlis komt; dat gij daar een aanzienlijken diefstal
hebt gepleegd; dat gij reeds vroeger eene tuchthuisstraf van
vijf jaren hebt ondergaan, en dat ik u in gezelschap van een
paar policie-agenten naar Senlis zal terugzenden". Boursaut
had een geheimen policie-agent tot gids genomen en was, in
plaats van naar het Hotel de France, naar liet bureau van
policie gebragt.
Meu leest in den Echo du Nordeen dagblad van Rijs
sel, het volgende:
«Een verschrikkelijke ramp heeft onze stad in verslagenheid
jedompeld. Omtrent SJ ure werd er door de alarmklok brand
aangekondigd. Een publiek huis, in de A B C-straat IN'0. 4,
stond in vlammen, en de kreten der inwoners van het huis
hadden de aandacht der buren opgewekt. Een verschrikkelijk
drama had er plaats; terwijl een buurman een ladder tegen bet
balkou plaatste, waarop eene vrouw, door het vuur bedreigd,
hartverscheurende kreten slaakte, sprongen twee andere vrouwen
van de derde verdieping en werden op de leuning van het bal
kon verpletterd.
«Twee andere vrouwen deden hetzelfde en werden gered;
een man, die zijne beddelakkens aan het venster der tweede
verdieping had gebonden, bereikte op zijne beurt het balkon,
en droeg moediglijk eene vrouw op zijne schouders; doch dit
was alles, en de kreten, welke men uit de vlammen hoorde opstij
gen, werden welhaast uitgedoofd. De pompeis snelden ijlings
toe en beletten den brand zich tot de aangrenzende huizen uil
te strekken; doch bet huis, waarin de brand was uitgebarsten,
lag in puin en zijne brandende overblijfselen bedekten de lijken
der bewoners, welke zich niet hadden kunnen redden.
«Tien personen bewoonden het verbrande huis, negen vrou
wen en een man. Van de tien personen zijn twee gestorven
door uit de derde verdieping op het balkon te springen; vier
is het gelukt aan den dood te ontsnappen; er moeten dus vier
lijken onder hel puin begraven zijn. Men begon het onmidde-
lijk weg te ruimen en des ochtends vond men drie lijken, twee
vrouwen en een man; doch dit laatste was het lijk niet van
den meester des huizes; men veronderstelde, dat het dal was
van een handelsreiziger, die niet terug verschenen is in het
hotel waar hij gelogeerd was.
Uilslag van de publieke verhuringen, den 22 en 27 December
1860, en overslaan van deu Notaris W. J. IIidde Bok,
voor den tijd van 4 jaren.
1.
1 b. 20 r. 20 et Land, bij de Paardewed, M. Deutekom
fl 73 per jaar.
2.
35 roe dito, bij de roode brug, W. J. Leewens
42
3.
1 bunder 39 roe 70 el aldaar, D. de Vaan
53
4.
99 roe 80 el aldaarJb. I.ondon
8
OO
t4>
5.
1 bunder 30 roe 50 el aldaar, C. Zijm
88
6.
74 roe 50 el, achter Tivoli, W J. Leewens
127
7.
1 bunder 1 roe 80 el, als voren, dezelfde
»187
8.
1 bunder 84 roe 30 el, als voren, P. de Wit
»199
9.
1 bunder 21 roe 50 el, als voren, J de Jong
»205
10.
1 bunder 5 roeals voren11. Deutekom
130
11.
75 roe 10 el, achter den Helder, P. Boll
125
BURGERLIJKE STAND
Van 29 December 18G0 5 Januarij 1861.
GEHUWD: J. W. Bluggel en M. Röver.
BEVALLEN: I. Buis geb. Snip D. E. Voet geb. van der Voorst
D. T. Wigman geb. Kaan Z. G. E. D. de Wijn geb. Schipper Z.
G. Cohen geb, Haringman D. G. Kolk geb. Heijdenrijk Z. H.
Vink geb. Visser D M C. Ginniken geb. van Zijl Z.
OVERLEDEN: H. Beemster 62 j. T. Nonnekes 18 j. A. S.
Davidson 61 j. M. Sleenman 19 m. T, Kater 15 w. G. Mes-
ker 63 j. W. J. Felarski 17 d.
Melder en JVieuwediep zonder GIST.
O, Vreemdeling! als gij eens wist,
Wat aan den Helder omgaat zonder gist.
Gemeente van deu Helderword niet boos,
Al zijt gij dan ook gisteloos;
Wel is waar hebt gij reên tot klagen,
Want uit is het met de wiltebroodsdagen
(Daarom, tusschen twee haakjes, wie wil trouwen gaan,
Late dat werk nog maar wat staan).
Denk aan den edelen van der Werff,
Die, toen er hongersnood was op Leijdcns erf,
En de burgers zulks aan hem verweten,
Hun voorstelde hun' linker arm op Ie eten.
En welk een voorregt, Helder! is u dan niet beschoren,
Kan die maaltijd soms u niet bekoren,
Welaan, gebruik dan keukenbeschuit,
Of ongerezen pannekoeken, en uw ellende is uit.
En troost u, dat uw fondsen kunnen rijzen,
Zonder dat gist daartoe dienst heeft te bewijzen,
En moet alles door gist juist rijzen gaan,
Zonder gist gaat gij dan nooit naar de maan.
Ondertrouwd:
P. van DOORN
e n
D. D U I N K E R.
ISieuivediep 5 Januarij 1861.
Algemeeue kennisgeving.