het bisdom Haarlem, heeft dezer dagen een gevoelig verlies ge
leden. De HoogEerw. heer van Vreebisschop van Haarlem,
is in den nacht lusschen Donderdag en Vrijdag jl. overleden-
Zijn dood wordt algemeen zeer betreurd.
De werving voor het koloniale leger, uit vrijwilligers van
het leger hier te lande, levert zeer goede resultaten op, want
dagelijks komen er van de verschillende legercorpsen het noodige
kader en manschappen bij het koloniaal werfdépót te Harderwijk
aan, en wel ten gevolge der gunstige voorwaarden, welke door
het Departement van Oorlog onlangs aan gezegden overgang
zijn verbonden. Ouk zullen in den loop van deze maand nog
twee detachementen koloniale militairen, grootendeels Neder
landers, naar Indië vertrekken.
Men schrijft van bet Loo.
Wij kunnen nog inededeelen, dat, toen, na 's Konings komst
op het Loo, de latere onheilen bekend werden, Z. M. zich
oogenblikkelijk gereed maakte om naar de nieuwe ramploonecleu te
vertrekken. Men gaf den Koning in overweging, dat er, naar
een verkregen wenk geene gelegenheid was lot een voegzaam
nachtverblijf. Dan ben \yl nog sterk genoeg (was het antwoord)
om des noods een nacht op den dijk door te brengen".
Bü de opmerking, hoe door de nieuwe overstoomingen, de
som van f 45,000, onlangs door Z. M. tot leniging van den
nood geschonken, zou kunnen te kort schieten, was 's Konings
antwoord: »Dan maar verder stoppen zooveel wij kunnen
en ons een jaar er voor behelpen."
Men zegt, dal in den loop dezes jaars de stoomschepen
Djambi, Brotno en Sindoro in dienst zullen worden gesteld, en
noemt als kommandanteii daarover de kapl.-luilenants ter zee
M. II. Jansen, J. J. Wichers en de luit. ter zee 1ste kl. J.
M. de Jongh.
In Hellevoetsluis ondervindt, door het gestrenge weder en de
gestremde gemeenschap, bet gereed maken van de met '1 en 16
Jan. in dienst gestelde schroefsloom flolillc-vaarluigcn de Berkel
en de Vecht veel vertraging, vooral van hel laalslgetnelde, waar
van de equipage uit Vlissitigen moet komen.
De compagnie jagers van de burgerwacht te Brussel heeft
eene inschrijving ten behoeve der watcrnoodlijdenden in ons land
geopend, die dadelijk 250 franken heeft opgebragl. Dit voor
beeld zal bij de andere burgerwachten navolging vinden. Ook
de kweekelingcn van hel Brusselsche Athcnacuin hebben eene
inzameling lot hetzelfde doel gedaan, die 416 franken heeft op
gebragl, waaronder de giften van eenige hoogleeraren.
Te Amsterdam is een lOjarige knaap, in den Singel bij
de Warmoesgracht door het ijs gezakt, doch door drie perso
nen, D Jongkind, J. H. Kok en J. Meinte genaamd, die
zich met een ladder op het ijs gewaagd hebben, schijndood
onder het ijs van daan gehaald. De geneesheeren Ilanlo en
Zuur, hebben na een uur met den knaap bezig te zijn ge
weest, hem in hel leven teruggeroepen.
Men schrijft uit Haarlem: Een jong mensch, die zich
aan sterken drank te buiten had gegaan, is een paar weken
geleden, des avonds in het bolwerk gaan liggen slapen, en des
morgens naar het gasthuis vervoerd met ecu paar bevroren
voelen; geneeskundige hulp heeft niet mogen baten; eerst zijn
hem beide voeten halverwege afgezet en nu is hem reeds dezer
dagen een been geamputeerd.
Te Gouda had onlangs een droevig ongeluk plaats. Een
der knechts in de stearine kaarsenfabriek, B. S. Smit ge
naamd, bezig zijnde de machine te smeeren, geraakte met
zijne bouffante vast aan een der pennen van hel rad; daardoor
werd hij medegeslingerd, zoo dat bij, eer men de machine kon
laten stilstaan, reeds den geest had gegeven.
Dezer dagen had in de menagerie van Renz, te Hanno-
ver, het volgende voorval plaats, dat weder ter waarschuwing
strekt, om kinderen met de meeste zorg te bewaken. Een 250lal
kinderen van eene school waren met hunne meesters naar die
menagerie gegaan en hadden op verschillende rangen plaats ge
nomen. Op den oogenblik dat er kunsten met den olifant zou
den gemaakt worden, drongen de jongelieden meer en meer
naar voren, om goed te zien, zoüdat eenigen zelfs de hokken
der dieren naderden. Een 12jarig meisje stond digt bij het
hok van den tijger, en terwijl zij naar den olifant keek, werd
zij door den tijger met de voorklaauwen aan het hoofd en de
hand aangegrepen en naar het hok toegetrokken. De in allerijl
toeloopende oppassers bevrijdden het kind wel spoedig uit de
klaauwen van bet dier, doch zij had reeds aan het aangezigt en
de baud meer dan 40 wonden bekomen, zoodat men zeer voor
het behoud van haar leven vreest.
Men schrijft uit Brussel: Eene zaak die hier druk wordt
besproken, is de jagt op Jud, den beruchten, onvangbaren Jud.
Nadat schier gelijktijdig zijne aanwezigheid in Amsterdam en
zijne arrestatie te Chatclet waren gemeld, welk laatste berigt
spoedig ijdel bleek, wilde men hem te Antwerpen hebben,
waar hij moest zijn aangekomen, om naar Engeland over te
steken. Althans werd van polilievvege aan alle logementhou
ders aldaar aangezegd, dat zij onmiddelijk de commissarissen op
de hoogte moesten houden van de physioguomicn der aankomende
reizigers. Ten slotte was naauwelijks, eenige dagen geleden,
de Engclsche stoomboot Tiger van daar vertrokken, of de ma
ritieme commissie kreeg last, haar achterna te roeijen; de slim
me schurk, heette het, was aan boord van dat schip gegaan,
zonder eenig logement aan te doen. De commissaris volbragt
zijn last, roeide ongeveer 25 kilometers voort, en trof eindelijk
den Tiger te Deal aan, waar de boot anker had geworpen.
De heer commissaris stapte er aan boord, onderzocht alle
(mannelijke) passagiers zoo naauwkeurig mogelijk, doorzocht el-
ken hoek van het schip; doch alle moeite en lijd was vergeefs
besteed; ook deze ambtenaar was niet gelukkiger, dan de
overige deelnemers aan de chasse au Jud: hij moest onverrig-
ter zake terugkeeren.
Men schrijft uil Londen: De heer Saxby, hoofdonderwijzer