ADVERTENTIËN.
DE KWALIJK OPGEVOEDE OOM.
vertrek der spoortreinen!
jyj A. JFt X INT E.
Twee oude SLUISDEUREN, de
KOLENHULK de Zwaluw, een
ANIvERlIOOT, eiken- en ander
nen. De mijnwerkers te Klaust/uil en Zelderfeld zijn
oproerig geworden. De oorzaak daarvan ligt wel in de
duurte der levensmiddelen, maar vooral ook in liet. ver
langen om zoowel des Zaturdags als des Zondags een vrijen
dag te hebben, zonder vermindering van loon. Die heeren
willen dus op voordeelige voorwaarden Israëliet en t 'kristen
te gelijk zijn! De kamperende troepen te ilillingen,
die ter gelegenheid van 's kroonprinsen verjaardag op bier
waren onthaald, hebben eenige dagen later aldaar een water
partijtje gehad. Een stortregen heeft het terrein zoodanig
overstroomd, dat men bij gebreke van waterlaarzen, lialfbeens
baden moest om diepe kuilen te graven en het vocht alzoo af
te tappen. Bij de krooning van het pruissisch koninklijk
echtpaar zal de koningin gekleed zijn in wit moiré, met goud
gegarneerden japon. De sleep en de met hermelijn gevoerde
en tot op den grond neerhangende mantel is van rood satijn,
afwisselend met goude kroonen en zwarte adelaars geborduurd
en zal met diamanten haken aan de schouders vastgehecht
worden, zoodat het lijf, dat met de kroonjuweelen versierd
wordt, geheel vrij blijft. De Spaansche prins Jan van
Bourbon heeft eene leening uitgeschreven, ten einde door
ronde schijven zijne candidatuur op den troon van Spanje
meer kracht bij te zetten.
Vervolg van N°. 72).
Toen liij zijne oogen open deed, begon de zon alreeds te dalen,
en spreidden hare flaauwe lichtstralen een purperen weerschijn over
de gordijnen der alkove. Verkwikt door den slaap, maar nog altoos
in die weelderige loomheid verzonken, die met het ontwaken door
gaans gepaard gaat, hield Tribert zich met de beschouwing van
hetgeen hem omringde en het opnemen der voor hem bestemde
kamer eenige oogenblikken onledig.
Alles getuigde er van de zorgvuldigste genegenheid van mevrouw
Fourcard. De meubelen waren dezelfde, die er tijdens het leven van
hun vader reeds gestaan hadden, en bragten den ouden zeeman de
dagen zijner kindschheid te binnen. Op een boekenrak vond hij
de voorheen door hem bijeenverzamelde boeken staan; de aan den
wand hangende kaarten gaven hem de door hem doorkruiste zeeën
en stroomen te aanschouwen; een scheepje, het werk van zijn eigen
handen, en de welsprekende getuige tevens van zijne zeemans-be
stemming, hing aan den zolder; terwijl er eindelijk boven de canapé
zelfs een wapenrok was aangebragt, waar de merkwaardige door hem
op zijne reizen en togten verzamelde en van tijd tot tijd overge-
zondene wapens prijkten.
Stuk voor stuk, en tot in de geringste bijzonderheden toe, nam
hij de gelieele verzameling, die zulk een sprekend bewijs van de
schrandere genegenheid van zijne zuster bevatte, op, toen haar
stem zich in een naast gelegen vertrek deed hooren, en door eene
jeugdiger en veel luider stem werd afgewisseld, waar Tribert zonder veel
moeite die van zijn neef in herkende.
Het scheen wel alsof zijne moeder hem over het een of ander
onderhield, waar hij, met de norschheid van iemand, die gewoon
is, in degene, die hem aanspreekt, alle mogelijke zachtheid en toe
gevendheid te vinden, op antwoordde.
„En ik ga niet!" herhaalde hij op een bij kinderen, die door
het geduld van hunne moeder bedorven zijn, maar al te gewonen
knorrigen toon.
„Maar bedenk dan toch eens, August!" hernam mevrouw
Fourcard met innemenden aandrang, „dat de jonge jufvrouw
Lorin er op rekent, dat gij haar naar die soiree zult brengen. Als
uw oom niet gekomen was, zou ik u dat vervelende baantje wel
bespaard hebben; maar nu kunt gij toch wel begrijpen, jongelief!
dat ik hem den eersten dag den besten niet alleen kan laten?"....
„Het kan wel zijn: ik verlang er ook naar, om liern te zien;"
gaf August, norsch, ten antwoord; „laat mamsel Lorin zich door
haar neef doen verzeilen!"
„Maar gij weet immers, dat die niet te huis is?"
„IVelnu, laat zij dan te huis blijven!"
„Dat is hard, wat gij daar zegt, AugustWeet gij dan niet,
dat dat voortreffelijke meisje geen ander genot dan haar boston
partijtjes liceft, en op haar leeftijd eene gewoonte tot eene behoefte
is geworden?"
„Dat gaat mij niet aan!" hernam de knaap weer, die al wre
veliger en barscher werd. „Heb ik dan eenige verpligting aan
mamsel Lorin?"
„Gij wel niet, maar ik zoo veel te meer," zeide mevrouw
Fourcard, levendig: „het weinigje, dat ik weet, heb ik aan haar
onderrigt te danken; zij heeft mij in alle moeijelijke omstandigheden
geholpen, en met haar raad en bemoediging ter zijde gestaan, en
was voor mij als het ware eene oudere zuster, soms zelfs eene
moeder. Dat alles weet .gij, August en zijt dus verpligt, mij die
schuld der dankbaarheid te helpen betalen."
„Gij zoudt wel kunnen zeggen, er pleizier in te hebben, om u
allerlei pligtcn te scheppen," hernam de knaap, „dat is zoo eene
manie der vrouwen, om zich een slavenjuk op de schouders te
leggen en boeijen te smeden, die men haar moet helpen dragen."
„Maar gij vergeet daarbij, mijn zoon! dat het op verre na niet
de zwaarste zijn, die mejufvrouw Lorin mij opgelegd heeft," hernam
de beleedigde moeder.
„Dat wil derhalve zeggen, dat ik dat gedaan heb," riep August,
vinnig.
„Gij dwingt mij, u te herinneren, dat geen enkele pligt mij nog
ooit zwaar gevallen is, waar het uw belang gold."
j „Eu om mij dat het best te doen gevoelen, verwijt gij mij het-
i geen gij gedaan hebt."
j „August, August!" viel mevrouw Fourcard hem driftig in de
rede: „in hetgeen gij daar zegt, is immers geen enkele zweem van
gezond verstand of regt."
„Welnu, laat ons er dan ook maar over zwijgen!" hernam hij,
aanstalte makende om de kamer te verlaten.
„Gaat gij mejufvrouw Lorin halen?"
„Neen!"
„Bedenk, dat ik -het van u vorder, dat ik zulks bepaald wil."
„Ik ga niet!" riep de knaap, halstarrig en opgewonden, sloeg de
kamerdeur met geweld achter zich digt, en ging, als wilde hij het
misnoegen van zijne moeder trotseren, met luider stemme zingende,
de trap op.
Mevrouw Fourcard was aan al hare leden bevende op een stoel
neergevallen, en oom Tribert zag, door het sleutelgat glurende, dat
zij schreide.
Het tooneel, waar hij onzigtbaar getuige van was geweest, had
hem ten aanzien van moeder en zoon meer te weten doen komen,
dan al de door zijne zuster in de laatste tien jaar geschreven
brieven hem konden vermelden. Nu wist hij hoedanig de uitkomst
der onbegrensde liefde van mevrouw Fourcard voor haar eenig
kind geweest was, dat, waar men zijne minste verlangens plagt te voor
komen, zich tot eene gewoonte had gesteld, hunne vervulling te
bevelen, zoodat de vrijwillige slavernij der moeder de oneerbiedige
dwingelandij van haar zoon ten gevolge had gehad.
Het allereerste, dat bij onzen kapitein opkwam, was zijne zeemans
gewoonte, zoodat hij op het punt stond 0111 zijne kamer te verlaten
en zijn neef bij de ooren naar zijne moeder te brengen, om haar
vergiffenis te vragen. Gelukkig bedacht hij zich en bleef waar hij
was. Naauwelijks 15 jaar oud zijnde, was de heer Tribert gaan
varen en had weinig of geen werk van gezette studie gemaakt
maar het praktikale leven en eigen nadenken gedurende de uren,
dat hij de wacht had, hadden hem vele belangrijke ervaringen om
trent de mensckelijke ziel doen verkrijgen. Dien ten gevolge wist
hij, dat slechte gewoonten tegenwinden zijn, die men niet dan door
laveren kan overwinnen. Derhalve onderdrukte hij zijn eerste on
geduld, peinsde over de meest gevoegelijk te doene handgreep, en
verliet zijne kamer niet, dan na alvorens alles bij zichzelven vast
bepaald en zijne zeilen zoodanig aangeslagen te hebben, dat hij
veilig kon voortzeilen. Vervolg hierna.)
M ARKTBEEIGTJEÜST.
PT. R MERENDE, 10 September.
Vee. Aangevoerd 153Rundercn, 20Paarden, 41 vette Varkens 44a50 c.pern.p.,
71 magere dito f 12 a 22, 329 Biggen f 5 a 8,75, 101 vette Kalveren 40 a (50 c. per
11. p., 22 nuebt. dito f 6 a 27,1443 Schapen en Lammeren. Kleine Gras-KAAS
f 22,75 per 50 n. p. Boter 80 a 95 c. per 11. p.
ALKMAAR, 9 September.
Vee. 6 Koeijen f 150 a 200, 144 Kalveren f 54 a 70, 312 Schapen f 18 a 24.
3S Varkeus 44 a 48 t. per n. p.
ROTTERDAM, 9 September.
Granen. Beste jar. Overm., Zeeuws, en Vlaams. Tarwe f 10,75 a 12, gerinzc en
goede dito f9,50a 10,25, puike nieuwe dito f 12,60a 13,50, goede dito f 11 a 12.25.
Noord-Brab., Overm., Zeeuws, en Vlaams. Rogge f5,50a 6,75, puike nieuwe Zeeuws,
en A laams. dito f8,10 a 8,50, Noord-Brab. en Overm. dito f 7,75 ag, afw. ditof 7,40
af7,70. Overm., Zeeuws, en Vlaams. AVinter-Garst zakm. f5 a 6,80, Zomer dito zakm.
f 5 a 6. Korte Haver f 3,50 a 4,25. lange dito f 2,75 a 3,75. Noord-Brab. Boekweit
f 240a245. - Koolzaad. A laamsch Zakm., enZceuwsch gest. en in zakk. 68 p. vl.
SCHIEDAM, 10 September.
Jenever f 17,50; Ainst. proef f 18,75. Moutwijn f 12.
Aangekomen van 711 September ter losplaats HÉLDER 0111 aldaar te lossen,
de volgende schepen, gekomen van:
SL'NDERLAND. Catherine, Dajer, 133 ch. Steenkolen. AVurf bain Comp., te Amst
DRAMMEN. Chisiiane, Fredcrikscn. Hout. Brantjes Comp.,tcPurmere'nd.
HOLLANDSCH IJZEREN SPOORAVEG.
A'an Amsterdam naar Haarlemten 7 ure 30 min., 8 nrc 5 min., 10 ure 40 min.,
I ure 30 min., 4 ure 30 min. en 7 ure 30 min.
A an Haarlem naar Rotterdam: 8 ure, 37 min., 11 ure 11 min., 2 ure 5 min.,
5 ure 5 min. en 8 ure 5 min.
Aan Rotterdam naar Haarlem en Amsterdam: ten 7 ure, 9 ure 30 min..
II ure 50 min., 3 ure 30 min. en 7 ure 45 min.
NEDERLANDSCHE RHI.TN-SPOOEAVEG.
A'an Amsterdam naar Utrecht en Rotterdam: ten 6 nre 40 min., 7 ure 25 min.
10 nre 25 min., 12 ure 30 min., 4 ure 30 min., 6 ure 20 min. en S ure 30 min.
A'an Rotterdam naar Utrecht en Amsterdam: ten 0 ure 55 min., 9 ure 50 min.,
12 ure 25 min., *3 nre 55 min., 5 ure, 50 min. en 8 ure 25 min.
Re trein met een geteckend loopt op Zondag en Christelijke Feestdagen niet.
Voorspoedig bevallen van een welgeschapen Zoon,
M. METSELAAR, geliefde Echtgenoote Aan
IV. VAN DER WOOXING.
Nieuwediep, 5 September 1861.
OPENBARE VEBKOOPISfi bij 's Rijks Averf te
Willemsoord, op Dingsdag den 17 September 1801, des
voormiddags ten 9 ure, van de navolgende voor 's Rijks
dienst afgekeurde artikelen, te weten: