BINNENLAND.
liet Polderbestuur te doen overbrengen. Te gelijk wordt liet noodig
geacht, dat het Polderbestuur aan de gemeente afstaat den polderweg,
gelegen van het Bierhuis naar het aan te leggen stations-plein.
Be heer Beets zegt, dat, als de gronden ten name van de gemeente j
voorkomen, hij er geen noodzakelijkheid in ziet het eigendomsregt j
van het Polderbestuur te erkennen; hij verklaart zich daarom tegen
de voordragt. Met 12 tegen 1 stem, die van den heer Beets, wordt
echter beslist, aan het verzoek gevolg te geven.
De Voorzitter deelt mede, dat bij de verificatie van de kas en de
boeken van den gemeente-ontvanger is gebleken, dat de zich in kas
bevindende gelden bedragen de som van ƒ43.237,53.
Bij de gewone rondvraag werd door den heer Strootman gewezen op
het nut van een herkenningsteeken voor de plaatselijke ambtenaren, tot
wier benoeming in de vergadering van den vorigen dag was besloten.
De heer Reeringh ondersteunt dit gevoelen, vooral voor de ambte
naren aan vaste posten, terwijl hij het voor de ambtenaren, belast
met de surveillance, beter achtte onkenbaar te zijn, om sluikerij op
te sporen en tegen te gaan.
Door de heeren Reeringh en Strootman wordt gevraagd, waarom
de nieuwe verordening op het tonnen van turf nog niet aan de orde
is gesteld, dewijl die reeds een punt van overweging bij de com
missie heeft uitgemaakt. Hierop wordt door den Voorzitter en den
heer Bakker geantwoord, dat de behandeling is uitgesteld, omdat er
nog een enkel punt was, waaromtrent B. en W. meerdere inlich
tingen wenschten te verkrijgen en dat de behandelde onderwerpen
reeds van zoo wijden omvang waren, dat het dagelijksch bestuur de
behandeling van de genoemde verordening meende te moeten doen
wachten. Nadat de heeren Strootman en Reeringh op eene spoedige
behandeling dier aangelegenheid, in het belang der ingezetenen, had
den aangedrongen, werd door den Voorzitter de vergadering gesloten.
HELDER en NIEUWEDIEP, 19 October.
Door eene vriendelijke hand zijn wij in staat gesteld een kort
verslag te geven van de vergadering van den BRANDRAAD
den 16 October jl. alhier gehouden.
De opperbrandmeester, de heer K. J. Krul, opende als president
de vergadering, met eene gepaste aanspraak, waarin hij de leden
welkom heette, zich verheugde over hunne getrouwe opkomst en
groote belangstelling, waarvan hij ruim drie jaren als voorzitter ge
tuige was. De geachte spreker wees voorts op de roeping van den
Brandraad, als van het hoogste nut en belang in de gemeente,
hoezeer sommige ingezetenen dit niet genoeg beseffen, en op de wel
willendheid en eendragt onder de leden, waardoor veel goeds wordt
tot stand gebragt.
Nadat de Secretaris de notulen der vorige bijeenkomst had
gelezen en de vergadering ze had goedgekeurd, namen de werk
zaamheden een aanvang. De bemoeijingen der brandmeesters en
hunne verpligtingen kwamen ter sprake en werden toegelicht.
De president deelde daarna mede, dat het bestaan van het
brandwezen in onze gemeente dagteekent van het jaar 1760. De
ingezetenen van Huisduinen en den Helder bragten toen, bij vrij
willige inteekening, eene som van 1500 bijeen voor de brandspuitNo.1.
Na den afloop der werkzaamheden werd het honderdjarig bestaan
van ons brandwezen feestelijk herdacht. De president stelde toasten
in op de leden van het edel-achtbaar bestuur dezer gemeente, die
door hunne nieuwe verordening het brandwezen uitmuntend hebben
ingerigtop de oprigters en voormalige brandmeestersop het
welzijn van de leden der vergadering, enz. en werd in hartelijke
bewoordingen dank gezegd voor de leiding der vergadering en zijn
onvermoeiden ijver, bij monde van den heer W. de Jong. Zoo
eindigde eene bijeenkomst, welke nog lang in aangename herinnering
zal blijven.
Uit de archieven, afkomstig van het Regthuis te Huisduinen,
ontleenen wij het volgende Lofdigt op de Vrijwillige Inteekenaars
tot de Brandspuit No. 1, aangelegt in den voorleden -Jaren 1760:
Heeft Ons gelust Ons voor, Het vlamment vuur te dekken
En door een Liefdenspligt, Uw deelgenoot gemaakt;
Kan dit ooit eenig roem, Aan Onze daad verstrekken,
Tsog grooter is uw Boem, Vrijwillegers geraakt.
Uw Liefde, ja Uw trouw, Vrij van Baatzuchtigheden,
Biedt zich in tijd van nood, Haar ware hulpe aan.
Hen Hemel hoed 't gevaar, Dog wild ons dankbaarheden,
In Waare Burgerschap, In liefdens dank ontfaan
Wij roemen Uwe Deugd en Zuivere Trouheidsbanden
En zetten uwen roem bij Nageslacht ter Eer-,
Hier is een Burgerij, dan Silte water Stranden
Die Eendrachts liefde kiest, Voor haren Opperheer.
'9 I.ands Schip van Oorlog de Meeremin, geankerd in Texsel, den 20 Januarij 1761.
A. L. HAAK."
Naar wij vernemen zijn door Burgemeester en Wet
houders dezer gemeente, op voordragt van den Brandraad,
bij de brandspuiten benoemd: aan spuit N° 1, in de plaats
van J. Nobbes, aan wien, als zijnde boven de jaren, eer
vol ontslag is verleend, P. Dekker, als kommandeur voor
de brandzeilen, haken en ladders. Aan spuit N° 2, voor
wijlen A. Wallin, als kommandeur voor de brandzeilen,
haken en ladders, J. Ileei-es. Aan spixit N° 3, voor
wijlen J. Laan, als kommandant voor de aanjager of kleine
pomp, K. J. Pronk.
-Naar wij vernemen zal door de rederijkerskamer
Olympia alhier, op. woensdag 30 October a. s., weder eene
buitengewone vergadering gehouden en onder meer andere
nommers van het programma, het drama: Bertram de cipier,
en het blijspel: de Rederijker Minnaar opgevoerd worden.
Wij verheugen ons, dat de leden dezer bloeijende veree-
niging met volharding blijven voortgaan, om door hunne
beoefening der uiterlijke welsprekendheid den kunstlieven-
den leden menigen genotrijken avond te schenken.
Gisteren had bij het uitzeilen van het Eng. koljerschip
Elbe, een droevig ongeluk plaats; een der matrozen geraakte
met zijn been in den tros waarmede het schip werd uitgesleept,
tengevolge waarvan hetzelve als het ware werd afgewrongen,
zoodat hij naar het hospitaal vervoerd zijnde, terstond eene
amputatie heeft moeten ondei-gaan.
Op Donderdag den 31 dezer, zal, door de commissie
voor de staatsspoorwegen te 's Gravenliage, worden aanbe
steed het maken der kunstwerken voor den spoorweg, bin
nen de stelling van den Helder
Op Donderdag 28 November a. s. zal door de com
missie voor de staats-spoorwegen te 's Gravenliage worden
aanbesteed: het leveren van 241,700 stuks houten dwars-
leggers, in 32 perceelen, te weten:
a. Te Harlingen: 3 perceelen, elk van 10,000 stuks en
1 perceel van 10,500 stuks; te zamen 40,500 stuks.
b. Te Maastricht: 4 perceelen, elk van 10,000 stuks, 4
perceelen, elk van 5000 stuks en 1 perceel van 4200 stuks;
te zamen 64,200 stuks.
c. Te Rotterdam of Dordrecht: 5 perceelen, elk van 10,000
stuks, 1 perceel van 7000 stuks en 5 perceelen, elk van
5000 stukste zamen 82,000 stuks.
d. Te Nieuwediep: 3 perceelen, elk van 10,000 stuks en
5 perceelen, elk van 5000 stuks; te zamen 55,000 stuks.
De levei'ing moet geschieden in vijf gelijke deelen,
waarvan het laatste op 1 November 1862.
Op heden heeft in het lokaal Tivoli alhier van wege
het Ministerie van Oorlog de openbare aanbesteding plaats
gehad van het maken van een bomvrij gebouw in liet fort
Erfprins. De minste inschrijver was de heer J. B. Jan
zen, voor de som van ƒ113,400.
Den 15den dezer is Zr. Ms. drijvende batterij Nep-
tunus, komm. kapt. ter zee de Gelder, buiten dienst en de
état-major in activiteit gesteld.
Door de Britsche regering is een verrekijker toege
kend aan den heer Frederik Vroom, stuurman van het te
Amsterdam te huis behoorende Nederlandsche vaartuig So-
phia Elisabeth, wegens het vei'dienstelijk gedrag, dat jegens
de bemanning van het Britsche barkschip Jeanne\ Johnston
door dien stuurman is aan den dag gelegd.
Bovendien heeft hij van de Noord-Amerikaansche rege
ring ontvangen de groote gouden- en van de Noord- en
Zuidhollandsche Reddingmaatschappij de zilveren medaille,
ter belooning zijner menschlievende pogingen. Wij ver
heugen ons om deze eervolle onderscheiding aan onzen
plaatsgenoot ten deel gevallen.
Het Ned. schip Garonne, kapt. Bakker, van Rotter
dam te Northshiels aangekomen, is in beslag genomen en
de kapitein tot eene boete van 24,14/9 veroordeeld,
wegens het aan boord bevinden van eene partij sigai-en en rum.
In de zitting der Tweede Kamer van jl. Dingsdag
is, op voorstel van den heer Betz, besloten, het wets
ontwerp, betrekkelijk den Raad van State, den 25 dezer
in behandeling te nemen. De vergadering is tot dien
tijd uiteengegaan.
Men schrijft uit Alkmaar, dat aldaar den 15 dezer
de inwijding van de St. Laurentius-kerk heeft plaats gehad.
Bijgewoond door vele geestelijken en door burgemeester,
wethouders en den raad der gemeente, werd het kerkge
bouw door Z. hoog-eerw. den bisschop van Haarlem, met
eene plegtige rede ingewijd, waarbij der regering voor
hai'e ondersteuning in het volbragte werk werd dank gezegd.
Te Oostburg heeft eene vrouw 24 lucifer-doozeix in
de regenbak van hare buurvrouw geworpen, met welke
zij meende, dat hare man in te naauwe gemeenschap leefde.
-- Men schrijft uit Varsseveld, (classis Zutphen) 13 Oct.
De Weleerw. heer C. Vrendenberg, predikant aan den
Burg op Texel bevestigde heden zijn zoon met eene rede
over 1 Thess. 5 vs. 13a. Schoon en krachtig sprak hij tot
de gemeente; eene aanzienlijke schaar vulde het groote
kerkgebouw. Treffend was het, toen hij onder den preek
stoel zijn zoon toesprak, en hem de zorg voor de gods
dienstige belangen der zijnen aanbeval; men kon bespeuren,
dat hij op allen een diepen indruk maakte. Bij de na
middag-predikatie waren alle zitplaatsen bezet, en dat ook
de zoon aller aandacht wist te boeijen, was duidelijk zigt-
baar, terwijl hij sprak over de gemeenschap met Christus den
Heer. 18 predikanten uit naburige plaatsen woonden de
plegtigheid bij, en rnogten huiswaarts keeren met de op
nieuw bevestigde overtuiging, dat de liefde en de gemeen
schap met Christus, de schoonste zaak is, die men bedenken
en beoefenen kan. Geve God, dat dit algemeen worde
ingezien, en Zijn Rijk op aarde kome!
Uit Paramaribo wordt gemeld, dat het stoomschip
Djambi, aldaar den 3den September jl. ten anker gekomen,
de equipage van de Adder heeft overgenomen.