BUITENLAND. GEMENGDE BE1UGTEN. REYNOLDS. SCHERP ANTWOORD. oudste dochter huwde Mozes H. Smit, welk echtpaar met zijne afstammelingen nu in Frontstreet te Ckicago met der woon zijn gevestigd. De oude heer telt 71 en zijne vrouw 68 jaar. Zij vormen het tweede geslacht en zijn overgroot ouders. Hun zoon, Jakob M. Smit, oud 48 jaar en zijne vrouw, Sophia, oud 41 jaar, maken het derde geslacht uit en zijn grootouders. Mozes J. Smit, hun zoon, 24 jaar en zijne vrouw, Cornelia, 20 jaar, vormen het vierde geslacht en zijn de ouders van Jakob M. Smit, den 19 Sept. 11. ge boren, dus het vijfde geslacht dezer merkwaardige familie uitmakende. Opmerkenswaardig is het, dat de bovengenoemde stamhouders allen eerstgeborenen zijn. Van de zijde der moeder van laatstgemelden jonggeboren Jakob, zijn mede non; 4 geslachten in teven. De overgrootouders wonen in O O o Warrenstreet te Boston, en de grootouders, de heer Aarons en echtgenoot, in Exchangestreet, te Buffalo. De leden van dezen tak der familie werden allen te Amsterdam geboren. Naar aanleiding van liet bovenstaande, stelden wij een onderzoek in, dat met het beste gevolg werd bekroond. Sophia Hamburg, waarvan hierboven sprake is, woont in de Plantage (Iverklaan) te Amsterdam en is in haar 92ste jaar. Wij vonden haar uit liefhebberij aan de waschtobbe bezig, met evenveel vlug- en handigheid, als ware zij eene jeugdige waschvrouw; zij bevestigde al het medegedeelde. De oude vrouw heeft nog het volle genot van al hare O O zintuigen en ziet nog zoo scherp zonder bril, dat zij des avonds het donkerste breiwerk verrigt. Zij is steeds vrolijk en opgeruimd en zoo vlug ter been, dat zij trappen op en afloopt gelijk een jong mensch; dezer dagen begaf zij zich te voet naar den Amsterdamschen schouwburg op het Leidscheplein en wel zoo vlug, dat haar jeugdiger gezel schap haar te naauwernood kon bijhouden. Bij de vermelding van de staatkundige gebeurtenissen van het buitenland is een dubbel drietal woorden genoeg zaam om de belangrijkste qusestien van den dag als in eens te overzien; Italië en FrankrijkHongarije en Oos tenrijk Polen en Rusland. Ieder, die gewoon is met opmerkzamen blik het immer woelig wereldtooneel gade te slaan, zal zich bij het noemen dier namen herinneren hoe daardoor drie onopgeloste vraagstukken worden aan geduid; hoe daardoor gewezen wordt op drie nationalitei ten, die in meerdere of mindere mate in het streven naar volkomene onafhankelijkheid worden belemmerd. Italië verwacht van Frankrijk de voltooijing van het aangevan gen werk der bevrijding van vreemde overhecrsching. Hongarije ziet in de Oostenrijksche regering slechts het tegenstreven van hunne wenschen naar een eigen, vrij en onafhankelijk volksbestaan. Polen, waar de bodem sints lang staatkundig ondermijnd, de harten met ouden wrok jegens de gehate Russische overheersching vervuld en de grenzen en steden sedert eenigen tijd door een aanzienlijke krijgsmagt zijn bewaakt; het toont niet minder het beeld van een vuurberg, die door een dof gedruisch de voor boden zendt eener nadere uitbarsting. De toekomst, die O zich met ieder oogenblik hoe langs hoe ontraadselt, zal O O 1 het antwoord geven op zoovele vragen er nu omtrent die aangelegenheden worden gedaan. Zullen Venetië en Rome weldra aan Italië worden hergeven Zullen Hongarije en Polen eerlang zich in een onafhankelijk volksbestaan mogen verheugen? De beantwoording van dergelijke vragen, ze lift nof verre buiten den kring van het vorschend oog; o o o oy maar waar het verledene wijst op zoovele voorbeelden van natiën, die door volharding hunne vrijheid hebben verkre gen, daar is de geschiedenis der toekomst, onder hooger bestuur, zeker het meest afhankelijk van het handelen naar de leuze onzer roemzuchtige voorzaten: Eendragt maakt magt. Een zonderling geval van vergiftiging wordt uit Versailles gemeld. Een sergeant-majoor der Zouaven ging met zijne onderhoorige manschappen door een veld naar het exercitieplein. Onderweg liep hij voor zijne man schappen uit en hield zich bezig hier en daar met zijn sabel grashalmen en kamperfoeliën af te kappen. Op het terrein der oefeningen aangekomen, wordt onder anderen ook eene charge bevolen. De sergeant-majoor struikelt over een steen, hij valt en wordt door zijn sabel, die nog vochtig was van de kamperfoeliën, doorboord Zoo spoedig mogelijk werd zijne wonde door den officier van gezondheid onderzocht en verbonden. Deze verklaarde dat er volstrekt geen gevaar aanwezig was. Maar, helaas! die voorspelling bleek ongegrond te zijn, want, na een lijden van 24 uren, bezweek de brave onderofficier, die door de kogels der Russen en Oostenrijkers in de Krim en in Italië was gespaard gebleven. Bij de lijkschouwing bleek het allerduidelijkst, dat het vergif dat aan den sabel kleefde hem den dood berokkend had. Als een bewijs van de noodzakelijkheid, die er voor de ouders bestaat om een wakend oog op hunne kinderen te houden, vooral wanneer zij de kinderschoenen beginnen te ontwassen, kan het volgende dienen. Voor de correc tionele regtbank der Scine is dezer dagen een jongeling, van 20 jaren veroordeeld tot 500 francs boete, en eene gevangenisstraf, wegens kwetsing der zedelijkheid in een dichtstuk, ten opschrift dragendele Roman d'une nuit. Daar de veroordeelde minderjarig is, kan hij wel van de eenzame opsluiting profiteren; maar de boete en kosten komen voor rekening van zijn vader. Den beroemden engelschen bouwmeester, JosephPaxton, is, door de fransche regering, het ontwerpen van een glazen paleis opgedragen, dat voor de wereldtentoonstelling in 1865 dienen moet, welke alles overtreffen zal wat van dien aard is gezien. Een koepeldak van 500 voeten hoog en van zoo danige uitgestrektheid, dat het de beide te Kensington op- gerigte gebouwen kan overspannen, moet dit gebouw over dekken. In de afgeloopene week hebben te Londen 1087 sterfgevallen en 1822 geboorten plaats gehad. Te Glasgow ligt thans een Amerikaansch schip, de Young America, hebbende 1792 tonrxenlast of ruim 400 tonnen meer dan het grootste, dat daar ooit is gezien. In het boscli van Ilazoit zijn stukken aardewerk, zwaar den, urnen, ijzeren en bronzen voorwerpen gevonden, af komstig uit den tijd van de heerschappij der Romeinen en Franken. Op eene vraag van keizer Napoleon aan een hoofdofficier uit het cevolg van den koning van n O O O PruissÉn, of hij wel meer in Frankrijk was geweest, kreeg Z. M. ten antwoord: »Ja, sire! in 1815. Te Ant werpen zijn drie drinkebroers des nachts op straat in slaap gevallen. Des morgens zagen zij vreemd opzij waren door de goede zorgen van eenige nachtwandelaars behoor lijk ontkleed. De vrouw van een landbouwer te Bergen in Henegouwen, sedert drie jaren getrouwd, is voor de derde maal van tweelingen in het kraambed gekomen. Het eerste jaar had zij twee meisjes, het tweede twee jongens en nu nogmaals twee jongens. Al de kinderen zijn welvarend. -De bey van Tunis heeft eene nieuwe constitutie afgekondigd, waarbij alle onderdanen, van welke godsdienst ook, gelijk voor de wet gesteld worden. Dat zelfs de beste en heiligste zaken kunnen worden mis bruikt, dit bleek dezer dagen in Posen, waar een geschrift werd in beslag genomen, dat eene omschrijving van het Onze Vader bevatte, met onderscheidene schimpscheuten tegen de Pruissische regering. De ex-monarch van O o O Napels had ook een gezant naar de krooningsplegtiglieid te Koningsbergen gezonden. Aan de tafel der ambassa deurs kwam er echter een plaats voor dien man te kort, tengevolge waarvan hij tusschen de hofdames werd geplaatst. Men verzekert, dat koning Frans daarover lang niet ge sticht is, hoewel de gezant met die plaatsing zeer wel in zijn schik was. -Te Zwolle heeft men bij het opsporen van de personen, die een diefstal hadden gepleegd, een navolgenswaardig voorbeeld gegeven. Men riep de hulp in van een kaartlegster, die, tegen betaling van een halven gulden, gaarne hare kunst aanwendde om den dader op te sporen. Haar dubbelzinnige uitspraak, dat men door zijne eigene honden werd gebeten, heeft aanleiding gegeven, O O O O O dat men den broeder van den man des huizes voor den dief houdt, hoezeer dit een braaf en oppassend mensch is. Men vraagt zich thans af, of de verlichting dezer eeuw tot niets meer in staat is, dan om onze straten bij avond te verlichten Kort voor zijn overlijden, werd dc in Engeland algemeen betreurde Reynolds door eene vrouw om eene gift voor een armen wees aan gesproken. Hij gaf' bet kind, naar zijne gewoonte, rijkelijk. „Wan neer dit kind onder geworden is, mijn goede heer!" sprak de dankbare vrouw, „zal ik het leeren, uw naam te stamelen en zijn liefderijken weldoener te danken." „„Niet alzoo vrouwtje!"" her nam de mensehenvriend: „niet de wolken danke men voor den regen, die het aardrijk verkwikt. Leer het kind zijne blikken hooger rigten, en Hem danken, die beide, wolken en regen, geeft!" Een edelman pochte in een gezelschap op eene aanstootelijke en walgelijke manier op zijn adel en zijne voorouders en eindigde in zijn euvelen overmoed, met te zeggen„waar een edelman wel bij te vergelijken ware, die sints konderde jaren afstamde van de edelste voorouders, die de grootste daden ten nutte van den Staat verrigt hadden?Bij wortelen," antwoordde hem een eenvoudig man uit het gezelschap, „wier beste gedeelte mede onder den grond Vt."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1861 | | pagina 2