BUITENLAND.
GEMENGDE BERIGTEN.
omtrent de. te nemen maatregelen in deze zaak. Deze
commissie bestaat uit de lieeren baron Scliimmelpenninck
van der Oye, Delprat, Jlir. Gevers Deynoot en Mr. J.
D. J unins van Hemert.
Gedurende de jongste dagen was de staatkundige hemel
niet weinig bewolkt door het dreigend uitzigt op een uit-
brekenden krijg tusschen Engeland en Noord-Amerika. Nog
is die hemel niet helder; in sommige bladen van New-York
wordt eene vrij dreigende houding tegenover Engeland aan
genomen en de gedachte uitgedrukt, dat Engeland met
woord en daad de onafhankelijkheid van de Zuidelijke
Staten voorstaat en bevordert. Daarentegen verneemt men
van daar ook meer geruststellende berigten, die doen zien,
dat men meer en meer tot bezinning komt. Wel is waar
schijnt er eene partij te zijn, die zich bereid toont aan
Engeland den handschoen toe te werpen, maar daarentegen
openbaart zich een ander deel der natie meer gezind om
met het gezond verstand en de rede te rade te gaan.
Die meer gematigde verschijnselen, doen de hoop verleven
digen op het behoud van een gewenscliten vrede, te meer
omdat de volksgeest in Engeland, eene vredebreuk minder
wenschelijk keurende, den wensch openbaart om de hulp
eener bevriende mogendheid in te roepen tot eene minne
lijke schikking. Hoe Frankrijk zich gedragen zal, te mid
den der bestaande verwikkelingen, is nog eene ernstige
vraag. Een der bladen van dat land geeft der regering
den wijzen raad neutraal te blijven, met het oog op de
bekende sympathie voor de Zindelijke Staten en de bestaande
alliantie met Engeland.
W at de jongste geschiedenis der overige staten betreft,
daaromtrent valt te vermelden, dat Noomvegen met eene
ministeriële crisis bedreigd wordt, tengevolge van de her
ziening der acte van unie met Ziveden, van den jarel814.
De koning is naar Christiania gereisd, om door zijne tus-
schenkomst de hangende geschillen zoo mogelijk te doen
bijleggen.
In Italië duren de rooverijen in het Zuiden steeds voort
en worden nog steeds zamenzweringen ontdekt, gesmeed
in het belang der verdreven dynastie.
Sedert eenige dagen had men in de omstreken van
Wommelghem een persoon opgemerkt; op zekeren dag vond
men zijn lijk in een boschje liggen. De justitie heeft zich
ter plaatse begeven, maar er is niets ontdekt, zoodat men
veronderstelt dat de man naar alle waarschijnlijkheid een
natuurlijke dood gestorven is; in zijne zakken vond men
twee pistolen. Men heeft zijne kleederen naar de griffie
gebragt. Deze persoon was nog jong, zeer wel gekleed en
is tot nu toe onbekend.
Te Parijs zal eerstdaags een proces worden behandeld,
waartoe het volgende heeft aanleiding gegeven. De heer
Charles Dumay heeft onlangs twee brochures uitgegeven:
getiteld: vl bas. les Calicots! en M. Jules Baisef de plu-
me-patte, ou les étapes d'une gloire calicotière. De schrijver
toont daarin aan, dat het slecht, onzedelijk, onmaatschappe
lijk is, dat sommige betrekkingen, die door de natuur
voor de vrouwen zijn bestemd, door mannen worden uit
geoefend en dat men sterke jongelieden, in plaats van met
de spade in de hand, terwijl er armen ontbreken voor den
landbouw, als winkelbedienden met de el in de hand ziet,
om katoentjes te meten. Hij noemt die winkelbedienden
calicotiers. Eenige winkelbedienden en handelsreizigers heb
ben brochures daartegen geschreven; op die brochures zijn
beleedigende brieven, uitdagingen en eindelijk het proces
gevolgd. Twee-en-twintig winkelbedienden van de grootste
manufactuurwinkels hebben den heer Dumay gedagvaard
en eischen de schorsing van den verkoop der twee bro
chures (waarvan binnen korten tijd eenige duizenden exem
plaren zijn verkocht), en de opneming van het vonnis
wegens laster in drie dagbladen.
Dezer dagen heeft een jongeling van 17 jaren, die
op eene figurante van een der kleine theaters te Parijs
verliefd was, zich, uit wanhoop dat zijn vader zich daar
tegen verzette, op eene zonderlinge wijze van het leven
beroofd/ namelijk, door een kousenband zijner geliefde in
te slikken, aan de gevolgen waarvan hij gestikt is.
Het blad le Toiret geeft de volgende bijzonderheden
over eenen dubbelen moord, gepleegd in eene der voorste
den van Orleans:
Lemelle ten 6 ure naar zijne ouders, tuiniers in de
Guinegaudstraat, terugkeerende, zag een ontzettend schouw
spel. Zijn vader lag op zijn buik op den grond, een stoel
was omgeworpen op het lijk, dat in eenen grooten bloed
plas lag. Op het hoofd waren twee groote wonden, die
een spoedigen dood moesten veroorzaakt hebben. Eenige
schreden verder lag het lijk zijner moeder, met het hoofd
onder hvt ligchaam. Zij is met eenen slag getroffen, want
men heeft maar éene wonde op haar hoofd gezien. De
ongelukkige hield nog steeds het mes in de hand, waar
mede zij groente had gesneden. Deze omstandigheid alleen
zou voldoende zijn om het uur aan te duiden, waarop de
dubbele moord is gepleegd. Het werktuig, waarmede do
echtelingen Lemelle getroffen zijn, was zoo scherp, dat het
haar der vrouw als met een scheermes afgesneden was.
Men heeft op de lijken der twee slagtofters haar van hunnen
hond gevonden, hetgeen doet denken, dat het dier bij de
verdediging zijns meesters gevallen is. In den gang vond
men een stuk oor van den hond, hij zelf lag dood in zijn
nest. Na de volvoering van den moord hebben de moordenaars
getracht het huis in brand te steken; het bed en de klee
deren van Lemelle dragen sporen daarvan. De aard en
vorm der wonden schijnen aan te duiden, dat dezelve met
een scherp snoeimes en door een sterke hand zijn toegebragt.
Men vermoedt, dat er slechts 3 a 400 fr. gestolen is. Alle
meubelen waren doorwoeld, laden opengebroken, linnen en
andere goederen over den grond verspreid en met bloed
bevlekt.
Gedurende de verloopene week hebben te Londen
1300 sterfgevallen en 1656 geboorten plaats gehad.
Dezer dagen had lord C. te Londen, met eenige zij
ner vrienden eene weddingschap aangegaan, dat zijn paard
over eene tafel van 24 couverts zou springen zonder iets
te verplaatsen of te breken. Doch geen jockey durfde
den zoo dollen en lialsbrekenden sprong wagen. Maar lord
C. evenmin zijne weddingschap willende verliezen als de
kunstvaardigheid van zijn paard laten in twijfel trekken,
besloot nu het dier zelf te beklimmen, ondanks de drin
gende bede zijner gemalin, eene dame van een vastbera
den edel karakter, om van het halsbrekende waagstuk' af
te zien. Hij verklaarde dat de roem van zijn paard zwaar
der bij hem woog dan de smeekingen zijner gade. Deze
kwam echter den volgenden morgen met een pistool in de
hand en zeide: Mijnheer! de moeder uwer kinderen heeft
het paard van haren gemaal door den kop geschoten."
En werkelijk was het paard door mylady gedood en de
weddingskhap daardoor onmogelijk geworden.
De Fransche stoomkorvet Prony, welke naar Charleston
was gezonden, is den 6 Nov. op de zandbanken van Ocracoke
op ongeveer 12 mijlen afstand van Kaap Iiatteras vergaan.
De staf en de equipage zijn gered. Deze ramp had plaats
te midden van eenen verschrikkelijken storm, die op de
geheele kust gewoed heeft, en waarin het fregat North-Briton,
een transportschip der Noordelijke vloot, verongelukte, en
zes oorlogsvaartuigen dier vloot geheel ontmast werden.
De koning van Dahomey, op Afrika's westkust, heeft voor
het vieren van het jongste volksfeest 1500 menschenlevens
vernietigd. De policie te Brussel heeft een oud-veroor
deelde op nieuw in verzekerde bewaring genomen, die zich
verstoutte om in de koffijhuizen de billard-ballen als zijn
eigendom te beschouwen, om ze daarna op de beste manier
te verkoopen. Te Gent is een drinkebroer, des avonds
uit de herberg naar huis gaande, in een der stadsgrachten
O O 7 O
gevallen en verdronken. Te Londen verscheen dezer
dagen voor het hof van insolventie eene vrouw, die haar
brood had zoeken te verdienen met het portretteren van
dames. Twee werklieden van een fabriek te Rouaan
zijn met tweelingzusters gehuwd. Deze twee vrouwen heb
ben dezer dagen in een tusschentijd van vijf uren elk twee
lingen ter wereld gebragt. In de gemeente Déville is
een bejaard man door een kat gebeten en ofschoon hij ter
stond die beet aan zijne hand had uitgebrand, openbaarde
zich na eenige weken bij hem eene gesteldheid van
razernij, die door geneesheeren wel voor een gevolg van
den beet gehouden, maar voor ongeneeslijk verklaard werd.
Onder de grootste pijnen overleed hij. Het Oostenrijk-
sche oefen ings-escader in de Adriatische Zee telt 34 stoom-
en 16 zeilschepen, staande onder bevel van aartshertog
Maximiliaan, als opper-admiraal der keizerlijke marine.
Op de engelsche spoorbanen worden de waggons vrij alge
meen van verwarmingstoestellen voorzien. Te Verviers
is door de policie een bende van 11 Boheemsche landloo-
pers aangehouden en over de grenzen gebragt. Een
landbouwer te Dickelvenne heeft aan het gerucht, dat door
zijne hoenders werd gemaakt, het bezit van zijn goed en
zijn leven te danken. Drie booswichten, belust op zijne
bezittingen, kwamen des nachts eene zeer onverwachte en
heimelijke visite bij hem maken. Naauwelijks zijn zij op
een korten afstand der hoeve genaderd, of de hoenders, op
hun gedruisch ontwaakt, maakten zooveel gerucht, dat de
landbouwer uitzijn bed sprong. Hijscliooteenpistoolafdoorzijn
venster, waardoor de dieven, niet voorbereid op zulk een