BUITENLAND.
T Door de aannemers der dokwerken alhier zijn in 1860 de vol
gende dagloonen gebezigd, als:
1096
van
onderbazeu.
26S14
ii
aardewerkers; stortbazen, baggerlieden, bazalt-
werkers en rijstwerkers.
15526
ii
sjouwerlieden.
474
ii
machinisten.
2599
ii
stokers.
4108
n
jongens.
468
ii
kolentremmers.
1706
ii
smeden.
4656
ii
timmerlieden.
3015
ii
metselaars.
73-24
ii
opperlieden, kalkkruijers, steenkruijers en beton
werkers.
4156
n
steenhouwers.
102
n
schilders.
276
II
heibazen.
10581
II
heijers.
te zamen 83901 dagloonen.
Elk door elkander op ƒ1,40 rekenende, zoo is aan dagloonen
betaald ruim 115000. Neemt men aan dat twee derde hiervan
in de zakken is gevloeid van bakkers, slagers, slijters, kleermakers,
schoenmakers, herbergiers, enz., dan hebben die werken in 1860
ruim 77000 klinkende munt in deze gemeente in omloop gebragt.
Het grootste getal arbeiders was werkzaam in de week van
1723 Eebr. en bedroeg 571 man per dag.
Gisteren morgen werd in jle Steigersteeg aan den
Kanaalweg alhier, bij bet herstellen van eene verzakking
van den vloer eener woning, het lijkje gevonden van een
kind, in verren staat van ontbinding. Door Dr. Kros
is de lijkschouwing geschied, in tegenwoordigheid van den
heer burgemeester en twee agenten van policie. Men ver
moedt, dat het voor ongeveer anderhalf jaar aldaar zal
begraven zijn. De justitie doet onderzoek.
Belangrijk waren de zittingen van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, gedurende de beide laatste dagen der
vorige week gehouden. Bijna uitsluitend waren de dis-
cussiën gewijd aan de bespreking der koloniale aangele
genheden. Door eene langdurige en zeer gewigtige rede
van den heer Schimmelpenninck van der Öve geopend,
kenmerkten zich die discussiën door grondige beschouwingen
op koloniaal terrein. Aanvankelijk werd in de residentie
het gerucht verspreid, dat de meerderheid der Eerste
Kamer dit hoofdstuk der begrooting zoude afstemmen.
Vandaar dat de tribunes, gedurende de beide dagen en
vooral des Zaturdags, toen cle stemming plaats had, zeer
talrijk waren bezet. Do rondborstige verklaringen des
ministers deden hem echter zegevieren en, met 25 tegen
5 stemmen werd dit hoofdstuk aangenomen. Zonder be
raadslaging werd daarop het Xllde hoofdstuk (onvoorziene
uitgaven) met algemeene stemmen goedgekeurd. Eindelijk
was aan de orde de voorloopige vaststelling der begrooting
voor Binnenlandsche Zaken. De heeren Andringa de
Kempenaer en van Nispen van Pannerden voerden bij die
gelegenheid het woord; de eerste vroeg inlichtingen om
rent de Delftsche academie; de iaatste over den toestand
der rivieren. Hierop werd door den minister van Binnenl.
Zaken geantwoord en de begrooting met algemeene stem
men aangenomen.
In de op den 7 dezer gehouden buitengewone bij
eenkomst van de Provinciale Staten van Noordholland, ter
benoeming van een lid, in plaats van den afgetreden heer
J. H. Cordes, is de' heer Mr F. T. Westerwoudt, met
meerderheid van stemmen, benoemd. Genoemde heer heeft
zich bereid verklaard, die betrekking te aanvaarden.
Het heeft Z. M. behaagd te benoemen tot komman-
deur der orde van den Nederlandsclren Leeuw, Z. E. Mr.
Loudon, minister voor de zaken der Koloniën.
Zr. Ms. schroefkorvet Prinses Amelia, kommandant
de kapt. luit. ter zee Kroeff, is buiten dienst en het état-
major op non-activiteit gesteld.
- Van twee landslieden uit de Wieringerwaard, zijn
in de vorige maand 47 eendvogels uit de nabijheid hun
ner woningen ontvreemd.
Te Purmerend is den 3den dezer overleden de heer
H. Carbasius, postdirecteur aldaar cn lid der Provinciale
Staten van Noordholland. De overledene was algemeen
geacht en bemind, zijn dood wordt daarom ook zeer be
treurd.
Men schrijft uit de gemeente Beverwijk, dat de spaar
bank en het begrafenisfonds, door het departement der
maatscliappij tot Nut van 1 Algemeen aldaar opgerigt, meer
dc belangstelling opwekken van de ingezetenen en in bloei
toenemen. Het aantal leden neemt toe, waardoor dc voor
deden ook aanmerkelijk vermeerderen.
Op voortreffelijke wijze toont het departement door die
heilzame inrigtingen, tot nut van het algemeen werkzaam
te zijn. Het beoogde doel worde in ruime mate bereikt
Zr. Ms. schroefstoomschip Montrado, liggende aan
s Rijks werf te Hellevoetsluis, zal worden in gereedheid
gebragt, om tegen April weder in dienst te worden gesteld.
Uit Delft wordt aan de Roti. Cour. het volgende
medegedeeld
Er loopt hier oen gerucht, dat natuurlijk met groot
genoegen door de ingezetenen en alle belangstellenden
wordt vernomen, en niet het minst door de studenten (die
zich meerendeels reeds beklagen over hot verlies van den
tijd, welken velen zoo hoog noodig hebben om zich te be
kwamen), dat de Koninkl. Academie den 21 dezer weder
zal worden geopend. Er moet zelfs sprake zijn geweest
van eene vroegere opening, maar daartegen zou de Vor
stelijke Beschermheer zich hebben verzet.
Men voegt er bij, dat die weder-opening zou geschie
den met intrekkino- of althans buiten werking stellen van
O O
het nieuwe reglement voor het thans ingetreden jaar, zoo
dat alles op den ouden voet zou blijven, terwijl dan voor
het jaar 1863, of wel voor den aanvang van een nieuw
studiejaar, een ander reglement zou vastgesteld of dc reor
ganisatie langs wettelijken weg geregeld worden.
Trouwens is er met zekerheid nog "niets bekend en zal
men het rapport der commissie van enquête moeten af
wachten, welk verslag thans aan Z. K. H. prins Hendrik
der Nederlanden is voorgelegd.
Den 5'dezer is te Dordrecht een melkboer, bij het
overvaren der rivier, uit zijn schuitje over boord geslagen
en jammerlijk verdronken, terwijl hij met eene roeiriem
het ijs trachtte te verwijderen. De ongelukkige laat eene
weduwe met kinderen na.
Te Bergen-op-Zoom is den 4 dezer gevankelijk dooi
de koninklijke marechausées binnengebragt, cm den 5den
naar Breda te worden vervoerd, een te Putte wonende
persoon, Franciscus van Hooydonk genaamd, beschuldigd
in dronkenschap zijn 76jarigen vader, met wien hij zamen-
woonde, doodelijk aan het hoofd en ligchaam te hebben
gewond.
Door den burgemeester der gemeente Poortvliet (Zee
land) de heer van Stepele, is dezer dagen een arend ge
schoten, die eene vlugt had van 1| Ned. el. In den om
streek waren bovendien nog twee dezer dieren gezien.
De gemeente Apeldoorn, in de provincie Gelderland,
maakt eene uitzondering bij vele andere gemeenten, wat
den toestand harer finantiën betreft. Overal wordt bezui
niging aanbevolen, omdat de aanzienlijke tekorten vaak
door leeningen worden gedekt, daar heeft men integendeel
een vrij aanzienlijk batig slot der rekening van het vorig
dienstjaar in obligatiën kunnen beleggen. Welligt kan
men er later ook nog belastingen afschaffen; maar dan zou
de toeloop van vreemdelingen al te groot worden.
Dezer dagen heeft te Zutphen een treurig ongeval
plaats gehad. Bij afwezigheid van toezigt vatteden de
kleederen van een jongentje vuur aan een met krullen en
spaanders gestookten kagchel, met het ongelukkig gevolg,
dat het den volgenden dag is overleden. Ook de moeder
bezweek kort daarna ten gevolge van den schrik.
o O
Den 6 dezer is de hoeve van den landbouwer v. N.
even buiten Zevenaar gelegen, eene prooi der vlammen ge
worden. De inboedel enz., met uitzondering van eenige
varkens, die men niet uit de vlammen heeft kunnen voeren,
is behouden gebleven.
Een regerings-telegram, gedagteekend Buitenzorg 30
November, luidt: «Niets bijzonders."
Nog altijd bestaat er hoop en vrees ten aanzien van de
Amerikaanschc crisis. Hoop op den vrede die voor beide
partijen niet dan voordeelig kan zijn en weldadig tevens
voor den handel, de scheepvaart en de nijverheid van alle
natiënvreeze voor het uitbreken van een geweldigen krijg,
die de schromelijkste gevolgen ligtelijk na zich slepen kan.
Te midden van de tegenstrijdigste berigten verscheen dezer
dagen de nieuwjaarsrede van keizer Napoleon, waarin door
veien, niettegenstaande den onbednidenden inhoud van dat
stuk eene vredelievende strekking wordt opgemerkt. De
keizer drukte den wenscli uit, dat het nieuwe jaar gunsti
ger moge zijn voor de volken dan zijn voorganger geweest
is. Een sclioone wensch voorzeker; wie zou daar niet in
deelenwie zou ze niet hoogschatten in een man, die zoo
veel invloed kan uitoefenen over het lot der natiën. Maar,
gewoon als men is, in 's keizers woorden dikwijls meer
eene verberging dan eene uitdrukking zijner gedachten te
ontwaren, ziet men boven Polen, Hongarije en Italië nog
wat anders dan een onbewolkten staatkundigen hemel. Wij
kunnen het slechts aan den tijd overlaten, ons te doen zien,
de beteekenis van de woorden des vorstelijken redenaars
en de gevolgen, die daaruit voor de volken voortvloeijen.