GEMENGDE BERIGTEN. EEN ZINNELOOSHLIS IN CALIFORNIE. ZONDERLING PRIVILEGIE. EEN GEZANTSCHAP DOOR I)E REPUBLIEK VAN YENETIE AFGEVAARDIGD NAAR HET HOF VAN HENDRIK VIII VAN ENGELAND. Toen liet bekend werd, dat. de bedoelde persoon met liet bedrijven dier misdaad beschuldigd werd, riep de geeste lijke van liet dorp uit: Welk eene lasterlijke aantijging wordt op dien godvruchtigen, braven man geworpen! Ilij kan die daad niet hebben bedreven!" Toen de beschul digde echter tot bekentenis was gekomen, zeide de geeste lijke: «Sauer heeft het niet gedaan; hij is vrij van alle schuld, want de duivel heeft de misdaad begaan, die tot dat einde in hem gevaren is." De Courrier des Etats Unis meldt, dat een heer van middelbaren leeftijd, die sedert 25 jaren het tabak rooken heeft opgegeven, sedert dien tijd elk jaar de som, die hij vóór dezen aan sigaren plagt te besteden, in eene bank heeft gelegd, en thans op die wijze in 'het. bezit is ge komen, van 2959 35,400 Neder 1.). Volgens berigten uit Rio Janeiro van 25 Febr., rigt- ten de gele koorts en de cholera in de noordelijke provin ciën van Brazilië groote verwoestingen aan, terwijl een ander niet minder gewigtige geesel bestond in de schrikbarende toename der misdaden, tegen personen en eigendommen. Een brief uit Saigon aan den Moniteur de la Flotte hangt eene schilderij op van de vervolging der Annamiti- sche Christenen. Er deed zich een schrikkelijk schouwspel voor ons op, toen wij de Christen-gevangenis van Baria binnentraden. Er lagen daar 500 verkoolde lijken. Boven dien was in de omstreken van het gebouw nog een groot aantal dezer ongelukkigen vermoord. lederen dag deden wij pogingen om de gevlugte Christenen te verzamelen. Den 11 Jan. namen wij 50 half verbrande vrouwen en kinderen op. Den volgenden dag kwam een lange stoet vrouwen aan, die met moeite hare kinderen medesleepten. De meesten droegen hare half verbrande kinderen in eene mand op den schouder. Eene vrouw, met een Christus beeld, ging dezen stoet voorop. Sedert twee dagen zijn meer dan 200 Christenen in de vlammen omgekomen. De keizer van Annam heeft bevolen, alle de valsche gods dienst" belijdende onderdanen te dooden. Dit bevel is zeer gemakkelijk uit te voeren, daar al deze ongelukkigen reeds als kind, op bevel der mandarijnen, in de nabijheid van het regter oor geteekend worden." Eenige jonge lieclen te Athene vermaakten zicli dezer dagen met naar den schijf te schieten. Een hunner te digt nabij den schijf komende werd, helaas! doodelijk aan het hoofd getroffen. Zijne familie betreurt in hem een oppassend jong mensch. In Zicitserland heeft de overheid verordend: dat herbergiers, tappers en kroeghouders aan beschonken lieden geen drank mogen schenken en dat zij tevens met straf worden vervolgd, indien zij op ecu dag aan denzelfden persoon meer dan een halve flesch brandewijn afleveren. Een brandstichter in Gelderlanddie zijne misdaad gepleegd had op gevaar af, dat er menschenlevcns bij bedreigd waren, is door het hof te Arnhem ter dood veroordeeld en bij arrest van den Hoogen Raad is zijn beroep verworpen. De te Londen ge vestigde maatschappij voor de bescherming der dieren heeft zich bij den bur gemeester van Oste7i.de beklaagd over de wijze van vervoer der kiekens, die in kisten gesloten worden en dikwijls onderweg sterven. De maatschappij wenscht, dat de burgemeester Van Oslende maatregelen nemen zal, tegen die wreede daden en des noods den minister van Binnenl. Zaken uitnoodigen zal om hoogere bevelen te verordenen. -De regtcrlijkc kronijk van België vermeldt, dat het assisen-hof van West- VlacÊderen de doodstraf heeft uitgesproken over Pieter Acke, die schuldig is bevonden aan moord en schending der eerbaarheid. Haïti is weder door eene zamenzwering bedreigd geweest. Te Brussel heeft dezer dagen eene bijzondere plegtigheid plaats gehad. Door de Poolsche uit gewekenen werd aldaar een lijkdienst gevierd voor hunne landgenooten en broeders, die tijdens de jongste bloedige gebeurtenissen in de straten van Warschau gesneuveld zijn. Een groot aantal belangstellenden woonden deze plegtigheid bij. Daaronder merkte men op, eenvoudige burgers zoowel als dames uit de groote wereld, studenten zoowel als oude soldaten en Italianen zoowel als Hongaren. Een berigt van eenen reiziger over liet krankzinnigen-gesticht alclaar, geeft een sombere beschrijving van het Californisehe leven. Hetzelve meldt het volgende: „Ik bezocht deze inrigting en was niet weinig verbaasd, onder anderen ook dertig Duitschers te vinden, en daaronder verscheidene oude bekenden, die ik reeds lang dood waande. Fransehen zijn er ook sterk vertegenwoordigd, waaronder mij een op de jammerlijkste wijze zijnen nood klaagde en mij een zeer goed geschreven brief aan zijnen vader toevertrouwde, om naar Parijs te verzenden, waarin hij zijne opname in het zinnelooshuis duidelijk uiteenzette, want hij was zoo verstandig als een mensch maar zijn kan. Zijn vader zond dadelijk 300 dollars voor hem aan den franschen konsul en zijn zoon is nu reeds op weg naar huis. De arme jongen drukte mij wel duizendmaal de hand voor die kleine beleefdheid. Deze onge lukkige drommel had over het jaar gevangen gezeten, alleen ten gevolge van een der schandelijkste kabalen, ofschoon hij gezond van hart en geest was. Hoe kunnen er zulke slechte menschen zijn Ge vindt er ook dieven, luiaards en moordenaars, die zich krank zinnig aanstellen, om opgenomen te worden en zich aan den arbeid, de gevangenis of den strop te ontdekken. Men kent deze lieden dadelijk en laat ze ter dege werken. Ongeveer een vierendeel der zieken zijn vrouwen; waaronder enkelen er allerliefst uitzien en met den grootsten smaak zijn ge kleed. Eene dame viel mij bijzonder in 't oog wier toilet a la Louis XIV op de sierlijkste wijze gearrangeerd was, alsof zij de wassenpop uit eene winkelkast van een Parijschen coiffeur-salon was. Ik vernam dat zij dc dochter was van een vroegeren minis ter in liet kabinet van Washington: zij iel, werd verlaten en j brengt nu hare dagen in het krankzinnigen-gesticht door. Kan men zonder tranen zulk eene ellende zien? Een sterken Hinken Duitseher, die een paard gestolen had en daarna gevat werd, liep het erg tegen in dit huis. Hij was van zijne misdaad overtuigd geworden en moest 5 jaren in de staats gevangenis zitten, brak de gevangenis door, vlugtte en werd gepakt, waarbij hij zich vreesselijk weerde en een man den arm brak. Nu stelde hij zich krankzinnig aan en bragt men hem in ijzers naar het gesticht; uit vrees voor zijne reuzenkracht, trok men hem den dwangkapot aan. Nu werd hij werkelijk woedend en ten laatste krankzinnig. Het dieet maakte hein tam; maar hij bezweek onder deze proef, werd ziek en stierf, doch bekende voor zijnen dood zijne huichelarij en zijne wandaden. De Engelsche geschiedschrijver Stavel besteedde zijn gansche leven aan de studie der oudheden van Engeland. Te voet wandelde hij door het geheele land, bezag alle overblijfselen der bouwkunst, en doorzocht alle kloosterbibliotheken. Zijne uitgebreide verzameling van letterkundige schatten hield hij echter ten zorgvuldigste t er- borgen, terwijl hij met geestdrift aan derzelver vermeerdering arbeidde. Eenzaam zat hij in de boekerijen der kloosters, en dacht menigmaal aan eten noch drinken. Eindelijk was hij hoog bejaard, uitgeput van al zijne inspannin gen en door de armoede gedrukt; want geen der steden, wier ge schiedenis hij beschreven had, dacht er aan, den grijsaard te beloonen. Zijne opgeruimdheid verliet hem echter geen oogenblikal zijn tijd en geld had hij besteed, om zich kennis van de schatten der oudheid te verwerven, en hierdoor zich tot den bedelstaf gebragt, Het publiek alleen had al de vruchten er van genoten. Op zijn tachtigste jaar verkreeg hij echter het zonderlingste bewijs zijner verdienste, dat ooit iemand te beurt viel. Hij was zoo arm geworden, dat hij aan koning J acobus I een verlof tot bedelen vroeg. Dit werd hem, met het groot rijkszegel voorzien, uitgereikt, waarin 6tond, dat hij voor een jaar verlof ontving, de weldadigheid van alle goede ingezetenen des rijks aan te spreken en van iedereen aalmoezen aan te nemen als eene belooning voor zijne vijftigjarige werkzaamheden en togten ter voortzetting zijner aangevangen Engel sche kronijken, en voor de acht jaren, die hij aan zijne beschrijvin gen van Londen en Westminster besteed had, daar hij op zijnen ouden dag niets had om van te leven, en zich ten beste zijns vaderlands in ellende gestort had. Dit verlof moest van alle predikstoelen des rijks worden voorgelezen. In 1517 en 1518 werd door de republiek Venetië een gezant schap afgevaardigd naar het hof van Hendrik VIII van Engeland omtrent zaken van staatkundigen aard. Het berigt van dit gezant schap is steeds aan het publiek onttrokken geweest tot 1843, toen het bij het uitsterven van de familie Contarini, aan de openbare bibliotheek te Venetië verviel. Daarin is het onlangs door den Engelschman Kawdon Brown onderzocht, en deze heeft er eenige bijzonderheden van openbaar gemaakt, van welke hier een fragment volgt, vooral van hetgene op ons land, waardoor de ambassade haren weg nam, betrekking heeft. Het gezantschap bestond uit Pietro Contarini en een gevolg van 1*2 personen, bestaande in den kapel- laan Orazio Busino, die het dagboek van de reis hield, een cou rier, een huis-hofmeester en ondergeschikte bedienden. De reis liep bij den Splugenpas over de Alpen en daarop in ons land. Hier aangekomen, proefde het diplomatisch personeel voor de eerste maal bier, een bewijs, dat deze drank toen nog in Buit schl and niet zeer bekend wasmaar de Yenetianen vonden dien drank niet naar hun nen smaak. Iets nieuws voor hen was ook het tabaksrooken; waar uit men kan opmaken, dat dit toen in Venetië geheel onbekend en zelfs in Buitscldand nog zeer zeldzaam moet geweest zijn. In Holland rookten zelfs achtbare vrouwen maar in het geheim en onder voorwendsel van gezondheidsmaatregel. In Engeland heette de tabak koninginuekruid. Het gezelschap gebruikte in ons land eene gewone schuit, geen gondel gelijk op de lagunen, maar een open vaartuig, waarin het aanzienlijke personeel zich moest neder zetten, in het vuile stroo, even als (1e edellieden van lleggio onder deze verstaat de schrijver der reis, de zwijnen, in welke tusschen Venetië en lleggio toen, gelijk nu nog, een aanzienlijke handel werd gedreven. Verder trokken de windmolens de opmerkzaamheid van den kapelaan, wijl zij niet koren maalden, maar water uit de lage streken voerden; vervolgens de talrijke eenden, ooijevaars en zwanen j op en bij de vele vaarten, die bevaren werden door schepen, welke bevracht waren met eene brandbare aarde, die de Hollanders turf noemen. In Amsterdam aangekomen, bevond het gezantschap dat deze stad in omvang en gunstige ligging met Venetië te vergelij ken was, maar aan handelsbeweging dit laatste overtrof. De Yene tianen troostten zich echter met het vervallen van hunnen handel en de jeugdige kracht van de eerste handelsstad der aarde, gelijk Am sterdam toen was, door op te merken, dat de kinderen (lezer wereld altijd verstandiger zijn geweest dan de kinderen des lichts. Dc Nederlandsche republiek deed haar best, om hare Adriatisehe zuster in de personen harcr gezanten te eeren. Contarini werd door den Magistraat van Dordrecht tot een groot feest uitgenoodigd, waar de toasten op de Signora en de magtige republiek, den Yenetianen de bedwelming van den wijn deden gevoelen, en ten laatsten eene groote kelk met krachtigen wijn gevuld, werd rondgegeven, De beurt kwam aan den bevreesden kapelaan, zoo als hij zelf verhaalt, en deze, om den wijn te verzwakken, greep in zijnen angst eene kruik i bier, om die in den wijn uit te gieten. Maar de geheele rij der j magistraatspersonen brak in gelach uit en riep hem toe in gebro ken Fransch „Monsié vu gat té tutt," (Monsieur, vous gatez ton ft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 3