binnenland!
buitenland.
'2. Hat driejarig' onderhoud, van 1 Mei 1882 tot 1 Mei
1885van de havenwerken beoosten het Oude Schild
op Texel.
De bestekkeu zijn, tegen betaling van 10 Cts. per exemplaar, te
bekomen aan de Provinciale Griffie van Noord-Holland, te Haarlem;
aan het bureau van buitenlandsche paspoorten te Amsterdam; bij
den Provincialen Opzigter van den Waterstaat C. VAN DER STERR,
aan den Helder; en ter Gemeente-Secretarie van Texel.
Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen bij den Ingenieur van den
Waterstaat J. E. IV. CONRAD, te Alkmaar, en bij genoemden
Opzigter.
Van het sub 2 genoemde werk, zal aanwijzing in loco worden
gedaan op Zaturday 26 April 1862, des morgens ten tien ure.
HELDER on NIF.UWEDIEP, 23 April.
Heden heeft bij het departement van Marine te 's Graven-
hage, ten behoeve der Marine-bakkerij alhier, onder nadere
goedkeuring van den minister van Marine, de aanbesteding
plaats gehad voor de levering van:
10 last Zeeuivsche Tarwe voor ƒ334 per last, door den
heer D. Bakker Bz., alhier 10 last nieuwe roode Tarwe
voor ƒ334.90 per last, door den heer De Koker, te Bergen-
op-Zoom; en 6 last Zeeuwsche Rogge voor ƒ240.70 per
last, door den heer D. Bakker Bz.
Toen wij in ons vorig nommer mededeelden, dat de
vaart op het Groot Noordhollandsch Kanaal nog steeds
bleef gestremd, tengevolge van het zinken van het steen-
kolenschip, vernamen we spoedig daarna, dat de aangewende
pogingen, om het vaartuig te ligten, waren gelukt en dat
de vaart weder was geopend. Nadat er een groot gedeelte
der lading was uitgebaggerd, is men weder begonnen, met
O O O
de daarvoor bestemde hulpmiddelen te werken, met dat
gevolg, dat jl. Zaturdag namiddag, met behulp van twee
sleepbooten, het schip tussclien de aangebragte vaartuigen
naar hier kon worden gesleept.
Behalve een belangrijk oponthoud voor vele schepen en
schuiten, die verhinderd werden het kanaal te passeren,
heeft dit ongeval geene ernstige gevolgen gehad. Den heer
van Niftrik, opzigter van den Waterstaat alhier, komt,
voor zijne goede besturing der werkzaamheden, allen lof toe.
Den 21 dezer is het driemastschip I). F. Web er,
kapt. Leese, den 2den April van Passciroean hier binnen
gekomen, in de binnenhaven liggende te lossen, op zij ge
slagen, uithoofde men het niet bij tijds van ballast had
voorzien, bij welke gelegenheid een man het been brak en
een ander zwaar gekneusd geraakte; gelukkig dat het naar
de kazijde overzij sloeg, anders was de vaart in de binnen
haven weder tijdelijk gestremd geweest.
Zr. Ms.stoomsch. Cycloop vertrekt in den loop dezer week
van hier naar Vlissingen, ter overbrenging van een detachement
matrozen, voor de équipage van Zr. Ms. stoomschip Medusa.
Uit het verslag omtrent den staat der hoogere, middelbare en
lagere scholen over 1859/60, dezer dagen door Z. Exc. den minister
van Binnenl. Zaken bij de Staten-Gcneraal ingezonden, blijkt, wat
de lagere scholen betreft, das in de verschillende provinciën 2498
openbare scholen aanwezig zijn, waarvan 334 waar cén of meer
vakken van uitgebreid lager onderwijs worden onderwezen. Het
getal der bijzondere scholen bedraagt 1065, waarvan 49 gesubsidieerde.
In het geheel zijn er dus hier te lande 3563 lagere scholen. Bij
het einde van het jaar 1859 had in 215 gemeenten de regeling van
het lager onderwijs, volgens de nieuwe wet van 13 Augustus 1857,
onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten der verschillende pro
vinciën. plaats gehad; In 120 gemeenten was die regeling nog
slechts gedeeltelijk geschied.
Uit statistieke opgaven blijkt, dat in de provincie
Noordbrabant in 129 gemeenten brandbluschmiddelen aan
wezig zijn. In 5G gemeenten evenwel schijnen die middelen,
om in tijden van nood en gevaar te worden gebruikt, nog
steeds te ontbreken.
Volgens berigten uit Rotterdam, zouden IIH. MM.
de koning en de koningin heden van daar de reis naar
O O
Zivolle en andere steden van Overijssel aanvaarden.
Terwijl den 17 dezer eenige personen met de stoom
boot de Zwaluiv, van Amsterdam naar Zwolle werden over-
gebragt, om verder naar het gesticht te Ommerschans te
worden getransporteerd, beviel eene vrouw tussclien Urlc en
Schokland van een kind, waarbij zij merkwaardigerwijze door
den wakkeren en hulpvaardigen kapitein der stoomboot,
den heer P. Meeter, werd geadsisteerd. Moeder en kind
zijn welvarende.
Men schrijft uit Follega (provincie Friesland):
Sedert eenige weken is de openbare school alhier, door
een zich daartoe geregtigd achtend collegie, digtgespijkerd,
zoodat de hoofdonderwijzer, die evenwel als zoodanig door
het bestuur geregeld wordt bezoldigd, niet in staat is om
school te houden.
Als een bijzonderheid kunnen wij mcdedeelen, dat
in den omtrek van Meppel een familiekring bestaat van zes
broeders en eene zuster, waarvan deze de oudste is en 90
jaren telt, terwijl de jonste der broeders den ouderdom van
74 jaren heeft bereikt, te zamen tellen zij liet hooge getal
van 580 jaren.
Een regeringstelegram dd. Buitenzorg 4 Maart 1862,
luidt: Hidaijat met familie en verschillende hoofden te
Batavia. Generaal de Brauw overleden."
Berigten uit Amerika gewagen nog steeds van nieuwe toerustingen
om den oorlog voort te zetten. Weinig vredelievend klinkt het
berigt van daar, dat er weder nieuwe operatiën tegen Neio-Orleans
zijn aangevangen, en dat de operatiën van kanonneerbooten tegen
het fort Jackson almede een aanvang hebben genomen.
De rede van lord Palmerston in het engelsche parlement is nog
steeds het onderwerp van vele dagblad-artikelen en vindt ter eener
zijde hoogen lof en groote toejuiching; aan den anderen kant wor
den zijne woorden vrij heftig aangevallen. Meer en meer wordt er
inmiddels aangetoond, dat de wereldlijke magt van den paus langer
eene onbestaanbaarheid is en dat, hoe eerder hoe beter, de romeinsche
qusestie tot een goed einde moet komen. Ook wordt in het gezegde
van den minister de tusschenkomst van keizer Napoleon opgemerkt,
die op bedekte en geheimzinnige wijze zijne medewerking niet ont
houdt, om te midden der italiaansche verwikkelingen zijn over
wegenden invloed te doen gelden.
Tijdens het verblijf van den koning van Italië te Napels, zal een
fransch escader naar de Middellandsehe Zee vertrekken, om in de
golf van Napels gestationeerd te blijven. De italiaansche regering
ziet daarin eene beleefdheid jegens haar, ofschoon anderen meenen,
dat andere redenen daartoe aanleiding hebben gegeven.
In Pr nissen blijft de oppositie tegen het tegenwoordige kabinet
voortduren, wat de regering ook aanwendt om het geschokt ver
trouwen der bevolking te herwinnen. De protesten tegen de optre
ding van dit kabinet zijn legio; van alle zijden worden zij vernomen.
Het droevig uitzigt voor het voortdurend bestaan van dit ministerie
is dan ook onmiskenbaar.
Den 18 dezer heeft te Tilleur Belgiëeen lievige
brand de houtmagazijnen en de zagerij van den heer Martin
in asch gelegd; de schade wordt op 120,000 fr. begroot.
De heer Thieury te Rouaan heeft dezer dagen aan
prins Frederik der Nederlanden een door hem geschreven
werkje opgedragen, getiteldDe Wisselbrief, zijn oorsprong,
Historische documenten, te Parijs bij Aug. Aubry in liet
licht verschenen. Na eene behandeling der vraag of de
Pheniciërs, Grieken en Romeinen dit ruilmiddel gekend
hebben, komt de schrijver tot een ontkennend antwoord.
In de dertiende eeuw hebben de italiaansche republieken
Florence, Genua en Venetië het eerst de wissels in gebruik
gebragt. Amsterdam, het Venetië van het Noorden, zag in
zijne handelsbetrekking de wissel algemeen worden. De
heer Thieury verhaalt het opmerkelijk feit, dat, tijdens de
woelingen op het laatst der vorige eeuw een amsterdamsch
handelshuis aan een voornaam bankier te Londen last gaf,
tot de uitbetaling van 20,000, op vertoon van een stuk
eener verscheurde kaart, waarvan het overige gedeelte aan
den adresbrief gehecht was. Dit geschiedde voor een zen
deling van Pitt, die destijds zijne agenten in Nederland en
over het geheele vasteland had.
Den 12den Febr. werd een groote wolf in de om
streken van Breil, arrondissement Nizza, vervolgd; hij ont
snapte langs den kant van Vintimilli en viel aldaar een
meisje van 18 jaar aan, dat stellig zou zijn verscheurd,
ware het niet, dat de onder-brigadier der douanes, zekere
Dellerba, ter harer hulp was toegeschoten. Hij kwam met
geveld geweer op den wolf aanloopen en het gelukte hem
door schreeuwen de aandacht van het dier tot zich te trekken
hij liet het meisje los, en sprong op den brigadier toe, die
zijn geweer afschoot, zoodat het dier in zijn bloed badende
nederviel. De brigadier liep toen naar het meisje, dat
bijna levenloos op den grond lag, doch voorbij den wolf
komende, sprong deze weder op en er ontstond thans een
vreeselijk gevecht, waarbij de brigadier ernstige beten en
krabben ontving. Deze pakte het dier met ijzeren hand in
den strot, doch het verweerde zich woedend en misschien
zou de brigadier het onderspit hebben gedolven, ware niet
een herder aangekomen, die den wolf den kop verbrijzelde.
Dezer dagen werd door den Messager de Nice medege
deeld, dat de dappere brigadier, wiens wonden bijna geheel
waren genezen en die in beterschap toenam, razend is ge
worden en onder de vreeselijkste smarten is gestorven.
Bijna alle in den omtrek wonenden waren bij de begrafenis
des ongelukkigen aanwezig.
De Times bevat een met groote letters gedrukt ver
slag van nieuwe proeven, die dezer dagen te Shoeburyncss
met een Armstrongs-kanon op ijzeren platen zijn genomen.
Ditmaal bestond de schijf uit drie tegen elkander gesmede
platen, die elk eene dikte van 5, dus te zamen van 15
duim of bijna viermaal de dikte van de bekleeding van
den Warrior hadden. Tegen die schijf nu werden twee
of drie schoten gelost, ieder met eene lading van 50 pond
buskruid. Bij elk schot de Times zegt niet op welken
afstand werd de buitenste plaat verbrijzeld en de tweede
doorboord, terwijl de derde berstte.