BUITENLAND.
houden. Men stelle zich den toestand der vier andere voor.
Van huis te gaan om bij de betrekkingen eenen genoegclijken
dag - door te brengen, zoo even nog vrolijk bij elkander
en kort daarop in levensgevaar verkeerende. Tsvee hunner
starende op het lijk eener beminde moeder en een reeds
bejaard man ter neder gezeten bij de sponde van haar, die
hem de plaats eener dochter vervulde. Deze pinksterdag
zal bij velen zeker lang in het geheugen blijven. De
deelneming en lmlp der ingezetenen, inzonderheid van den
waardigen burgemeester, zijn wel groot, maar kunnen het
geleden verlies alleen ecnigzins lenigen, niet herstellen.
Men leest in de Nederl. Stoompost:
In een der aan kunst, wetenschap, enz. toegewijde
Parijsche cercles, heeft onlangs Toselli, bekwaam beoefenaar
der electriciteit, zijne hoorders bezig gehouden met de ver
tooning van een fraai, door hem uitgevonden, stuk speel
goed, dat, hoe bevallig en kinderachtig het uiterlijk ook
schijnt, desniettemin op ecne zeer ernstige en voorname
natuurkundige grondstelling berust, de hevel namelijk.
Het bestaat in eene koffijkan, maar met eenen vorm, die
zeker niet alledaagsch kan genoemd worden; het is eigenlijk
een locomotief uit porcelein vervaardigd, geplaatst op een
onderstel met vier wielen van verguld koper. De locomotief
is gesplitst in twee afdeelingen, die door eenen hevel ver
bonden zijn. In de eerste van achteren, die van een
wezenlijk fluitje voorzien is, wordt het water gegoten; in
de tweede van voren, die voorzien is van eenen schoor
steen, wordt de gemalen koflij gedaan. In het onderstel
eindelijk, waarop de locomotief rust, bevindt zich eene lamp
met spiritus. Wanneer nu het water begint te koken, stijgt
de stoom met kracht door het fluitje, even als bij eene
wezenlijke locomotief, en het water, door middel van den
hevel naar boven gedreven, stort zich uit over de koffij.
Deze verplaatsing van het water van het eene gedeelte
naar het andere, geeft eene kleine schuddende beweging
aan de locomotief op haar onderstel, sterk genoeg, om de
lamp uit te dooven, zoodat, ingeval men geen acht sloeg
op het fluitje, er toch geene explotie zou kunnen plaats
vinden, door eene buitengewone verhitting van het porcelein
teweeg gebragt. Voorts schenkt men de koffij door middel
van een klein kraantje, dat zich van voren aan de loco
motief bevindt.
Uit dit alles ziet men, dat de heer Toselli zich verwaar
digd heeft, uit de hoogere sferen der electriciteit neder te
dalen en soms aan het menschelijk geslacht hier beneden
te denken, en dat zonder twijfel ieder liefhebber van koffij
hem voor zijne fraaije uitvinding zal dank zeggen.
Op den eersten Pinksterdag ontdekte een wandelaar,
langs den Kanaaldijk der Zuidwillemsvaart, even buiten
's Hertogenbosch, een hengelstok, boven het water uitstekend;
deze grijpende, ontwaarde hij, tot zijne niet geringe ont
zetting, dat do stok door eenen drenkeling werd vastge
klemd; met bijgekomen hulp haalde hij het lijk uit het
water van een lTjarig jongeling, die, zich met visschen
vermakende, welligt door vallende ziekte, waaraan hij lijdende
was, is aangetast geworden en alzoo jammerlijk den dood
had gevonden.
Z. M. de Koning heeft andermaal een blijk gegeven
van zijne hooge tevredenheid over zijnen togt door Zeeland,
door bij circulaire van IID. Commissaris de gemeentebe
sturen te verzoeken, ten spoedigste eene lijst te doen
opmaken van allen, die deel uitgemaakt hebben van de
verschillende eerewachten tijdens 's Konings verblijf in
Zeeland. Daarbij is tevens namens Z. M. de wensch te
kennen gegeven, dat aan Z. M. worde afgestaan alle door
haar gebruikte banieren of vaandels, om die, als een gedenk-
teeken van dit heugelijk bezoek, in eene dér zalen van het
paleis in de residentie te plaatsen.
Bij het ophanden bezoek der Japannesche gezanten
alhier is het voorzeker voor vele lezers niet onbelangrijk
de volgende bijzonderheden omtrent het land waaruit het
gezantschap is afgezonden, te vernemen
Japan bestaat uit eene menigte groote en kleine eilan
den, gelegen in den grooten oceaan aan de oostkust van
Azië. De naam is ontleend aan het chinesche woord
Dscld-pen, hetgeen zonsopgang beteekend. De bewoners
noemen het zelf, naar liet grootste eilandNipon of
Nifon. Ofschoon de grond uit zijn aard niet bijzonder
vruchtbaar is, levert hij door de vlijt der Japannczen
allerlei voortbrengselen op. Het dierenrijk is er slecht
vertegenwoordigd; behalve eene menigte ratten en muizen
honden en katten, vindt men er slechts weinig geiten,
zwijnen, kleine paarden, rundvee, enz., maar eene menigte
zeedieren van allerlei soort en daarenboven paarlen en
koralen. Het getal inwoners wordt ongeveer op 35,000,000
geschat. Zij zijn verstandig en goedaardig en de vrouw
staat bij hen hoogcr en geniet grootere vrijheid dan bij
hunne naburen, de Chinezen. Zij hebben drie soorten van
letterschrift en kennen sedert de 13 eeuw, dus reeds vroeger
dan de Europeanen, de boekdrukkunst. Te Jeddo hebben
zij eene soort van hoogesehool. De regeringsvorm is er in
de hoogste mate despotisch en verdeeld tussclien twee lieer-
schers, van welke de een de hoogste magt in naam, maai
de ander die in der daad heeft. De naam van den keizer,
die zijne residentie te Miako houdt, en van den eersten
veroveraar van het land heet af te stammen, mag men
gedurende zijn leven niet uitspreken. Hij hangt geheel af
van den Kubo, den wereldlijken heerscher, die hem, door
eene strenge etiquette, zoo ver van de wereld heeft weten
af te scheiden, dat hij alleen eene geestelijke magt heeft
overgehouden. Hij mag zich nooit aan het volk vertoonen
en, behalve zijn hofstoet en de beambten van den Kubo,
mag niemand tot hem naderen; slechts eens in het jaar
gaat hij naar eene galerij, die van onderen open is, zoodat
men zijne voeten zien kan. Wanneer hij eens versche lucht
wil scheppen, moeten allen, die zich in de nabijheid van
zijn versterkt paleis bevinden, vlugten en vervolgens nemen
dragers hem op hunne schouders, omdat zijne voeten nooit
den grond mogen aanraken. In dit paleis leeft en sterft hij
en zijn geslacht sterft nooit uit, want, heeft hij geene. kin
deren, dan zendt de hemel hem kroost of liever hij vindt
een kind, gewoonlijk uit den aanzienlijken stand, onder de
boomen in de nabijheid van zijn paleis. Zijne kleederen
mogen slechts door maagden vervaardigd worden en zijn
eten wordt hem telkens op nieuwe schotels opgedischt, die
men terstond breekt. Sterft daarentegen de Kubo, dat is
opperveldheer, zonder kinderen, dan wordt zijn opvolger
uit een van de drie familiën gekozen, die van den stichter
der tegenwoordige dynastie afstammen. Zijne stadhouders
regeren de provinciën volkomen naar willekeur, maar
kunnen ook door hem afgezet, verbannen en gedood worden.
Acht ministers besturen de staatszaken. De ambten zijn
erfelijk. De grond wordt beschouwd als het eigendom van
den vorst, zoo zelfs dat de landbouwer de helft, ja twee
derde van zijn oogst aan hem moet afstaan. De wetten zijn
zeer streng en ieder burger is verpligt op zijn medeburger
te passen en als het ware de borg van hem te zijn. Óp
de meeste misdrijven staat de doodstraf; voor zware mis
drijven moet niet alleen soms de gehcele familie, maar ook
de straat of de woonplaats van den schuldige boeten. Alle
krijgslieden en ambtenaren van den Kubo zijn verpligt
op bevel van hunnen meester zich den buik open te snijden
en dit brengt geene schade of schande over de familie,
maar de zonen volgen hunne vaders in alle goederen en
ambten op. Daarom oefenen zich ook de hoogste standen
jaren lang om zich den buik behendig en bevallig open te
snijden, ten einde dit bij tijd en wijle goed te kunnen doen.
De nijverheid staat op een hoogen trap van ontwikkeling,
de zijden- en katoenen stoffen, porcelein, lakwerk, papier,
wapens, landkaarten en munten, getuigen voor hunne vin
dingrijkheid en geduld. Wij hebben eene groote collectie
op het Manrits-huis te 's Gravenhage, die, om beter bezocht
en gekend te worden, slechts in eene betere orde behoeft
te worden gerangschikt. Vroeger hadden de Japannczen
eene groote en schoone oorlogsvloot, die zij echter in 1585
hebben afgeschaft, en in 1638 werd, omdat men bevreesd
was voor het verkeer met vreemdelingen, alle omgang
met het buitenland verboden. Nangasaki was lang de
eenigste haven, die de Chinezen en wij, (misschien daarom
de Chinezen van Furopa genoemd?) mogten bezoeken.
In 1637 werden de Portugezen met hunne zendelingen
voor eeuwig verbannen en de pogingen, die Engelschen
en Russen aanwendden, om eene naauwere betrekking
aan te knoopen, liepen gewoonlijk vruchteloos af. Frankrijk
en J'Jngeland trachten, even als wij, hunne handelsver-
bindtenissen meer en meer uit te breiden en de reis der
gezanten zal over en weer niet vi'uchteloos zijn.
Onze vooronders hebben door hunnen ondernemincseeest
en hunne goede trouw, het vertrouwen verworven van een
volk, dat door aanraking van vreemden meende besmet te
worden."
De blik op liet buitenland doet al spoedig de vraag
oprijzenvanwaar zoo weinig belangrijk nieuws Welligt
zijn de voor de politiek stille dagen van het Pinksterfeest
daar almede de oorzaak van. Met het oog op Italië en de
houding der fransche regering dienointrent valt niets be-
1 langrijks op te merken. De verzekering dat alle europesche
questiën op een congres der mogendheden zullen geregeld
worden, is, behalve dat men aan de uitvoerbaarheid van
dien maatregel niet zonder grond twijfelen mag, te weinig
officieel om daaraan onbepaald te gelooven. Evenwel gaan
de geruchten reeds vooruit, dat Oostenrijk in ieder geval
de wereldlijke magt des pausen wil behouden zien. De
I engelsche bladen, die de beginselen van lord Palmerston