buitenlandT"""""" DE SCHILDPAD. lste kl. 1J. Koning, heeft de bckruising van de Zuid-Westkust van Borneo, tot de wateren van li'wuw en Linga, voortgezet en is ver volgens aldaar in station gebleven. Zr. Ms. stoomschip lste kl. Gedeh, kapt.-luit. ter zee jhr. J. E. W. F. van Raders, is te Soerabaija in reparatie opgenomen en wordt met den 1 Julij tijdelijk buiten dienst gesteld. Zr. Ms. stoomschip lste kl. Amsterdam, kapt.-luit. ter zee J. P. G. Muller, is den 10 Junij van een kruistogt ter reede Batavia teruggekomen. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Etna, luit. ter zee lste kl. A. L. Palm, gestationeerd in de wateren van Celebesdoet een kruis togt uit Macassar om de Noord en zal vervolgens, na te Toli-Toli de Madura te hebben ingewacht, een zending naar het rijk Oesang, op de Noord-Oostkust van Borneo, met dien bodem ondernemen. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Phoenixluit. ter zee lste kl. J. L. Nierstrasz, gestationeerd in de wateren van Celebes, heeft een kruistogt om de Noord gedaan. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Suriname, luit. ter zee lste kl. F. I. Abresch, heeft een kruistogt van uit Soerabaija om de Oost gedaan, Kangean en omliggende eilanden bezocht. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Samarang, luit. ter zee lste kl. J. N. Slegt, behoort tot het station ter Oostkust van Sumatra, bekruist van uit Muntok de wateren van Billiton en omstreken en zet middelerwijl de opname van Straat Nado voort. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Celebes, luit. ter zee lste kl. jhr. D. Bowier, behoort tot de zeemagt in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo, heeft een kruistogt op de zuidkust van Borneo gedaan. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Madura, luit. ter zee lste kl. J. J. A. D. Phaff, is van Koetéi te Macassar teruggekeerd en naar Oesang, op de Noord-Oostkust van Borneo, vertrokken. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Admiraal tan Kinsbergen, luit. ter zee lste kl. A. Rietveld, behoort tot c^e zeemagt bij de expeditie in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo, is, volgens de laatste be- rigten, bezig met het opnemen der monding en van de bank der Barito-rivier. Zr. Ms. stoomschip 2de kl. Bromo, kapt.-luit. ter zee J. M. I. Brutel de la Rivière, na ter reede Batavia van een kruistogt terug gekeerd te zijn, is die bodem den 2 Junij naar Samarang vertrok ken, om het stoomschip Oenarang, waarop de opperlandvoogd met gevolg is ingescheept, op de inspectiereis om de Oost van Java, te convoijeren. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Sindoro, kapt.luit. ter zee J. M. de Jongh, gestationeerd in de wateren van Celebcs, heeft, na den kruistogt om de Oost, Poeloe-Laut aangedaan en vervolgens Zr. Ms. stoomschip liet Loo in eerstgemeld station vervangen. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Linge, luit. ter zee lste kl. C. F. Hackstroh, is den 2 Junij van de reede van Batavia naar de Westkust van Borneo vertrokken. Garibaldi is de man van den dag. Ofschoon geen redenaar van beroep, weet hij toch met zooveel kracht en vuur tot burgers en soldaten het woord te voeren, dat hij een onmiskenbaar diepen indruk te weeg brengt. Welligt draagt de verzekerdheid, dat hij het niet altijd bij praten laat blijven, maar ook even moedig, ja beter nog, het zwaard te hanteren, dan schoone, treffende woorden te bezigen weet, daar veel toe bijThans bevindt hij zich op zijne reis door het eiland Sicilië te Messina. Yooraf' heeft hij Marsala bezocht, de plaats waar hij zich vroeger met de lauweren der overwinning bedekte. De woorden, daar door den generaal gesproken, zullen ongetwijfeld een levendigen indruk achterlaten. Yleijen is zijne gewoonte even wel niet, maar in deze zijne toespraak heeft hij de staatkundige handelwijze van den keizer der Franschen niet hevige verbittering in het licht gesteld. Hij noemt Napoleon den vijand van Italië, die volstrekt niets anders met het schiereiland voor heeft, dan het belang van zichzelven en zijne familie. „Rome of de dood," zoo roept hij herhaaldelijk uit, terwijl hij het volk verzekert, dat die kreet meer gewigt zal leggen in de schaal der diplomatie dan alle mogelijke gebeden. Hij wijst er op, dat er zich nog altijd een aantal Italianen midden in hun vaderland onder verdrukking van vreemden moeten bevinden en noemt dat een schande voor 25 millioenen Italianen. „Die schande," zoo verzekert hij „die schande moet linnen weinige dagen ophouden." En zulke woorden werden niet gesproken door een man, gering in magt en zonder moed, want Garibaldi, ofschoon hij geen kroon draagt, heeft over veler harten te beschikken, zijne bevelen zijn geldig. En die woorden werden niet onverschillig door een gering aantal volks vernomen, want straten en pleinen waren met eene ontzaggelijke menigte opgevuld, en uit aller oog blonk vreugde en ingenomenheid; velen waren hem zelfs mijlen ver te gemoet. gereisd en zelfs de priesters spraken den zegen over hem uit, terwijl een monnik hem met geestdrift van den predikstoel toesprak en hem een ware priester des evangelies noemde. Die. feiten zijn niet van belang ontbloot voor de geschiedenis van den dag: zij wijzen er wel degelijk op, dat het niet vreemd is binnen korten tijd ernstige gebeurtenissen in Italië te verwachten. De positie van het fransche leger in Mexico is, volgens de laatste berigten aanmerkelijk verbeterd, zoodat het zich nu niet meer in zulk een gevaarlijken toestand als vroeger tegenover zijne vijanden bevindt. De reeds zoo lang voorspelde bemiddeling der europesche mogend heden in den noord-amerikaanschen oorlog laat nog altijd op hare vervulling wachten. De reden hiervan is, volgens sommigen, gele gen in de verschillende bedoelingen van Frankrijk en Engeland; want, terwijl eerstgenoemde mogendheid, door het belang van den handel en de nijverheid des lands gedreven, de onafhankelijkheid der Zuidelijke Staten voorstaat en beschermt, schroomt Engeland niet zijne sympathie voor het Noorden aan den dag te leggen, met het oog op zijn belang we! is waar. maar ook, omdat Engeland de vernietiging der slavernij, zoo ijverig door het Noorden voor gestaan, ten allen tijde met kracht heeft voorgestaan. In Pruissen ziet men gedurig blijken van voortdurend geschil tusschen de regering en de vertegenwoordiging. Door hare besluiten openbaart de laatste bestendig hare weinig minder dan vijandige houding tegenover de regering, die zich niet op de meerderheid beroemen kan. - De heer Alexandre Dumas heeft aan de italiaansclie regering een nieuw voorstel gedaan tot redding van Italië; hij vraagt daar voor slechts 30,000 francs. Dit voorstel bestaat hierin: Hij zal nationale liederen schrijven en doen drukken. Een 500tal Savoijaar- den zullen met orgels naar het Napelsehe vertrekken en daar die liederen zingen. Het volk zal zich rondom hen vereenigen, die liedjes koopen en medezingen; daardoor zal het andere politieke denkbeelden krijgen en medewerken om de roovers te verdrijven. Een zeer bekende beursspeculant zou met mej. S. te Parijs huwen. Alles was gereed, het bruidspaar, de ouders, de getuigen en andere genoodigden waren gereed naar den maire te gaan, om het huwelijk te sluiten, toen de bruidegom den vader der bruid op zijde riep en eene verhooging van den bruidschat met 40,000 francs eischte, daar hij eene speculatie moest doen. De vader vreesde, dat bij eene wei gering het huwelijk niet zou doorgaan en de naam zijner dochter daardoor benadeeld zou worden, en gaf toe. Dit geval was zoo geheim toegegaan, dat slechts de bruid er iets van had bespeurd. Yoor den maire gekomen, werd aan den bruidegom gevraagd, of hij mej. S. tot zijne vrouw wilde nemen, en deze liet vreugdevol het „ja" hooren. De bruid echter antwoordde „neen" en voegde er bij „Ik zal er nooit in toestemmen, een man te huwen, die de laag heid heeft over mij handel te drijven, op den oogenblik, waarop ik mij aan hem zou verbinden." De bruidegom kon zonder vrouw vertrekken. De heer B., te Lyon, bezat een fraaijen hond, dien hij voor de jagt wilde opleiden. Op zekeren dag liep de hond weg en kwam niet terug. Er werd in de dagbladen eene advertentie geplaatst, doch te vergeefs. Eenige dagen later vernam B. dat zekere heer P. zijn hond hadhij legde een bezoek bij P. af en zoodra hij den hond zag, herkende hij hem voor den zijne, terwijl P. volhield, dat het de zijne was. B. dagvaarde P. tot afgifte van den hond, of bij gebreke daarvan tot betaling van 1500 francs schadevergoeding. P. bewees door getuigen, dat het zijn hond was, doch hetzelfde deed B., zoodat de regtbank zeer verlegen was en gaarne de toevlugt tot het vonnis van den wijzen koning Salomo zou hebben genomen, indien dit bij de tegenwoordige regtspleging van kracht had kunnen zijn. Er moest dus eene andere proef worden genomen. De hond werd in de geregtszaal gelaten en liep dadelijk, niet naar B., niet naar P., maar naar den president. B. riep hem met den naam van Black en de hond kwam bij hem; P. riep Medor en de hond ging naar hem toe. Men was dus nog niet wijzer en er moest een ander middel te baat worden genomen. De beide eigenaars werden alleen in eene kamer gelaten met een deurwaarder, die proces-verbaal zou opmaken van hetgeen er geschieden zou. De hond werd binnen gelaten en liep noch naarB., noch naar P., maar naar den deurwaarder. Gelukkig herinnerde P. zich, dat zijn hond gedresseerd was voor de jagt op patrijzen en kwartels, terwijl B. beweerde, dat de zijne niet was gedresseerd. Aan een derde werd opgedragen eene proef hiermede te nemen. De hond werd mede naar buiten genomen en naauwelijks was hij losgelaten, of hij ging aan het loopen zoo hard hij kon; niets was in staat hem terug te houden. Toen de expert in de stad was teruggekeerd, vernam hij, dat het dier naar het huis van B. was geloopen. Deze proef werd voor voldoende gehouden en het vonnis stelde B. in het bezit van den hond met veroordee ling van P. in de kosten van het proces. Twee onbekenden boden zich dezer dagen in een magazijn te Moulin Frankrijkaan, en verzochten om aldaar voor éénen nacht slechts, eenen kist te mogen plaatsen, welke zij droegen. Deze kleine dienst werd hen door de klerken van liet magazijn bereidwillig toe gestaan, maar de patroon, die kort daarna te huis kwam, eenige vermoedens krijgende omtrent den inhoud der kist,, liet de policie halen. Deze kwam en brak de kist open en vond daarin een man, voorzien van de noodige werktuigen om een huis te plunderen. Hij werd dadelijk uit deze vrijwillige gevangenis ontslagen, maar in de gewone gevangenis overgebragt. Gedurende het jaar 1861 zijn in Engeland 82,194 personen gedagvaard wegens dronkenschap of wegens ongeregeldheden in dien toestand gepleegd. Dit cijfer, ofschoon aanzienlijk, is toch nog 7 pCt. minder dan in 1860, en ook toen reeds was het beneden dat van 1852. Yoorts hebben er 199 lijkschouwingen plaats gehad, waarbij de dood gebleken is het gevolg te zijn van misbruik van sterken drank. Dit was weder 30 pCt. minder dan in 1860. Gedurende de, verloopene week bebben te Londen 1137 sterf gevallen en 1758 geboorten plaats gehad. Als de 4de klasse van dieren geeft Linnens de Ampliibien op. Deze dieren, die beurtelings op het land en in het water leven, en daarom ook wel den naam van tweeslachtige dieren dragen, ademen door longen en hebben koud rood bloed. Zij worden op de gehecle aarde, uitgezonderd in het hooge 1\oor den, gevonden, vooral echter in de hooge en vochtige streken; tusschen de keer kringen, is hun aantal zeer groot, liet aantal soorten beloopt 1500 tot 1CÜ0. Naar hunne v ijze van beweging noemt men ze ook wel kruipende diereuen naar de w ijze van huidbeklecding onderscheidt men ze iubesehuhde en naakt- huidige kruipende dieren. Onder de bcsehnbde kruipende dieren beslaat de schildpad eene eerste plaats. Dit z.ijn trage, van planten of vissollen en week dieren levende dieren. Zij hebben ge-ene tanden, maar in plaats hiervan een hoornachtig overtreksel, dat van scherpe, soms gezaagde tanden, is voorzien. Den zeevarenden verschaffen zij soms een gezond en smakelijk voedsel. De wijze, waarop men zich van deze dieren meester maakt, is verschillend. Men vangt ze soms in netten, doodt ze ook wel met harpoenen, en maakt ook wel gebruik van eenen kleinen visch, ltemora genaamd, die zieli zoo vast aan de schildpad hecht, dat men dezelve daarmede aan land kan trekken. Zij planten zieli door cijeren voort. Naar de plaats, waar zij gewoonlijk levsu, onderscheidt men vc in: land-, zoetwater-en zeeschildpadden, leder dezer familiiin wordt weder in soorten verdeeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 3