De Frot). Overijss. Court. heeft dezer dagen medegedeeld, da doctor Tirat, van Parijs, te Zwolle een bezoek had ontvangen van de commissie van Geneeskundig Toevoorzigt en dat hij, bij gemis aan een wettig bewijs, om als geneeskundige te practi,seren, terstond spoorloos is verdwenen. Het Handelsblad van gisteren bevat echter een artikel, door doctor Tirat zelve onderteekend, waarin hij verzekert, binnen wei nige dagen het vereischte diploma als doctor van de faculteit te Parijs aan de Geneesk. Commissie te Zwolle te zullen overleggen, zich aanbiedende eene som van 10,000 aan de armen der stad Zwolle te zullen schenken, indien men hem het tegendeel bewijzen kan. Doctor Tirat schrijft de onwellevende behandeling van genoemde commissie te Zwolle toe aan de spoedige genezingen van onderschei dene lijders, die door doctoren voor ongeneeslijk werden verklaard. In de zitting van den Hoogen Raad van gisteren heeft het openbaar ministerie, bij monde van den Advocaat-Generaal Mr. "Romer, conclusie genomen in de zaak van den voormaligen Hoofd redacteur van de Nieuwe Courant van den Helder, Nieuwe-Diep, Willemsoord, enz. De conclusie strekte tot verwerping van het beroep in cassatie. De llaad zal den 15den dezer uitspraak doen. Heden zijn de nieuw benoemde adelborsten bij het Koninklijk Instituut voor de Marine alhier, door hunne ouders of voogden aan boord van Zr. Ms. wachtschip gebragt, om hunne nieuwe carrière in te treden. De adelborsten van het Instituut, die gedu rende de maand September met verlof naar hunne familiën zijn geweest, kceren in het laatst dezer week weder terug, terwijl de cursus op Maandag 6 October voor de verschillende studiejaren zal aanvangen. Er circuleert bij de ingezetenen dezer gemeente eene inteeken- lijst tot deelneming aan een viertal voorstellingen, in het volgend wintersaizoen door het tooneelgezelschap der heeren Sterk, van Ollefen en Haspels in het lokaal Tivoli alhier te geven. Voorzeker zijn de schoone en degelijke uitvoeringen van dit zoo beroemd ge zelschap, ter gelegenheid van de kermis dezes jaars, nog in herin nering bij allen, die het genoegen hadden, een of meer genotrijke avonden in de schouwburgtent van genoemde directie door te bren gen. Wij maken bij deze belangstellenden op de inteekenlijsten opmerkzaam, overtuigd dat onze aanbeveling van dit gezelschap overbodig mag heeten in eene gemeente, waar de artisten zich reeds zulk een gunstigen naam hebben verworven. De sterkte van het état-major, aan boord van Zr. Ms. trans portschip Heldin, is als volgtIn de vaste rolleS. H. Binkes, kapt.-luit. ter zee, kommandantW. Enslie, luit. ter zee 1ste kl., 1ste officierII. P. König, P. E. Tegelberg en J. M. II. Bervoets, luits. ter zee 2de kl.C. J. van Stockum, off. van gez. 2de kl.; L. E. Boeck, off. van gez. 3de kl.E. Canneman, off. van adm. 3de kl.J. C. Coeland, scheepsklerk. In de bovenrolle: J. B. Everwijn, M. O. de Kanter, F. J. G. van Thiel en W. E. de Bruijn Kops, luits. ter zee 1ste kl., 1ste officierenbenevens de adelb. 1ste kl. Jhr. II. M. v. d. Wijck, C. H. de Goeje, C. W. A. D. Steup, A. D. J. Groenemeijer, C. Hoffman, A. A. Escher, J.C. Sprenger en J. R. van Eek. - Z. M. heeft aan den kapt.-luit, ter zee II. Huijgens, inspecteur van de stoomvaartdienst, en aan den luit. ter zee 1ste kl. W. de Fremery, inspecteur van de artillerie der Marine, toegekend, aan den eerste den titulairen rang van kapt. ter zee, en aan den andere den titulairen rang van kapt.-luit. ter zee. Z. M. heeft met ingang van 1 Oct. benoemd tot boekhouder bij de directie der Marine te Amsterdam, de klerk bij die directie F. W. Hoeting, en bevorderd tot adjunct-commiesen, de klerken bij de directie der Marine, C. II. Schooff, te Willemsoord, A. Vroom, te Amsterdam en J. van Poy, te Vlissingen. Volgens een bij het departement van Marine ontvangen rap port van den luit. ter zee 1ste kl. G. W. F. Moeth, kommanderende Zr. Ms. stoomschip Montrado; is die bodem den 28 Julij jl. ter reede Simonstad Kaap de Goede Hoop) aangekomen en zou den 5 Aug. daaraanvolgende zijne reis naar Oost-Indie vervolgen. Alles was wel aan boord. Op last van het departement van Oorlog", zullen de thans bij de onbereden corpsen des legers gedragen wordende laken pantalons vervangen en gewijzigd worden door een pantalon van eenige meerdere ruimte en sierlijker model. - Aan het verslag der commissie uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal, belast met het houden eener enquête omtrent de zeemagt die Nederland behoeft, welk verslag eene uitgebreidheid van 394 bladzijden beslaat, ontleenen wij de volgende bijzonderheden.- De commissie heeft 3G getuigen opgeroepen, aan wie 2403 vragen zijn gedaan. Onder die getuigen komen voor onderscheidene hoofd en andere zeeofficieren en Marine-ambtenaren, alhier bekend of woonachtig. Een groot deel harer overwegingen wijdt de commissie aan het pantseren der oorlogschepen, in verband met het gebeurde in Amerika, bij het gevecht tusschen de Merrimac en de Monitor, waarbij de groote doelmatigheid van gepantserde schepen in het helderst licht werd geplaatst. Het oordeel der commissie over den toestand onzer zeemagt luidt niet ongunstig, terwijl het oordeel over de wapening en het tuigaadje zeer gunstig is. De opleiding der zeeofficieren werd geprezen, als leverende goede resultaten. Omtrent 's Rijks werf te Willemsoord werd beweerd, dat door het graven aan het nieuwe dok, scheuren waren ontstaan aan de gebouwen. De voorraad in de magazijnen werd voldoende geacht. De admi nistratie aan de werven werd beschouwd als uitermate omslagtig, terwijl de middelen tot vereenvoudiging, met behoud eener noodza kelijke controle, steeds te vergeefs werden gezocht. "Verder spreekt het verslag van de zeemagt die ons land naar zijn oordeel ter verdediging der zeegaten zou behoeven, en brengt daartoe lc. Weinig diepgaande gepantserde verdedigingsvaartuigen; 2e. Gepantserde drijvende batterijen met stoomvermogenen 3e. Schepen van groote snelheid, geschikt om de zeegaten uit te loop'en, den vijand op de kust afbreuk te doen en eene lan ding te beletten of te bemocijelijken. Vervolgens wijst het verslag op de behoefte aan eene goede zee magt voor de verdediging van en de dienst in de overzeesche be zittingen, en openbaart de zienswijze, dat in Oost-Indie zouden moeten gestationeerd zijn: le. Een vier- of zestal groote stoomschepen; 2e. Eenige kleinere, maar toch krachtige stoomschepen, gedeeltelijk ingerigt om troepen aan boord te nemen; en 3e. Een zeker aantal kleinere raderstoombooten. Het derde Hoofdstuk van het Verslag handelt over de wijze van aanbouw van oorlogsbodems. Hierbij wordt opgemerkt, dat het wenschelijk mogt worden geacht slechts de kleinere vaartuigen op particuliere werven te doen bou wen, en de bouw van grootere bodems uitsluitend op de Rijks werven te doen plaats hebben. Het wensehelijke van het bouwen van oorlogschepen in Indie durft de commissie niet beslissen, maar zou zij door eene proefneming willen aangetoond zien. De Nederlandsche Industrieel bevat, onder het opschrift: „De doorgraving van Holland op zijn smalst," een zeer lezenswaardig artikel, betreffende genoemde aangelegenheid, waaraan wij het vol gende ontleenen: „Het behoeft geen betoog, dat de handel onzer zeesteden en vooral die van Amsterdam, niet in die mate vooruit gaat, als wenschelijk ismen is er algemeen van overtuigd en de middelen die men beraamt, om den tegenwoordigen toestand te verbeteren, leveren een voldoend bewijs daarvoor. Het plan, om Amsterdam in eene betere communicatie met de Noordzee te brengen, is, op zichzelven genomen, zeer juist, daar de handel eener plaats zich zal uitbreiden, naarmate hare ligging de voordeelen van een gemakkelijk verkeer aanbiedt. Maar, ten eerste, wij wenschen deze zaak niet slechts theoretisch te onderzoeken, maar ook na te gaan, of het graven van een kanaal door Holland op zijn smalst, den handel van Amsterdam zal doen herleven; en ten tweede, of van Rijkswege eenige subsidie voor deze onderneming moet verleend worden. Zoeken wij in de geschiedenis, zoo vinden wij, dat Amsterdam, ook zonder een kanaal door Holland op zijn Smalst, is groot ge worden, en dat zijn verval dagteekent van het verval onzer Repu bliek. Met het verlies van onzen politieken invloed in Europa gingen handel en nijverheid achteruit, en reeds lang voor dat het Noordhollandsch Kanaal onvoldoende bleek te zijn, had de amster- damsche handel zijn laagste standpunt bereikt, Onregtvaardig zou het zijn, indien de regering eenig geld voor het graven van een kanaal door Holland op zijn Smalst geeft. Wrat zou dit anders zijn dan eene bescherming van den amsterdamschen handel, die reeds op zoo verschillende wijzen bevoordeeld en boven de nijverheid beschermd wordt? Niets wordt er nagenoeg gedaan tot verbetering der nijverheid, de belastingen op de eerste levens behoeften worden niet afgeschaft, en de werkman wordt hoe langer hoe meer buiten de mogelijkheid gesteld om te verdienen. Daaren tegen wordt alles weggenomen, wat den handel belemmerthij wordt zelfs door de regering beschermd, i Wil Amsterdam eene betere communicatie met de Noordzee, dat 1 het zelf in die behoefte voorzie, en niet door een betrekkelijk zeer gering offer toone, dat het van het land offers verlangt, die het anderen niet wil brengen." Te Eijerland, op Texel, is beroepen, de heer H. A. Gillot, candidaat tot de Heilige dienst bij het provinciaal kerkbestuur van Zeeland. Men meldt ons van Texel, dd. 30 September: Gisteren is een schoener op de "Vüelandsche gronden geraakt.. Verscheidene visscherschuiten zijn reeds derwaarts vertrokken om adsistentie te verleenen. - In de algemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Landbouw te 's Gravenhage gehouden, is de heer jhr. mr. C. van Foreest tot voorzitter dier maatschappij gekozen. De algemeene vergadering zal in het volgende jaar te Haarlem gehouden worden. Zr. Ms. schroefstoomsehip 3de kl. Cornelis Dirks, komende van Curacao, is in den namiddag van 27 September ter reede van Hellevoetsluis binnengekomen. Het état-major bestaat uit den kapt-lnit. ter zee J. F. Koopman, commandant; den luit. ter zee 1ste klasse C. Eeg, 1ste officier; de luit. ter zee 2de kl. E. J. van der Sleyden en J. J. Le Eévre de Montignyde adelborsten 1ste kl. F. J. Beekman en II. Schotborgh; de offic. van gezondh. 2de kl. H. C. Steenbergen; de offic. van aclmin. 3de kl. F. T. Courier dit Dubicart en den scheepsklerk J. J. van den Berge. Ten gevolge van het vertrek van een OOtal korporaals van het te Kampen gevestigde instructie-bat. naar de inf. reg., dat eerst daags plaats zal hebben, zullen in de volgende maand, naar men verneemt, weder een gelijk aantal jongelieden, welke reeds voor eene admissie bij gemeld bat. aanzoek hebben gedaan, derwaarts worden opgeroepen, om bij gesehiktbevinding daarbij te worden in dienst gesteld. De jongste berigten uit Oost-Indie komen hoofdzakelijk op het volgende neder: Men verwacht te Batavia de invoering van een nieuw post-regle- ment, waarbij een uniform-port van 10 cents en eene dagelijksche postdienst worden bepaald. De berigten uit de Zuid- en Ooster- afdeeling van Borneo behelzen niets nieuws. Ofschoon men meent een goeden geest bij de bevolking te kunnen opmerken, treffen de troepen nog steeds rondzwervende muitelingen aan. Te Bandjermas- sin beginnen de zaken hoe langs hoe gunstiger te worden. Meer en meer komen de vroeger vijandelijke hoofden tot onderwerping.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 2