NIEUWEDIEPER COURANT. M 81 D O D li II I) .1 9 O C T O B li K. EN TWINTIGSTE JAARCANC. BINNENLAND. 1802. HELDER en NIEUWEDIEP, 8 October. HELDERSCHE Deze Courant wordt uitgegeven oj< zon dag en donderdag, des morgens ten acht uredoor A. A. BAKKER Cz. in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32. Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30. ii franco per post1.50. Enkele nommers0.10. "Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post directeuren. Adveütentien worden aangenomen tot Zaturdag en Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY, op de Laan aan den Helder, tot elf ure. De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iederen regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35. Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte, die zij beslaan. Brieven en Stukkeu franco aan den Uitgever. Gisteren namiddag is een voor de woning spelend kind, door eene vigilante, bij liet afrijden der Molenbrug, overreden en wel zoodanig, dat het wiel over de beide voetjes is gegaan. Na dadelijk ingeroepen geneeskundige hulp, is het gebleken, dat de ledematen niet gebroken maar zwaar gekneusd zijn. In den nacht van 6 op 7 dezer heeft een marinier, in be schonken toestand, in een woning alhier een ruit ingeslagen, waardoor hij zich ernstig aan den pols bezeerde, zoodat het bloed er bij stroomen uitliep. Door onmiddelijk verleende hulp van Dr. Kros, is de wond aaneen gehecht en de bloeding gestuit. Vervolgens is hij, ter verdere behandeling, naar het Marine-Hospitaal overgebragt. In de gisteren avond gehouden vergadering van aandeelhou ders en contribueerende leden, in het gebouw tot godsdienstige en zedelijke ontwikkeling in de Nieuwstad, zijn uitgeloot de aandeelen 11, 25, 53 en 96. Heden morgen heeft Z. Exc. de vice-admiraal Vogelpoot inspectie gehouden over het transportschip de Heldin. Den 11 dezer wordt op het wachtschip alhier overgeplaatst de off. van gez. 1ste kl. J. A. C. von Königslow, thans op Zr. Ms. korvet Prins Maurits der Nederlanden. Naar men verneemt, zal het bevel van Zr. Ms. fregat 2de ki. Prins Alexander der Nederlanden worden opgedragen aan den kapt. ter zee M. Cazaux van Staphorst. Op dien bodem worden mede geplaatst de navolgende officieren: de luits. ter zee 1ste kl. H. D. Slegt als 1ste officier, A. Jarman en jhr. T. L. Brantsen; de luits. ter zee 2de kl. J. M. L. A. P. Wirix, L. E. H. Tuckerman, G. C. C. Thierens en T. C. Gobée.- de off. van gez. 2de kl. A. de Meijer; de off. van gez. 3de kl. C. Enthoven; de off. van adm. lste kl. W. H. Toutlemonde; de adj.-adm. F. A. Erederiks, de scheepsklerk E. H. W. Wijnmalen, Z. M. heeft aan den lsten luit. oppervuurwerker bij de Marine, II. la Fors, den rang van kapitein bij liet corps Mariniers verleend. Door Z. M. zijn bevorderd, met ingang van 11 October a. s., tot luit. ter zee lste kl., de luit. ter zee 2de kl. E. J. van der Sleijden; tot luitenants ter zee 2de kl., de adelborsten lste kl. II. Quispel, jhr. S. F. T. de Vaynes van Brakell, P. J. Zaal, M. A. Medenbach, R. Wijmans, A. de Bruijne, T. Spree, J. Vriemoet Drabbe, A. R. A. von Bihl, II. A. de Smit van den Broecke, M. J. C. Lucardie, R. E. van der Loeff, L. M. L. de Haan en L. A. Dittlof Tjassens. Z. M. heeft o. a. herbenoemd en bij vernieuwing aangesteld tot plaatsvervangend kantonregter te Vianende heer A. de Wall Janssen. In een onzer vorige nommers deelden wij den hoofdzakelijken inhoud mede van een artikel, voorkomende in de Nederlandsche Industrieelbehelzende beschouwingen over de voorgenomen door graving van Holland op zijn Smalst. Dat artikel was door den schrijver ingezonden, en daar de redactie, aan het hoofd van de rubriek ingezonden stukken, steeds verklaart, dat zij niet altijd het gevoelen der inzenders onderschrijft, bestond er mogelijkheid van die zijde eene uitvoerige tegenspraak te hooren. Niet onbelangrijk is het artikel, in het jongste nommer van dat weekblad aan dat onderwerp gewijd, en voorzeker mag het ook ten aanzien van deze aangelegenheid gelden, dat om een onpartijdig oordeel te vellen, het vóór en tegen moet worden gehoord. Bij het mededeelen van een deel van den inhoud van het bewuste artikel, maken wij echter opmerkzaam, dat het weekblad, onder de leus „Licht, Kaarheid, regt, vrijheid," zich beweegt op het gebied van Nijverheid, Koophandel en Scheepvaart. Ter bevordering van meer gezonde begrippen omtrent Handel en Industrie en hare onderlinge verhouding, wijst de redactie op de zoozeer betreurde naijver tusschen die twee takken van volksbestaan. „Wanneer zal toch de tijd geboren worden," - zoo vraagt zij, - „waarin de handel tot de overtuiging zal komen, dat eene eigen krachtige industrie het middel is om zijn hoogste toppunt van bloei te bereiken, door de voortbrengselen van die nijverheid als ruilmiddel uit te zenden tot verkrijging van de producten der meest verwijderde landen? Wanneer ook zal de industrie leeren in zien dat, zoo zij zich niet geheel en al wil bepalen tot voorziening in de behoeften voor inlandsch gebruik, maar wil mededingen op vreemde markten, zij een krachtigen en bloeijenden handel behoeft, tot bereiking van dat doel? Die bestaande naijver geeft ook hier weder een voorbeeld, hoe twee krachten, die, vereenigd, bergen zouden verzetten, hare gege vens verspillen om elkander te bestrijden en te vernietigen." Verder wordt gezegd, dat het verval van den amsterdamschen handel, niet alleen door het verlies van onzen politieken invloed is ontstaan, maar dat de verbetering van den zeeweg naar Amsterdam geen gelijken tred heeft gehouden met den vooruitgang van de scheepvaart, en niet kon voorzien in de eischen des tijds. Ook wordt door de redactie gewezen op het bezwaar aan het overbrengen van een deel der lading in ligters verbonden, hetgeen om het kanaal te passeren steeds plaats hebben moet. Nog wordt aangetoond, dat, als zulk een betere gemeenschap niet noodig was, men ook wel voor het binnenlandsch verkeer aan trekschuiten en zandwegen genoeg had en geen stoombooten of spoorwegen behoefde. De bewering, des schrijvers van het eerste artikel, dat de voor- deelen van het Noordzee-kanaal uitsluitend voor Amsterdam zouden zijn, terwijl de geheele bevolking des lands hare belasting daarvoor zou moeten opbrengen, wordt door de redactie der moeite naauwe- lijks waardig geacht om te wederleggen. De Assurantie-Bodebevat het volgend berigt „Eenige couranten hebben berigten medegedeeld omtrent niet zeer loffelijke handelwijzen, die men onderscheidene Assurantie-Maat schappijen, bij den brand van Enschedé betrokken, toedichtte, met name, de Tielsche Maatschappij, de Onderlinge Brandicaarhorg- maatschappijonder directie van de Jong Sc Comp., en eindelijk de Adelaar. De bron, waaruit die berigten voortvloeiden, is bekend. Nogtans zal de Assurantie-Bode zich de moeite geven om in een volgend nummer het ongerijmde dier lasteringen in een helder licht te stellen." Het weekblad de Assurantie-Bodebevat nagenoeg in ieder harer, in een rubriek levend verbranden," onderscheidene berigten uit het buitenland, waarbij menschen, tengevolge van bekomen brandwonden, het leven hebben verloren. In het nommer van jl. Zaturdag vonden wij daarin vermeld, dat Mrs. Lindsev in Engeland door het vlam vatten van hare crinoline, onder smartelijke pijnen den geest heeft gegevendat te Stollberg, in Pmissen, door eene vonk, in een buskruidvat gevallen, vele personen gewond zijn, waarvan reeds eenigen overleden dat in Engeland eene dame, die in eenen gang eene brandende kaars voorbij ging, door het in brand raken harer crinoline, mede een prooi der vlammen is geworden. Met den 15 dezer worden de diensturen van het Rijks tele- graaf-kantoor te Pm-merend gewijzigd, en is dat kantoor op werk dagen van 9 ure voor- tot 3 ure namiddags en van 5 tot 7 ure

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 1