BUITENLAND.
Ik weet wel, men zal zeggen: zoo doende wordt tic arme huurder
ontlast en de rijke eigenaar van huizen getroffen, maar eilieve, zal j
dan de verhuurder niet meer vragen welke belasting hij en welke j
huur pro rato de huurder moet betalen, en wie betaalt dan de 1
verhoogde belasting? Dit is voor een dwarskijker niet moeijelijk
uit te maken.
Wat de voorgestelde belasting op de koffij en thee betreft, dit is
waarlijk een cadeau dat het rijk uit eigen beurs aan zich zeiven
doet: immers de opbrengst der koffij- en thee-veilingen vloeit in
's lands kas, en door deze producten te belasten, zal het rijk alleen
zooveel minder geld maken als de belasting bedraagtergo zou een
dwarskijker dit wel de zonderlingste zonderlingheid kunnen heeten;
maar zoo ver gaande, zou men zeggen, dat hij zelf veel te zonder
ling is, om dit te mogen beoordeelen.
Dat de schadelijke sterke dranken hooger zullen belast worden,
is zeer aanbevelenswaardig; alleen de Japannees zou kunnen vragen
als eene verhoogde belasting den volke niet nadeelig is, waarom
die dan niet zóóveel verhoogt, dat de niet schadelijke koftij en
thee vrij blijven?"
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft jl. Woensdag
eene openbare zitting gehouden. Daarin is onder anderen kennis
gegeven, dat door de afdeelingen zijn benoemd tot rapporteurs over
het wetsontwerp, tot verbetering der waterwegen van Amsterdam en
Rotterdam, de heeren van Bosse, van Heukelom, Fransen van de
Putte, van Goltstein en van Foreest.
Achtereenvolgens heeft de kamer, na korte discussiën, aangenomen
de volgende wetsontwerpen: 1. tot wijziging van de begrooting
voor de gestichten te Ommerschans en Veeuhuizen, dienst 1862;
2. tot vaststelling der begrooting wegens den arbeid der gevangenen
voor 1863; 3. tot onteigening van perceelen, ten behoeve van
den spoorweg van Roermond naar Venlo; 4 tot onteigening van
perceelen ten behoeve van den spoorweg van Tilbury naar Boxtel;
5, tot vaststelling der begrooting voor de algemeene landsdrukkerij
Nadat, op voorstel van den heer van Nispen, was besloten, om
de stukken tot inlichting omtrent gebeurtenissen te Cheribon uit
het Maleisch te doen vertalen, ging de vergadering tot nadere
bijeenroeping uiteen.
Dezer dagen is door het departement van Marine aan de
maatschappij de Atlas, te Amsterdam, aanbesteed de levering van
een stel stoomketels en toebehooren, bestemd voor Zr, Ms. rader
stoomschip 1ste kl. Ardjoeno, voor de som van 49,998.
Den 9 dezer is aan het Provinciaal Gouvernement te Haarlem
publiek aanbesteed 1. Het afbreken der bestaande onderwijzers
woning, het bouwen eener nieuwe school en het inrigten der be
staande school tot onderwijzers-woning, tc Hypolituslioef, op het
eiland Wieringen. Minste inschrijver was de heer J. Poppe, voor
10,210; .en 2. Het driejarig onderhoud tot 1 Oct. 1863 van de
Ileldersche zeewering en van de gebouwen en toestellen in het
Landshok aan den Helder. Minste inschrijver was de heer J. B.
Janzen Ez., voor 6875.
Op Donderdag den 16 October a. s., des namiddags ten 2|-
ure, zal, onder nadere goedkeuring, aan het provinc. Gouvernement
van Noord-Holland, te Haarlem, worden aanbesteed:
Het tweejarig onderhoud van de Willemsluis-haven c. a. en van
het Noordhollandsch kanaal, tusschen de Willemsluis en Buiksloot,
van 1 November 1862 tot 1 November 1864.
Beroepen tot leeraar bij de Doopsgezinde Gemeente te Alkmaar,
de wel-eerw. heer J. Julius, predikant te Monnickendam.
- Beroepen tot predikant bij de Hervormde Gemeente te Winkel,
(class. Alkmaarde wel-eerw. heer A. C. H. Calkoen, predikant te
Zuid-Zijpe.
De barbier W. te Delft, jl. Diugsdag, na het gebruiken van
zijn middagmaal, een luchtje willende scheppen, verliet zijn huis in
de Vandermastenstraat en wandelde den Yerwersdijk op, toen hem
aldaar, van de overzijde der gracht, door eene vrouw werd toege
roepen, dat zij meende, in zijne nabijheid een mensch in het water
te zien liggen. Dadelijk snelde hij naar de aangewezen plaats, greep
een meisje, dat voorover in het water lag, bij hare rokken en had
het geluk, haar nog levend, ofschoon in bewusteloozen toestand, op
den wal te brengen. Men zal zich zijne verbazing kunnen voor
stellen, toen hij in de geredde zijne veertienjarige dochter herkende,
die, bij het scheppen van een emmer water, voorover in de gracht
was gevallen.
Terwijl men in onderscheidene gemeenten, waar voor langer of
korter tijd de kermis of jaarmarkt had afgeschaft, thans weder be
sluit om zoodanig volksfeest te doen plaats hebben, wordt uit
Doesborgh bcrigt, dat de godsdienstleeraars der Hervormde, Luther-
sche, Christelijke Afgescheidene, Roomsch Katholijke en Israëlitische
gezindheden zich bij adres hebben gewend tot den gemeenteraad,
om de kermis aldaar af te schaffen. Eenparig wijzen adressanten
op het belang voor godsdienst en zedelijkheid, gelegen in de af
schaffing van vermaken, die slechts strekken om eene toomelooze
losbandigheid aan te kweeken of te bevorderen.
Dezer dagen is door een arbeider, bezig met spitten in den
tuin van den winkelier v. E. te Ellen, een geraamte van een man
opgedolven, liggende tusschen twee planken. Aangezien voor ruim
een jaar aldaar een nog al gefortuneerd persoon uit Oost-Iudie is
komen wonen, maar eensklaps spoorloos verdwenen was, zoo ver
moedt men, dat deze twee zaken met elkander in naauw verband
staan.
Onze lezers zullen zich voorzeker nog herinneren de curieuse
berigten, in der tijd door ons medegedeeld, betreffende den twist te
Ellecom, en de daaruit voortvloeiende tafereelen in de kerk der
Hervormde gemeente aldaar. Ook maakten wij melding van de
klagten door den eenv. kerkeraad tegen den predikant der gemeente
ingebragt. Thans, nu we in staat zijn het vervolg en slot der
geschiedenis tc kunnen mcdedeelen, meenen we de vermelding er
van onzen lezers niet te moeten onthouden.
Het geheel der klagten schijnt meer bepaald van drie kerkeraads-
leden te zijn uitgegaan. Deze hebben van het klassikaal bestuur de
verzekering ontvangen, dat hunne aanklagten, na genoegzaam weder-
legd te zijn, waren ter zijde gelegd. Omtrent de laatste aanklagt,
als zoude de predikant ƒ100 aan de diaconie hebben onthouden
of ontvreemd, wordt door genoemd bestuur verzekerd, dat alle
wettig bewijs voor het bestaan dier schuld ten eenemale ontbreekt.
Het klassikaal bestuur geeft aan de beschuldigers te kennen, dat
zij zeer berispelijk hebben gehandeld, door van eene stellige schuld
des predikants te gewagen, terwijl zulks door niets bewezen wordt
het heeft hen vermaand zich van verdere insinuatièn te onthouden
en den hoogst ongepasten toon gegispt, waarop die aanklagers op
den eisch, om bewijs voor die aanklagt te leveren, aan het kerkelijk
bestuur hebben geantwoord.
-Berigten uit Suriname maken melding van den indruk, dooi
de aanneming van het wetsontwerp, tot emancipatie der slaven in
de West-Indische koloniën, aldaar teweeggebragt. Het schijnt, dat
daardoor eene groote bedrijvigheid onder de eigenaars der plan-
taadjes zal ontstaan. Reeds begint men daar intezien, welk eene
groote verandering er komen zal, als de slaven in vrije arbeiders
worden herschapen. Er worden ook al maatregelen bedacht, om
arbeiders van elders, b. v. uit de staten van Noord-Amerika, te
verkrijgen. Men gelooft aan eene gunstige wending der zaken, in
het belang van den bloei der kolonie.
Met het oog op de weldra te wachten terugkomst van keizer
Napoleon in zijne hoofdstad en zijne zamenkomst met den president
van den italiaanschen ministerraad, ziet men thans de ontruiming
van Rome door de fransche troepen als kort aanstaande te gemoet.
De fransche officieren, die aldaar verblijf houden, schijnen er reeds
op te rekenen, spoedig naar hun vaderland terug te zullen keeren.
Dat die verwachting niet worde beschaamddat de maatregel,
eenmaal uitgevoerd, gewenschte gevolgen opleveren moge; dat de
staatkundige bloei van het schiereiland daardoor bevorderd worde
dit zijn voorzeker de beste wensehen van ieder, die verlangt naar
rust en vrede.
De aandacht is in de jongste dagen bijzonder gevestigd op de
Garibaldi-meetings in Engeland. Daarin openbaart zich de volks-
meening zoo sterk ter gunste van den italiaanschen held niet alleen,
maar ook van Italië zelve, dat het niet kan uitblijven of dat ge
voelen zal zich wel in de buitenlandsche staatkunde der engelsche
regering te eeniger tijd openbaren. Geen wonder, dat de fransche
bladen zich weinig gunstig of in het geheel niet uitlaten over die
krachtige openbaring van de denkwijze der engelsche natie, die
zich weinig geneigd betoond vorstengunst te bejagen, of in het
omhelzen en aankleven van staatkundige gevoelens aan den leiband
van anderen te gaan. Gelukkig het land, waar zoo groote mate
van vrijheid bestaat, dat men ronduit zijn gevoelen openbaren kan.
Pruissen loopt gevaar om in deze dagen van de lijst der consti
tutionele staten te worden afgevoerd. Dat werkelijk zulk een gevaar
dreigt, blijkt uit de verklaring des ministers, dat de regering, bij
het volhouden der oppositie, hare theorie tegenover die der volks
vertegenwoordiging zoude stellen. Deze theorie is, naar men ver
zekert, niets anders dan eene opvatting van het artikel der grond
wet, dat voorschrijft, dat er eene begrooting bij de beide huizen
moet worden ingediend. Dit sluit niet in, zoo prediken de minis
ters, dat die begrooting nu juist zou behoeven te worden goed
gekeurd. Ingezonden hebben ze eene begrooting, de goedkeuring
hebben ze wel is waar niet kunnen verkrijgen; geen nood, zij
zullen nu slechts op het ingediende budget voort regeren.
In Noord-Amerika heeft de heer Lincoln, president van het
Noorden, door zijne proclamatie nieuw leven en beweging veroor
zaakt. Maar niet slechts in Amerika, ook in Europa worden die
gesproken woorden ernstig overwogen. De omstandigheid, dat door
den president de vrijmaking der slaven van het Zuiden wordt ge
proclameerd, doet het bang vermoeden versterken, dat die van het
Zuiden dan ook in het welbegrepen eigenbelang den oorlog tot het
uiterste toe zullen doorzetten. Men keurt het af in den president,
dat hij, door dat beginsel op den voorgrond te plaatsen, iedere
stap tot verzoening en beëindiging der geschillen totaal onmogelijk
heeft gemaakt.
- De uitmuntende Belgische violoncellist, Jules Deswert, zal
zich, alvorens naar Rusland te vertrekken, in eenige steden van
Nederland doen hooren.
-In ons vorig nommer werd melding gemaakt van het eerlijk
en edelmoedig gedrag van den Belgischen soldaat-muziekant Watrin,
die, eene portefeuille met 45,000 francs aan bankbiljetten gevonden
hebbende, zelfs geene belooning wilde aanvaarden van den verliezer,
een brievenbesteller. Den 9 dezer is genoemde soldaat door den
kolonel Dens, bij eene inspectie, voor het front van zijn regiment
geroepen, waar hij hem met zijn edel gedrag geluk wenschte en de
hand drukte, onder de betuiging, dat het gedrag van Watrin het
geheele regiment tot eer verstrekte.
- Het Journal du Loire verhaalt het volgende:
Een kleine kapitalist woonde zeer stil in de omstreken van
Orteanshij bebouwde zijn tuin en bemoeide zich verder met niets.
Eenige dagen geleden schreef hij aan zijn agent de change te Parijs
om honderd aandeelen in het Crédit Mobilier voor hem te verkoopen
en gaf den brief aan zijne dienstmeid, die verlof had gevraagd om
hare tante te Orleans te bezoeken, mede, inet last dien in de
brievenbus te steken. Het toeval wilde, dat die tante geene vrouw,
maar ecu tamboer-maltre bij het regiment linietroepen was. Er werd
zooveel gekust, de tijd vloog zoo snel om en bovendien waren er
nog al eenige glazen likeur gedronken, zoodat het meisje in het
j geheel niet aan den brief dacht. Eerst twee dagen daarna vond zij