BUITENLAND.
notulen, werd. overgegaan tot liet nazien en opmaken der lijsten van
in dienst gestelde personen, overeenkomstig art. 10 der verordening
op het brandwezen. Vervolgens werd door den opperbrandmeester
verslag gedaan van het beproeven der verschillende spuiten, door
hem op 3, 4, 9 en 10 October jl. verrigt, en waarbij gunstige
resultaten waren verkregen, terwijl de kleine gebreken, die er waren
opgemerkt, terstond geheel waren hersteld. Nadat de opperbrand-
meester de leden had opmerkzaam gemaakt op een en ander, bij
voorkomenden brand, door hen te verrigten of in liet oog te hou
den, werd door hem deze vergadering met eene gepaste toespraak
besloten.
Gedurende de verloopene week zijn van deze gemeente naar
Engeland uitgevoerd: 42 Runderen, 2 Kalveren en 835 Schapen.
Naar wij vernemen, zal op a, s. Zondag eene buitengewone
vergadering gehouden worden door het gezelschap Ernst en Scherts.
Onder meer andere sehoone stukken zal in deze vergadering worden
voorgedragen'uur, van Laurillardde Wraak, dramatische schets
van P. C. J. Meijs; Tante Trui. blijspel in een bedrijf; verder:
de Boterham, Nachtbeschoiming en Men kan 't niet beteren.
- Naar wij vernemen, zullen op a. s, Vrijdag 24 dezer, de his
torische voordragten weder aanvangen in het kerkgebouw der Her
stelde Evang. Luthersche gemeente alhier.
Binnen weinige dagen zal van Hellevoetsluis naar hier ver
trekken Zr. Ms. schroefstoomschip Apeldoorn, kommandant luit.
ter zee 1ste kl. Hugenholtz, om alhier verder voor de reis naar
Batavia in gereedheid te worden gebragt. Plet schip is in het
drooge dok te Hellevoetsluis van eene nieuwe kiel voorzien en heeft
die herstellingen ondergaan, die niet anders dan in een droog dok
konden plaats hebben. He verdere reparatiën zullen alhier geschieden.
Aan de examina, die in de volgende maand te 's Gravenhage
zullen plaats hebben voor den rang van 2den luit. bij het leger hier
te lande, zullen 10 onderofficieren deelnemen van het 7de reg. Infanterie.
Aan het departement van Marine werd bij de op 15 dezer
gehouden aanbesteding toegewezen, de levering van 10 last roode
en 10 last zeenwsche tarwe, beiden aan den heer van der Tak te
'sJïage, resp. voor ƒ299 en ƒ280.90 per last, en dc levering van
6 last rogge, aan de heer M. de Geer te Gorinchem, voor ƒ232.90
per last.
Door het Prov. bestuur van Noordholland is den 10 dezer
bij enkele inschrijving aanbesteedhet tweejarig onderhoud van de
W illemsluis-havcn c. a. en van het Noordholiandsche kanaal, tus-
schen de Willemsluis en Buiksloot, van 1 Nov. 1862 tot 1 Nov.
1864. Minste inschrijver de heer C. de Jongh, te Ameide, voor
10,800 per jaar.
In de redevoering van den minister van Financiën, gehouden in
de vorige maand, ter gelegenheid van de aanbieding van de be-
grootingswetten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, komen
de volgende zinsneden voor, betreffende de voorgestelde verhooging
der belasting op het gedistilleerd
„Mogt door eene verhoogde belasting een vermeerderd gebruik
van sterken drank ontstaan, ik zou dit eene groote aanbeveling van
den voorgestelden maatregel achten. En ik zou mij geluk wenschen,
als wij door eene prijsverhooging van dat bedwelmend vocht, wei-
ligt menigeen konden tot nadenken brengen, die thans nog door het
misbruik van sterken drank een zee van jammeren om zich verspreidt.
Het verlies, dat de schatkist op deze wijze leed, zou zij dubbel
terugvinden in de meerdere welvaart, die er het gevolg van zou zijn."
Uitvoerige mededeelingen, door de redactie der AssurantieBode,
betreffende de vergoeding van brandschade te Enschedé, doen blij
ken, dat aldaar in eenige mate de neiging is werkzaam geweest-,
om zooveel mogelijk te profiteren van de ramp, door eene zoo hoog
mogelijke schadevergoeding te erlangen. Volgens gegeven verzekering,
is door de directiën der brandwaarborg-maatschappijen aldaar met
stipte regtvaardigheid te werk gegaan.
Uit Haarlemmermeer schrijft men aan de Amst. Ct., dd. 15 Oct.:
/Heden waren wij getuige van het in werking brengen van den
eersten stoomploeg in Nederland. Den voor den landbouw zoo zeer
ijverenden eigenaar van de Badhoeve te Haarlemmermeer, den heer
Amersfoordt, komt de eer daarvan toe. Wij hadden niet het ge
noegen, zoo in de onmiddelijke nabijheid te zijn, om van alle
deelen der machine met juistheid eenigermate de uitvoerige werking
te kunnen opgeven, maar zijn toch overtuigd, dat het ploegen door
stoom snel en deugdelijk kan geschieden, cn voorzeker op zware
gronden de voorkeur verdient boven het ploegen met paarden,
namelijk waar groote uitgebreidheid van land een zoo kostbaar
werktuig toelaat. Wij wenschen den geaehten eigenaar der Bad
hoeve geluk met deze eerste welgeslaagde proef."
- Men schrijft uit Vianen, dd. 12 October, aan dc Kerkelijke
Courant het volgende
„Voor deze gemeente was het heden een blijde dag. Zij mogt de
vacature, ontstaan door het vertrek van haren geaehten leeraar, den
heer E. Schouten, naar Veenendaal, weder vervuld zien. De heer
F. D. J. Moorrees, laatstelijk predikant aan den Helder, werd
daartoe in de voormiddag-godsdienstoefening tot haar ingeleid en
bevestigd, bij afstand van den consulent, door zijnen vader, den
heer W. H. Moorrees, pred. te Hummelo, die bij deze gelegenheid
de hooge waarde van het Evangelie ontvouwde naar Rom. I 16«, b.
Des middags aanvaardde de bevestigde zijn dienstwerk onder ons
met eene welsprekende rede over 2 Tim. 1:7.
Dc talrijk opgekomen schare en zeer veel ambtsbroeders gaven
door hunne tegenwoordigheid blijken van hunne belangstelling in
die plegtighcid.
Het werk van den nieuwen Evangeliedienaar moge, met dat van
zijnen ambtgenoot, onder 's Heeren zegen, velen tot heil verstrekken!"
-- De wel-eerw. heer Knappert, predikant bij de Hervormde
gemeente te Gros/huizen en Avenhorn, is beroepen tot predikant bij
de Hervormde gemeente te Harlingen.
Dc regtbank te 's Hertogenbosch, heeft den 16 dezer uitspraak
gedaan in de zaak van Mr. van Baerle, te Breda, en hem, tegen
veler verwachting, veroordeeld tot 3 maanden cellulaire gevangenis,
en dit wegens het met woorden belcedigen van een magistraats
persoon van het regtsbewind, in de uitoefening zijner functiën.
Verder heeft het Prov. Geregtshof de persoon van Frans van
Heugten, schuldig verklaard aan moord, gepleegd met voorbedach
ten rade, en hem veroordeeld tot de straffe des doods, uit te voeren
op een der openbare pleinen van de stad 's Hertogenbosch. De
voorzitter sprak den veroordeelde toe, zeide dat hein nog de cas
satie van het arrest en het verzoek om lijfsgenade overbleven was, dat
beide middelen hem echter niet zullen baten, maar dat hij alleen
troost in de godsdienst zoeken moest. Van Heugten was niet in
het minst aangedaan. Hij heeft verklaard, van dc cassatie af te zien.
-- In de vorige maand werd de Militaire Academie te Breda
vereerd met een bezoek van den franschen luitenant-kolonel de la
Barre Duparc, directeur van de militaire school te St. C'gr.
Omtrent de kerkelijke twisten te Ellecom wordt nog gemeld,
dat de notulen der kerkeraadsvergadering- van 15 November 1859,
waaruit zou moeten blijken, dat de predikant ten behoeve van de
armenbedeeling der gemeente eene voorwaardelijke verbindtenis heeft
aangegaan, en welke notulen door den predikant zeiven zijn ge
schreven, in zoodanig onleesbaar schrift zijn ter neer gesteld, dat de
eerw. heeren leden des kerkeraads niet hebben kunnen slagen, die
aanteekeningen te ontcijferen. De aanklagers van den predikant
hebben thans verklaard, nog volstrekt niet te berusten in de afwij
zende beschikking van het klassikaal bestuur, in afwachting van een
afschrift der onleesbare notulen.
Bij eene vermelding van het staatkundig nieuws uit het buiten
land kunnen wij thans zeer kort zijn. I)e zaak van Italië ligt nog
steeds in het duister, terwijl de zamenkomst van keizer Napoleon
met zijne ministers te Saint-Cloud, weinig of geen licht over deze
zaak heeft te voorschijn gebragt. Alleen heeft 's keizers vriend, de
Persigny, dezer dagen verzekerd, dat eene sinds 800 jaren bestaan
hebbende zaak (de wereldlijke magt des pausen) moeijelijk in 8 dagen
omvergeworpen kan worden zonder groote schokken.
De jongste berigten uit Frankrijk maken melding van de aftre
ding van den heer Thouvenel, minister van buitenl. zaken en van
zijne vervanging door den heer Drouin de Lhuys. Voorstanders van
de oplossing der italiaansche quasstie betreuren die vervanging,
omdat de heer Thouvenel bekend stond als ijverig voorstander van
het jonge Italië, terwijl van zijn opvolger juist het tegendeel wordt
verzekerd. Tegelijk wordt berigt, dat nog meer ministers zullen
aftreden.
Het meest van belang is de toestand van Pruissen. In eene weinig
benijdenswaardige positie bevindt zich aldaar het bestaande minis
terie, tegenover de vertegenwoordiging en het volk. Het Huis der
Afgevaardigden blijft zijne strikt wettelijke houding tegenover het
bewind handhaven en kan daarbij rekening maken op de onder
steuning van de groote meerderheid der natie. De buitenlandsche
bladen scharen zich verreweg voor het grootste deel op de zijde dei-
liberalen, en veroordeelen de handelwijze van het ministerie, dat
alzoo, voor de regtbank der publieke opinie tegen zijne aanklagers
wordt in het gelijk gesteld. Wat het gevolg zal zijn van deze crisis,
is nog niet te voorzienzeker is het evenwel, dat de onverzettelijke
houding der regering, langs dien weg, tot oproerige tooneelen zou
kunnen aanleiding geven.
In de bijeenkomst der engelsche ministers, in den loop dezer
maand te houden, zal, zoowel de italiaansche, als de amerikaansche
qufestiè worden besproken. Mogen de handelingen van dat gou
vernement, gesteund door de verlichte zienswijze dier natie, er toe
leiden om den vrede der wereld zooveel mogelijk te bevorderen, ook
in het belang van handel en nijverheid
-Het volgende geval mag inderdaad wonderlijk genoemd wor
den Eene jufvrouw in Belgie, vernemende, dat haar broeder, een
jong officier, vertrokken was, zonder tc zeggen waar hij ging, of
zonder iemand van zijn vertrek te verwittigen, riep uit: „Hemel,
hij zal met de wedren mededingen en er zal hem een ongeluk over
komen!" Zonder een oogenblik te aarzelen, of naar iets te willen
luisteren, voorzag zij zich van linnen en pluksel, vertrok langs den
spoorweg en hield eerst stil aan de plek, waar de wedren plaats
had. Aldaar vernam zij, dat er een officier van zijn paard gevallen
en gewond was. „Het is mijn broederriep zij uit en liep er
heen om hem hulp te bieden. En wie zou het gelooven het was
inderdaad haar broeder, die aan de wedren had deelgenomen en
die men nu gekwetst op een berrie aanbragt.
Verleden week kwam, zoo vermeit het Journal de Liège
een bruidspaar voor den ambtenaar van den burgerlijken stand op
het raadhuis te Luik, ten einde in den huwelijken stand te worden
opgenomen. Nadat de ambtenaar beiden had afgevraagd hun naam,
voornaam, datum en plaats van geboorte, zeide hij hun, dat hij ze
niet kon trouwen. Waarom niet? vroeg een hunner. „Omdat gij
beiden tot het mannelijk geslacht behoort," antwoordde de ambte
naar. „Het tegendeel kan ik u wel bewijzen," zeide de bruid.
En ik," hernam dc ambtenaar, ik ga alleen af op de registers
en die vermelden, dat op 27 Sept. 1837 geboren is te Georges
Gilles R. en niet Géorgine R.zoo als gij u noemt." Zou het
niet, om zulke tooneelen te voorkomen, raadzaam zijn om de hand
te houden aan art. 55 van het Wetboek, dat voorschrijft, dat het kind
moet vertoond worden aan den ambteraar van den burgerlijken stand?
Wij vernemen het volgend, hoogst belangrijk berigt voor de
dames. Dc crinoline is een nieuw tijdperk van vervolkomening
ingetreden, die haar waarschijnlijk behoeden zal tegen zamenzwerin-
gen, hoedanig eene dezer dagen op de theaters in Duitschland het
onderwerp uitmaakt van een voortreffelijk geschreven blijspel. Men