BUITENLAND. aanleg der havendaamieu genoegzaam is verzekerd en dat de diepte, voor de groote scheepvaart gevorderd, tusschen die dammen ver kregen en behouden kan worden. I)e heer van Bosse wijst in eene Memorie van Toelichting op het onzekere van de uitvoering van het voorgedragen werk en op de groote kosten, voor het Kijk daaraan verhonden. Daarom wil hij het werk, ter besparing van kosten, door den Staat zelve hebben uitgevoerd en langs den partiëlen weg, door hein aangewezen, geen geheel onzeker pad bewandelen, daar men, bij het bestaan der havendamtnen aan de Noordzee, een gegrond oordeel over den vermoedelijken uitslag van het gansche werk zal kunnen vellen. „Mislukt de proef' zoo merkt de voorsteller op „dan zal er eenig kapitaal zijn opgeofferd, maar men zal het gevaar vermeden hebben, dat nu den Staat dreigt; het gevaar namelijk, dat hij, bij mogelijke mislukking, zeer waarschijnlijk nog hoogst aanzienlijke uitgaven te doen zal hebben, om de gevolgen van het mislukken weg te nemen: uitgaven, die dan voorzeker in de hoogste mate onwelgevallig zullen zijn." De sedert eenige jaren bier te lande bestaan hebbende Maat schappij ter bevordering van de afschaffing der slavernij, is tlians, uit hoofde der vervulling van hetgeen door de vereeniging werd ge- wenscbt, voor ontbonden verklaard. Naar men verneemt, zal de zaak van den voormaligen bur gemeester van Urk, 2 Dee. a. s. voor bet hof in Noordholland worden behandeld. - Uit Amsterdam, verneemt men het berigt, dat aldaar, even als in vele steden van Frankrijk en Duitschlandweldra volksconcerten zullen tot stand komen. Naar men meldt, is de Amsterdamsche afdeeling der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst van plan, nog in deze maand een groot volks-concert te geven, toegankelijk voor alle standen, mits zij slechts op toereikende medewerking van de zangers daar ter stede kunnen rekenen. Wij hopen, dat zij daarin even goed mogen slagen als in de oprigting harer zangschool, en dat hare pogingen, met opoffering van moeite en kosten, ten alge- meenen nutte aangewend, een schitterenden uitslag mogen hebben. Te Haarlem heeft dezer dagen een wedstrijd van metselaars plaats gehad, waarbij prijzen en premiën waren uitgeloofd voor het vlug en net opmetselen van muurvakken. Als een bewijs, hoe het kwaad bijna altijd aan het licht komt, wordt uit lieerde Overijsselhet volgend merkwaardig voorval vermeld Een boerenknecht had zijnen heer, die hem eene berisping gaf, een slag met eene greep op den arm gegeven en toen hij zag dat die slag erger was aangekomen dan hij gedacht had, vervolgens den schedel verbrijzeld. Het hoofd der policie deed ijverig onderzoek, maar niet gemakkelijk was bet den dader te ontdekken, daar de wijze waarop het gebeurde, toen nog onbekend en niemand er bij tegenwoordig geweest was. Op den dag waarop het lijk van den verslagene werd ter aarde besteld, dronk de knecht echter wat veel jenever, en liet bij zich ontvallen, dat hij nog nooit zulk een plei- zierigen dag had gehad. Vervolgens ging hij naar het land om zijne werkzaamheden te hervatten en zeide met de greep in de hand, lagchend„ie zult mie toch niet verklikken." Dit werd door een paar voorbijgangers gehoord, aan den burgemeester medegedeeld en gaf aanleiding tot zijne arrestatie. Een daglooner te Beekbergen dezer dagen, later dan ge woonlijk, van zijnen arbeid te huis komende, ontving van zijne vrouw, met wie hij sedert een paar jaren is gehuwd, zijn middag eten, hetwelk zij tot dat einde voor hem had bewaard. Naauwelijks aan het eten zijnde, gevoelde de man zich onpasselijk en zette het geregt ter zijde. Zijne ongesteldheid met ieder oogenblik vererge rende, werd er terstond geneeskundige hulp ingeroepen en ontstond er weldra vermoeden van vergiftiging. Door tijdig aangewende hulp gelukte het echter, den lijder te behouden en besloot men weldra een onderzoek in te stellen naar de bestanddeelen van het reeds genuttigde, doch nu wedergegeven voedsel. Wat dit onderzoek heeft aan het licht gebragt, is nog niet met genoegzame zekerheid te bepalenalleen bevestigt zulks reeds eenigzius het opgevatte vermoeden. Zijne vrouw is terstond in bewaring genomen en ondervraagd zij heeft eene verklaring afgelegd, die zeer tegen haar getuigt, en is zelfs zoo verre gegaan, dat zij iemand heeft genoemd, waarmede zij, zoo het schijnt, in ongeoorloofde gemeenschap verkeerde. Die man, zelf gehuwd en vader zijnde, insgelijks moetende getuigen, ontkent ten striktste de verklaring der vrouw, „dat hij aan haar eenig vergif zoude hebben ter hand gesteld," alsmede, „dat hij haar beloften van trouw deed," die onmogelijk te houden waren, tenzij hij op zijne beurt een even groot kwaad bedreef. Hoe het zij, dit geval wekt algemeene verslageuheid, te nreer, daar de beschuldigde man vader is van een talrijk gezin, eene zorgende en oppassende vrouw heeft en eene openbare betrekking bekleedt. Onlangs werd te Wolf aartsdijk (provincie Zeeland1), een mo ment onthuld, opgerigt ter nagedachtenis van den grooten god- erde, geschiedschrijver en oudheidkenner Dr. Johan Ab. Utrecht Dresselhuis, in leven predikant en districts-schoolopziener aldaar. Het monument, ter hoogte van acht voet, bestaat uit een arduin- steenen piëdestal, op welken zich eene vierkante zuil verheft met vier marmeren spiegels, waarop met gulden letters gepaste inscriptiën. Boven op de zuil verheft zich het symbool des geloofs en der hope, met den liefdekrans omstrengeld. Regts daarvan eene ontrolde kaait van Zeeland, links een Bijbel, waarin de spreuk is gebeiteldDe gedachtenis des regtvaardigen zal in zegening zijn." Een vreeselijk ongeval heeft dezer dagen in Limburg plaats geliad. Bij een gevecht tusschen zekeren persoon S. en ecnen man, met name Boeker, verkreeg de laatste van den eerstgenoemden een beet in den vinger, welke wond den dood van den laatsten ten gevolge had. In de eerste dagen leed Boeker aan zijne wond de hevigste pijnen. Langzamerhand weiden deze minder, doch de gewonde vingei begon hevig te zwelleu, later de geheeie hand ea eindelijk zelfs de geheeie arm. In den nacht van 11 op 12 Nov. kreeg hij, ten gevolge van dezen beet, eene hevige koorts, waarin hij op eene verschrikkelijke wijze lilde. Hij sloeg en beet als een waanzinnige om zich heen, met het schuim voor den mond, ver scheurde het bed en slingerde alles van zich af, sprong op de tafel en vernielde stoelen en andere voorwerpen, in 't kort, hij was een dol menscli gelijk. Na zulke verschrikkelijke oogenhlikken, was hij ook soms weder kalm en helder; de kwaal werd echter hoe langer hoe erger, zoodat men genoodzaakt werd, den zieke het dwangbuis aan te trekken en hem door 4 of 5 man te laten be waken. In den nacht van Zondag op Maandag jl. werd echter de ongelukkige door een zuchten dood uit zijne ellende verlost, nadat hij nog kort te voren, in een helder oogenblik, aan zijn vijand vergiffenis geschonken en vurig gebeden had. Italië, Griekenland, Duitschland en Boord-Amerika leveren in de jongste dagen eenige stof tot opmerken: Italië heeft nog altijd het ministerie Batazzi aan het bewind, ofschoon het gerucht is verspreid, dat bij den koning het plan bestaat, om aan den heer Kicasoli de vorming van een nieuw kabinet op te dragen; - Griekenland, aan welks troon de beschermende mogendheden, als om strijd, een vorst w illen opdringen, terwijl Rusland en Frankrijk voor een te grooten invloed van Engeland hij de troonsbestijging van prins Alfred en Engeland voor den invloed van de beide andere rijken vreest, indien de her tog van Leuchtenherg den ledigen zetel inneemt; Duitschland, waar de regering van Keur-Hessen zich bij de bevolking even zoo min bemind weet te maken als de pruissische regering' dit bij hare onderdanen weet te doen; - Noord-Amerika, waar ernstige stemmen opgaan, vermanende en smeekende om den vernielenden krijg te staken en het er voor te houden, dat het Zuiden en Noorden twee verschillende nationaliteiten zijn, voor wie een scheiding niet dan weldadig mag heeten. De fransche Moniteur heeft dezer dagen de nota medegedeeld, door den minister van Buitenlandsche Zaken, nopens de romein sche quaestie, aan liet Turijnsche kabinet gezonden. De fransche rege ring verklaart daarin, dat ltalië's regt op Rome als hoofdstad louter eene illusie is. De regering des keizers poogt die harde waarheid onder een eenigzins behagelijk kleed te verbergen, met de verzekering, dat zij er naar streeft, om eene verzoening tusschen partijen te bewerken. De keizer van Oostenrijk heeft in de jongste dagen amnestie verleend aan alle door de militaire regtbanken in Hongarije ver oordeelden, wegens politieke misdrijven, alsmede aan alle in het vaderland teruggekeerde vlugtelingen, terwijl de nog bij die regtbanken aanhangige geregtelijke instructiën zijn opgeheven. Wenschelijk is liet voor de regering, dat deze vredelievende daad eene toenadering te weeg brenge tusschen haar en hare Hongaarsche onderdanen. Frankrijk geeft zich tegenwoordig veel moeite, om nieuwe betrekkingen met andere werelddeelen aan te knoopen of op meer geregelden voet te brengen. De correspondentie van Marseille via Suez naar China, hebben wij reeds vroeger genoemd; wij moeten daarbij nog vermelden de regtstreeksche gemeenschap met Netc-Tork over Hdvre; die met West-lndië over Nantes; met Brazilië over Bordeaux en Marseille. Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1429 sterf gevallen en 1904 geboorten plaats gehad. -In den ochtend van 18 dezer, tusschen 2 en 3 ure, werden kapt. John Peter Sweden en de stuurman Peter Lawson, heiden van een in de doks te Londen liggend Noorweegsch schip, door drie Nederlandsche matrozen, die onderling twist hadden en waar naar genoemde personen stonden te kijken, met messen zoo hevig gewond, dat zij in bedenkelijken toestand verkeeren. De daders zijn tot nog toe niet in handen der policic. Bij eene dezer dagen te SoutJiampton gehouden verkiezings vergadering is het nog al ruw toegegaan. Terwijl eene zaal van het Dolphin Ilótel gevuld was met belangstellenden, geraakten de partijen handgemeen; banken, stoelen, enz. werden verbrijzeld en een 20tal personen, die zich op een verhoogden vloer bevonden, werden van daar gedrongen en onder het publiek in de zaal ge worpen. En dit alles geschiedde in tegenwoordigheid van den lord-mayor van Londen en den heer Mangles, die zich beiden candidaat hadden gesteld voor de vertegenwoordiging van Sout Jiampton in het Parlement. In de cavallerie-stallen te Cahir, in Ierland, is Zaturdag 11. het oudste paard hij het britsche leger, dat sedert den Krim-oorlog den naam van Crimean Rob had ontvangen, aan verval van krachten overleden, „diep betreurd door geheel het 11de regiment huzaren, van af den kolonel tot den jongsten recruut." Het getrouwe dier kwam den 2 Oct. 1833 voor het eerst bij het leger, nam deel aan de beroemde charge van Balaklawa, aan de veldslagen van Alma en Inkermann en was gedurende dien geheelen veldtogt geen enkel oogenblik wegens ziekte buiten dienst. Bij de terugkomst van het regement in Engeland werd het moedige dier aan den hertog van Cambridge „voorgesteld," die verklaarde, dat het levenslang hij het regiment moest blijven. Omtrent de tegenwoordige houding van den koning van Pruissen, laat een blad van de behoudende partij zich aldus hooren: „Wilhelm I was in Maart 1848 de steen des aanstoots voor de vaderlandslievende liberalen. Hij moest in die dagen het land verlaten en zijn paleis werd door ruwe henden bijna geheel ver woest. Waar waren toch in die dagen de dappere leden van het tegenwoordig Huis der Afgevaardigden, in wier mond de woorden regt en waarheid als bestorven zijn? Zij waren niet de leidslieden maar de slaven van het volk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 2