BUITENLAND. wekken. Na ecu ernstig gebed om Gods zegen over de gemeenteen haar kerkgebouw, en waarbij ook aan den Koning, het vorstelijk huis en liet bestuur der gemeente werd gedacht, werd deze eerste godsdienstoefening met psalmgezang besloten. Ook de avonddienst werd door een groot aantal leden en belangstellenden bijgewoond. Gedurende de maand November jl. zijn van hier naar Engeland vervoerd: 216 Itunderen61 Hokkelingen, 17 Kalveren en 6676 Schapen. Wij vernemen, dat door Z. Exc. den heere vice-admiraal, direc teur en kommandant der Marine alhier, op morgen (Donderdag) avond een thé-dansant zal worden gegeven in het lokaal Tivoli. Naar men verneemt, zal de beroepen predikant bij de Her vormde gemeente, de wel-eenv. heer F. Haverschmidt, op den lsten Kersdag zijne intreê-rede alhier houden. Naar wij vernemen, zal de eerstvolgende buitengewone ver gadering van het departement Helder der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen op Vrijdag den 12 Dec. a. s. plaats hebben. Naar wij vernemen, is de heer G. H. van der Burgh, tijde lijk opzigter bij de gemeentewerken alhier, benoemd tot opzigter bij het stoomgemaal de Crnquius, in den Haarlemmermeerpolder. De luit. ter zee 2de kl. L. A. Dittlof Tjassens, thans op non-activiteit, is geplaatst op Zr. Ms. schroefstoomschip Apeldoorn, ter vervanging van den luit. ter zee 2de kl. P. Swaan. Door de commissie uit het prov. geregtshof in Noordholland, belast met het afnemen der examina van adspiranten tot het nota risambt, is o. a. geëxamineerd en goedgekeurd de heer W. H.Bruno Bok, van Texel. Voor de 10 opengestelde plaatsen bij de administratie der Marine te 's Gravenhage, hebben zich 43 jongelieden aangemeld voor het examen, dat hiertoe gehouden zal worden. Ter bevordering van Hollands doorgraving bij Wijk aan zee, om voor Amsterdam een beteren waterweg naar zee te verkrijgen, zijn door onderscheidene voorstanders van en belanghebbenden bij het tot stand komen dier grootsche onderneming, verschillende argumenten aangevoerd, die wel eens blijken, van aller, grond ont bloot te zijn. Zoo is o. a. door den heer Insinger van Amsterdam opgemerkt, dat de noodzakelijkheid tot beteren waterweg duidelijk bleek uit de omstandigheid, dat het schip Bato, bij een diepgang van 63 palmen, het Schulpengat van Texel niet kon binnenkomen, maar eenigen tijd op eene gunstige gelegenheid buitengaats moest blijven wachten. Door de reederij van genoemd schip is echter een extract uit het journaal der reis van genoemd schip medege deeld, waaruit overtuigend blijkt, dat genoemde heer zich zeer vergist heeft. Het schip is, zonder te wachten op gunstige gele genheid, bij holle zee, voorspoedig den drempel van het Schulpengat gepasseerd. Den 1 dezer was het 10 jaren geleden dat de 5 eerste telegraaf kantoren in Nederland werden geopend en bezet door 10 telegrafisten. Thans heeft het rijk 63 kantoren met 215 telegrafisten en 32 leerlingen. Door den heer Henry Alard, fabriekant van gouden en zilveren werken, is voor eenigen tijd aan Z. Exc. den minister van Financiën een adres ingediend, houdende verzoek tot herziening der wet op den ■waarborg der gouden en zilveren werken. De adressant geeft daarbij te kennen, dat een der hoofdoogmerken van die wet, de beveiliging van het publiek tegen bedrog, daarin geheel en al wordt gemist. De ligtgeloovige menigte meent, tot zeer billijke prijzen, gouden en zilveren voorwerpen te koopen, doch het is er verre af, dat de voor werpen dezen naam zouden verdienen of de waarde bezitten die de kooper daarin gelegen acht. De argumenten, door den adressant aangevoerd, zijn echter door den minister niet voldoende geacht om tot eene wijziging te kunnen overgaan. Daarop heeft de adressant zich thans tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal gewend. Bij de behandeling der begrooting voor de Marine heeft de minister medegedeeld, dat de dok-commissie geoordeeld heeft, dat het dok te Willemsoord eerst droog moest gepompt worden en dat daartoe het leggen van eenen dam vereischt werd. Daartoe is last gegeven. Als deze voltooid is, zal de minister nader zijne meening mededeelen. De minister kan niet a priori verklaren, dat er niets aan te doen is, dan ware de 13 ton, daarvoor besteed, weggeworpen. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van jl. Zaturdag zijn de algemeene beraadslagingen voortgezet over het VlIIste Hoofdstuk der Staatsbegrooting Departement van Oorlog). Onderscheidene sprekers voerden nog daarover het woord, De aanmerkingen, die er gemaakt werden, betroffen hoofdzakelijk het hooge eindcijfer, het aangenomen stelsel van defensie en het verbod des ministers aan de officieren, om hun gevoelen over de organisatie des legers openbaar te maken. De minister verdedigde zich herhaaldelijk omtrent de verschil lende punten, die door de sprekers werden aangeroerd. In de zitting van gisteren werd de behandeling der verschillende artike len aangevangen en eindelijk het geheele hoofdstuk met 37 tegen 22 stemmen aangenomen. Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is het volgende ontwerp van wet ingediend „Wij verklaren, dat het algemeen nut de onteigening vordert, ten name van den staat, van de eigendommen, noodig voor den aanleg van den spoorweg van het Niedorperverlaat naar Alkmaar, loopende door de gemeenten Ilarvngcarspel, lleer-IIugowaard, Noord- Scharicoude, St. Paneras, Koedijk, Oudorp en Alkmaar, van de ringvaart van den Heer-IIugowaard, nabij het Niedorperverlaat, met geringe bogten naar en digt langs den Botertogt, tot op de hoogte van den Hubertsmolen, vervolgens met eene bogt op eenigen af stand langs de ringvaart, nabij de Ooster Bel, om van daar regt door te gaan naar het vereenigingspunt van de Hoornsche, Koedij ker en Nieuwe vaarten, en zich verder met eene bogt ten noorden van Alkmaar, het Noordhollaridsch Kanaal haaks overgaande, langs die stad uit te strekken." Den 27 Nov. werd aan het prov. gouvernement te Haarlem, bij enkele inschrijving, aanbesteed: liet driejarig onderhoud der duinen op het eiland Vlieland, van 1 Jan, 1863 tot 31 Dec. 1865 aannemer de heer W. Ilillenius, te Texel, voor ƒ3214 per jaar; en herbesteedhet zesjarig onderhoud der Rijks zeeweringen op het eiland Wieringen, van 1 Oct. 1862 tot 1 Oct. 1868; aannemer dc heer L. A. van Haafte, te Sliedrecht, voor ƒ3380 per jaar. Op Donderdag 18 dezer zal aan het Prov. Bestuur te Haarlem, worden aanbesteedeenige voorzieningen aan de boorden en andere timmerwerken bij het Noordhollaudsch Kanaal, in drie perceelen. Nabij de kalkovens te Alkmaar heeft Vrijdag jl. het volgende ongeluk plaats gehad: Een bollandsclie schoener ontmoette in het Noordhollandsche Kanaal de stoomboot en deze willende laten pas seren, werden twee matrozen in een bootje afgezonden om de tros uit te brengen; door de snelle nadering der boot voor den steven komende, kantelde het bootje, met dat ongelukkig gevolg, dat beide mannen hun dood in het Kanaal moesten vinden. Zij werden na aangewende pogingen opgehaald, en ofschoon men bij den eenen nog leven bespeurde, was alle aangewende geneeskundige hulp geheel vruchteloos. De beide lijken zijn naar het gasthuis vervoerd. Uit 's Gravenhage wordt gemeld, dat het uitzigt op de indie ning en behandeling der nieuwe belasting-ontwerpen van onzen minister van Financiën gaandeweg vermindert. Immers men hoort of ziet er niets meer van en men twijfelt nu of er wel ooit iets komen zal van de aangekondigde herziening. Reeds zijn, naar men verzekert, de ontvangers der directe belastingen, die wenken hadden gekregen om geen ruimer voorraad materieel aan te schaffen dan tot Mei 1863, aangeschreven om dien termijn als in het onbepaalde verschoven te beschouwen. De leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zutphen, die, omdat zij bij gelegenheid dat de eerste steen voor de brug van den Staatsspoorweg gelegd werd, niet door het gemeentebestuur uit- genoodigd waren geworden, gezamentlijk hun ontslag hadden geno men, zijn allen herkozen. Van de 32 personen te Enschedé bij de maatschappij de Ade laar verzekerd, hebben 26 hunne zaak in handen gegeven van den advocaat Mr. O. II. Stork, te Almelo. In de zitting der Prov. Staten van Friesland hebben Gedep. Staten inlichtingen gegeven, omtrent de uit Londen teruggezonden Friesche boter. De waarheid van het feit wordt bevestigd door de Kamer van Koophandel te Harlingen en tevens worden daarbij de redenen en de middelen tot herstel opgegeven. Het is dus zoo, dat de boter teruggezonden is en daarom mogen dan nu de Friesche boeren wel toezienzij kunnen nu althans geleerd hebben dat Enge land niet alles om der reputatie wille van de Friesche boter aanneemt. Uit Gorredijk meldt men: „Hoe kort het ijs hier ook moge geweest zijn, het heeft in de vorige week toch reeds een offer ge- eischt. De Gebr. van der Zee, turfschippers op Holland, lagen te Terimspel in lading en waren 's daags naar hier geweest, om hunne familie te bezoeken. In den laten avond terugkeerende, begaven zij zich in de nabijheid van hun schip op het ijs, om eenige oogen- blikken eerder aan boord te komen, dan wanneer zij den vasten grond hielden; te meer, daar zij dit des morgens bij hun vertrek ook gedaan hadden en het hun toen sterk genoeg was voorgekomen Door de duisternis zijn zij in eene opening geraakt, die 's morgens niet bestond, maar welke men eerst later had gemaakt, om een zoogenaamde bok of praam uit het ijs te halen; tengevolge waar van een der schippers, een jong mensch, van 30 jaren, jammerlijk is verdronken, nadat vele vergeefsche pogingen waren aangewend om hem te redden. Men is er in geslaagd om zijnen broeder, die mede in eene zeer gevaarlijke positie verkeerde, behouden aan land te brengen. Telkens wanneer wij in korte trekken een overzigt geven der staatkundige gebeurtenissen van den dag, hebben wij in de jongste dagen ieder keer een nieuwen kandidaat te noemen voor den vacanten koningszetel te Athene. Thans vinden wij als zoodanig melding ge maakt van den prins van Hohenzollern-Sigtnaringen. Het schijnt, dat de keizer van Frankrijk, die verschillende kandidaten proclameren doet, om daardoor tegenwigt te geven aan de kandidatuur van prins Alfred van Engeland, om daardoor Engelands invloed te fnuiken. En dat de gebeurtenissen aanleiding geven om die vrees tegenover Engeland te doen aanwakkeren, blijkt maar al te zeer uit de demon stratie te Athene, waar een aanzienlijke menschenmassa onder het aanheffen van kreten, ter gunste van prins Alfred, de straten der stad zijn doorgetrokken. Zij hielden stand van het, britsche gezant- schaps-hötel, tot dat de gezant zich aan het volk vertoonde, om zijne dankbaarheid en Engelands sympathie voor Griekenland te betuigen. De staatsman onthield zich echter zeer wijselijk van zich omtrent het eigenlijke doel der demonstratie uit te laten. Middeler wijl wordt uit Rusland vermeld, dat de keizerlijke regering aldaar de stemming der grieksche bevolking zal afwachten, om zich daarna te verklaren over de troonsbestijging van den gekozen vorst. Overigens vermeldt de geschiedenis van den dag de dringende finantiële nood in Italië, waar de regering met een aanzienlijk tekort in de schatkist heeft te worstelen, te gelijk dat zij met hare staat kundige tegenpartij in de Kamer der Volksvertegenwoordiging te worstelen heeft, waar zij op den duur de hulp van den persoonlijken invloed des konings behoeft om staande te blijven. Keur-Hessen doet thans vrij gunstig van zich spreken, daar de regering, naar het schijnt, zich de lessen van Oostenrijk en Pruissen heeft ten nutte gemaakt, door aan de billijke eischen der Stenden te voldoen. Reeds meermalen echter heeft zij aan de bevolking des lands en aan de wenschen van allen, die den toestand daar met belangstelling gadesloegen, ijdele verwachtingen voorgespiegeld. In de uitkomst bleek het maar al te zeer, dat hetgeen zij schijnbaar beloofde, niet juist zoo gemeend was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 2