DE EERSTE OVERWINNING VAN NAPOLEON I. AV L L E R L E I. Mi^RIvTBRRTGTEX. DOM DE NEBERLANBSCHE HANDELMAATSCHAPPIJ ZIJN BEVRACHT BE VOLGENDE SCHEPEN: tien. De schrijvers achten dit te ineer gepast, naardien met 1 Jan. het besluit tot emancipatie, door den president Lincoln uitgevaardigd, in werking zal treden, en te meer noodig, aangezien men 111 Amerika, zoowel in het Zuiden als in het Noorden, de werkelijke gezindheid van Engeland met betrekking tot de slavernij, helaasgeheel en al miskent. Aan de Tempt wordt uit Kopenhagen het dezer dagen reeds medegedeelde berigt gemeld, dat de koning van Denemarken ernstig ongesteld is. Die vorst is slechts 54 jaar oud. Zijn dood zou een groot verlies voor het rijk zijn. Hij heeft geeue kinderen en zijn vermoedelijke erfgenaam is de toekomstige schoonvader van den prins van Wallis, nl. prins Christiaan van liet huis Sleeswijk-Iiolstein- Glücksbourg. De regten van dien prins op den troon zijn bij de wet van 31 Julij 1853 vastgesteld en bekrachtigd door een proto col, dat de voornaamste mogendheden te Londen hebben geteekend. Een dagblad, te Liverpool uitgegeven, the Ahhïon, zegt dat door de HII. Jones. Quiggen Co. een contract is gesloten tot den aanbouw van een stalen schip van 1200 ton, voor rekening van een Londensch huis. Dit zal het eerste koopvaardijschip zijn, hetwelk uit dit soort van metaal wordt gebouwd. De platen zullen vervaardigd worden in de fabrijk van staal- en ijzerwerken aan den Merway. Te Keiden gaven zich dezer dagen bij de policie twee hand werksgezellen aan, verklarende, dat zij twee dagen te voren te Mainz in ten goederenwagen van den spoorweg waren gekropen, om er, bij gebrek aan beter logies, te overnachten; dat vervolgens de trein zonder hunne voorkennis met hen was vertrokken, en hen twee dagen en een nacht had medegevoerd, totdat zij eindelijk, half ver hongerd, met de andere goederen te Keulen werden ontpakt. „Voor eenige dagen," zegt een berigtgever in de KarhruJter Anzeiger, „was ik in het Kenzigdal getuige van een vreemd schouw spel. In sommige dorpen daar worden namelijk de armen en wees kinderen der gemeente jaarlijks aan de minst eisclienden ter verple ging uitbesteed, of laat mij liever zeggen publiek verkocht. Ik ging naar het gemeentehuis, om met eigen oogen te zien, wat ik tot hiertoe moeijelijk had kunnen gelooven. Het was wel werkelijk zoo. Eerst werd een grijsaard, wien de tranen over de wangen rolden, in de kamer gebragt en uitgemijnd. "Vol bange verwachting keek hij rond, in welk huis hij wel komen en of hij ligt ook in de handen van een aannemer vallen zou, die, alleen op eigen voor deel bedacht, hem honger en gebrek zou laten lijden. "Vervolgens werd eene oude vrouw aan den minstvorderende toegeslagen en de arme sloof begon te krijten, want zeker kende zij den man. Een jonge knaap werd op tafel gezet en hij bad en smeekte zijn vroe- geren pleegvader hem toch maar weer te nemen, daar hij als vroeger dit jaar ook weder goed oppassen zou. Alleen bij een paar half onnoozelen kon men deze aandoeningen van vrees en beschaming niet waarnemen. „Eenige reizigers, die toevallig met mij van dit alles getuigen waren, konden hunne verontwaardiging niet verbergen en lieten zich hevig uit over eene behandeling, die maar al te zeer aan. eene slavenmarkt herinnert." De gemeenteraad te Leipzig heeft 1500 thaler beschikbaar gesteld ten behoeve van een standbeeld, hetwelk ter eere van Gellert zal worden opgerigt. Een buitenlands'ch hoogschatter van den be roemden man heeft insgelijks tot dat doel 1500 thaler toegezonden. Gelijk men weet, werd Christiaan Furchtegott Gellert in 1715 te Haijnieten geboren en woonde, van 1745 tot 1769, zijn sterfjaar, te Leipzig. Zes jaren was hij privaat-docent en 18 jaren lang pro fessor aan de universiteit aldaar. Weldra zal het plan, tot oprigting eener school voor de zeevaart te Constanz, worden verwezenlijkt. Deze inrigting zal staan onder de leiding van den voormaligen Sleeswijk-Holsteinsehen kapt. von Wrad, In het dorp Primör, in Italiaansek-Tgrol, werd voor eenige weken een burgemeester benoemd. Deze bezocht onder andere inrigtingen ook eene lagere school, en toen hij zag, dat het ouder wijs, dat er gegeven werd, niet aan de vereischten voldeed, begon hij zelf de dorpsjeugd te onderwijzen in aardrijkskunde, natuurkunde en andere vakken van dien aard. Wel iets vreemds, maar, als blijk van belangstelling in degelijk onderwijs, der navolging waardig. Uit St. Petersburg wordt van 10 dezer gemeld, dat aldaar sedert drie dagen eene vreeselijke koude heerscht, die op genoemden datum van 1921 gr. was geklommen. Sneeuw is er echter nog niet gevallen, tot groot ongerief van menschen en dieren, en boven dien tot groot nadeel der landerijen, die nu tot eene aanmerkelijke diepte door de vorst worden aangetast. Op de Braziliaausche kust werd onlangs eene zeeslang dood op het strand geworpen en door de inwoners der stad Salinas, niet ver van Para, in stukken gesneden. Het monster had eene lengte van circa 35 mètres, terwijl de kop alleen 14 voet en de staart 50 voet lang was. De kop had de gedaante van die van een kaaiman, doch was minder spits dan deze. Uit de rugwervelen hebben de iwwoners vau Salinas stoelen gemaakt. Deze mededeeling is af komstig van een loods, die als proeve een der kleinste ribben heeft medegebragt. Deze heeft eene lengte van 3.65 mètres. De ouderdom der Egyptische piramiden is een onderwerp, dat menigmaal de aandacht der geleerden tot zich heeft getrokken. Onlangs heeft Mahmoud-Bey, de sterrekundige van den onderkoning van Egypte, eene merkwaardige verhandeling daarover gesohr ven, naar aanleiding van eene opdragt van gemelden vorst, om de lig ging en afmetingen dier monumenten naauwkeurig te bepalen. In deze verhandeling wordt niet zonder grond verondersteld, dat de pyramideu voor vijf duizend jaren gebouwd zijn. Reeds Bntisen beweerde, dat Cheops, de stichter der grootste pyramide, iu de 34ste eeuw vóór onze jaartelling geleefd heeft. Te Ajaccio bevond zich een Engelschman, die zoo nagenoeg hef beroep van de hedendaagsche voddenrapers uitoefende. Het morsige en terugstootende voorkomen van dien man, zijn zwarte zak en de schop en hark, waar hij meê gewapend was, hadden hem tot een soort van vogelschrik voor de kinderen uit de stad gemaakt. Ove rigens, was de vrees, die hij hun aanjaagde, door de ouders besten dig aangekweekt geworden, en werden de kleinen, ingeval zij kwaad bedreven hadden, bij het minste of geringste vergrijp bedreigd om in den grooten zak van den Engelschman onder welken naam zijn personaadje alleen bekend stond gestopt te worden. Even als alle andere kinderen, poogde men daar ook den jongen Napoleon bang meê te maken. Die manoeuvre gelukte ook in den beginne bij uitnemendheid; maar op zekeren dag, dat de vodden raper, die zich zeer gaarne tot het spelen van zijne vreeselijke rol plagt te leenen, aanstalten maakte em hem in zijn zak te stoppen, steeg den toekomstigen held in zooveel veldslagen, het bloed naar het hoofd, en waagde hij, met een kiiider-sabeltje in de hand, ten uitval op den Engelschman. Over dien onverhoedschen aanval ver steld staande, laat de bullebak af, en maakt zich, zonder twijfel wanende met een wezenlijk wapen te doen te hebben, zoo spoedig mogelijk uit de voeten, om zich nooit weêr te vertoonen. Opgetogen over die eerste zegepraal, wendde Napoleon zich tot zijne makkers, die over zulk eene stoutmoedigheid verbaasd stonden, en riep hun toe: „weest maar niet bang meer, mijne vriendjes! de vijand is op de vlugt geslagen," Alles te onderzoekenhoe is liet bij mogelijkheid te rijmen met hetgeen waaraan het menschelijke hart zoo groote, dringende, on vermijdelijke behoefte heeft, „veel te gelooven." Gelooven en onder zoeken strijden niet met elkander, maar weten strijdt met beiden, of liever, met geen van beiden gaat liet gepaard. Al wie gelooft, heeft zelfbewustheid, innerlijke overtuiging, zeker vertrouwen, maar weet daarom nog niet: dan zou zij het moeten bewijzen, en dat laat zich die bewustheid niet doen. Zoo gaat gelooven met onderzoeken gepaard, maar het weten neemt beide weg. Want die weet wij spreken hier van dc zedelijke en niet van de zinnelijk-verstandelijke mensch, die weet, hoe zou hij zeggenik geloot'. Dat weten is oneindig hooger; maar ook zoo hoog, dat het alle onderzoek vol strekt buitensluit. Daarom schreven de ouden het weten aan de godheid toe, en lieten aan de menschen het streven naar wetenschap, het onderzoeken over. Doch menig wijsgeer was te wijs in zijne eigene oogen, om zoo nederig te blijven, en maakte zicli in het beslissen van alles God gelijk, alsof zijne uitspraken godspraken waren. Vandaar de oude veete tusschen godsdienst en wijsbegeerte, die van nature eigenlijk met elkander bevriend zijn. Behartigt men de finantiën niet, dan moet een staat te gronde gaan, maar even zeker doet hij dit, wanneer men alles fmantië'el wil maken. In elke maatschappij, onder alle uiterlijke teckenen, is de mensch, hij wone in een paleis of in eene hut, hij besture den staat of den ploeg, die zijne zinnelijkheid dient, een rampzalige slaaf. ALKMAAR, 15 December. Aangeroerd: 24 Kalveren, f 20 a 70. 32 Schapen, f 10 a 25. 114 Varkens, 40 a 48 c. per N. p. ROTTERDAM. 15 December. De aanvoer van Granen was niet groot. N. witte Z\v. Tarwe 10 a 20 e. per mud lager langzaam afgaande, heste f9,50 a 9.80, inind. f 7,75 a 9, jar. bijna niet aangev., 150 h. p. N. Bovenl. Ris f308. N. Zw. Rogge prijsh. f 6,50 a 7, 150 li. p. Dantzig f 230, 150 k. p. Koningsb. f."!32, 147 h. p. Tag. f220. N. Zw. Garst 20 c. lager, Winter f 4 a 4,S0, Zomer f4 a 4,75, mooijc zware Blanke f 5 a 5,75. N. Zw. Haver als voren, Lange f 2,60 a 3,25, korte f3,40 a f 3,S0. N. Zw. Paardeuboonen 20 e. lager f 0 a C,S0. N. Noordbr. Boekweit f 1,78 a 1,SS. N. Zw. bi. Erwteu 25 c. jager, kleine f C a|7, groote en Schokk. f 7,50 a 10,75. N. Zw. bruine Booncn cuv. f 7 a 9, dito witte 50 c. lager f 7,75 a 9,25. N. Kanariezaad 25 e. lager f 9 a IC, jar. f 6 a 9. Overmaasch Koolzaad SI p. vl. Meekrap met weinig aanvoer tot vorige prijzen. SCHIEDAM, 10 December. Jenever f 19,25; Amst. proef f 20.50. Moltvur f 13.75. LOK' DEN, 15 December. Heden waren ter Ves—markt aangevoerd: 8430 Runderen, 20900 Schapen, 178 Kalveren en 420 Varkens. Be prijs der Runderen was sh. 0 d., van Schapen 5 sh. 10 d., van Kalveren 5 sh. 0 d. eu van Varkens 4 sh. 6 d. De prijzen der laatste merkt waren: Runderen 4 sh. 10 d., Schapen 5 sh. d., Kalveren 4 sh. 6 d. en Varkens 4 sh. 2 J. Voor Amsterdam Anna Sopbia, kapt. 11. Beckering; Vertrouwen, kapt' E. dc Vos; Wildeman, kapt. A. J. Driest: Hermine Maria Elisabeth, kapt. TJ. Bonjer en Nieuw—Holland, kapt. L. Tuk. oor Rotterdam: d'Elmina, kapt. A. T. A. Horncr ca Triton, kapt. H. G. F. Adriaans. Voor Middelburg: Minerva, kapt. J. Botesz. Aangekomen schepen te Batavia vóór 15 Soveuihrr. Jacoba Christina, kapt. Jnski, Nederland Oranje, kapt. Rosicr, Oio, hapt. \Yfjnmaleu, Admiraal dc Ru} ter, kapt. Miillingcr, Joliannes Antlonius, kapt. v. d. Straten, Tjeliugsie, kapt. Ouwcband, Ilciidricus Gerardus, kapt. v, d. Zee en Baron van Pallandtvau Roosendaal, kapt. lloogenstraten, alle S Amst Louis Meijer, kapt. lloitgreve, Kovteuaar, kapt. Glazener, Johanna Maria. kapt. Dam, Elisabeth, kapt. Snoek en Rotterdam, kapt. Poort, alle 5 Rott.; 'Pietor, kapt. Hoogerwerff, St. Georgc dËlmiua; ilhclmina, kapt. Koster, Macao; Java, kapt. Mann, Svdnoy; Maduta, kapt. van Bruggen, I oudenAlblasseidam, kapt. 't Hoen en Juiio, kapt. Kicolai, beide Singapore; Giaaf Dirk 111, kapt. Rotgans, Liverpool; Van der Palm, kapt. van Katwijk, Shitlds.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 3