BUITENLAND^
visscher, wonende te Urk, gekleed met zuidwester, versteld rood
hemd, rood gestreepte hemdrok zonder mouwen, hlaauw gestreepte
ouderbroek, pijlaken boven- en olijbroek, gesloten met twee groote
zilveren knoopen, 2 paar gespikkelde kousen, eu onder den hals 2
gouden knoopen.
De familiebetrekkingen loven eene belooning van 10 uit voor
den vinder van het lijk eii verzoeken, dat het, bij ontdekking gekist
en hun ten spoedigste toegezonden worde, zullende alle daarop vallende
kosten behoorlijk worden voldaan.
Berigten uit Enschede hangen een droevig tafereel op van den
toestand der werklieden aldaar. Door het gebrek aan grondstof
staan vele fabrieken stil. Vele werklieden worden nu gebruikt voor
de publieke werken der gemeente, en genieten van de gelden,
waarvoor ten behoeve van broodelooze werklieden is ingeschreven,
een daggeld van 40 centen.
In het jaar 1862 zijn in Harlingen binnengekomen 334
Nederlaudsche en 181 Engelsche schepen en stoombooten, 129 Noord-
sclie, 7 Deensche, 19 Hannoversche en 5 Mecklenburgsche schepen;
totaal 675 schepen.
Als een bewijs, hoe belangrijk de houthandel op Harlingen
is, kan dienen, dat gedurende het jaar 1862 aldaar 394 ladingen
werden aangebragt, waarvan 329 van Noorwegen en 65 uit de
Oostzee afkomstig. Te zamen leverden die ladingen 159.185 balken,
waarvan 146,229 uit Noorwegen en 12,956 uit de Oostzee.
Als men nu weet, dat bij het begin des jaars nog eene aanzien
lijke voorraad aanwezig was en gedurende het verloopen jaar
nagenoeg de geheele aanvoer in veiling en ondershands verkocht
werd, kan men toch gerust aannemen, dat die tak van handel
aldaar zeer belangrijk is en aan honderde werklieden een goed
bestaan oplevert.
Uit Vlissingen wordt gemeld, dat Zr. Ms. stoomfregat Zeeland
tegen het einde dezer maand naar Tunis zal vertrekken om het
portret van Z. M. den koning over te brengen, en vervolgens te
Malt ha te dokken. Deze bodem zou daarna tegen Junij naar Suri
name vertrekken.
Dezer dagen overleed te Waalwijk zekere Catharina de Jong.
Deze vrouw bereikte den ouderdom van 90 jaren, waarvan zij er
72 bedlegerig heeft doorleefd.
De Nederlandsche nijverheid en wie daarin nog eenig belang
stellen, zullen onderstaand berigt voorzeker met gemengde aandoe
ningen vernemen
„Batavia, 17 September. Op dit oogenblik wordt te Soerabaija
de laatste hand gelegd aan den bouw van een kolossaal drijvend
dok. Dat gevaarte, geheel te zamen gesteld uit gesmede ijzeren
platen, weegt 1000 tonnen, is lang 250, breed 70 voet. Tengevolge
eener bijzondere inrigting zal het kunnen ontvangen schepen van
3000 tonnen en 350 voet lengte, alzoo het dok aan zijne uiteinden
geen deuren heeft. Leeg zijnde behoeft het niet meer clan 2 voet
water. Wanneer het een schip van 1000 ton zal bevatten, zal het
5 voet diepgang hebben en met een schip van 1500 ton, 6 voet.
Twee kolossale stoomwerktuigen, die middelpunt-schuwende pompen
in beweging brengen, welke 40 a 50 tonnen water per minuut op
halen, dienen om het dok droog te^maken, welks hol in 20 ver
trekken is afgedeeld, zoo gesteld, dat elk dezer naar believen gevuld
of geledigd kan worden. De opheffende kracht van dit drijvend dok
is zoo sterk, dat het in anderhalf uur de grootste der stoompaket-
ten der Peninsalar en Oriental Company met al hare machines en
steenkolen ligten kan. Wanneer het dok onder water is gezet, komt
aan den ingang eene diepte van 20 voet water.
De bodem van het dok is zoo gemaakt, dat het alle elementen
van soliditeit bezit, welke de sterkste ijzeren bruggen kunnen waar
borgen. Hij is op gelijke afstanden met ijzeren dwarsbalken beves
tigd, die met de gesmede ijzeren platen regthoekige pijpen vormen.
Vijftig van die pijpen maken den kiel van het dok uitzij kunnen,
zonder breken, eene drukking van 2400 tonnen verdragen.
Dit groote werk is in Engeland vervaardigd naar de plaat van
den ingenieur Thompson; elk van de losse stukken is op zich zelf
afgewerkt, en met zooveel zorg, dat het in elkander zetten met den
moesten spoed voortgaat. Er zijn uit Engeland niet minder dan
67,000 stukken gesmeed ijzer en een millioen klinkbouten derwaarts
afgezonden.
In December e. k. kan het dok beginnen dienst te doen en Soe-
rdbaya alsdan voor de reparatie van groote zeeschepen gemakken
aanbieden, waarvan geen andere haven in de Indische Zee de weder
gade bezit."
De Grieksche qurestie is nog niet in het reine. De Engelsche
regering is thans bezig om ijverig te werken voor de Grieksche
eenheid. Zelfs meent men op tc merken, dat Engeland met slechts
de vergrooting van het Grieksche koningrijk met de Ionische Eilan
den wil, maar dat er zelfs eene uitbreiding aan de Turksche grenzen
wordt beoogd. Intussehen is er nog niets dienomtrent met zekerheid
bekend.
B-ustig is het in Europa nog niet; ten minste op het staatkundig
tooneel ontstaan telkens nieuwe plannen, loopen nieuwe geruchten
terwijl de eerste aan verschillende zijden worden bestreden, worden
de laatste door latere berigten telkens weersproken.
Het plan van Frankrijk om zich permanent in Italië te hand
haven vindt heftige bestrijding bij Engelanddie natuurlijk met leede
oogen zou zien, dat Erankrijks invloed in het Italiaansche schier
eiland zou toenemen en bevestigd worden voor de toekomst.
Het gerucht wordt verspreid, dat Engeland de sterke vesting
Gibraltar, in den Spaanschen successie-oorlog veroverd, weder aan
Spanje zonde afstaan. Dit gerucht wordt bestreden door de om
standigheid, dat Engeland al te weinig openbaart, dat hij, buiten
staatkundige voordeelen, staatkundigen invloed wil opgeven. Maar
bovendien meent men in Spanje ernstig te moeten twijfelen aan zulk
een goedheid der Engelsche regering, die niet genoeg prijs stelt op
de vriendschap en de genegenheid van het Spaansche volk, om tot
zulk eene opoffering over te gaan.
Het gerucht wordt verspreid, dat in Servië weder vrij ernstige
onlusten dreigen, en ofschoon andere berigten doen vermoeden, dat
men daaraan, en vooral aan het gewigt der dreigende onlusten,
eenigzins hebbe te twijfelen, wordt van eene andere zijde weder
beweerd, dat met deze beweging ook de bestaande ontevredenheid
in de Donau-vorstendommen in verband staat.
Eindelijk wijst de geschiedenis van den dag op Noord-Amerika,
waar de strijd nog steeds voortduurt en de bevolking zoowel tot
haat tegen den vijand, als tot ontevredenheid tegen de regering,
aan wien zij de rampen des oorlogs meent te moeten wijten, over
gaat. Verbazende verliezen heeft het bondsleger geleden. Er werd
bij het afzenden der jongste berigten ernstig op eene verandering-
van ministerie aangedrongen.
Aan de statistiek der handelsvloten van Europa ontleenen wij
het volgende
Engeland met de koloniën heeft 35,180 zeilschepen met 5,040,534
tonnen en 2000 stoomschepen met 454,327 tonnen, te zamen dus
37,180 schepen met 5,494,861 tonnen inhoud; Noord-Duitscldand
6073 schepen met 1,073,271 tonnen; Frankrijk 15,230 schepen met
1,030,000 tonnen; Nederland 2361 schepen met 556,389 tonnen;
Italië 5603 schepen met 540,000 tonnen; Noorwegen 5278 schepen
met 526,083 tonnen; Spanje 3570 schepen met 349,733 tonnen;
Oostenrijk 9703 schepen met 349,491 tonnen; Ziceden 3364 schepen
met 314,932 tonnen; Griekenland 3920 schepen met 268,600 tonnen
Finland 1532 schepen met 184,348 tonnen; Portugal 2000 schepen
met 190,000 tonnen; Rusland (zonder Finland) 1416 schepen met
172,604 tonnen; Denemarken 2770 schepen met 158,445 tonnen;
Sleeswijk-Holstein 2833 schepen met 164,908 tonnen; Belgie 145
schepen met 45,040 tonnen.
Omtrent de handelsvloot van Turkije worden de opgaven omtrent
de sterkte te vergeefs gezocht.
Te Brussel heeft zich in de jongste dagen eene commissie
gevormd tot het organiseren eener nationale iuteekeuing voor de
oprigting van een monument ter eere der nagedachtenis van wijlen
den heer T. Yerhaegen, den grooten staatsman. In de Belgische
provinciën zullen sub-eommissiën gevestigd worden.
Het bekende Journal des Dames et des Demoiselles, dat,
volgens de advertentie van den uitgever, 23,000 abonnees telt,
heeft, als premie, aan deze een bon uitgereikt, waarvoor men, bij
een der voornaamste photographen van Brussel, zes cartes de visite
kan laten vervaardigen. Het laat zich [aanzien, dat deze speculatie
doel zal treffen, De photographie toch is een middel bij uitne
mendheid, om de ijdelheid van den tijdgenoot te bevredigen, wiens
streven schijnt, om de tweede helft der negentiende eeuw den naam
te waarborgen van de eeuw der „onsterfelijken".... op carton.
Aangaande de eerste voorstelling der Misérables, van Victor
Hugo, Zaturdag avond jl. in het théatres St. Hubert te Brussel
gegeven, meldt men het volgende:
„De zaal was propvol. Er bleef geene enkele plaats onbezet.
Maar het stuk heeft niet aan de algemecne verwachting beantwoord.
Ieder is het eens, dat het zeer onzamenhangend is. Door talrijke
uitlatingen, waartoe men genoodzaakt is geweest, want bij de laatste
repetitie had het geduurd tot vier ure in den ochtend, is het
drama onbegrijpelijk geworden voor ieder, die den roman niet ge
lezen heeft. Op het tooneel kan men ook moeijelijk die in 't oog
vallende overdrijvingen dulden, die zoo talrijk in den roman voor
komen; bij het schijnsel van het voetlicht blijkt veel belagchelijk,
wat men in den roman ongevoelig aannam, onder den invloed van
den hoogdravenden stijl, dien niemand in zoo hooge mate bezit als
Victor Hugo. Het tooneel daarentegen vordert logische en volge
houden handeling; het eene tooneel moet het uitvloeisel zijn van
het andere. Niets van dit alles vindt men in het drama les Misé
rables. Het is een zameuweefsel van verrassingen en hoeveel moeite
het publiek zich ook geve, om den draad van het stuk vast te
houden, het begrijpt er geen woord van.
In deze gemoedsstemming, waaraan zich natuurlijk reeds terstond
eenig misnoegen paart, heeft het publiek nog minder vrede met
onwaarschijnlijkheden en met onmogelijke toestanden. Zoo ging er
b. v. een uitbundig gelach in de zaal op, toen de bisschop Myriel
aan den ontslagen galeiboef, Jean Valjean, die hem zijn tafelzilver-
ontstolen had, ook nog zijne kandelaars ten geschenke gaf; de
toejuiching der talrijke vrienden van den schrijver, die in de zaal
aanwezig waren, heeft die ontijdige vrolijkheid, die telkens weder
uitbrak, niet kunnen onderdrukken. Met één woord, als de acteurs
niet met uitstekend talent gespeeld hadden, vooral in het vierde
bedrijf, dan zou het stuk bepaald gevallen zijn. Laatstgenoemden
hebben van tijd tot tijd toejuichingen ontlokt aan het publiek, dat
de zaal verliet, meer of min beroofd van de medegebragte illusie.
Het spreekt van zelf, dat het drama, in weerwil van dezen val,
nog een zeker succes van nieuwsgierigheid hebben zal. Ieder wil
het toch eenmaal zien, maar waarschijnlijk zal niemand lust gevoe
len, er voor de tweede maal heen te gaan."
Waar zijn de Misérables grootendeels geschreven. Het blad
la Franco vertelt het. Victor Hugo heeft met zijn gezin eenigen
tijd te Brussel boven een tabakswinkel gewoond, vlak naast het
huis, eens door Bubens bewoond, op het plein waar Egmond en
Hoorne werden onthoofd. De groote romancier heeft een zoon, die,
in weerwil hij eene uitmuntende vertaling van Shakespeare geleverd
heeft, bon-vivant genoeg was, om 's nachts wat laat te huis te
durven komen. In 't holle van den nacht zat de vader op zijn
studeervertrek te schrijven en de winkeljufvrouw op den loshoofd
te wachten. Bij diens tehuiskomst gaf het tusschen de hospita en
den vertaler van Shakespeare wel eens hooge woorden. Het begon
Victor Hugo te hinderen. Hij gunde zijn zoon zijne uitspanningen,