EN
M S. DONDERDAG li» JA NU ARM.
18653
JAARGANG.
EEN-EN-TWINTIGSTE
0
GEMEENTERAAD.
HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
Deze Courant wordt uitgegeven op zondag en donderdag,
des morgens ten acht ure, door A. A. BAKKER Cz.
in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
franco per post1.50.
Enkele nommers0.10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post
directeuren.
Advf.rtentien worden aangenomen tot Zaturdag ea
Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY,
Dijkstraat tegenover deLaan, H 422,aan den Bel der,tot 11 ure.
De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iedcren
regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35.
Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte,
die zij beslaan.
Brieven en Stukken franco aan den Uitgever.
De vergadering van Dingsdag 13 Januarij jl. werd geopend en voorgezeten
door den heer Burgemeester, die kennis gaf, dat de heeren Lastdrager en Slebe
berigt hebben ingezonden verhinderd te zijn de vergadering te kunnen bijwo
nen, de eerste wegens ziekte, laatstgenoemde uithoofde van afwezigheid buiten
de gemeente.
De notulen der vorige vergadering werden gelezen en goedgekeurd.
Vervolgens wordt door den Secretaris voorgelezen eene kennisgeving van den
commissaris des koniugs in dit gewest, dat de heer Mr. K. J. C. Stakman
Bosse door Z. M. is herbenoemd tot Burgemeester dezer gemeente, alsmede,
dat de Burgemeester op den 31 Dec. jl. de gevorderde eeden in handen van
den commissaris des konings heeft afgelegd.
Thans komt in behandeling de eindbeslissing omtrent de vraag over het al
of niet handhaven van een vroeger door den Raad genomen besluit, om noch
geheel, noch gedeeltelijk de Poststeeg aan de tegenwoordige bestemming te
onttrekken. De heer Graat doet opmerken, dat hij vroeger had gevraagd naar
het oordeel van de commissie voor de Onderhoudswerken in deze, dat hij later
zelve lid van die commissie geworden, in staat is geweest, de zaak rijpelijk te
onderzoeken en daardoor tot het besluit is gekomen, om thans zijne stem
tegengesteld aan die van vroeger uit te brengen. In stemming gcbragt, werd met 9
tegen 6 stemmen besloten, dat het vroeger genomen besluit, om de steeg in
deu tegenwoordigeu toestand te laten blijven, zou worden gehandhaafd. Tegen
stemden de heeren van Kelclchoven, Zur Miihlen, de Breuk, Maalsteed, Papi-
neau en Haremaker.
Tengevolge van het genomen besluit wordt goedgevonden, de omtrent deze
zaak ingekomen stukken niet in behandeling te nemen.
Aan de orde is thans de benoeming van Commissarissen voor het Ziekenhuis
en de Apotheek. Vooraf werd met 13 tegen 2 stemmen heslist, dat door B.
en W. eene aanbeveling van drie geschikte personen zal worden gedaan. Tegen
stemden de heeren Papineau (die daarin eene afwijking meende te zien van
het Reglement van Orde) en Graat.
Hierop werden door deu Voorzitter, namens het Dagelijksch Bestuur, aanbe
volen de heeren; R. Boomsma, II. Slot en P. C. de Winter.
Er wordt overgegaan tot de stemming, waarbij de heeren Haremaker en
Verweijde met den Voorzitter het bureau van stemopneming uitmaken. De
uitslag is als volgtde heeren R. Boomsma 9, Slot 14, de Winter 13, Braaksma
4, Haremaker en Graat ieder 2 stemmen en Zur Mühleu 1 stem.
Den heer Boomsma, in de vergadering tegenwoordig, wordt door den Voorz.
gevraagd, of hij bereid is, die betrekking te aanvaarden. De heer Boomsma
vraagt inlichtingen omtrent den tijd der aftreding en of er ook iets bepaald is,
omtrent de waarneming van het Secretariaat. De Voorzitter doet voorlezen het
artikel van het Reglement, waarhij bepaald wordt, dat ieder jaar een der
Commissarissen aftreedt, terwijl door den heer Reeringh wordt gezegd, dat de
Directeur van het Ziekenhuis Secretaris kan zijn. De heer Boomsma vraagt
en verkrijgt een uitstel van acht dagen, om zich omtrent zijne benoeming te
verklaren.
Er wordt gelezen eene missive van de Diakenen der Hervormde Gemeente
alhier, houdende verzoek, dat, hij de geringheid der middelen, waarover zij te
beschikken hebben, de uitdeeling van warme spijzen aan armen van huune
gezindte voortaan voor kosten van het Gemeentebestuur moge plaats hebben.
Verder wordt gelezen eene uitvoerige missive van het Burgerlijk Armbestuur
betrekkelijk deze aangelegenheid, waarbij gemeld bestuur gunstig adviseert op
dat verzoek en de meerdere kosten voor de gemeente raamt op 400, als deze
gunstige bepaling zich uitstrekt over al de Diakoniën der verschillende gezind
heden, hetgeen zeer wordt aanbevolen. Nadat de Voorzitter, op eene vraag van
den heer de Breuk, of ook de Israëliten daarin kouden deelen, geantwoord had,
dat aan de armen van die gezindte drooge spijzen worden uitgereikt, werd het
voorstel van het Burgerlijk Armbestuur met eenparige stemmen aangenomen.
Door den Voorzitter werd, namens B. en W., voorgesteld, om het handgeld
voor vrijwilligers, die, volgens de bepalingen der militie-wet, in mindering
kunnen strekken voor het getal manschappen, door deze gemeente te leveren,
te bepalen op 60. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.
Door den Voorzitter wordt besproken de wenschelijkheid, die, sedert gerui-
men tijd, zoo door leden van den raad als door andere ingezetenen is aange
toond, van den aankoop door het Gemeentebestuur van het terrein van den
molen, toehehoorende aan de Erveu den Berger. Daarop werd gelezen eene
missive van den heer E. M. van der Velde, geschreven namens gemelde erfge
namen, waarin het aanbod werd gedaan, om het terrein, zonder den opstand,
met 1 Mei a. s. aan de gemeente over te doen, voor de som van 8,500 en
ile kosten van verkoop.
De heer van Kelckhoven verklaart zich tegen dien aankoop. Hij wijst er
op, dat wc hier reeds vier pleinen hebben, die nergens toe gebezigd worden en
ziet er tegen op, nu nog weer eene som van ongeveer 9000 voor een nieuw
plein te besteden. Hij zou het beter achten, de bewoners der pereeelen in het
Land van straat en gaslicht te voorzien, omdat die menschen, even goed be
lasting betalende als de andere ingezetenen, van velerlei voordeelen verstoken zijn.
De heer de Breuk doet opmerken, dat ieder het zal moeten toestemmen, dat
het molenterrein daar ter plaatse en in den tegenwoordigen toestand de ge
meente ontsiert en gelooft, dat vele menschen met genoegen zullen zien, als
dat terrein in handen van het Gemeentebestuur geraakt. Hij wijst er op, dat
de bewoners in het Land onmogelijk kunnen worden gebaat, zoolang de eigenaars
de straten niet aan het Gemeentebestuur overdragen. En in ieder geval zou
hij toch denken, dat de bewoners van de Achterstraat en den Dijkweg, eerder
nog een straat moesten hebben, omdat die er reeds 25 jaar op gewacht hebben.
De heer van Kelckhoven zegt, dat in de bestrating van de Achterstraat en
den Dijkweg is voorzien hij de geldleening en dat hij, wat het Land betreft,
zeer zou wenschcn, dat er meerdere overeenstemming kwame tusschen de eige
naars en het Gemeentebestuur.
De heer Papineau heeft bezwaar, om thans weer zulk eene belangrijke som
enkel voor verfraaijing der gemeente uit te geven, terwijl diezelfde gemeente
gebukt gaat onder een schuldenlast van 162,000. De heer de Breuk ant
woordt hierop, dat de schuldenlast niet 162,000 maar 80,000 bedraagt,
en dat de verbetering der straten in het Land te gelegener tijd even goed
volgen zal. De heer de Lange vereenigt zich geheel met hetgeen door den
heer van Kelckhoven is gezegd. Ook hij weet niet, waarvoor dit plein dienen
moethij wil liever voor de bewoners van het land bestrating, verlichting en
uitwatering.
De heer Papineau repliceert nog, dat de tegenwoordige'schuld der gemeente,
ja,'geen ƒ162,000 bedraagt, maar met de renten over 40 jaar dat cijfer bereiken zal.
De heer Maalsteed dringt mede ernstig aan op de bestrating, waar die nog
noodig is.
De heer Graat merkt op, dat men deze gelegenheid, om dat terrein aan te
koopen, niet moet laten voorbijgaan, terwijl voor de bestrating ten allen tijde
kan gezorgd worden en dat die behoefte ook niet uit het oog wordt verloren.
De heer Maalsteed geeft toe, wat door onderscheidene sprekers is beweerd,
dat vele ingezetenen die aankoop gaarne zouden zien, maar gelooft ook, dat
die ingezetenen niet hegrijpen, dat de aankoop en de bestrating van dat terrein
wel ongeveer 20,000 zal moeten kosten.
De Voorzitter zegt hierop, dat het de bedoeling van B. en W. niet is, om
terstond over te gaan, dat terrein voor een marktplein in te rigten, maar om
naderhand daaraan die bestemming te geven.
De heer Strootman ziet niet in, dat de ophooging en bestrating zooveel
zou kosten, als door den heer van Kelckhoven werd geraamd. Hij wijst op
de goedkoopheid van het dempen en ophoogen, door het uitbaggeren van het
Heldersch kanaal.
De heer Maalsteed evenwel houdt vol, dat die kosten niet gering zouden
zijn en, volgens verkregen inlichtingen, zou de raming van 7000 niet onge
rijmd zijn te achten.
De heer de Lange herhaalt nog eens, dat, mogen er al veel ingezetenen
zijn, die gaarne den voorgestelden aankoop wilden, en nog meerdere stemmen
uit het Land voor bestrating, enz. zullen vernomen worden. Wil men een
nieuw plein, hij zou liever zien, 3at dan een paar stukken land, in het midden
van den polder, tot dat doel werden aangekocht.
Nadat door den Voorzitter was herinnerd, dat de bewoners van het Land
in de tegenwoordige positie verkeerden, tengevolge van den speculatiegee6t der
eigenaars van die gronden, werd het voorstel tot aankoop van het molen-
terrein in stemming gebragt en aangenomen met 10 tegen 5 stemmen. Tegen
stemden de heerende Lange, van Kelckhoven, Boomsma, Maalsteed en
Papineau.
Op voorstel van het Dag. Best. werd besloten, dat pogingen zouden worden
aangewend om gemeld terrein in eigendom te verkrijgen tegen ƒ8000 met de
kosten van overdragt. Tegen stemde de heer Papineau.
De Voorzitter deelde mede, dat de nieuwe verordening der belasting op het
geslagt, in den loop dezer maand afgekondigd, met den lsten Februarij a. s.
in werking treden zal.
Overeenkomstig het gevoelen der Plaatselijke Schoolcommissie, dat op het
oogenblik nog niet kan worden voorzien in de behoefte aan onderwijs in de
gymnastiek, wordt zonder discussie met algemeene stemmen besloten.
Er geschiedt mededeeling van het Reglement op de uildeeling van prijzen,
prenten en vereerende getuigschriften op de openbare scholen in dezo gemeente,
door gemelde Commissie vastgesteld.