1H TIT.M.ANI).
-- Ken bij liet Departement vau Koloniën van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch Indie ontvangen telegram luidt„De
korvet Prints Maurits is aangekomen. Voor het overige niets nieuws."
In de zitting der Tweede Kamer van jl. Zaterdag werden de
beraadslagingen over het wetsontwerp tot het verleenen van eene
subsidie aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij voort
gezet en geëindigd. De voorgedragen subsidie bedroeg de som van
1,420,000 gulden onder eenige voorwaarden.
Drie zittingen had de Kamer aan de behandeling van genoemd
ontwerp toegewijdonderscheidene sprekers traden op om het te
bestrijden; het ontwerp werd door de ministers van Binnenlaudsehe
Zaken en van Financiën en door eenige leden verdedigd, maar ein
delijk in stemming gebragt met 35 tegen 20 stemmen verworpen.
De meeste bestrijders van deze wet zagen in de te verleenen sub
sidie een al te duren prijs voor de gewenschte aansluiting van den
Hollandschen- met den Rijnspoorweg te Rotterdam en hielden het
er voor, dat het algemeen belang meer bevorderd door eene
nieuwe lijn LeidenWoerden of 's GravenhageGouda hierdoor
niet werd behartigd.
Te midden der discussie ontbrak het der regering echter ook niet
geheel aan ondersteuning. De heer Yiruly Yerbruggen zeide o. a.:
„Ik geloof, dat, wanneer dit (de verbinding te Rotterdamhet tegen
woordig kabinet gelukt, zulks een lauwer te meer zal zijn in den
krans, die de slapen van het ministerie siert." Een algemeen gelach
werd na het uitspreken dezer lofrede vernomen.
De heer Groen van Prinsterer liet die woorden niet onbeautwoord
en maakte aan het slot zijner rede „de opmerking in het belang
van den minister van Binnenlandsche Zaken, dat n. 1. indien deze
wet werd aangenomen, niet een lauicer maar een distel zou worden
gevlochten in den krans, waarvan de heer Yiruly getuigde."
Ter gelegenheid van een prachtig bal, in de zalen der Teeken
academie te 's Hage, is door de sterke verlichting brand ontstaan.
De feestgenooten en de muziekanten hebben in allerijl het lokaal
moeten verlaten. De schade, door de brand veroorzaakt, bedraagt
niet minder dan 31,000.
Als een waarschuwend voorbeeld vermelden wij het volgende:
Te Oudshoorn heeft het dochtertje van den winkelier Barreveld,
tengevolge van vijfhonderd bogten achtereen touwtje te springen,
eene hersenschudding gekregen, waardoor hersenontsteking is ontstaan
en wa; rdoor zij een dag later is overleden.
Yoor eenigen tijd werd door ons een berigt medegedeeld uit
Tiel, vermeldende eene vermeende schending van het regt van ver-
eeniging en vergadering, bij de wet den ingezetenen des Rijks toe
gestaan. Thans vernemen wij, dat dit feit zich anders heeft
toegedragen, dan de eerste berigtgever heeft vermeld. Burgemeester
en Wethouders der gemeente Piel hadden het lokaal tot godsdien
stige bijeenkomst doen sluiten, met het oog op art. 7 der wet van
10 September 1853, regelende het toezigt op de onderscheidene
kerkgenootschappen, dewijl zich, op een afstand van 20 a 30 ellen,
de synagoge der Israëlitische gemeente bevindt en genoemde wet
de godsdienstige bijeenkomsten niet zonder verkregen toestemming
binnen 200 ellen afstands van eene andere plaats, tot gelijk doel
bestemd, toestaat. Die goedkeuring was niet gevraagd en B. en W.
waren dientengevolge volkomen in hun regt. om het bewuste lokaal
te sluiten. Intusschen is deze zaak ter kennisse gebragt van Z. Exc.
den minister van Justitie.
In de laatste winter-vergailering van de vereeniging Nijverheid
te Leeuicarden, die door een talrijk en uitgelezen publiek en daar
onder ook door den commissaris des konings in Friesland, werd
bijgewoond, hield de heer A. van Assen eene rede over de geschie
denis van den Nederlandschen handel, der nijverheid en der scheep
vaart, in verband met het leven en streven van wijlen koning
Willem I, als souverein vorst en koning der Nederlanden. Met
opwekking tot deelneming aan en ondersteuning van het plan tot
oprigting van een gedenkteeken, ter herinnering aan de schoone en
onvergetelijke dagen van November 1313, werd deze boeijende rede
besloten.
Men leest in de Staats-Courant
Onder dagteekening van den 14 Febr. 1863 hebben wij de na
volgende opgaven ontvangen van de bewegingen der schepen, uit
makende het Nederlandsch eskader in Oost-Indië.
Zr. Ms. fregat Palembang, kapt. ter zee J. D. Wolterbeek, wacht
schip ter reede Batavia.
Zr. Ms. korvet Juno, kapt. ter zee J. J. van der Moore, wacht
schip ter reede van Soerabaija.
Zr. Ms. korvet Ballas, kapt.-luit. ter zee J. van Gogh, heeft
den 25 Jan. de terugreis naar Nederland aanvaard.
Zr. Ms. brik de Cachelot, kapt. ter zee A. D. S. Clarkson, wacht
schip ter reede van Macassar.
Zr. Ms. opnemingsvaartuig Pylades, luit. ter zee 1ste kl. A. W.
Keuc'nenius, gaat steeds voort met de opname van Straat Banka.
Zr. Ms. schoonerbrik Makasserluit. ter zee 1ste kl. jhr. J. C.
H. Cliftbrd Kocq van Breugel, behoort tot de zeemagt bij de expe
ditie in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo, ligt voor Band-
jtrmasin, ter bescherming dier hoofdplaats.
Zr. Ms. roei-kanonneerboot No. 14, luit. ter zee 2de kl. G. den
Berger, dienstdoend wachtschip ter reede Samarang.
Zr. Ms. schroefstoomkorvet Medusa, kapt.-luit. ter zee jhr, F. de
Casembroot, is den 20 Jan. 11. van de reede van Batavia naar de
Japansche wateren vertrokken.
Zr. Ms. schroefstoomschip 2de kl. Citadel van Antwerpen, kapt.-
luit. ter zee G. P, J. Mossel, wordt te Soerabaija voor de dienst
gereed gemaakt en zal eerlang in station naar de Westkust van
Sumatra vertrekken.
Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. het Loo, kapt.-luit. ter zee P.
ran der Yeldeu Erdbrink, bekruist van uit Muntak de Oostkust
van Sumatra, is van Muntok naar Palembang vertrokken.
Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. Reinier Claeszen, kapt.-luit.
ter zee 11. A. Modderman, gestationeerd ter Westkust eau Suma
tra, heeft een kruistogt om de Noord gedaan.
Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. lleteh, luit. ter zee 1ste kl.
jhr. M. W. Bowier, doet van uit Kicandrag, in overeenstemming
met de Montrudo, kruistogten op zeeroovers.
Zr. Ms. schroefstoomschip 2de kl. Vice-Admiraal Koopman, kapt.-
luit. ter zee J. E. Buys, gestationeerd in de Japansche wateren,
zal, na aankomst van de Medusa, aldaar nog eenigen tijd verblij
ven, om gezamenlijk op sommige punten de vlag te vertoonen en
het Zwitsersche gezantschap van Nagasaki naar Yokohanna en Jedo
over te brengen.
Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Berkel, luit. ter zee 1ste kl.
II. E. Bunnik, behoort tot het station in de wateren van Celebes,
bekruist Straat Macassar.
Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Vecht, luit. ter zee 1ste kl.
jhr. A. Meijer, behoort tot de zeemagt in de Zuider- en Ooster-
afüeeling van Borneo; is den 7 Jan. van de Oostkust te Band-
jermasin teruggekeerd.
Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Haarlemmermeer, luit. ter zee
1ste kl. P. Koning, behoort tot het station in de wateren van
Riouw en Lingazou, volgens de laatste berigten, den 2 Febr. naar
de Karimon-eilanden vertrekken.
Zr. Ms. stoomschip lst.e kl. Amsterdam, kapt.-luit. ter zee J. P.
G. Muller, behoort tot het station in de wateren van de Molukkeri:
is bestemd om bezuiden het eiland Bangaai en ter Oostkust van
Celebes te kruisen.
Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Etna, luit. ter zee 1ste kl. B. D.
van Trojen, is eenigen tijd in de wateren van Bawean gestatio
neerd geweest en thans weder te Soerabaija voor de dienst beschikbaar.
Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Suriname, luit. ter zee 1ste kl. F. I.
Abresch, behoort tot de zeemagt in de wateren van Celebes, heeft
met den gouverneur van Celebes een togt naar de Golf van Boni gedaan.
Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Samarang, luit. ter zee 2de
kl. A. J. Cosijn (tijdelijk kommandant), ligt ter reede Soerabaija.
Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Celebes, luit. ter zee 1ste kl. jhr. D.
Bowier, behoort tot de zeemagt in de Zuider- en Ooster-afdeeling
van Borneo, is den 17 Jan. naar Koetei vertrokken en zal vervol
gens eene reis naar Berou doen.
Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Madura, luit. ter zee 1ste kl. C. A.
W. Halverhout, doet, in vereeniging met de Sindoro, van uit Toli-
Toli een togt naar Oesang (Noord-Oostkust van Borneo).
Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Admiraal van Kinsbergen, luit. ter zee
lste kl. A. Rietveld, behoort tot de zeemagt in de Zuider-en Ooster-
afdeeling van Borneo, is den 20 Jan. wederom naar de Teweh-
rivier vertrokken.
Zr. Ms. stoomschip 2de kl. Bromo, kapt.-luit. ter zee J. M. I.
Brutel de la Rivière, ligt beschikbaar ter reede van Batavia.
Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Sindoro, kapt.luit. ter zee J. M. de
Jongh, behoort tot het station in de wateren van Celebes, is
naar het schiereiland Oesang (Noord-Oostkust van Borneo) vertrok
ken, tot het volvoeren eener zending in vereeniging met de Madura,
Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Linge, luit. ter zee lste kl.
C. F. Hackstroh, bekruist de wateren ter Westkust van Borneo,
van uit Pontianak.
Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Montrado, luit. ter zee lstekl.
G. W. F. Moeth, bekruist van uit Gorontalo, gezamenlijk met de
Reteh, den Noordelijken ingang van Straat Macassar, tot wering
van zeeroof.
Eindelijk vernemen wij eene officiële verklaring wegens de ver
houding der groote mogendheden, Frankrijk en Engeland, ten aan
zien van de Poolsche qusestie. Lord Palmerston heeft aan het
Parlement medegedeeld, dat beide gouvernementen zich in voor
Polen gunstigen zin in de Poolsche qusestie zullen mengen, met het
doel om langs diplomatieken weg goede en gewenschte uitkomsten
te verkrijgen. Het hoofd der Engelsche regering drukt den wensch
uit, dat die vereende pogingen goede gevolgen mogen opleveren in
het belang van Polen, in het belang ook van de rust van Europa.
Uit deze verklaring van lord Palmerston blijkt het, dat nu ein
delijk eenstemmigheid is ontstaan tusschen beide mogendheden om
trent de te volgen gedragslijn eener zamenwerking, waarop kort
geleden nog zelfs geen uitzigt bestond. Verder merkt men op,
dat de bijeenroeping van een congres, waarop de Poolsche qusestie
zou afgedaan worden en waarvan het voorstel door de Fransche
regering zou zijn gedaan, zeker onwaar of niet ernstig gemeend
moet zijn. Zoo verzekert men ook, dat Frankrijk, ja, sterk vóór
het houden van een congres zoude zijn, maar bevreesd is voor de
gevolgen daarvan. Immers de grondslag, waarop men ter dezer
zake zoude te bouwen hebben, zijn de Weener tractaten van het
jaar 1815, maar die zijn in vervolg van tijd tot op heden zoo ver
bazend verminkt door de verschillende omstandigheden des tijds,
dat er niet aan te denken valt, om ter bekrachtiging van al die
veranderingen, de eenstemmige goedkeuring der belanghebbenden te
verkrijgen. Maar bovendien is het niet te verwachten, dat de kei
zer vau Rusland een congres zou dulden in eene zaak, die hij louter
van inwendig belang beschouwd als eene binnenlandsche aangelegen
heid en niets meer.
De opstand in Polen slaagt niet gelukkig. Immers pleit de om
standigheid, dat de Pruissische troepen die de grenzen bezetten,
weder naar hunne haardsteden kunnen terugkeeren er niet voor, dat
de opstand in Polen een ernstig karakter behoudt. Belangrijk zijn
de geruchten, die er worden verspreid, dat keizer Napoleon de onaf-
ihankelijkheid van Polen met alle kracht en klem behartigt en dat
hij heeft aangedrongen op de verheffing des hertogs van Leuchten-
berg tot onafhankelijk koning van het herboren Poolsche rijk.
i In Pruissen schijnt eenige meerdere toenadering tusschen regering