BUITENLAND.
zij een matroos zochten, wien zij een pak slaag wilden geven; dat zij, op een
wenk van Wilson, met Carp dien matroos uit het danshuis zijn gevolgd. Al
deze beschuldigden, behalve keyzer en Jclis, verklaren, deu verslageue te
hebben mishandeld. Goeree erkent, hem met een lat te hebben geslagen.
Meijer zegt, Brovvn bij het been te hebben vastgehouden, terwijl Wildon en
Carp hem hard sloegen, eu hein, toen hij reeds op deu grond lag, ceuige
trappen te hebben gegeven.
Welker erkent, Broun met de hand op het hoofd te hebben geslagen en
allen verklareD, de vervolging ten einde toe voortgezet te hebben.
Mitsdien worden de beschuldigden door den procureur-generaal aangeklaagd
vau moedwilligen doodslag met voorbedachten rade (moord).
Men meldt van Texel, dd. 15 Junij, het volgende:
„De wel-eerw. heer Frerichs, predikant bij de Doopsgezinde
gemeente alhier, heeft voor het op hem uitgebragte beroep naar de
gemeente Terschelling bedankt."
De landman C. L., in den Prins Hendrik Polder, raapte
onlangs drie kluiteijeren op; hij deed ze onder zijnen wolligen pet.
Huiswaarts keerende, ontdekte hij een zonderling gepiep, 't welk
bleef aanhouden en hoe langer hoe luider werd. De man begon
mgstig te worden, zonder echter aan de eijeren te denken. Te
iiuis komende, klaagde hij over het zonderlinge geluid aan vrouw
en kinderen, die zijnen angst deelden; maar ziet, bij het middag
maal zijnen pet afnemende, voud hij, in plaats van eijeren, drie
jonge kluiten en alle angst loste zich op in een vrolijk gelach, ten
koste van een onwetend kunstmatigeii vogelbroeijer. De hroeijing
onder den warmen pet, bij zonnig weder, had het werk der moe
der voltooid.
De jonge Spanjaard, de zoon van Matamoros, is van Alkmaar
naar Londen vertrokken, om aldaar, te gelijk met zijne lotgenooten,
verdere opleiding te erlangen.
Op Dingsdag 11 Augustus a. s, zal, in het kerkgebouw der
Doopsgezinde Gemeente te Amsterdam, de 79ste algemeeue vergade
ring worden geopend der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen.
liet voorzitterschap is opgedragen aan den heer Dr. II. J. Spijker.
Deze vergadering zal te beslissen hebben over een voorstel van het
Hoofdbestuur, ter bevordering van eenheid in de spelling van onze
moedertaal- over de meerendeels uitgebreide en belangrijke rap
porten van commlssiën, ter zake van volksvermaken en hunne ver
edeling; van leeskamers en hunne inrigting, ten nutte van het
volken van schoolpligtigheid, met het oog op het schadelijk
en schandelijk schoolverzuim, allerwege in ons vaderland op te merken.
Het blok cararisch marmer, waaruit het monument, ter her
innering aan den jongsten watersnood te Soestdijk op te rigten, zal
worden gebeiteld, is thans aan de steenhouwerswerf van de heeren
Devillers Cie, te 's Gravenhage, in bewerking. Gelijk men weet,
is het beeld door den heer Eug. Lacomble ontworpen, en zijn
daarin later eenige van het oorspronkelijke plan afwijkende wijzi
gingen gebragt. Het stelt eene vrouwelijke genius voor, die op den
aardbol komt aanzweven en door de bazuin der faam de daden des
konings, bij den watersnood verrigt, alom zal verspreiden. Het
voetstuk is hoog 2.50 el eu het beeld boven den bol 2.35 el; het
geheel zal eene hoogte van ruim 5 ellen hebben. De genius houdt
in de regterhand een eikenkrans en in de uitgestrekte linkerhand
de vergulde bazuin. Het hoofd is met een vergulde krans, uit
oranjebloesems en bladeren bestaande, gekroond. De houding van
het beeld is heerlijk en het zwevende daarin, tot zelfs in de minste
plooijen der drapericn, die de bekoorlijkste vormen en lijnen laten
doorschemeren en toch verbergen, voortreffelijk uitgedrukt. De
regtervoet rust op den aardbol, de linker is naar achteren uitge
strekt. Het gelaat is klassiek en rein van uitdrukkingook de
bewerking der armen verdient geroemd te worden. De artist, die
het model in marmer overbrengt, hoopt nog dit jaar met zijn werk
gereed te zijn.
In het gemeente-verslag van Leiden leest men o. a. het volgende:
„De Leidsehe nijverheids-vereeniging houdt maandelijksche bijeen
komsten, wanneer bij wijze van gemeenzaam onderhoud gewigtige
vraagpunten worden besproken hare leden hebben een leescirkel van
werken de nijverheid betrefFende, die de belangstelling zeer opwekt
en tot verbreiding van kennis op industriëel gebied zeer bijdraagt.
Het wordt bejammerd, dat baar plan, om voor de arbeidende klasse
gedurende den winter populaire voorlezingen te houden over natuur
kunde, mislukte van wege de geringe belangstelling, die van de zijde
der werklieden werd betoond. Vau het onderwijs, dat zij voor hare
rekening vier jongelieden liet genieten op de scholen van het genoot
schap Matheses Scientiarum Genitria, mogt zij daarentegen genoegen
smaken. De vereeniging telt 26 leden."
Voor het hof van Gelderland stond dezer dagen teregt Engelina
Vos, oud 21 jaren, beschuldigd van kindermoord. De besch. ver
keerde met den zoon van den boer, bij wien zij in dienst was, die
haar ook gehuwd zou hebben, indien de pastoor der gemeente dit
niet had tegengewerkt, daar hij voorgaf, dat de graad van bloed
verwantschap, waarin zij tot elkander stonden (zij waren neef en
nichtskinderen) dit niet gedoogde. Zij wist, ja, dat zij zwanger,
maar niet dat de tijd van hare bevalling zoo nabij was, als zij tot
bare groote ramp heeft moeten ondervinden. Op 4 April begaf zij
zich dan ook nog naar het 1| uur verwijderde Lichtenvoorde op
weg, beladen met een mand, waarin boter was, om die aldaar te
verkoopen. Onderweg echter werd zij ongesteld, dat zij niet verder
kon gaanzij gaat aan den kant van den weg in een drooge sloot
zitten en bevalt daar van een meisje. Eadeloos van angst, drukt
zij het schreeuwende wicht met den mond in den modder, totdat
liet leven geweken was. Zij staat daarna op, vervolgt nog haren
weg naar Lichtenvoorde, verkoopt de boter, keert 's avonds in ge
zelschap van haren beminde en nog een bekende huiswaarts, die
echter zeer veel moeite hadden haar te huis te krijgen, melkt nog
eene koe, en wil nog boter karnen, hetgeen haar onmogelijk was,
zoodat zij zich te bed moest begeven. De ongelukkige heeft alle
omstandigheden berouwvol en gul aan hare regters geopenbaard, en
het hof heeft ten haren opzigte dan ook het minimum der bij de
wet bedreigde straf, zijnde een tuchthuisstraf van 5 jaren, toegepast.
Dezer dagen had te Wildermnk ecu treurig ongeval plaats.
De meid van den landbouwer C. v. G., achter een paard loopende
om het over een draai te helpen jagen, kreeg van liet dier een zoo
duchtige slag met den poot, dat zij bewusteloos neerviel en nog
dien zelfden avond overleed.
Men meent in de voornaamste boterstreken van Friesland
tot de ontdekking te zijn gekomen, waarom de puike soorten op de
Engelsche markten zoo weinig gezocht werden. Deze oorzaak zou
bestaan in een verderf aanbrengende plant, die zich in de landen
en het hooi zou bevinden en later als schadelijk zich iu melk en
boter openbaart. De natuur- en plantenkundigen beijveren zich
dan ook, om de vereisehte onderzoekingen te bewerkstelligen.
Polen, Pruissen en Mexico spelen in de geschiedenis der jongste
dagen eene voorname rol.
De berigten omtrent Polen verlevendigen nog maar zeer weinig
bet uitzigt op een spoedigen afloop der bestaande verwikkelingen,
De voorgestelde wapenstilstand valt nog maar zeer weinig in den
smaak van Polen en Rusland en doet slechts verlangen naar liet
voorstellen van andere en betere middelen, om aan de jammeren
van den strijd een einde te maken. De Polen willen zich niet
onderwerpen en de Russen niet onderhandelen met rebellen. Het
wacht er nu op, dat, of de Polen weder onderworpen worden door
kracht van wapenenmaar wie ijst niet van de gedachte aan
de bloedige tooneelen, die er dan zijn te wachten! -of dat de
mogendheden vau Etcropa, gesterkt door de openbare meening, tus-
sebenbeiden treden, om den voortgang van zooveel onmenschelijke
wreedheden te stuiten.
Pruissen loopt gevaar in ernstige opspraak te komen bij zijne
deelgenooten in den Duitschen Bond. De Pruissische regering zelve
heeft meermalen iu andere Duitsche staten op de handhaving der
constitutie, vaak met bedreiging van de kracht van wapenen, aan
gedrongen. Thans willen sommige der Bondsstaten hetzelfde jegens
Pruissen hebben gedaan. Vooraan in de rijen van hen, die dit
wenschen en verlangen, staat de regering van het groothertogdom
Baden. Tusschen beide regeringen bestaat al sedert geruimen tijd
eene groote spanning.
Inwendig is liet in Pruissen niet beter gesteld, daar de regering
niet weinig wordt bemoeijelijkt door de cordate houding van vele
gemeenteraden, die, zonder omwegen, aandringen op de handhaving
der constitutie. Bovendien komt de strijd tegen het bewind, vroe
ger in het Huis der Afgevaardigden gevoerd, nu uit den boezem
van het volk, en dit is misschien op den duur nog lastiger.
Mexico levert voor den Franschen troon thans een schoon verschiet.
Er werden te Parijs Te Deums gezongen, generaal F'orey ontving
van zijn keizer de maarschalkstaf en de voor de expeditie bestemde
schepen kunnen nu terugblijven, nu de blijde mare weerklinkt door
bet land: Puehla is ingenomen. Omtrent de gevolgen van deze
overwinning, moeten latere berigten de noodige inlichtingen verschaffen.
Het vroeger verspreid berigt wordt thans weder vernieuwd, dat
de troon van Mexico aan aartshertog Maximiliaan is aangeboden.
Het spreekt van zelve, dat de keizer van Frankrijk, als dit berigt
waarheid bevat, daarmede voorname bedoelingen heeft, van staat
kundig gewigt. Het doel zou thans zijn, Oostenrijk door die aan
bieding te bewegen, om de politiek van Frankrijk in Europa te
omhelzen en zich te scheiden van het overig Buitschland. Als het
gerucht niets dan waarheid bevat, staat het nog te bezien, of de
Oosteurijksche regering tot dien prijs hare onafhankelijkheid wil
verkoopen.
In Frankrijk heeft de regering bij de herkiezingen voor het Wet
gevend Ligchaam weder eene gevoelige nederlaag geleden.
Toen de tijding van de inneming van Puehla te Fontainebleau
werd ontvangen, hadden er groote demonstratiën plaats. Zij kwam
aan toen de keizer met 60 personen aan tafel zou gaan. Prins-
Metternich stond spoedig na het begin van het diner op en wijdde
een dronk aan het Fransche leger, dat door de inneming van Puehla
aan Frankrijk nog meer roem had verschaft. Al de aanwezigen
stonden op en riepen„leve de keizerDaarna wijdde graaf
Bedmar, een Spanjaard, een toast op den keizer. Z. M. dankte voor
beide toasten en voor de hem bewezen sympathie. De muziek hief
„La reine Ilortense" aan. Des avonds werd wijn aan de troepen
geschonken en was geheel Fontainebleau geïllumineerd. Den vol
genden dag (Vrijdag) had de bloemen-tentoonstelling plaats; men
reikte de keizerin eene nieuwe soort rozen over en zij gaf daaraan
den naam Pueblarozen
Aan de directie van het Parijsche théatre du Chatelet is
reeds een stuk aangeboden, getiteldLa Prise de Puebla.
Uit Liverpool wordt berigt, dat de zeeslang weder gezien is
door de Afrikaansche stoomboot Athenian, op de reis van Teneriffe
naar Bathorst. De kwartiermeester John Chappel zag den 6 Mei,
omstreeks 7 ure 's morgens, een gevaarte het schip naderen en
vestigde er de aandacht van twee op het dek zijnde reizigers op.
Naderbij gekomen zijnde, ontdekte men, dat het eene buitengewone
groote slang was, van omtrent 100 voet lengte. De kleur was
donkerbruin en de dikte van het lijf omstreeks die van den grooten
mast. Het hoofd en de staart waren boven, doch het ligchaam
gedeeltelijk onder water.
Ook in Duitschland zal eerlang voor het eerst eene honden
tentoonstelling worden gehouden; zij zal van 14 tot 20 Julij, bij
gelegenheid der internationale landbouw-tentoonstelling, te LLamburg
plaats hebben.
In het laatst der vorige maand werd te Mannheim (groother
togdom Badende algemeene vergadering van onderwijzers uit geheel
Buitschland gehouden. Talrijk was de opkomst; bijna 2000 namen
er deel aan. De stad was feestelijk versierd en de ontvangst liet
een alieraangenaamsten indruk achter. Eene aangename verrassing