BUITENLAND.
Jl. Donderdag morgen is te Texel in het Polderhuis van j
Waal en Burgbewoond door F. Veen, de bliksem geslagen, ten-
gevolge waarvan het gebouw, met geheel zijn ameublement, in een
oogenblik is afgebrand. Een en ander is geassureerd tegen brandschade.
In het begin der maand Aug. e. k. zal te Alkmaarop het
gunstig bekende terrein in den Hout, eene harddraverij gehouden
worden 0111 prijs en premie, aan te koopen uit bijdragen van de
ingezetenen.
Men is in het Lancl van Altena alom druk bezig in de hooi
landen, wordende dat hooijen door het gunstige, warme weder zeer
begunstigd. De veldvruchten beloven een ruimen oogst.
De tarwe en rogge staan uitmuntend. Het vlas is in den
bloei, en laat ook niets te wenschen overig. De aardappelen staan
redelijk wel en gelden thans 4,50 het mud; oude zijn nog voor
3 het mud te bekomen.
Men meldt uit Scherpenzeel als eene merkwaardige bijzonder
heid, dat, sedert den 2 Maart jl., niemand op die bevolking van
ongeveer 1400 zielen is gestorven en, sedert Jauuarij, slechts vier
personen overleden zijn, tegen een en twintig geborenen.
Dezer dagen werd te JDalfsen eene vreemdsoortige mol in een
stuk weiland gevangen, die, wat vorm betreft, geheel overeen komt
met de gewone soort, met dit onderscheid echter, dat deze geheel
wit was.
Uit Zutphen wordt gemeld: Als een bewijs der van oudsher
bekende Nederlandsehe eendragt en broederschap en tevens als blijk
der lust tot oefening in den wapenhandel, kunnen wij melden, dat
het kader der sehutterij van Zutphen, Deventer en Doesborgh, onder
goedkeuring hunner chefs, voornemens is om op 27 Julij aanstaande
te Zutphen een concours te houden en wel met het tirailleur-geweer,
ter bekoming waarvan reeds bij ZExc. den minister van Oorlog
aanvrage is gedaan.
Jl. Woensdag namiddag reed de knecht van den landbouwer
H. van der Meijde, te Almkerkmet een geladen wagen met hooi,
p. m. 2000 ponden, langs den dijk aldaar. Het hooi was geheel
op een kant geladen, zoodat het wel bijna vooruit kon berekend
worden, dat de wagen kantelen zou. Dat ongeluk bleef dan ook
niet lang uit en had het nootlottig gevolg, dat vier spelende kin
deren daaronder bedolven werden, die eerst na veel inspanning en
zwaar gekwetst weder te voorschijn zijn gehaald. Het leven van
twee der kinderen loopt gevaar.
Den 25 dezer barstte boven Deventer een vreesselijk onweder
los, vergezeld van regen en hagel. De meeste hagelsteenen hadden
de grootte eener kleine pink en waren zeer spits. Van ongelukken
heeft men nog niets vernomenechter vreest men, dat de te veld
staande vruchten veel zullen geleden hebben.
Keizer Napoleon heeft in de laatste dagen eenige wijziging
gebragt in zijne staatkundige omgeving. Vijf zijner ministers, en
daaronder Walewsky en Persigny, zijn afgetreden en door andere
staatslieden vervangen. Men meent te mogen aannemen, dat, door
deze wijziging in het kabinet, ook eene wijziging in de buitenland-
sche staatkunde zal ontstaan. Is dit waar, dan vermindert daardoor
voor Polen het uitzigt op eene gewapende tusschenkomst door
Frankrijk. Graaf Walewsky toch, een Pool van afkomst, stond in
den ministerraad aan het hoofd van hen, die op krachtige wijze
willen te werk gaan, ten einde den keizer van Rusland te dwingen,
aan de Polen de onafhankelijkheid te hergeven.
Men verliest zich nog steeds in gissingen omtrent den afloop der
Mexicaansche expeditie. Dat de hoofdstad, Mexiconog in dit jaar
hare poorten voor de Franschen openen zal, wordt in Frankrijk
zelve gewenscht en verwacht. Maar wat dan gebeuren zal, is voor
allen ten eenenraale een raadsel. Men spreekt reeds van het door
keizer Napoleon zoozeer geliefd algemeen stemtegt, waarbij dan, met
de noodige uitoefening van invloed, gemakkelijk de verkiezing van
den keizer tot hoofd van den staat kan worden verkregen. Men
gaat verder en gelooft, dat, in zulk een geval, de kroon weder aan
airtshertog Ferdinand Max zal worden aangeboden. Dit laatste
zou dan het welgekozen middel zijn, om Oostenrijk met hechte
banden aan de staatkunde van het Fransche keizerrijk te verbinden.
De Pruissische regering en hare volharding, de Oostenrijksche
en de sympathie, die ook hare houding tegenover Polen bij de
volksvertegenwoordiging vindt, de Grieksche en de bevestiging
van den nieuwen koning tot lid der Protestantsche godsdienst;
dit zijn in de jongste dagen zoo al de belangrijke feiten, waarop
de geschiedenis van den dag ons wijst.
Dezer dassen is voor Antwerpen het Nederlandsch stoomschip
Telegraaf, dienst doende tusschen genoemde stad en Rotterdam,
aangevaren geworden door de Belgische stoomboot Baron Osy. De
spiegel van den Telegraaf is verbrijzeld. De schade wordt op
10,000 francs berekend.
Dezer dagen werd te Antwerpen eene vrouw, die 's avonds
haar werk te huis bragt, door een vlieg gestoken. Zij gaf daar
zoo dadelijk geeu acht op. Naauwelijks echter te bed liggende,
kreeg ze hevigen pijn in den arm en des morgens was die reeds
geheel zwart. Een paar uren later moest die tot aan den schouder
worden afgezet.
De nieuw benoemde leden der oppositie in het Fransch
Wetgevend Ligchaam hebben den navolgenden leeftijd bereikt:
Berryer 73, Marie 68, Thiers 66, Havin 64, Lanjunais 62, Jules
Favre 54, Guéroult 53, Jules Simon 49, Pelletan 49, Darimon 44,
Emile Olivier en Picard ieder ongeveer 40 jaren.
Te Parijs is de navolgende historische anecdote in omloop
Thiers was nog een bijna onbekend talent, toen de beide eerste
deelen van zijue Histoire de la revolution Francaise geschreven wa
ren. Hij zocht daarvoor een uitgever. Na vele vergeefsche pogingen
komt hij eindelijk bij een, met wien hij volgenderwijze een contract
kreegHoe is uw naam?" vroeg de uitgever. „Ik heet Thiers,
ben door de academie te Aix bekroond en mede-arbeider aan den
Constitutionnel." „Ik ken u niet." „Ligt mogelijk, maar doe mij
genoegen en maak eerst kennis met mijn boek." De boekhandelaar
beloofde het en verzocht den jongen schrijver een paar dagen later
terug te komen. „Hoe vindt ge mijn boek?" vroeg Thiers bij dat
volgend bezoek. „Uitmuntend, het spijt mij echter, dat ik 't niet
uitgeven kan." „Waarom niet?" „Om eene doodeenvoudige rede:
gij zijt in de letterkundige wereld geheel onbekend, gij hebt niet
den minsten naam. 't Boek zou niet „gaan," hoe verdienstelijk het
overigens ook is geschreven. Stond er b. v. Felix Bodin op den
titel, dan zou ik 't wagen." Thiers dacht een oogenblik na. Hij
herinnerde zich dat Bodin, toen ter tijde een gevierd auteur, tot de
beste vrienden van zijn jongenstijd behoorde. „Gij zult uw zin
hebben," zeide hij tot den uitgever en regtstreeks ging hij naar
Bodin, om hem te vragen, 't vaderschap op zich te nemen van zijn
eersteling. Deze stemde toe en de beide eerste deelen van het later
zoo beroemde werk kwamen uit onder den naam van Felix Bodin.
Op het derde echter werd Thiers reeds als de schrijver genoemd.
Bodin was, toen het boek zoo'n buitengewoon succes had, loyaal
genoeg, om den schrijver te noemen en drie maanden later was de
naam van Thiers reeds zoo beroemd, dat hij dien van Bodin geheel
deed vergeten.
Dezer dagen heeft zich eene 13jarige knaapop het
oogenblik van het vertrek van den spoorweg van Roanne, zonder
dat de stations-beambten hem bemerkten, weten vast te klampen
onder een goederen-wagen en werd op deze wijze, zonder eenig
letsel, tot Moulins medegenomen. Te Saint-Germain had men hem
reeds ontdekt, doch toen was de trein in beweging en per telegraaf
seinde de conducteur de aanwezigheid van dien vreemdsoortigen
passagier aan den stations-chef te Moulins. Daar werd hij als
landlooper aangehouden. De knaap, die in een kiel en slechte
broek gekleed was, had niet meer dan 15 centimes bij zich en
verklaarde, dat zijn baas, bij wien hij werkzaam was, hem te streng
behandelde en hij dus te Parijs eene betrekking wilde zoekenaan
gezien hij echter geen reisgeld had, was dit vreemde middel door
hem uitgedacht, om naar de hoofdstad te komen.
Voor eenigen tijd werd te Caluire Zuid-Franlcrijkeen jon
geling van 15 jaren door een hond in de hand gebeten. Niette
genstaande de onmiddellijke hulp en de verzekering des eigenaars
van den hond, dat het dier volstrekt geen kwaal had, is de knaap
toch dezer dagen door de gewone verschijnselen van hondsdolheid
aangetast en weldra daaraan bezweken.
Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1191 sterf
gevallen en 1879 geboorten plaats gehad.
Men meldt uit Collenz, dat voor eenige dagen de stoomboot
Prinzessin von Preussen, in de nabijheid van Remagen, door den
bliksem is getroffen, die, na den mast in splinters geslagen te heb
ben, over het dek en de raderkast in het water verdween. De tal
rijke passagiers kwamen met den schrik vrij, behalve de kok, die
toevallig in de nabijheid van den mast stond en door de drukkende
en verstikkende lucht verdoofd, doch spoedig bijgebragt werd. Yoor
zoover men weet, is dit geval het eerste van dien aard sedert de
40 jaren, dat de stoomvaart op den Rijn bestaat.
In de Kölnische Zeitung las men dezer dagen het volgend artikel:
Het lijden van een redacteur. Een redacteur moet, zoo luidt
de eisch der lezers, steeds op de hoogte des tijds staan, zich naauw-
keurig rekenschap geven van al wat er gebeurt en met naauwgezet-
heid en juistheid zijne lezers voorlichten. Hij moet natuurlijk verstand
van alle dingen hebben, en zijne overtuiging flink en cordaat uit
spreken en zonder aanzien des persoons enkel het heil van vorst en
vaderland, en de belangen van regt en waarheid, in het oog houden.
De arme redacteur begint nu over de legerorganisatie te spreken,
en onbeschroomd en onbevooroordeeld zijne meening te openbaren.
Onmiddelijk roepen alle militairenWat weet die man van een
leger en van de eischen van den oorlog? Hij kan wel met de pen
strijden, maar van het hanteren der wapenen heeft hij geen verstand.
Morgen schrijft hij over het schoolwezen en neemt naar zijn beste
weten de eischen der wetenschap, de behoefte van onderwijzers en
leerlingen ter harte. Wat weet die man, roepen hoogleeraars, do
centen en onderwijzers, als uit eenen mond, van de behoefte van het
onderwijs? Hij heeft jaren geleden op de schoolbanken gezeten en
nu beschouwt hij van zijn lessenaar uit de dingen; hij is immers
geen man van het vak. en wil hij ons, practici, nu de les lezen?
Overmorgen schrijft hij over handelszaken. Hij bepleit de begin
selen van vrijheid of die van inkomende regten; altijd is er eene
groote menigte van kooplieden, die onmiddellijk uitroepenWat de
redacteur ook moge weten, van den handel heeft hij evenwel zelfs
geen flaauw denkbeeld. En zoo hij voortgaat met op sommige
kwade practijken te wijzen, op de overmagt van het kapitaal, op
het vernietigen van den middenstand en wat dies meer zij, dan
roepen honderdenSentimenteele phrasen Men ziet het duidelijk,
de man heeft zijn theoricn gevormd in het studeervertrek; neen,
van den handel weet hij volstrekt niets.
Arme redacteur! waarover gij ook spreken moogt, zij, die er be
lang bij hebben, dat de dingen blijven zoo ze zijn, zullen u altijd
verwijten, dat gij niets van de zaak weet. Maar nu oordeelt de
soldaat dat gij het leger, de schoolman dat gij de school, de koop
man, dat gij het doen van zaken, een ieder, dat gij zijne zaak niet
verstaat, wat blijft er alzoo voor u over? Dit, dat ieder het beter
meent te weten dan gij en dat gij de meest gecritiseerde en de felst
beoordeelde van alle menschen zijt."
Naar aanleiding der berigten omtrent den in Hongarije heer-
schenden nood, heeft de keizer den Hongaarschen hof kanselier,
graaf Forgach, aangeschreven, om hem ten spoedigste daaromtrent
1 in te lichten, met opgave der middelen tot leniging van den nood.