BUITENLAND. en dus op de volle zwaarte hing, niet meer was te houden, zoodat twee mannen door de bendels ernstig bezeerd werdende eene ont ving eenige slagen tegen het hoofd en de andere in de heup; beiden zijn vreesselijk gewond en hun toestand is zeer zorgwekkend. In Sneek worden sedert eenigen tijd vreemde of althans zeld zaam gezien wordende dieren opgemerkt, die men den naam geeft van steenotters, hebbende de gedaante van een mud, de kop gelijkt op die van eene kat, zij zijn donker grijs met witte vlekken, de nagels aan hunne pooten schijnen zeer scherp te zijn, althans zij loopen bij de muren op, even vlug als over den platten grond, springen langs de daken van het eene huis op het andere, dringen door den schoorsteen in de huizen en hebben alzoo bij een heer uit een zijner vertrekken verscheidene kostbare vogels verslonden des daags worden zij niet gezien; onderscheidene nachten patrouil leert men reeds met geladen geweren, doch tot heden heeft het nog niet mogen gelukken, een van die roofdieren te treffen. Als niet onbelangrijk wordt uit de gemeente Wymbecturadeel gemeld, dat bij de aldaar zich bevindende runderen, 17,031 in getal, in de afgeloopen maand Junij geen enkel voorval van be smettelijke longziekte heeft voorgedaan, eene gunstige omstandigheid, welke men sedert het uitbreken van die ziekte, 31 December 1849 niet heeft waargenomen. Het totale cijfer der gestorven en afge maakte runderen in die gemeente tot heden bedraagt 6975. Uit Drenthe schrijft men het volgende „Tegenwoordig is de hooioogst hier in vollen gang, doch zal, wanneer het schoone weder aanhoudt, binnen korten tijd zijn afge loopen. Wat de kwantiteit betreft, valt deze oogst boven verwach ting uit, terwijl de kwaliteit niets te wenschen overlaat. De roggeoogst zal misschien wel bij of onder het middelmatige blijven, want in het voorjaar had de plant veel van droogte, vorst en roest te lijden. Nog geen drie weken geleden ontdekte men met schrik, dat de roest zich ook reeds op de korrel begon te zetten, doch eene gelukkige regen met warmte schijnt die plaag weder te hebben doen verdwijnen. De aardappelen hebben een best aanzien en beloven een ruimen oogst. De veeneu, voor de boekweitteelt bestemd, zijn allen gebrand en bezaaid; de plant staat schoon en doet eene goede verwachting opvatten. Erwten en boonen groeijen voorspoedig, doch de kool en het moes worden door de bladluis aangevallen. De afvoer van turf gaat niet zoo druk als de verveeners dit wel zouden wenschen, terwijl de bijenhouder sedert eenige dagen druk met den honigpot moet loopen, om goed op het voederen zijner bijen te passen. De strijd in Dolen duurt immer voort. Welke maatregelen ook worden genomen om den opstand te fnuiken, hoe geweld, list en bedrog ook zamenspannen om Polen voor altijd te vernietigen, het is tot nog toe te vergeefs geweest, al heeft Rusland, om tot dit doel te geraken, niet geschroomd, zelfs de palen te overschrijden, door de menscbelijkheid gesteld. Datzelfde Rusland, het is nog zoo lang niet geleden, dat het de heiligheid van den volkswil in Italië huldigde, een volkswil, die daar bij de eene helft der natie door bedrog of belangzucht in het leven werd geroepen en bij de andere helft nooit heeft bestaan. En datzelfde Rusland verklaart nu door zijnen minister van Buitenlandsche Zaken, dat die volkswil in Polen nietig is en slechts een gevolg van de socialistische rigting onzer eeuw; waarlijk, dat mag heetenwegen met twee schalen en twee gewigten. In hoeverre Polen zich door de leiders der Europesche revolutie heeft laten medeslepen, blijkt duidelijk uit hunne weigering, hulp van die zijde aan te nemen. Maar al laten wij het al of niet regtmatige van den opstand in het midden, toch zien wij met eerbied op een volk, dat na sints 70 jaren van de rij der Europesche staten te zijn uitgewischt, ge durende al dien tijd zijne nationaliteit heeft bewaard; op een volk, dat, na in alles, tot zelfs in zijne godsdienstvrijheid te zijn onder drukt, nog energie genoeg heeft behouden, om, nu de maat der gruwelen is volgemeten, zonder vreemde hulp een verzet te doen zoo als zij dit doen. Voorzeker, er is weinig welligt van dat verzet te wachten; de diplomatieke tusschenkomst der mogendheden heeft lang gedraald en draalt nog en het schijnt, dat prins Gortschakoff zijn antwoord op de nota's op de lange baan zal schuiven, ten einde met de aankomst van het koude jaargetijde eene gewapende interventie on mogelijk te maken en alsdan Polen ongehinderd den genadeslag te kunnen geven. Men zegt dat er tusschen den Franschen keizer en Victor Emma- nuel een drukke briefwisseling wordt gevoerd, bij Napoleon ten doel hebbende zich bij een mogelijken oorlog tusschen Frankrijk en Rus land, van Italie's hulp te verzekeren, terwijl hij aan den anderen kant nieuwe plannen van Victor Emmanuel, omtrent de Romein- sehe kwestie, zou ondersteunen. Lord Russell heeft aangedrongen op zijn ontslag uit het minis terie, aangezien hij zich met de politiek van lord Palraerston, ten opzigte van Polen en Noord-Amerika, niet kon vereenigen. De straattumulten te Berlijn zijn thans geheel ten einde geloopen. Tien regters zijn aangewezen tot het houden der voorloopige in structie in de zaak der gearresteerde personen. De Gerigts-Zeituny deelt, op gezag van geloofwaardige personen, twee voorvallen mede, die een eigenaardig licht werpen op de bedoelingen der oproer makers. Een schoenmaker heeft o. a. bij een zijner leerlingen 1$ thaler gevonden, die, naar het zeggen van den knaap, hem door een vreemden mau gegeven waren, ten einde daarvoor „oproer te maken." Een ander heer moet gehoord hebben dat iemand, die door een zijner bekenden verzocht was de plaats van het oproer ie verlaten, geantwoord heeft: „Denkt gij dan, dat ik hier voor mijn pleizier ben Ik verdien hier veel meer, dan wanneer ik de gan- sche week werk." De berigten uit Amerika luiden zeer ongunstig voor de Noor delijken. Lee staat met zijn leger in Pensylvanie en schijnt niet geheel en al vrij te zijn van het plan om Wasshington aan te vallen, terwijl de Noordelijken slechts Hooker met zijn leger tegen hem hebben over te stellen. De belegering van Vicksburg gaat mede niet naar wensch, terwijl de Zuidelijken na de vruchtelooze pogin gen die tegen Charleston zijn aangewend, meester zijn van de Mis- sisippi—rivier, tot groot ongerief der Zuidwestelijke Staten, die der Unie getrouw zijn gebleven. Generaal Oudinot, hertog van Ragusa, is overleden. Hij was de zoon van maarschalk Oudinot. Ilij heeft een gedeelte van den oorlog onder het eerste Fransche keizerrijk medegemaakt. In 1809 werd hij wegens zijn moed bij het overtrekken over den Donau, door Napoleon I tot luitenant benoemd. Aan den Russischen veldtogt en de veldslagen van Leipzig en Montmirail heeft hij deel genomen. In 1814 werd hij kolonel. Gedurende de honderd dagen bleef hij den Bourbons getrouw. In 1849 werd hij aan het hoofd van het Romeinsche expeditiekorps geplaatst. Na de inneming van Rome gaf hij het commando aan generaal Rostolan over. In het Wetgevende Ligehaam sloot hij zich bij de meerderheid aan en was hij tegen de politiek van den president Napoleon. Den 2 Dec. 1852 werd hij gearresteerd en later vrijgelaten; na dien tijd leefde hij als particulier. Er bestaat plan om Parijs in regtstreeksche verbinding met de zee te brengen. Er zou namelijk een kanaal worden gegraven tusschen Parijs en Dieppe. Dit kanaal is 12,000 meters lang en zal binnen drie jaar gereed zijn. Er heeft zich reeds eene maat schappij gevormd, die zeer door den minister Béhic wordt beschermd. Bij de op 6 dezer te Parijs plaats gehad hebbende uitdeeling van prijzen aan de bekroonde schilders, heeft maarschalk Vaillant Horace Vernet den „beroemden maarschalk van het leger der kunstenaars" genoemd. Graaf Nieuwekerke zeide: „De tegenwoordige Fransche school staat aan het hoofd van alle scholen der wereld. Frankrijk is een rijk land en even als zijne soldaten zijn zijne kunstenaars de eersten der wereld." Dezer dagen zagen eenige wandelaars in de Grande-rue te Grenoble plotseling een mensohelijk ligehaam uit de derde verdieping naar beneden storten en vonden, daarbij komende, reeds het lijk eener jeugdige vrouw. De ongelukkige had het raam van hare kamer willen openen en daarbij geleund op het zonneblind, dat niet goed gesloten was. Zij had daardoor het evenwigt verloren en vond zoo een jammerlijken dood. Haar echtgenoot reeds te bed zijnde, zag op eenen afstand den jammerlijken val en is door schrik en droefheid in eenen toestand, dat hij naar een hospitaal is ge- bragt. Ook het kind van 14 maanden dezer ongelukkige ouders, dat, van al die ellende onbewust, in de wieg lag, is in het gast huis opgenomen. Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1191 sterf gevallen en 1879 geboorten plaats gehad. Op het bal, dat dezer dagen te Londen door de officieren der garde, ter eere van den prins en de prinses van Wallis gegeven werd, heerschte zoo een buitengewoon gedrang, dat de grond met verloren diamanten als bezaaid was. Een officier zou alleen voor eene waarde van meer dan 1450 aan edelgesteenten, die succes sievelijk door hem waren opgeraapt, aan de commissarissen hebben ter hand gesteld. Op een der Engelsche spoorwegen is een nieuw uitgevonden signaal opgerigt, dat ongetwijfeld binnen kort op vele banen zal worden ingevoerd. Het bestaat uit een uurwerk, waarvan de wijzer plaat eene middellijn heeft van 4 voet en dat op eene zuil, ter hoogte van 15 voet, staat. Van die wijzerplaat is slechts een vierde gedeelte zigtbaar. Op dit vierde gedeelte, zijnde vervaardigd van matglas, staan met roode kleur de cijfers 0, 5, 10 en 15 en is één uurwijzer aangebragt. Met deze wijzer is, door middel van eene lange staaf verbonden eene tredeals de trein over deze trede heenrijdt, wordt door de drukking de wijzer losgelaten en springt van zelf op 0 terug. Zoodra de trein voorbij is, gaat de wijzer weder zijn geregelden gang, om in 15 minuten den afstand van 0 tot 15 te doorloopen en dan op 15 stil te blijven staan. Een vol gende trein leest dan op de wijzerplaat hoeveel minuten vroeger een vorige trein die plaats is voorbijgereden. Het uurwerk heeft twee wijzerplaten, de eene voor de heengaande en de andere voor de terugkeerende treinen. Des nachts zijn de platen van binnen verlicht. De constructie van het werktuig is zoo eenvoudig, dat het aan nagenoeg geen gevaar van storing bloot staat. Het kan vooral nuttig werken bij het binnenrijden van tunnels, terwijl des nachts zonder gevaar meerdere treinen elkander kunnen volgen. De uitvinder is een fabriekant van kantwerken, de heer John King, te Heanor. Uit de badplaatsen wordt geschreven, dat de toiletten van heeren en dames uitmunten door zonderlingheid. De heeren dragen buitensporig wijde pantalons, gekleurde zijden overhemden, dassen van grenadine, met een kostbaren ring om den hals gesloten en hoog gekleurde fantaisie-jassen. De stroohoed heeft plaats gemaakt voor de kleinere zwarte of gvijze hoeden met ronden bol, die op een omgekeerd scheerbekken gelijken. De dames dragen japonnen met lange rokken, van onderen geborduurd, een kort lijf, een lang en breed ceintuur, kraag en overhemd van oude Venetiaansche kant. Het fatsoen der hoeden verschilt tot in het eindelooze. De Henri III is voornamelijk geschikt voor jeugdige aangezigten en de Watteau voileert den blik en geeft aan het gelaat eene beminnelijke en peinzende uitdrukking. Men meldt, dat Richard Wagner de compositie van eene i nieuwe monster-opera voltooid heeft, genaamd: De Ring der Nie-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2