HET GEHEIM VAN Dl GENEESHEER. BUITENLAND. nijverheid; met de regterhaud draagt zij de fakkel der verlichting. Hét geheel is keurig vervaardigd, naar het fraaije model van J. L. Jacquet te Brussel. Doet het den beeldhouwer eer aan, ook de Zeisterfabriek van den heer Schiitz mag er zich op verhoovaardigen. dat het kunststuk er zoo uitnemend is afgewerkt. Het staatkundig nieuws" van den dag draait bijna geheel om eene algemeene asPolen. Vestigt men de aandacht op Frankrijk, men verneemt bijna anders niet dan mededeelingen omtrent den onaangenamen indruk, door het weinig bevredigend antwoord der ltussische regering teweeg gebragt. Verlangt men nieuws uit Engeland, men merkt al terstond op, hoe hoogst ongunstig bij natie en regering het antwoord is opgenomen, door Rusland gegeven. Oostenrijk hinkt daarbij, als gewoonlijk, op twee gedachten, want, terwijl het iustemt met de gevoelens der Westersche mogendheden en Polen's onafhankelijkheid toont voor te staan, klemt het zich nog vast aan een oud en verouderd tractaat met Rusland, waardoor men zich genoodzaakt waant, om den ex-dictator Langiewicz te Josephstadt geïnterneerd te houden. Zelfs de invloed der vertegen woordiging heeft niet kunnen baten, om de regering van besluit te doen veranderen. Mede tengevolge van de zoo bewegelijke Poolsche qusestie, ontstaat in de Poolsche provinciën van het koningrijk Pruissen gedurig meer zorg voor rustverstoring en deelneming aan den natioualen worstelstrijd. Men vermoedt, dat die gewesten reeds lang staatkundig zijn ondermijnd. De woorden, die men verhaalt, dat door de groote diplomaten zijn gesproken bij de kennisneming van het antwoord der Russische regering en de openbaring van de publieke opinie, doen de hoop verlevendigen, dat er ten minste iets voor het ongelukkige Polen zal worden gedaan. „Het is erger dan schandelijk," zoo sprak keizer Napoleon; „dat is erger dan slecht," die woorden werden door lord Russell gesproken. Dat zal dan toch geen tooneelvertooning zijn, te meer, omdat de keizer, altijd naar men verzekert, er bij voegde; „zonder ondersteuning- kan ik niet handelen." De ondersteuning van de openbare meening, als die kracht geeft, dan kan de keizer over eene groote magt be schikken. Zijue soldaten in het kamp van Chdlons verklaarden reeds terstond, op 't vernemen van Ruslands ongunstig antwoord, dat zij bereid waren, op 't oogenblik tegen Rusland te strijden. Hunne bevelhebbers hadden zelfs alle moeite aan te wenden, om de heethoofden tot bedaren te brengen. Zooveel schijnt dus wel zeker, dat er ernstige gebeurtenissen zijn te wachten, of althans zeer mogelijk zijn. Het wederantwoord der "Vereenigde Mogendheden is nog niet gereed en het zal wel eenige oogenblikken van zorg en inspanning vereischen, om daaromtrent het met elkander volkomen eens te worden. Het wordt als waarschijnlijk voorgesteld, dat ieder der drie mogendheden op verschillende wijze zal antwoorden op de punten van het Russisch antwoord, haar betreffende. In Amerika hebben de Zuidelijken zich door hunne vlugt, die weinig eervol is geweest, den strijd naar de oevers van den Potomak overgebragt. Die van het Noorden hebben eene glansrijke over winning achter zich, eene overwinning, die den vaak ontzonken moed wel zal verlevendigen. Er bestaan evenwel nog vele redenen van bezorgdheid voor de Noordelijken; de partijschap heerscht nog voortdurend; de aanwerving gaat met vele zwarigheden gepaard en het heeft nog allen schijn, dat de noodzakelijkheid er toe drijven zal om den voortgang van den strijd te staken. Europesche invloed schijnt daartoe echter volstrekt niet te kunnen leiden; van die zijde verlangt men geene inmenging. In Mexico zullen eerlang de verkiezingen voor eene nieuwe staats regeling plaats hebben, waaromtrent keizer Napoleon beloofd heeft, dat ze geheel vrij zullen zijn. Evenwel ze zullen wel door de Eranschen worden geleid. Men weet wat dit te beduiden heeft. Sedert eenige dagen ziet men een zeer vreemdsoortig rijtuig op de boulevards te Parijs rijden Door middel van machineriën draaijen de vier zitplaatsen evenals de houten paarden en rijtuigen van een caroussel rond, zoodat de personen, al rijdende ronddraaijen en de omtrek van alle kanten kunnen bezien. Of het zeer aange naam is gedurende uren lang in de rondte te draaijen zullen zij, die er in gezeten hebben, kunnen zeggen. Op den Boulevard Montmartre te Pat-ijs, nabij den Schouw burg des Variétés, is men bezig den gevel van een huis geheel te vergulden. Er hebben regens van sprinkhanen, van kikvorschen, van bloed, van aarde plaats gehad, doch thans wordt er gesproken van een regen van oorwurmen, te Gor-Rouhou, provincie Oran Algeriè die 20 minuten aanhield. De huizen, velden, wegen waren met deze insecten bezaaid. De heer Dionis, opzigter der stoeterij te Villeneuve-sur-Lot, keerde dezer dagen met eenige hengsten, die hij hun dagelijkschen wandelrid had laten doen, naar de stallen terug. De hengst, door hem bereden, Lamartine genaamd, had een steentje tusschen een der hoeven gekregen en de heer Dionis steeg af, om het dier daar van te bevrijden en voor kreupel worden te behoeden. Toen hij weder wilde opstijgen, verzette zich het ongeduldig geworden paard, beet hem geweldig in het linkerbeen, ontsnapte hem, viel alsnu een anderen hengst der kolonne aan, Philipp Shab, na ook diens be rijder woedend gebeten en op den grond geworpen te hebben. Nu ontstond er tusschen de beide van hunne ruiters bevrijde paarden een zoo hevig gevecht, dat er aan geen scheiden te denken viel. Eindelijk nam Philipp Shah de vlugt en rende, door Lamartine vervolgd, voort. Bij eene kromming van den weg sprong het dier over eene aldaar geplaatste borstwering, stortte van eene belang rijke hoogte in een drooge sloot met steenen gevuld en was half verpletterd, zoodat men het op de plaats moest afmaken. Lamartine, eindelijk opgevangen en overmeesterd, is vrij ongedeerd uit den strijd gekomen. De beten, die hij aan de beide ruiters heeft toe- gebragt, schijnen zonder gevaar te zijn. Zekere heer de Kercaradet, een sportsman uit de omstreken van Rennes, had gewed, dat hij met zijn Bretonsch paard voor eene tilburrie honderd mijlen in honderd uur zou afleggen. Hij heeft de weddingschap gewonnen en den afstand, ondanks een allermoeijelijk- steu weg en zware hitte, in 93| uur afgereden. Dr. Collins, van het koninklijke hospitaal te Portsmouih maakt in een rapport melding van een man, die in 1842 gedurende een geheel jaar, in 1848 8 maanden heeft geslapen en in dit jaar van den lSden Mei nog slapende is. Meermalen slaapt hij twee, drie of vier dagen achter elkander. Hij is gezond, doch wordt hoe langer hoe magerder, ofschoon men hem gedurende zijn wakkerzijn krachtig voedsel geeft. Hij is een zeer ijverig man en een groot liefhebber van lezen. Hij valt al sprekende in eens in slaap en wanneer hij wakker wordt is hij zeer verwonderd te zijn ingeslapen en zet alsdan het gesprek voort. Le Temps meldt, dat Rusland 1,600,000 man; Pruissen 743,294; Engeland 238,973; Oostenrijk 587,665 en Frankrijk 757,725, totaal 3,917,687 man op den been kunnen brengen, Op den landdag te Lintz had dezer dagen een hevigen strijd plaats over het godsdienstig onderwijs. De geestelijkheid streed voor de moeder de kerk en een der sprekers maakte zelfs uit de spreuk: „Laat de kinderkens tot mij komen" het regt der kerk, om altijd de school onder de voogdij der kerk te stellen. „De school is de dochter der kerk," riep de spreker, „men moet de dochter van haar moeder niet scheiden, want dat is de dood der dochter." Zeer naïf antwoordde daarop dr. Iiauer: „dat hij het juist voor eene onnatuurlijke verhouding hield, dat de dochter eeuwig en altoos bij haar moeder zou blijven." Te Heidelberg zal den 2730 Aug. a. s. een congres van sterrekundigen worden gehouden, ten einde middelen te beramen, om, door gemeenschappelijk werken, datgene te bereiken, wat de krachten der afzonderlijke observatoria te boven gaat. Te HoltJiausen is den 22 dezer de vrouw van zekeren Ehring, een daglooner, van vier kinderen, twee jongens en twee meisjes bevallen. Kraamvrouw en kroost bevinden zich naar omstandig heden zeer wel. Uit Kopenhagen verneemt men, dat de jonge koning van Griekenland, George I, dezer dagen te Hamburg de groote interna tionale tentoonstelling bezoekende, aldaar in het lokaal der landbouw werktuigen onverhoeds den ex-koning Otto ontmoette. De pas gepromoveerde souverein was zeer verlegen, toen hij zich zoo eens klaps geplaatst vond tegenover den koning, dien hij gaat opvolgen en zoodanig van zijn stuk gebragt, dat het al de aanwezigen ten sterkste in het oog viel. Den 24 dezer heeft nabij Krasnystaw een geregelde veldslag plaats gehad tusschen de vereenigde detachementen van Rudzki, Jankowski en Krysinski en de Russische troepen, onder bevel van generaal Chrustcheff. De Polen hebben eene volslagene overwinning behaald en de Russische troepen zijn geheel uiteengedreven, na 7 00 man verloren te hebben. Deze overwinning heeft in het palatinaat Lublin een ontzaggelijken indruk gemaakt. Te Richmond zullen twee hoofdofficieren van het bondsleger gefusileerd worden, omdat generaal Burnside twee geconfedereerde hoofdofficieren te Sandnskg en Ohio heeft laten doodschieten. Intus- schen is de dag der executie van deze doodvonnissen nog niet vastgesteld. Vervolg van N°. 60). Weinige oogenblikken daarna trad Roosje het vertrek binnen. Toen zij het overlijden van haar pleegvader vernam, was zij diep en innig bedroefd en kon geen enkel woord uitbrengen. Hij was de eenige geweest, die zich harcr aan getrokken en voor haar gezorgd hadcn daar zij nu het menschelijk inede- doogeu nog van geene andere zijde, dan door middel van dien hardvoclitigen weldoener, had leeren kennen, had zij, bij gebrek van een waardiger voorwerp, al hare teederheid aan hem gewijd. Neef Tricot en zijne vrouw vonden haar bij het lijk op hare knieën liggen, haar in tranen brandend gelaat tusschen hare beide handen houdende. Verno men hebbende, dat de nalatenschap van den deurwaarder opengevallen was, waren zij, zoodra mogelijk, herwaarts gekomen, niet zoozeer ter vervulling der pligten omtrent den overledene, als wel meer en vooral om hunne regten op zijne nagelaten goederen te doen gelden. Alle twee begonnen zij zich reeds dadelijk in het bezit van het huis te stellen, door zich van de ouder het hoofdkussen van den overledene liggende sleutels meester te maken. Tricot liet zijne vrouw- de wacht over de nalatenschap houden en spoedde zich inmiddels, om de noo- dige formaliteiten tot de begrafenis te vervullen. Roosje wachtte van de boerin te vergeefs een enkel woord van deelneming of vertroosting en bemoediging radeloos cn snikkend liet men haar bij den overledene, tot op het oogenblik, dat men zijn lijk kwam weghalen. Roosje had den moed, om bet lijk mede naar het kerkhof te volgen; maai bij het terugkeeren was hare kracht gebroken en haar moed ten einde. Digt bij de deur gekomen zijnde, aarzelde zij, den drempel te overschrijden. Tricot en zijne vrouw, die reeds tehuis gekomen waren, hielden zich al bezig met het opmaken van eene soort van inventaris van hetgeen zij voortaan hun eigendom zouden kunnen noemen -. al de kasten stonden open,.... al de meubelen door elkander heên.... Roosje voelde, dat haar hart brak en zette zich op de steenen bank voor de deur neder. Met een neergebogen hoofd en hare handen op hare knieën gevouwen, liet zij in sprakelooze droefheid aan hare tranen den vrijen loop, totdat het noemen van haar naam door eene haar bekende stem haar deed opkijken en zij den heer Tournier herkende. Hij had haar bij het binnenkomen ontwaard en kwam haar, getroffen als hij was over haar verlaten toestand, eenige woorden van troost toespreken. In den beginne kou Roosje niet antwoorden dan door luid snikken. De doctor vroeg haar zachtjes, waarom zij daar zoo buiten bleef en raadde haar de treurige aandoening, die zij in huis moest gevoelen, te trotseren. „De droefenis heeft veel overeenkomst met onze bittere drankjes, liet hij zich hooren't is maar 't best, ze met eene teug op te drinkenalle uitstellen en tusschenpoozing maakt de smart maar des te meer, door haar te verdeden." i „Vergeef mij, mijnheer!" hernam Roosje, fluisterende, „'t is niet om mij verdriet te besparen, dat ik hier blijf, maar ik vrees daar binnen de bloedver- i wanten in den weg te zullen zijn."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2