BUITENLAND. Het plan tot een vorsten-congres te Frankrijk, waar de belieer- schers der verschillende deelen van het versnipperde Buitschland sullen bijeenkomen, houdt veler aandacht bezig. De uitnoodiging, van Oostenrijk uitgegaan, heeft alle kans, om door de belangheb bende vorsten goed opgenomen en met eene algemeene deelneming bekroond te worden. Niet onbelangrijk is de vraag, thans aan de orde, of Pruissen aan de noodiging zal gehoor verleenen. Met het oog op de zeer onlangs plaats gehad hebbende samenkomst tusschen den keizer van Oostenrijk en den koning van Pruissen te Gastein, zou men mogen verwachten, dat de Pruissische monarch niet in gebreke zal blijven, om bepaaldelijk dit congres bij te wonen. Som mige berigtgevers willen dit echter beter weten en gelooven niet, dat die vorst daar komen zal. Ten opzigte van de Poolsche aangelegenheden wordt als bijzonder nieuws verhaald, dat thans de alliantie tussehen Frankrijk, Enge land en Oostenrijk, die op het punt staat van verbroken te worden, zich waarschijnlijk oplossen zal in een eene Eussiseh-Pransche alliantie. Het behoeft niet gezegd te worden, hoezeer door dit nieuwe verbond de verwachtingen van velen, en inzonderheid die van de Polen, zouden worden teleurgesteld. Geheel anders dan verwachting, die eene dadelijke hulp aan de Poolsche Natie toezegde, zou alzoo het zoozeer toegejuicht verbond ten grave dalen. Er zijn echter nog geene feiten bekend, die den stempel drukken op de verspreide geruchten. Welligt zal de naaste toekomst het leeren of en hoeveel waarde er kan worden gehecht aan verzekerin gen omtrent eene wijziging der Fransche staatkunde, verzeke ringen die hun grond vinden in de vroegere staatkundige hande lingen des keizers. Óver den Noord-Amerikaansche oorlog vermeldt de geschiedenis van den dag een niet onbelangrijk nieuws, 't Is, dat een Ameri- kaansch burger in België aangekomen, bij koning Leopold te Ostende toegelaten en daar in het belang van den vrede in zijn vaderland werkzaam geweest is, om 's konings tusschenkomst in te roepen, ten einde aan den bloedigen krijg voor goed een einde te maken. Als zijne zienswijze, moet de koning gezegd hebben, dat de slavernij langzamerhand moest worden afgeschaft, dat de toestand der negers door wettelijke bepalingen moest geregeld worden. De koning heeft, met de betuiging, dat algemeen in Europa, en daaronder vooral bij de verschillende regeringen een ernstig en welgemeend verlangen bestaat naar vrede, zijne bemiddeling toegezegd. Koningin Victoria en de Engelsche regering zouden door den koning in deze zaak worden geraadpleegd. Mogt deze poging, tot herstel des vredes, goede en gewensehte vruchten opleveren! Onder de vreemde geneeskundigen, welke het gesticht van Gheel {België) bezoeken, verdient bijzonder gemeld te worden mejufv. Lucie E. Sewal, doctor in de medicijnen te Boston, in Noord-Ame- rika. Deze jufvrouw, naauwelijks 26 jaren oud, reist alleen, sedert een jaar in Europazij bezoekt de merkwaardigste hospitalen en gestichten van weldadigheid, ten einde hare studiën te bevorderen. Mejufv. Sewall heeft het gesticht van Glieel naauwkeurig onderzocht, en zeer voldaan over hetgeen zij er gezien heeft, is zij voornemens eene vrije kolonie voor krankzinnigen in Amerika op te rigten. Er zal te Parijs met het schip Bhóne een luitenant-kolonel van Vera-Cruz aankomen, die te Puebla krijgsgevangen is gemaakt. Deze luitenant-kolonel is eene vrouw en heeft al de graden, die zij heeft bekleed, op het slagveld verkregen. Haar man had dienst genomen en zij was hem gevolgd. Haar man sneuvelde en zij vocht zoo dapper, dat zij tot luitenant werd bevorderd. Zij klom steeds in rang en werd na de nederlaag der Franschen vóór Guadelupe op den 5 Mei 1862 tot luitenant-kolonel benoemd. Te Pnebla moest zij zich overgeven. Zij moet eene knappe vrouw zijn; hare manieren zijn echter wat ruw. Zij wordt met de eer, die haar militairen rang toekomt, behandeld. Een koetsier, die eene kar bestuurde, welke zeer zwaar bela den was, sloeg zijn paard dat niet kon voortgaan op onbarmhar tige wijze; hij stoorde zich niet aan de omstanders, die hem het gemeene van zijne handelwijze onder het oog bragten. Eensklaps verzamelde het arme dier al zijne krachten, stijgerde en wierp den koetsier op den gronddaarna trapte het hem verscheidene malen op de borst en gaf hem met rente de ondervonden mishandelingen terug. De koetsier is in een hopeloozen toestand. Iemand, wonende aan den weg naar Saint-Cloud, had een fret gekocht en het in eene doos gesloten. Hij ging met zijne vrouw uit en liet een kindje van een jaar in eene wieg te huis. Terugkomende, hoorden de ouders een hevig gekerm en zagen het fret boven het kindje, het de oogen uitzuigende. Het arme kind is blind. Uit authentieke stukken blijkt dat in Groot-Brittamiê, gedu rende veertien jaren (van 1S47 tot 1861), niet minder dan 39,927 menschen door verbranding om het leven zijn gekomen, dat is ge middeld op iederen dag acht menschen Van het gezamenlijke getal waren 1344 kinderen beneden het jaar, 4500 kinderen tusschen het eerste en tweede levensjaar, 9777 tus schen het tweede en vierde jaar, 6255 jonge meisjes en 3700 kna pen, beiden tusschen het vijfde en vijftiende jaar. Van het vijfde tot vijftigste jaar zijn in 18461850 veel meer mannen verbrand dan vrouwen, doch sints de crinolines in de mode zijn gekomen, is deze verhouding geheel omgekeerd; er verbranden nu veel meer vrouwen en meisjes, dan mannen en jongelingen. Eenige dagen geleden heeft men op de pachthoeve van Wil- iiam Aston, te Westport, een schildpad gevonden, op wier schild den naam was gegraveerd van Humprey, met het jaartal 171... (Het laatste cijfer was onleesbaar); overigens vond men er den naam van David Allen op, met het jaartal 1787. Men ziet, dat dit dier reeds gedurende verscheidene geslachten geleefd heeft en uit hel eerste jaartal blijkt, dat het reeds IJ eeuw oud is. Zekere Davis Guest, werkman, wonende te Stamden (graafschap Staffiord) had twist met een kennis gehad en wilde zich op hem wreken. Hij zag dien bekende een winkel binnentreden. In allerijl maakte hij een stuk ijzer gloeijend, ijlde naar den winkel, wierp zijn vijand den hoed af en drukte hem het gloeijende ijzer op het hoofd. De ongelukkige werd eensklaps krankzinnig en zoo woest, dat drie personen hem niet konden vasthouden. De dader is gearresteerd. Een Duitsch dagblad meldt, dat een lid van de Geneeskundige Akademie van Stockholm verzekert, dat op eene behoorlijke wijze gedroogde bladeren van aardappel zeer wel den gewonen tabak kun nen vervangen, wat betreft reuk en prikkelende eigenschappen. Men leest in de Weener Presse: „Door de zeldzame onge lijkmatigheid der temperatuur in dit jaar, heeft een deel der Oostenrijksche monarchie zoo veel geleden door overmatige natheid, waardoor aan den oogst groote schade is toegebragt, terwijl in andere provinciën de veldvruchten mislukken en kwijnen door over- groote droogte. Een curieus gevolg van dezen stand van zaken is een dubbele bedevaartgang naar de kapel bij llohenlurg, een dorp aan de oevers van den Donau. Een deel der bedevaartgangers komt droogte, een ander deel regen afsmeeken. Te Lausanne werd dezer dagen een man, die eene menagerie bezigtigde en den panter voor diens hok plaagde, eensklaps door het dier bij den arm gevat en zóó vastgehouden, dat vijf mannen hem niet van' het hok konden aftrekken. Nadat men den panter met geweld had gedwongen, zijne prooi los te laten, kwam de man vrij, doch geheel zijn arm was tot op het been opengereten. Uit Posen meldt men het volgende. Yoor eenige dagen is op den straatweg tusschen Barczin en Pakose een ongeluk voorge vallen, dat misschien eenig in zijne soort is. De postillon Stro- backi, die waarschijnlijk al rijdende in slaap was gevallen, kwam zoo geweldig tegen een slagboom aan, dat het hoofd hem van den romp werd geslagen. De paarden kwamen met het hoofdelooze lijk voor het postkantoor te Barczin aan. De ongelukkige laat eene weduwe met twee kinderen na. In een brief uit Home van den 5 dezer wordt verhaald, dat de aartshertog Maximiliaan den Paus verzocht heeft, om, in geval hij tot keizer van Mexico verkozen mogt worden, een bekwaam man als nuncius naar dat land te zenden, ten einde er de kerkelijke zaken te regelen. La Patrie verzekert, dat de aartshertog Maximiliaan het aan vaarden van de kroon van Mexico afhankelijk heeft gesteld van de goedkeuring van zijnen broeder, den keizer van Oostenrijk. Mogt de aanvaarding plaats hebben, dan twijfelt men geenszins aan de erkenning van het Mexieaansche keizerrijk door Engeland, zoowel als door Frankrijk. Men leest in de dagbladen van Nizza het volgende: „Miss W., eene rijke Engelsche dame, die reeds 70 jaren telt en sedert 8 jaren hier woont, is eenige dagen geleden het slagtoffer geweest van een droevig voorval. Zij heeft geen ander gezelschap in het huis, dat zij bewoont, dan eene meid en twee honden, welke laatste zij ongetwijfeld, uit vrees voor dieven, heeft leeren blaffen tegen personen, die een leelijk voorkomen hebben. De eerbiedwaar dige oude vrijster draagt gewoonlijk 32 uitmuntende tanden; wij zeggen gewoonlijk, want, daar het valsche zijn, legt zij haar gebit des avonds op haar toilettafel. Maar wanneer zij des morgens verzuimt het weder in haar mond te zetten, is zij zoodanig veran derd en leelijk, dat de honden haar niet willen kennen en haar aanblaffen. Daar zij nu dezer dagen op de binnenplaats gekomen was zonder hare tanden en de honden haar niet herkenden, spron gen zij op haar toe en beetten haar geweldig, in weerwil van haar roepen. Gelukkig snelden de buren toe, die haar aan de tanden van hare al te waakzame honden ontrukten. Zij heeft vele, maar gelukkig slechts ligte wonden bekomen. Te Traona Valtellinais mevr. Boromini, oud 30 jaar, van 4 levende kinderen bevallen. Twee dagen na de bevalling stond zij op en bestuurde zij weder haar huishouden. In de Fereenigde Staten is in 1S62 126 millioen ttC wol ge bruikt; alleen het leger had 50 millioen E en de Marine 1 millioen noodig. MAR IvTBER IGTEN. ALKMAAR10 Augustus. Aangevoerd 5 Kocijen f CO a 150, 220 Kalveren f 20 a 50, 422 Schapen f IC a 28, 34 Varkens 36 a 40 c. per N. p. PURMERENDE, 11 Augustus. Aangevoerd: 17 Paarden. 170 Runderen, haudel flaauw. 129 vette Kalve ren 40 a 55 e. per N. p., handel stug. 30 nueht. Kalveren f 3 a 11, haudel minder vlug. 93 vette Varkens 28 a 38 c. per N. p., 20 mag. dito f 10 al7 en 101 Biggen l'3a 6, handel matig vlug. 101G Schapen en Lammeren, han del zeer llaauw. Boter f 0,85 a 1 per N. p. Kaas. Aangevoerd 149 stapels Kleine, 11 stap. Middelbare. Hoogste markt: Kleine Graskaas f25,25, Middel bare dito f 24,50 per 50 N. p. Kip-Eijcren f 2,00, Eend-Eijeren f 2,S0 per 100 stuks. ROTTERDAM, 10 Augustus. Witte Tarwe 20 c. lager, beste f 10,40 a 10,60, mind. f 2 n 10, gem. f 8 a f 8,50. Rogge merkelijk lager, f 6 a 6,70. Garst 20 c. lager, Winter f 4 a f 5, Zomer f 4 a 5,25. Lange Haver f 3 a 4, korte f 4 a 4,75. Paardeb. f 6 a 6,50. Noordbr. Boekweit f 240. BI. Erwten f 7 a 7,75. Kanariezaad f 7 a 10,50. Ovcrm. Koolzaad 66 p. vl. lui. Hennepzaad f 255. Meekrap tot onveranderde prijs. SCHIEDAM, 11 Augustus. Jenever f 17,50; Amst. proef f IS.75. Moutwijn f 12. LONDEN, 10 Augustus. Heden waren ter VKE-markt aangevoerd: 53S0 Runderen, 267S0 Schapen. 308 Kalveren en 540 Varkens. De prijs der Runderen was 4 sh. 8 d., van Schapen 5 sh. 0 d., van Kalveren 4 sh. 6 d. en van Varkens 4 sh. 6 d. De prijzen der laatste markt waren. Runderen 4 sh. 10 d., Schapen 5 sh. 4 d., Kalveren 4 sh. 6 d. en Varkens 4 sh. 6 d.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 3