BUITENLAND.
personen. Met de spoorbrug over de Bolswardervaart vordert
men hard. De proefrid is, naar men verneemt, gesteld op den
1 en de opening van de dienst voor het publiek op den 15 Oct.
In den namiddag van den 13 dezer werd te Hennen door
eeu nabijwonenden knaap van ongeveer 10 jaren, die zulks dadelijk
bekende, moedwillig brand geslicht in eene schuur, behoorende tot
de hofstede den Blakcnlerg aldaar, met het gevolg, dat die schuur,
benevens eene rijke oogst, daarin geborgen, en vele landbouw
gereedschappen eene prooi der vlammen werden. Het nabijstaande
huis bleef gespaard, waartoe de spoedige tegenwoordigheid des
burgemeesters zeker veel heeft bijgedragen. De schuur was tegen
brandschade verzekert, doch de landbouw-producten niet. De jeug
dige dader, die dadelijk gevankelijk naar Nijmegen werd overge-
bragt, toonde weinig besef te hebben van het misdadige zijner
handeling; zonder aarzelen verklaarde hij, met voordacht, en dus
met het doel om brand te veroorzaken, brandende lucifers in de
koornschoven te hebben geworpen. Hij volgde zijne overbrengers
naar Nijmegen met eene oordaatheid zonder voorbeeld.
Eene diligence van de firma van Gend Loos, waarin negen
passagiers, van Assen komende, reed in den middag van 17 dezer
Meppel binnen, toen, op eene brug, een der wielen tegen eene stijl
aanliep. De paarden vielen daardoor tegen de leuning, die met den
disselboom brak. Het gevolg was dat de paarden van de brug
vielen en nog in de touwen hingen. Nadat deze doorgesneden
waren, kwamen de paarden in de hoofdvaart teregt, en heeft men
die na vele moeite eindelijk nog uit de diepte mogen redden. De
diligence bleef alzoo voor goed tegen de stijlen der brug staan en
de passagiers kwamen gelukkig met den schrik vrij.
-Over Suez wordt van Sumatra gemeld, dat er Nederlandsche
schepen zijn gezonden, om de rajahs, die de Nederlandsche vlag
hebben verscheurd, te onderdrukken.
Nadat het antwoord der Bussische regering op de jongste nota's
der Westersche mogendheden is bekend geworden, blijkt liet des te
meer, dat er van de papieren daden dier bemiddelaars weinig heil
is te wachten. Van den aanvang af is er gezegd en nog eens ver
zekerd, dat de Bussische keizer de Boolsche quaestie als eene zaak
van uitsluitend binnenlandsch belang beschouwt. Thans antwoordt
dan ook de regering van St. Fetersburg, dat zij voor het vervolg
wenscht verschoond te blijven van de beleefdheden der diplomatie,
daar de stappen, door haar gedaan, toch volstrekt geen resultaat
kunnen opleveren. De Polen hebben dus, wanneer er ten minste
geen meer afdoende bemiddeling opdaagt, voor zichzelven te zorgen
en zich te wapenen tegen de Bussische wreedheid, waarmede Mura-
wieff en Berg te werk gaan om de Poolsche rebellie met wortel en
tak uit te roeijen. Zij staan in den grooten worstelstrijd alleen,
en weinig kan het hun baten, dat de mogendheden van hunne
belangstelling doen blijken, door het herhaald zenden van nota's,
die bestemd schijnen om te St. Fetersburg herhaaldelijk tot fidibussen
gebruikt te worden.
De vraag: zal de kroon van Mexico door aartshertog Ferdinand
Max worden aanvaard? is nog altoos onbeantwoord. Men onder
stelt echter, dat het antwoord, als het komt, ontkennend zal zijn.
Waarom? Omdat Frankrijk de Mexicaansche leening niet waar
borgen wil, omdat de aartshertog daarin een reden ziet waarom
Frankrijk, had hij eenmaal de regering aanvaard, hem niet met zijn
magt zou steunen, omdat zelfs de oorlogskosten, door Frankrijk in
den jongsten tijd gemaakt, het eerst van het bedrag der leening
zullen afgetrokken worden. De Engelsche regering, er verre af, om
Frankrijk gaarne meester en voogd van Mexico te laten, zou gaarne
de verheffing van den Oostenrijkschcn prins zien doorgaan en onder
steunt daarom dan ook ijverig diens kandidatuur en de leening.
Worden de Zuidelijke Staten van Noord-Amerika door de Fran-
schen voor onafhankelijk erkend? deze vraag doet zich in de
jongste dagen op, nu het schijnt dat zulks het geval is, of dat er
ten minste aan eene geheime,erkenning moet worden gedacht, om
de vreemde houding der Fransche regering te verklaren. Frankrijk,
zooveel is zeker, erkent de Zuidelijken als krijgvoerenden, die eene
krijgsmagt en eene marine bezitten. Hun wordt het regt toegekend
om daarvan op elke wijze gebruik te maken. En al worden de
„insurgentcn" daardoor nog niet als eene mogendheid erkend, zoo
veel is zeker, dat die erkenning onder de gegeven omstandigheden,
niet lang meer uitblijven kan.
-De bevolking der aarde beloopt thans 1,283,000,000, waarvan
in Furopa 272 millioen; in Azie 720 millioen; in Afrika, 89
millioen; in Amerika 200 millioen en in Australië 2 millioen.
Aangezien in plaatsen, waar men naauwkeurig het getal gestorve
nen heeft berekend, de gemiddelde jaarlijksche sterfte 1 van de
40 is, zoo kan men het aantal dooden jaarlijks op 32 millioen
schatten, hetwelk is per dag 87,761,. per uur 3653, per minuut
61, zoodat er iedere seconde een persoon sterft. Sedert de schep
ping der aarde zijn 36,627,843,275,075,855 menschen gestorven.
Een dochtertje van den heer van Dijck en een handelaar in
petroleum te Antwerpen zijn onlangs ernstig gekwetst geworden
door de ontploffing van een vat petroleum, Het gevolg hiervan was,
dat het meisje aan de bekomen wonden is bezweken en dat de
ongelukkige Geerts, de eigenaar van den kelder, waarin het voor
val plaats greep, in de meest zorgvolle omstandigheden verkeert,
zoodat hem reeds de II. Sacramenten zijn toegediend.
Den 16 dezer is, door een lek aan een der ketels, een hevige
brand ontstaan in de petroleum-raffinaderij van de heeren de Bien
en de Vocht, tussehen Schooien en IFynechem, in de Belgische
Kempen. Beeds ten elf ure lag de geheele fabriek in de ascli. De
fabriek, de voorraad en het materieel waren voor eene som van
60,000 francs bij eene Hollandsche maatschappij verzekerd.
Het Journal de Charleroi deelt de volgende treffende gebeur
tenis mede, dezer dagen voorgevallen in het nabij die stad gelegene
dorp Jamaque. Twee herders, met name Gobeau en Squeland, man
nen van omstreeks 40jarigen leeftijd, weidden hun vee in de nabij
heid der boerderij van laatstgenoemde. Het begon te regenen en
zij besloten onder eene hooimijt te schuilen. Eensklaps hoorden zij
een feilen donderslag. Het was 't laatste geluid, plat hier beneden
hun oor trof. De bliksem had hen en den aan hunne voeten lig—
genden hond gedood. Tevens had zij de hooimijt in brand gestoken.
De lijken zouden spoorloos verbrand zijn, ware Squelands zuster
niet toevallig naar buiten gekomen. Zij zag hen in hunne gewone
houding zitten. Zelfs had Squeland de kous nog in handen, waar
aan de herders gewoon zijn onder hunne wacht te breijen. Zij riep
hun toe, dat het hooi achter hen brandde. Geen antwoord beko
mende, liep zij naar haar broeder en schudde hem. Zij bespeurde
spoedig, dat zij twee lijken voor zich had, hoewel er bijna geene
uiterlijke teekenen van beleediging aan hen te bespeuren was. Alleen
bleek, dat bij een later onderzoek, dat Squeland tussehen de klee
deren bijna geheel uiteen was geslagen. Gobeau laat een bejaarden
vader, eene hulpbehoevende vrouw en zes kinderen na. Squeland
was ongehuwd.
Een koffijhuisliouder te Parijs heeft een hond, die om zijn
buitengewoon vernuft de lieveling niet alleen van zijn meester en
diens bedienden, maar van al de habitués van het etablissement is.
Deze hond wordt o. a- iederen morgen eeu mand in den bek gege
ven, waarmee hij naar eene op een half uur afstands gelegene bak
kerij stapt, waar zijn mandje met stuivers broodjes gevuld wordt,
die hij immer trouw en in goede orde dadelijk in 't koffijhuis af
levert. In de laatste dagen was er echter altijd strijk en zet altijd
een broodje te kort. Dat gaf ongenoegen tussehen den bakker en
den koffijhuisliouder, daar de goede trouw van den hond boven
verdenking was. Eindelijk besloot men hem na te gaan en wer
kelijkop zekere hoogte gekomen week Boto van den gewonen
weg af. Hij sloop een zijstraatje in, hield voor eene stal stil, zette
zijn mandje neer, wipte het servet op, nam een broodje tussehen de
tanden, stak de spitse neus door een keldergat en haalde dien zon
der het broodje terug. Heel netjes deed hij 't servet weer over de
broodjes, nam 't mandje weer op en ging zijn weg. Uit een verder
ingesteld onderzoek bleek, dat in den kelder eene hond huisde, die
eenige dagen kraams was en met wie meester Boto intieme relaties
scheen te hebben aangeknoopt eu wie hij zich verpligt scheen te
rekenen, gedurende den tijd van haar geforceerd arrest, van voedsel
te voorzie.n. Men apprecieerde die echtelijke liefde en liet hem zijn
gang gaan. Hij hield dan ook trouw het broodje achter, tot tijd
en wijle men zijn welbeminde weer met hem langs de straat zag
flaneren.
Onder de zeldzaamheden mag stellig een echtpaar gerekend
worden, hetwelk 212 jaren telt. Toch bestaat er zulk een paar.
Te Fyon namelijk kwamen dezer dagen, op hunne reis naar de
badplaats Bourbonne, te voet door, Ignatius Calot, oud soldaat van
het keizerrijk, geboren 4 Jan. 1757 en zijne vrouw Margaretha
Bigot, geboren in Mei van hetzelfde jaar. Deze 106jarige grijzen
hadden reeds twee dagreizen te voet gemaakt en waren, in 't genot
van eene betrekkelijke welvaart, gezond en tevreden.
De Londeusche TFeekly Times behelst onder den titel van
„Zte kunst om in zes lessen te leeren bedelen" de volgende aankon
diging: Brofessor Lazarus Boonav heeft de eer het publiek bekend
te maken, dat hij een collegie gesticht heeft, ten doel hebbende de
theorie en de practijk van het bedelen op eene beschaafde en fat
soenlijke wijze te leeren. Elk volwassen individu, zoo hij slechts
met gewone geestvermogens begaafd is, kan in zes lessen zich de
mogelijkheid verschaffen, ten koste van het publiek een zeer gemak
kelijk leven te leiden zonder zich aan de vervolgingen der policie
bloot te stellen. Voor dit onderrigt stelt de professor de billijkste
eischen. Hij verhuurt ook kinderen en zuigelingen voor de matigste
prijzefc. De knapen, die men aan zijne verpleging en opleiding toe
vertrouwt, worden er op afgerigt elke denkbare gestalte aan te nemen,
zonder eenig ernstig gevaar voor hunne ledematen of gezondheid te
duchten te hebben. Tegen betaling van een bepaalden prijs worden
in de weldadige en bewoonde wijken, de tot bedelen meest geschikte
straten aangewezen. Brofessor Boonay is in het bezit van een rijken
voorraad van allerlei soort van uitwassen en zoo natuurlijk mogelijk
nagebootste kwetsuren, kneuzingen, geschoten en gestoken wonden,
enz. Tegen eene geringe dagelijksche tegemoetkoming kunnen slimme
en behendige vrouwen, eenige, in het bijzonder voor straatdienst,
voortreffelijke zuigelingen bekomen; de professor belast zich omtrent
het bezorgen van honden voor blinden, krukken voor lammen,
pleisters, kortom van alle mogelijke tot het bedelen vereischte zaken.
Verzendingen naar de provinciën worden zeer naauwkeurig en tot
de laagst mogelijke prijzen bezorgd. 21 Brincesstreet, St. Giles.
Waartoe is een professor toch niet in staat
Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1257 sterf
gevallen en 1923 geboorten plaats gehad.
De Neus Preuss. Zeitung bevat in haar voorlaatste nommer
een hoofdartikel over de aanstaande verkiezingen, waarin o. a. ge
zegd wordt, dat de oorzaak van den ongunstigen afloop der voor
gaande verkiezingen alleen hierin moet worden gezocht, dat bij den.
aanvang der verkiezingen niet gelijk vroeger een gebed is gedaan
en lofzangen zijn gezongen. Wij hebben „te zeer met vleeschelijke
wapenen gestreden," wordt er gezegd. Het opschrift van het arti
kel is: Ora et labora; houden wij daaraan vast en dragen wij zorg,
dat bij de aanstaande verkiezingen het gebed en de lofzangen niet
ontbreken en wij zullen de overwinning behalen.
De Zwitsersche Handels-Courier verhaalt, dat men sedert ecni-
gen tijd dagelijks heeft waargenomen, dat een valk nabij het station.'
Herendingen den trein afwacht en daarop meestal tot aan Zolzach
mederijdt. De slimme roofvogel maakt onderweg jagt op de door-
het gedruisch van den trein verschrikte vogels en gedurende d©