BUITENLAND.
hankelijkheid, door de troepen groote parade worden gehouden, en
zal aan de manschap zooveel mogelijk gelegenheid worden gegeven
om aan de feestvieringen deel te nemen.
Te Amsterdam heerseht eene groote drukte en alles is in de
weer om het aanstaande Oranje-feest luisterrijk te vieren. Alle
magazijnen zijn als met Oranjekleurige goederen opgepropt; zelfs
zijn in verscheidene winkels Oranje-parapluies ten toon gesteld en
reeds menigeen is alhier met een Oranje-kokarde of lint versierd.
Insgelijks ziet men reeds verscheidene toebereidselen maken voor
de ophanden zijnde illuminatie, vooral voor het Koninklijk Paleis
op den Dam; terwijl de bewoners der Zandhoek bezig zijn om een
Oranjeboom op te rigten. Maandag a. s. zullen er volksfeesten
plaats hebben.
De bisschop van Haarlem heeft een herderlijken brief uitge
vaardigd, in welken de leden der gemeenten worden opgewekt tot
dankzegging voor liet nu eene halve eeuw geleden herstel van
Nederlands onafhankelijkheid.
De ingediende ontwerpen voor een te stichten Nationaal
gedenkteeken voor 1813 zijn thans in 's Gravenhage tentoongesteld.
Men spreekt, in afwachting van het besluit der commissie voor de
beocrdeeling dezer ontwerpen, nopens derzelver waarde, met veel
lof van de naauwkeurigheid en uitvoerigheid, van welke verschei
dene dezer ontwerpen de blijken opleveren.
De feestrede, bij het leggen van den eersten steen voor het
monument te 's Gravenhage zal worden uitgesproken door prof. J.
J. van Oosterzee, uit Utrecht.
Te Oud-Beijerland werd dezer dagen van het dorpshuis ge
publiceerd het volgende: „Let wel: Inwoonders van Oud-Beijerland.
Daar alle Mogentheede, Kooningen en Vorsten overtuijg zijn van
Moed, Beleijd, van dapperheijd, zoo hebben onze Ingezetenen ge
toond van Moed van den 12 op den 13 November 1813 te hebben
ingenoomen de Battereij of Port van Nieniansdorp, met behulp van
Jan Dekker, die nu 82 jaare teld en aan te wijzen en onze Inge
zetene sterk 70 Perzoonen „de Helft 35 bleken de agterhoeden uijt-
maaken, Kapteijn Adams en 2 Pruijzens zoldaten trokken op raars
„opgekoomen zijnde" de Kommandant en 2 Pransche zoldaten wa
ren op het Port, en die eerst ontwapend en de andere 9 Pransche
zaten in het Logement het schippershuijs ontwapend door de agter
hoeden 35 perzoonen, deze 12 Pransche zijn op mars gegaan naar
Rotterdam onder een dubbele wacht, onder toeverzigt van de ouder
officier Arie Zeevaarder en de 2 Pruijze zoldaten en eenig gevolg
van de Inwoonders, zoodat wij zijn verlost van de Pranschen in de
Hoekzewaard. Zoo nodigt den ondergeteeken alle die daar bij zijn
geweest en alle armen die bedeeld worden om aanstaande Vrijdag
middag tusschen 2 en 3 uure te verschijnen in de Lange Voorstraat
No. 23, om met elkander een gepaste vrolijkheid toe te wenschen,
van Hoera, met een glas rode wijn „wij zijn verlost" den onder
geteeken Luijtenant bij de Nagtwagt (get.) PIETER MAST Sr."
Men zegt, dat de heer Gerard Keiler hoofdredacteur van de
Amliemsche Courant zou zijn geworden.
Van het instruetie-bataillon te Kampen zullen in deze maand
weder naar de verschillende infanterie-regimenten vertrekken 9 onder
officieren en 26 corporaals, om in die graden daarbij te worden
ingedeeld.
Zaturdagavond jl. heeft zich te Harlingen een metselaar, bij
de spoorwegwerkzaamheden arbeidende, door een pistoolschot van
het leven beroofd. In den loop des jaars, na negenjarigen diensttijd,
eervol uit den militairen stand ontslagen, had hij naar eene civiele
betrekking gesolliciteerd, doch een afwijzend antwoord ontvangen.
De behoefte aan meer dan 10 waggons voor den spoorweg
van Harlingen op Leeuwarden doet zich reeds gevoelen. Met den
trein toch, die dezer dagen van Leeuwarden vertrok, niettegen-
siaande de vrachtwagens mede met reizigers waren gevuld, konden
op verre na niet alle passagiers vervoerd worden.
Tengevolge daarvan is de trein onmiddellijk weder naar Leeuwarden
vertrokken, om de nog achtergebleven passagiers af te halen.
Nadat de nieuw beroepen leeraar bij de Evang. Luth. Ge
meente te Vlissingen, ds. J. D. G. Martens, van den Helder, des
ochtends op plegtige wijze, naar aanleiding van Rom. 1 vs. 16,
door ds. Miehelsen, van Middelburg, bevestigd is geworden, heeft
Z. E. W. in den avond van 8 dezer zijne intrede gehouden. Hij
had zich tot grondslag gekozen 1 Kor. III vs. 11. Een aantal
personen was in het kerkgebouw aanwezig.
Den 7 dezer is te Maastricht gevankelijk binnengebragt een
inwoner der gemeente Vaals, die gevat werd op het oogenblik dat
hij bezig was met eene schuur in brand te steken, terwijl men later
het slot van den klokkentoren met steentjes verstopt en insgelijks
het slot der deur van het brandspuithuisje onbruikbaar gemaakt
vond, met. het blijkbaar doe! om dadelijke hulp te beletten. In de
laatste tijden werd de gemeente Vaals tot veertien malen toe door
brand geteisterd en telkens was de nu aangehoudene de eerste, die
ter hulp snelde en de daarvoor toegekende premie ontving.
De staatkundige inhoud der dagbladen bepaalt zich hoofdzakelijk
tot de bespreking van de Troonrede des Pranschen keizers. Ofschoon
die rede door sommigen vredelievend wordt genoemd, zijn er ook,
die er eene min of meer oorlogzuchtige strekking in meenen aan te
treffen en in het oog vallend is het verzwijgen der Amerikaansche
verwikkelingen.
Betreffende den Poolschen opstand ontleenen wij aan een „staat
kundig overzigt" de volgende bijzonderheden:
Woedend en hartstogtelijk wordt de vreeselijke kampstrijd ge
streden aan de boorden van den Weichsel, waar de ongelukkige
Poolsche natie nog altijd aan de klaauwen van den Noordschen
colossus tracht te ontkomen. Hoopvol flikkerden de stralen der
opkomende vrijheidszoa, toen Langiewicz nog blijken gaf van eenige
militaire en politieke bekwaamheden, toeu Europa nog op de luid
ruchtigste wijze sympathie te over had, toen Frankrijk, Engeland
en Oostenrijk zelfs zich tot eene ligue vormden ten gunste der
onderdrukte natie en dc eerste diplomatieke nota's naar de Russi
sche hoofdstad werden opgezonden!
En thans 1 waar is de dictator van Polen, waar is de sympathie
van Europa, waar is de ligue der drie mogendheden? Voorzeker
hing Föhns behoud niet van Langiewicz alléén af, maar zoovelen
zijner opvolgers in het bevel over Poolsche opstandelingen zijn reeds
na hem en om nimmer terug te keeren van het tooneel des
opstands verdwenen. De tijd der sympathie van Europa is voorbij.
De eerste publieke opinie houdt zich reeds met geheel andere vraag
stukken bezig en de natie, die maar niet sterven wil, wordt ver
geten. Na al de aanmoedigingen en beloften van Europa worden
thans de Polen aan hun lot overgelaten en de Pranschen, die nog
eene groote mate van ridderlijke genegenheid voor de ongelukkige
natie hebben overgehouden, buigen zeiven het hoofd onder de ijzeren
hand van keizer Napoleon.
Een Europesche conferentie in 't verschiet te hebben helpt de
verdrukten weinig, die uit de oogenblikkelijke wreede behandeling
wenschen gered te worden.
Jl. Maandag heeft de koning van Pruissen de zittingen van den
landdag in persoon geopend. Z. M. uitte in de openingsrede den
wensch, dat de bestaande geschillen voor goed een einde raogten
nemen. Onderscheidene wetsontwerpen werden aangekondigd, o. a.
ook een tot regeling van de bevoegdheid der regering, ingeval van
niet wettelijke vaststelling der staatsbegrooting. Z. M. verzekerde
verder, geene begrooting te kunnen goedkeuren, waarbij het behoud
der nieuwe leger-organisatie niet was verzekerd. De Troonrede ein
digt met deze woorden: „Wij bevinden ons in een bewogen tijd,
misschien aan den vooravond eener bewogen toekomst. Met des te
meer aandrang noodig ik u uit, tot eene oplossing der inwendige
quaesticn mede te werken, met den ernstigen wil om tot eene
overeenstemming te geraken."
- Men leest in een buitenlandsch dagblad het volgende:
De Engelschman bemint in eene dame ernst en waardigheid, de
Rus geestigheid, de Italiaan vaderlandsliefde, de Spanjaard hoog
dravende dweeperij, de Pranscbman fijne beschaving, de Duitscher
sentimenteelheid, de Nederlander eenvoudige huiselijkheid.
In de tegenspoeden der liefde gebruikt de Engelschman punsch,
de Rus brandewijn, de Italiaan en Spanjaard vergif, de Pranschman
champagne, de Duitscher rijnwijn, de Nederlander schiedammer.
Uit liefde zal de Engelschman op reis gaan, de Rus strijden, de
Italiaan zingen, de Spanjaard dansen, de Pranschman rijden, de
Duitscher musiceren, de Nederlander stil zijnen gang gaan.
Uit jaloezij zal de Engelschman de spleen krijgen, de Rus zijn
concurrent afranselen, een Italiaan zijn ponjaard te hulp roepen; een
Spanjaard hypocondrist worden, een Pranschman duelleren, een
Duitscher de tering krijgen, een Nederlander een ander meisje zoeken.
De Engelschman acht, de Rus kleedt, de Italiaan bezingt, de
Spanjaard bewaakt, de Franschman vergoodt, de Duitscher vereert,
de Nederlander vrijt met zijne geliefde.
De Engelschman is philosophisch, de Rus natuurlijk, de Italiaan
razend, de Spanjaard hartstogtelijk, de Pranschman vlugtig, de
Duitscher poëtisch, de Nederlander stil verliefd.
De Engelschman is origineel, de Rus ruw, de Italiaan beschaafd,
de Spanjaard driftig, de Pranschman galant, de Duitscher geleerd,
de Nederlander vrolijk.
De oorzaak der dwaasheid ligt bij den Engelschman in de poli
tiek, bij den Rus in het vrijheidsgevoel, bij den Italiaan in het
dolce far niente, bij den Spanjaard in den hoogmoed, bij den Pransch
man in den roem, bij den Duitscher in den kunstzin, bij den Ne
derlander in het geld.
De Engelschman philosoplieert, de Rus schreeuwt, de Italiaan
intrigeert, de Spanjaard donquichotteert, de Pranschman maakt wind,
de Duitscher begaat domme streken, de Nederlander redeneert.
Onlangs had een provinciaal Fransch blad een artikel, geti
teld: IpJIuence de la littérature sur les morues." (Invloed van de
letterkunde op den kabbeljaauw), in plaats van „sur les moeurs,"
(op de zeden).
Volgens officiële opgaven zijn in het Vereenigd Koningrijk
van Groot-Brittannië en Ierland niet minder dan 2192 stoombooten
in de vaart, die bij een inhoud van 535,506 tonnen, een waarde
van 32,421,520 ponden sterling vertegenwoordigen.
De spoorwegen in Engeland en Wallis besloegen eene lengte van
7820 mijlen en de jaarlijksche uitgaven op dit terrein bedragen
niet minder dan 13 millioen ponden sterling.
Volgens een onlangs te Weenen verschenen geschrift van Dr.
Goracuchi, telt geene stad zulke hoogbejaarde inwoners als Triest.
Onder anderen bevindt zich aldaar eene vrouw, die in 1740 geboren
en derhalve thans 123 jaren oud is.
Men meldt uit Riddagshausen, in Brunswijk, het volgende:
Bij een dezer dagen aldaar uitgebarsten brand was eene 14jarige
jongeling, Wril'nelm Glindemann genaamd, zoon van een metselaar,
met eenige zijner schoolmakkers komen aanloopen, toen het huis
bijna geheel in vlammen stond. Eensklaps zag de knaap aan een
venster van de bovenste verdieping een klein kind staan, dat tegen
de vensterruiten klopte, terwijl de overige bewoners in allerijl het
huis hadden verlaten. De jeugdige held wilde dadelijk het kind te
hulp snellen, doch werd door de landlieden, die dc brandspuiten
bedienden, tegengehouden, met de waarschuwing, dat zijn voornemen
hem zeker het leven zou kosten. Van alle waarschuwingen en
raadgevingen gaf de jongeling echter alleen daarop acht, dat men
eerst zijne kleederen moest nat maken, alvorens een brandend huis
binnen te treden. Plotseling was hij verdwenen en, terwijl men
l dacht dat hij zijn plan had opgegeven, had hij zich in de nabijheid
in het water geworpen en was daarop met zijne doornatte kleederen
i het brandend huis binnengeslopen. De reeds brandende trap wan-
1 kelde onder zijne voeten, doch moedig klom de jeugdige held tot