BINNENLAND.
HELDER en NIEUWEDIEP, 18 November.
opgewekt, door de mislukte proeven der mededingers, om schitte
rende prijzen magtig te worden. Toejuichingen gingen er op als,
na een moeijelijken kamp, een schoone prijs werd behaald. Velen
gaven blijken van vlugheid cn behendigheid en in 't algemeen wordt
door de commissie geroemd de flinke, uitmuntende houding der
deelnemers aan de wedstrijden, hetgeen, nevens de gepaste maatre
gelen der feestcommissie, niet weinig er toe bijdroeg, om ook hier
ecne uitmuntende orde te doen heerschen. 'i:')
Hier zouden wij een woord van lof en dank tot de commissie
moeten rigten, die zich door hare zorgen, tot vermeerdering van
feestvreugde, jegens de gemeente heeft verdienstelijk gemaakt. Maar,
liever dan niet onze loftuitingen hen te begroeten, herinneren wij
aan een aangenaam tafereel, dat zich 's namiddags aanschouwen
deed, toen de leden der commissie, vóór de Sociëteit de Eendragt,
waar het muziekkorps onder directie van den heer Weckesser eeue
uitvoering gaf, werden verwelkomd. Daar juiehte en jubelde en
bewoog zich een groot deel der bevolking dooreen, rijk en arm
schaarden zich naast elkaar, en als zonen van hetzelfde vaderland
klonk het daar uit den mond van eene onafzienbare menscheu-
massa: Bewaaro God! den koning lang en 't lieve vaderland!
Iuzonderheid hebben wij van twee uitmuntende, lofwaardige en
door het algemeen toegejuichte optogten te gewagen. De eerste was
de voorstelling van de aankomst van prins Willem van Oranje te
Scheveningen, op 30 November 1813, die wij in het vorig nommer
dezer courant hadden aangekondigd. De landing geschiedde nabij
Kaaphoofd en, gereden in een staatsie-rijtuig, begaf zich de prins
nabij het observatorium van den heer v. d. Sterr in de sloep. Deze
werd door een aantal mannen, sierlijk gekleed, gelrokken en bemand, ter
wijl de trein werd voorafgegaan door heeren commissarissen en eere
leden, die door hunne ondersteuning van het plan en de uitvoering, den
dank der ingezetenen hebben verdiend. Wij vernemen, datte Amsterdam
een optogt van gelijken aardis beproefd, maar mislukt; hier daaren
tegen hebben wij geen lof genoeg over voor de mannen, die door
netheid en smaak, uitblinkende in hunne kleeding zoowel als in de
versiering der sloep, gelijk mede door het handhaven eener voor-
beekleloozc orde, de ingezetenen als in verrukking hebben gebragt,.
Kortom, hetgeen zij hebben bijgebragt om de vreugde van den
feestdag te verhoogen, het strekt ten bewijze van hunne liefde tot
orde, maar niet het minst van hunne vaderlandslievende gezindheid.
Wij wenschen hen hartelijk geluk met den voortreffelijken uitslag
van hun pogen, tot opluistering der feestelijkheden.
De namen van hen, die hieraan een werkzaaam aandeel hebben
genomen, mogen met eere vermeld worden. Zij zijn: O. Tol, prins van
Oranje, die zijn rol op uitnemende wijze volhield; verder B. Troost,
adjudantJ. Ivoningsteijn, kommandant van de sloepJan Troost,
stuurman; Pieter Kikkert, bootsman; W. Brunee, A. Bank, T. Vos,
P. van der Wiele en A. Kikkert, roeijers; P. Koningsteijn, botte
lier; C. Zunderdorp, rollezer Pander Maat, burgemeester van 's Gra-
venhage; K. van Vliet, C. van Bruggen, Wikkel, Klok en S. Groen,
commissie; G. Taylor en T. Zur Miihien, eereleden.
De tweede optogt, die wij ook met groote vreugde hebben zien be
groeten, was de optogt te paard, onder de leiding van de heeren
C. Pormer en G. Spigt.
Weder zagen wij onder die schaar van vaderlandsehe mannen
geen spoor van wanorde en onder het publiek niet anders dan
blijde begroeting. Allen versierd met oranjelinten om den hoed en
met oranjesjerpen over den schouder, leverde het geheel een aan
genaam schouwspel op. Duizende toeschouwers vergezelden hen
langs den weg, of begroetten hen toejuichend, op plein of straat.
Wij vermelden almede de namen van hen, die aan dezen optogt
deelnamen; zij zijn: C. Pormer, G. Spigt, C. Zijm, B. Bienhoff
en J. Heeres, leden der commissie; verder P. Spigt, P. Groot, C.
Schalk, Ij. Pormer, J. Vroon, C. Roodt, Keesman, H. M. van
Steenbergen, J. Noot, M. Swaan, P. Bruijn, W. Schouten, S. Pot,
C. Schilder, M. Witsenburg, Kater, L. Aarsen, S. Verdoorn, Eskes,
Kuiper, Hoogenbosch, J. Roodt Jr., A. Eothé, K. Roodt, J. Roodt,
C. Zwart, M. Heeres, Hoogvorst, A. Kok, W. Korper, J. Delfer,
Bruijn, D. Bakker, Kiljan en N. Winter.
Het loopende personeelV. S. Korper, J. Meijer, J. Hirsch, S.
de Beer, D. Boekdrukker, J. Davklson, Jb. Meijer Jz. en G. Ver
haar, vaandeldragers, J. de Jongh, J. Buitenkant, M. Korper en
Jb. Korper.
Beide optogten bragten hulde aan den burgemeester, die niet in
gebreke bleef, om zijne hooge ingenomenheid over de schoone
uitvoeringen te betuigen.
Middelerwijl hadden op het Westplein en op het Havenplein
muziekale uitvoeringen plaats, die eene groote schare van menschen
derwaarts lokten.
Ten twaalf ure 's middags werd door het garnizoen op het West
plein eene parade gehouden, die, vooral ook door de schoone uit
voeringen van het muziekkorps der Infanterie, veel bijdroeg om den
feestdag op te luisteren.
Eindelijk al te vroeg zouden we bijna zeggen -ging de zon
onder en de vallende avond dreigde ons met een lastigen regen te
zullen begroeten. Gelukkig bleef ons dit slechts kort verontrusten,
de regen hield op en werd waarschijnlijk tegengehouden door de
koelte, die alweder oorzaak was dat onderscheidene pogingen tot
schitterende illuminatie, zoo als aan het Raadhuis, aan het Directie
huis der Marine en aan de Gasfabriek minder of meer mislukten.
Zouden wij alles vermelden, wat dezen avond tot een feestavond
maakte, wij hadden dan te gewagen van optogten der school
jeugd, met vaandels en lichten; van de muziekale uitvoeringen op
beide genoemde pleinenvan het afsteken van bengaalseh vuur door
onderscheidene ingezetenenvan de schitterende illuminatiën van
de heeren Ch. Bosch Reitz, W. J. Hidde Bok, G. Korf en van
zooveel anderen, dat wij geen kans zien de opnoeming voort te
Be namen der overwinnaars en de opgave hunner prijzen, plaatsen wij in
ons volgend nommer.
zetten, ofschoon wij het zeer bejammeren dit niet te kunnen doen. De
feestelijke stemming der ingezetenen en inzonderheid van allen, die
geene kosten cn moeite te groot achtten, om tot opluisteringjjvan
het feest, roepen wij in om ons te beschermen tegen de beschuldiging,
die steller dezes tegen zich zeiven inbrengt, dat hij nog zoo weinig
aan de op hem rustende verpligting kan voldoen. Een nieuwe
optogt der mannen van de sloep, van de feestcommissie, voor afge
gaan door een Muziekkorps; de feestvreugde der weeskinderen; het
bengaalseh liclit op het wachtschip, terwijl de verheffende toonen der
muziek in 't ronde weerklonken, dit alles en nog- veel meer moesten
we herdenken, beschrijven, toejuichen; maar ons bestek gedoogt
dit niet.
Dank aan allen, die er toe bijbragten om het feestgenot te ver
meerderen de gedachte aan het schoone doel, dat, wat gedaan werd
geschiedde uit liefde voor het vaderland en voor Oranje, schenke
ieder het beste loon: eene aangename zelfvoldoening!
Lang leve onder ons de herinnering aan het gevierde feest. Dat velen,
die thans met ons hebben medegej uicht, over 50 jaren het eeuwfeest
van 1813 met niet mindere vreugde mogen vieren en dat de dag
van 4 Mei in het volgende jaar aan deze plaats even zoo vreugde
vol, even zoo genoegeiijk moge zijn, als de dag die wij den 17
November mogten vieren!
Den 31 dezer vertrekt de O. S. Ijaiidannil vla
TRIEST, den 33 dezer vla MARSEHjEE.
Zr. Ms. transportschip Heldin, onder bevel van den luit.
ter zee 1ste kl. Clitford Ivocq van Breugel, komende van Oost-
Indié', is heden morgen alhier binnengekomen.
Den 28 dezer zal, aan boord van het alhier liggend schip
Anna en Sop/iia kapt. II. Beckering, embarqueren een detachement
suppletie-troepen, sterk 86 militairen, waaronder 7 onderoflicieren,
oin met genoemden bodem naar Java te vertrekken onder bevel
van den van verlof terugkeerenden kapitein der genie en sappeurs
J. Errneling.
Het op jl. Maandag te Amsterdam gevierde feest, op welken
dag aldaar, voor vijftig jaren, de eerste volksbewegingen hebben
plaats gehad, ten einde Nederland van het vreemde dwangjuk te
verlossen, hebben allezius aan de verwachting beantwoord. De op
togt van eenige duizenden werklieden was inderdaad indrukwekkend
en is in de beste orde volbragt. De zegewagen, op welke de Neder-
landsche Maagd werd voorgesteld, die, op welken de boekdrukkunst
de voorlichter tot kennis en welvaart, met het beeld van den uit
vinder Laurens Janszoon Coster, werd gehuldigd, waren prachtig,
met smaak ingerigt en goed bespannen. Al de personen, welke
onder verschillende banieren, aan den optogt deelnamen, waren
deftig gekleed en het geheel liet niets te wenschen over. De
illuminatie, door tamelijk goed weder begunstigd, was algemeen en
zoo luisterrijk, als het tegenwoordig geslacht nimmer heeft beleefd.
Allerwege bleek overtuigend van de innige gehechtheid der menigte
aan het stamhuis van Oranje-Nassau.
De hoogbejaarde Barend l'ontheyn heeft den 15den te Amsterdam,
in 't bijzijn van den heer burgemeester en vele belangstellenden, des
namiddags ten 3 ure, op de Nieuwcbrug, even als voor vijftig
jaren, de Oranjevlag voor den dag gehaald en opgestoken.
Men schrijft ons uit Alkmaar:
„Oranje, overal Oranje. Alkmaar ziet er regt aardig uit. Reeds
sedert Vrijdag 11. heeft van vele woningen onze geliefde driekleur,
versierd met oranjewimpels, gewapperd; thans, ik mag haast zeggen,
ziet men geen gebouw of het prijkt met de vlag, wier ontrolde
banen verkondigen dat Nederland feest viert.
Velen, zeker de meesten der straten, grachten en stegen zijn ver
sierd met groen en bloemen, waartusschen lampions hangen, hetgeen
een zeer gunstig effect maakt. Onder de mooist versierde straten
mag men rekenen het Sêhapensteegje of eigenlijk Magdalenastraat,
het Grootnieuwland, het verdronken Oord, de oude Vest, het Lut-
tekendorp, de Ilouttil en den Koningsweg. Verscheidene eerepoorten
versieren vele ingangen van straten en eenige toepasselijke inscrip-
tiën, in die poorten aangebragt, geven getuigenis, dat de versierders
wisten waarom zij tot feestviering geregtigd waren. Verscheidene
huizen en gebouwen zijn prachtig geillumineerd of net met groen
versierd, waaronder vooral uitmunt de van stadswege gegeven illu
minatie voor liet Stadhuis, voor en om den opgang. Voor de
Vischbank en op de steenen brug tegenover de Langestraat is eene
groote boog met twee naalden, beide stukken hielden duizende
lichten, die, vooral door de verschillende kleuren, uitmuntend voldeden.
De algemeene deelneming der ingezetenen, aan de feestviering
uiterlijk ten toon gespreid, zoo door het versieren hunner woningen,
als door het dragen der Oranjekleur en de vrolijke cn ferme stem
ming, die zich bij ieder openbaart, is een waarborg, dat ook hunne
harten warm slaan voor Oranje en vaderland.
Verdienen de burgers allen lof voor de kosten en moeite, die
zij zich hebben getroost, om liet feest allen mogelijken luister bij te
zetten, alle hulde dient te worden toegekend aan de heeren van
Rhenen te Bergen en van Foreest, te Ileilo, voor het zoo bereid
willig afstaan van het vele groen uit hunne uitgestrekte bosschen,
I dat bij boerenwagens vol, onder gejuich en onder het wapperen van
de Nederlandsche vlag, werd binnengebragt.
De kinderen van behoeftige ouders op de verschillende scholen
alhier zijn van stadswege onthaald op chocolade en krentenbrood.
Reeds vroeg begon het feestvieren. Ten half negen ure werd de
Nederlandsche vlag en den Oranje-wimpel op den Waagtoren geheschen
door Hannes Douwes, die ook in 1813 de vlag, door van buiten
I bij den hoogen toren op te klimmen, het eerst deed wapperen. Dit