NIEÜVSflTOÏNGËK HELDER en NIEUWEDIEP, 31 December. Jl. Maandag morgen is van hier vertrokken Zr. Ms. stoomschip Cycloop, met bestemming naar de Friesche kust, om daar hulp te verlecnen aan de bemanning van de Engelsche oorlogsstoomboot Lively, kommandant Welcli, die aldaar tot aan het dek onder wa ter zat. Intusschen heeft men hier reeds vernomen, dat de equipage van gemeld vaartuig aan land is gekomen, terwijl 1 officier is verdronken. De Cycloop is alhier onverrigterzake teruggekeerd. Gis teren is de Eng. stoomboot Medusa, komm. Ellard, alhier gearri veerd, om naar de Lively onderzoek te doen. Laatstgemeld vaartuig vertrekt heden naar de Eriesche kust- de trerloopeu dagen, die tal van bcrigten ons bragten van rampen die tranen aan on/,s oogm ontlokten. De doodsgevaren der schipbreukelingen, de verschrikkelijke tijdingen voor hunne geliefde betrekkingen, de rouw en de droefheid van weduwen en weezen, ze vullen eene zwarte bladzijde in het gedenkboek van het jaar dat vervloog. Aangenaam is het daarentegen, eene streelende herinnering daarnevens te plaatsen. Het is (Ue, gewijd aan de vermelding der opofferende liefde van onze sloeperlieden en loodsen, die hun eigen leven waagden, om dat van arme schipbreukelingen te redden. En dat zijn soms vreemden, die hun vaderland elders hebben. Ja, maar het zijn medemenschen, het zijn welligt mannen en vaders, het zijn welligt zonen, die voor een vader of eene moeder te zor gen hebben, en onze brave zeelieden braveren moedig het geweld van wind en stroom en snellen ter hulp, waar die maar wordt ingeroepen. Teregt werden hunne menschlievende daden opgemerkt en beloond; het deed ons goed dit herhaaldelijk te berigten; maar heerlijker belooning kon geen vorstenhand hen geven, dan de handdruk der geredden, die, naast God, aan die brave mannen hun leven hadden te danken. Zie, dat is een bemoedigend verschijnsel in de geschiedenis van het afgeloopen jaar. Men klaagt, wel eens, en niet zonder reden, over de weinige vordering van de zedelijke gesteldheid der menschen, als men verneemt van wreedheid, en haat, en nijd, en van het gekletter der wapenenmaar men bedenke dat iti vroeger eeuwen de kustbewoners uitmuntten door ruwheid en zich, jegens de zeevarenden slechts onderscheidden door roof en plundering. Thans ziet de schepeling, die zich krampachtig aan het want houdt vastgeklemd, onze koene zeelieden van wal steken, om hen aan 't dreigend gevaar te ontrukken. Het afgeloopen jaar spreekt van vooruitgang onzer welvaart, blijkbaar in tentoonstellingen en feesten, in de voordeelen onzer overzeesche bezittingen, in de zorg der regering, om te doen wat mogel.jk is, om, bij 't genot des vredes, de bronnen van bestaan m ldelijk te doen vloeijeu. Met den meesten ijver wordt gewerkt aan het tot stand brengen der spoorwegen, die met ieder jaar meer de middelen van gemeenschap doen toenemen. Vooral in vergelijking met andere landen mogt daarom de regering volmon dig erkennen, dat het jongste zittingjaar van 's lands vertegenwoor diging een goed jaar was geweest. Aangenaam is de terugblik van bet jaar dat voorbij ging, als wij letten op de heugelijke gebeurtenis, die den eersten Julij jl. plaats greep: de vrijmaking der slaven in unze IVest-Indische Bezittingen. Nederland heeft zich daardoor gezuiverd van een smet, die jaren lang tot zijn schande strekte. Geen wonder, dat door de vrijgemaakten de eerste dagen hunner vrijheid dankend en juichend en jubelend werden doorgebragt. Geen wonder, dat ook in ons vaderland blijdschap daarover werd aan den dag gelegd, inzonder heid door de vereeniging, die sedert jaren de vrijmaking der slaven had voorgestaan en bevorderd. Zoo ging dan het jaar voorbij en vangt een nieuwe tijdkring aan, die ons onbekend laat met wat hij ons brengen zal. Wij hebben slechts wenschen en verlangens en God weet het, of ze vervuld of onvervuld zullen blijven. Wij hebben onze wenschen over voor de wereld, dat zij vrede, voor volken en bijzondere personen, dat zij welvaart erlangen, voor ons zeiven, dat wij in onze voornemens zullen slagen: maar de toekomst houdt zich verborgen, hoezeer wij bet gordijn, dat haar van ons scheidt, willen wegschuiven, om daar aan de andere zijde te zien, wat ons te wachten staat. Een raad slechts, waarmede we ons zeiven en anderen hebben te troosten: de toekomst is in Hooger hand en wat ons de tijd moge brengen, als wij voor ons zeiven en voor anderen zoeken te zijn wat wij kunnen, weldoeners van menschen en bevorderaars van eigen geluk, dan houdt de toekomst ons bewaard voor wroe ging en naberouw. Wat ons de tijd ook brenge, we berusten in 't bestuur eener vaderlijke Voorzienigheid en we zoeken in onzen kring, zooveel we kunnen, zegen en geluk te verspreiden. Jaren snellen voorbij, als of het slechts oogenblikken waren en de men schen, onvolkomene wezens als ze zijn, ze zien het aan en worden geschokt en bewogen, als ze bedenken, dat ook hun levensduur met eiken ademtogt inkort. De bewustheid, dat het najagen van al wat goed en edel is het hart verheft, ook te midden der aard- sche wisselvalligheid, doet met moed voorwaarts treden onder het gewoel der volken, onder de slagen des lot.s. Lezer, wie ge zijt, het jaar, dat we thans aanvangen, zij voor u rijk gezegend; het bevordere uw welvaart, het schenke troost in droefheid het schenke u stof tot dankbare blijdschapbet doe u, onder hoogeren zegen, een jaar zijn, dat u eene aangename herin nering oplevert, ook als bet, naast zijne voorgangers, een deel heeft toegevoegd aan de geschiedenis van het lot en het leven der menschen! Jl. Dingsdag heeft op het Piaadhuis alhier de aanbesteding plaats gehad voor de levering van Schoolboeken en Schoolbehoeften, ten dienste van de gemeente-scholen, gedurende het jaar 1864. In gekomen 3 inschrijvingsbilletten, als, van de heerem J. C. de Buisonjé J. W. van der Haar, ad ƒ1150.J. Rinner, ad 1099.264 en W. P. Kooij, ad 1075.—. De wel-eerw. heer A. Schouten, sedert lui jaar als kapeliaaff bij de 11. C. gemeente alhier werkzaam, beeft jl. Dingsdag morgen deze gemeente verlaten, ten einde op eene andere standplaats, te Hem gem. Venhuizen, als R. (J. priester en pastoor een nieuwen werkkring te aanvaarden. Hij was in ons midden met zegen werk zaam en verwierf zich vele vrienden en veieerders. Op de stranden dezer gemeente is aangespoeld een inahonij- houten gangspil, hetwelk door een agent uit Londen is herkend geworden als behoord hebbende tot bet schip Clifton, een groot transportschip, vertrokken uit Engeland met bestemming naar Madras, met 33 man equipage en verscheidene passagiers. Eenige dekbalken en wrakhout, mede herkend zijnde, kan men niet zekerheid zeggen, dat gemeld schip in de laatste stormen op deze kusten vergaan is. Door den vleeschhouder W. C. Thijssen alhier zijn dezer da gen aangekocht van Dirk Schenk, te Barsingerhoni, zes zware ossen. Een dezer dieren is lieden alhier aangegeven tegen ƒ400.dat is zoo hoog als hier nog geen os is aangegeven. Dit dier weegt ruim 2200 ponden. Volgens alhier ontvangen bcrigt, zal Zr. Ms. korvet met stoomvermogen Brinses Amelia, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee J. J. AAicliersonlangs te Plymovth biiineiigeloopen, eerst naar de West-Indiën vertrekken,; om van daar zijne bestemming naar Oost-Indien op te volgen. Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. Fesuvius, luit. ter zee 1ste kl. A. Schotborgli, in liet laatst der vorige maand van St. George d' Elruina vertrokken, zal te Hellevoet sluis binnenkomen. 1 >e Eerste Kamer der Stut en-Generaal heeft, in hare zitting van jl Dingsdag, de begrooting van Buiunlandsche Zaken met 19 tegen 14 stemmen verworpen. Naar men verneemt heeft de lieer van der Maesen de Som- brcff, minister van Buitenlandsche Zaken, den 29 dezer aan Z. M. den koning orii zijn ontslag verzocht. Gisteren had aan het Ministerie van Binnenl Zaken de aan besteding plaats van liet graven van een kanaal door den Hoek van Holland, met liet voltooijen van den Noordhaven aan de Noordzee aldaar. Ingekomen 5 inschrijvingsbilletten. Minste inschrijver de heer P. van Limburg, te Rotterdam, voor 405,000, terwijl de hoogste inschrijving bedroeg 999,000. Men schrijft ons van Texel, dd. 29 December 1863 „De eerste Kersdag was voor de Roomsch (Jatludieke Gemeente aan den Burg alhier een plegtige dag. Haar nieuw gebouwd bede huis werd op dien gewigligen Ghristelijken feestdag voor het eerst in gebruik genomen. Het is een schoon eii sierlijk gebouw, dat onze hoofdplaats weder veel heeft verfraaid. Men verneemt, dat het schoolgebouw aan de Waal door den heer schoolopziener is afgekeurd. De belanghebbenden aldaar wenschen dan ook, dat men spoedig tot den bouw van een nieuw overga. Het gebouw is veel te klein voor het betrekkelijk groot aantal kinderen en schijnt door ouderdom voor geene degelijke en doel matige verbetering vatbaar te zijn." De tuigagie en het caseo van het den 4 dezer op Texel ge strande Noordsche barkschip Neptunus, heeft in publieke veiling ruim 1700 opgebragt. Dezer dagen is te Amsterdam liet vroeger door 's Lands admiraal, den grooten Michiel Adriaansz. de Ruy'ter, op den Bui tenkant aldaar bewoonde huis uit de hand verkocht. Als eene opmerkelijke bijzonderheid wordt uit Delftshaven gemeld„Omstreeks 20 jaar geleden werd een te Schoonderloo gelegen boerenwoning met boomgaard verkocht voor eene som van omstreeks 2500. In de vorige week werd betzelfde gebouw met open erve in het openbaar verkocht voor ƒ9100. Te Zwolle, Meppel, Kampen en vooral Deventer heerscht een typlius van galaclitigen aard, waardoor zeer velen worden aangetast. In laatstgenoemde stad zou liet getal lijders op ongeveer 500 worden begroot. Volgens de jongste opgemaakte statistiek van den landbouw over 1860, bedroeg het aantal runderen in het gelieele Rijk niet minder dan 1,251,851 stuks, die, indien men ze door elkander op eene waarde van ƒ80 rekent, een som van 100 milliocn vertegenwoordigen. Voor 12 jaren redde zekere P., te Anticerpen, iemand die zich in de Schelde verdrinken wilde, uit wanhoop over den slechten staat zijner zaken. P. verzorgde hem en verschafte hem middelen, om naar Amerika te gaan. Daar deed de geredde goede zaken en dezer dagen ontving P. een brief met 10,000 francs, waarbij hem de omstandigheden herinnerd werden, voor 12 jaren voorgevallenen zijne hulp met edelmoedigheid werd beloond. De liepr Matliieu (de la Dróme) heeft de volgende waarschu wing bekend gemaakt: „Laatste waarschuwing aan de Engelsche en Fransche zeelieden. Het gevaar voor storm is zeer dreigend." In liet jaar 1862 zijn door de Engelsche postkantoren 605 millioen brieven verzonden, zijnde 12 millioen meer dan in 1861. De onderkoning van Egypte heeft in Engeland voor eene som van ongeveer 180,000 aan stoomploegen besteld. De te Londen plotseling overleden beroemde romanschrijver William Makepeace Thackeray was geboren te Calcutta in het jaar 1811, doch in zijn zevende jaar naar Engeland gezonden. Ofschoon hij, meerderjarig geworden zijnde, over een vermogen van £20,000 had te beschikken, wilde hij zijn leven niet in ledigheid doorbren gen, maar wijdde zich aan de beoefening der letteren, waarin hij dan ook, gelijk de gansche wereld weet, uitmuntend is geslaagd. Zijne werken zijn schier ontelbaar; daarenboven was hij redacteur van het Cornliilt Magazine en leverde ook vele bijdragen aan Fraser 's Magazine en den geest igen Punch. Bij den banketbakker Arnalt te Oxford, is een koek, die 3000 pond weegthij is 7 voet. hoog en is 18 voet in omtrek. Er is daarvoor noodig geweest 350 pond meel, 3000 eijeren, 5 vaatjes krenten, 200 pond oranjeschillen, 300 pond boter, 400 pond suiker en zoo naar evenredigheid. De mayor zal die op 4 Januarij op de jaarlijksclie vergadering van den kerkeraad opensnijden. Er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 6