BUITENLAND. C A R G A L IJ S T. gat vau Texel eu op de hoogte der tuoudeu van de Maas moeten Deensche oorlogsvaartuigen gezien zijn. Maandag 11. had op eeue Engelsche bark, die de haven alhier uitzeilde, eene scène plaats, waarvan de afloop in alle op- zigten gelukkig mag heeten. Een matroos, in den top van den mast bezig zijnde eenig touw werk in orde te brengen, had, door het breken van een touw, het ongeluk te vallen en tevens onder den val tegenwoordigheid van geest genoeg, een stuk touw te vatten. In weerwil van dezen gevaarlijken luchtsprong en tot groote ver bazing van de toeschouwers klimt hij op denzelfden oogenblik weder naar boven en zet zijne aangevangene werkzaamheden voort, alsof er niets gebeurd ware. Naar men verneemt, is Zr. Ms. stoomschip Prinses Maria, liggende in het natte dok alhier, nu weldra gereed om te worden in dienst gesteld, ten einde het stoomschip Cycloop te vervangen. De proef, genomen met de machine van eerstgemeld vaartuig, heeft aan de verwachting voldaan. Met den laatsten Maart a. s. wordt de luit. ter zee 1ste kl. jhr. W. F. van Spengler ontheven van de hem opgedragen betrek king van onder-equipagemeester der Marine bij 's Rijks werf alhier en op non-activiteit gebragt en die functiën met den 1 April op gedragen aan den luit. ter zee 1ste kl. F. M. Parker Verboom, thans non-actief. De ingenieur 1ste kl. der Marine A. J. H. Beeloo wordt met den 1 Mei a. s. van 's Rijks werf te Amsterdam bij die alhierovergeplaatst, als hoofd van het vak van scheepsbouw, onder de benaming van eerstaanwezend ingenieur der Marine; terwijl de ingenieurs der 2de kl. L. C. P. W. Viseer, van 's Rijks werf te Hellevoetsluis en J. C. Jansen, van 's Rijks werf te Amsterdam, met dien datum met elkander van standplaats zullen verwisselen. Men verneemt dat het contingent der Nationale Militie voor de ligting van dit jaar door Z. M. is vastgesteld op 9400 man, 9000 bestemd voor de landmagt en 400 voor de zeemagt. Zoo als men weet, zal door het Rijk, van af 1 Maart, geen belasting meer worden geheven op de steenkolen en op den turf. Die belasting bedroeg: voor 1000 Ned. IS (een hoed wordt geschat op 1500 IS sehaalkolen) 5, met opcenten en zegel '7,59; voor een hoed (13 mudden) maatkolen f 5,40, met opcenten en zegel 7,834; voor een mud kokes 20 cents, met opcenten en zegel 30-| cents; voor 100 ton turf, naar gelang van soort en klasse, van 2 tot 10, met opcenten en zegel van 3,04 tot 15,18. Een belangrijke redevoering, in vroeger jaren gehouden, is thans op nieuw in 't licht verschenen. Het is eene rede, door den heer Mr. F. A. baron van Hall, na het overlijden van Gijsbert Karei van Hogendorp, gehouden om hulde te Brengen aan de glo rierijke nagedachtenis van dezen staatsman. Thans, nu er ernstig sprake is van de oprigting van een gedenkteeken voor dien grond legger van Nederlands herboren volksbestaan, is die hernieuwde uitgave voorzeker hoogst welkom. Naar men verneemt, zijn in de vorige week bij de belang hebbenden de voorwaarden ontvangen, waarop de minister van Binuenlandsche Zaken het verleenen der koncessie wil voorstellen voor den Noord-Hollandsch-Frieschen spoorweg, loopende van Leeuwarden, langs Sneek, Stavoren, Enkhuizen en Purmerende, naar het tolhuis aan het Y, ten oosten van de Willemsluis, en van Hoorn naar Alkmaar. Die voorwaarden moeten zoodanig zijn, dat er geen twijfel bestaat of zij zullen worden aangenomen. Het Dar/hl. v. Z. en 's Grav. deelt mede, dat het wetsontwerp tot wijziging der gemeentewet in de afdeelingen der Tweede Kamer zeer ongunstig is ontvangen. Men wilde het regt der gemeenten in zake de belastingen niet hebben aangetast en de voorstanders der wet achten de noodige wijzigingen in de voorgestelde wet zéér noodzakelijk. Den 21 Febr. jl. gedacht te Medem.blik de edel-achtb. heer C. Gerdenier zijn 25jarig jubilé, als burgemeester dier stad. De deelneming in dit zoo heugelijk feest was algemeen. Door den heer Ch. Hornidge, zich ook noemende sir Sommerset Lee, schuldig verklaard aan moedwilligen manslag op den gepen sioneerden kapitein van Dongen Francke, te Arnhem, en te dier zake veroordeeld tot tuchthuisstraf voor den tijd van vijf jaren, is een rekwest tot gratie aan Z. M. den koning ingediend geworden. Dezer dagen is het berigt ontvangen, dat door Z. M. op dat ver zoekschrift afwijzend is beschikt. Een conferentie te Londen is het belangrijkste nieuws van den dag; het berigt daarvan aanvankelijk als een bloot gerucht verbreid, werd later door meer stellige mededeeling bevestigd. De krijg voerende mogendheden toonen zich bereid om aan Engelands uit- noodiging te voldoen, ofschoon zij niet in het voorstel tot een wapenstilstand willen treden. Eenemarken eischt bepaaldelijk de ontruiming van Sleeswijk door de Pruissen en de Oostenrijkers en dezen verklaren zich bereid de conferentie bij te wonen, zonder evenwel met den voortgang der krijgsverrigtingen op te houden. Men openbaart de vrees, dat zulk een houding der elkaar beoor logende partijen weinig geschikt zal zijn, om de handelingen der conferentie tot een goed einde te leiden. Men verzekert intusschen, dat Engeland nu onlangs het plan koesterde, om een meer dadelijke hulp te verleenen, zijn vloot te wapenen en daarmede Denemarken regtstreeks te hulp te komen, met uitnoodiging aan Rusland en frankrijk om de noodige mede werking. Op het ontvangen van ophelderingen van de zijde van Pruissen en Oostenrijk schijnt Engeland echter besloten te hebben om den ingeslagen weg te verlaten en dien der diplomatieke bemiddeling in te slaan. Wat de tractaten betreft waarover du conferentie zal te handelen hebben, wordt genoemd: 1. het tractaat van den jare 1720, waarbij het bezit van Sleeswijk aan Denemarken is gewaarborgd, als vergoe ding wegens het verlies van Pommeren en Rvgen, die daardoor aan Zweden kwamen, Tengevolge van deze overeenkomst, die in overleg met de toenmalige regeringen van Engeland, Frankrijk en Rusland is tot stand gekomen, wordt Sleeswijk door Denemarken als een integrerend deel van den staat beschouwd; 2. het bekende Londen- sche tractaat van 1852, betreffende de opvolging van koning Chris- tiaan ook in de hertogdommen, dat echter, naar het schijnt, door de Pruissische regering niet meer als verbindend wordt beschouwd. Overigens bepaalt zich het nieuws tot het blokkeren der havens van Sleeswijk en Holsteintot het verdedigen van den terugtogt des Deenschen legers, door den minister van Buitenl. Zaken bij eene circulaire aan de vertegenwoordigers bij de buitenlandsehe hoven; tot het openbaren van den wensch der bevolking in de hertogdommen om hertog Friedrich tot opperhoofd te mogen verheffen; tot het verhaal eener zending van 1600 Sleeswijkers naar den hertog van Augustenhurgten einde hem te verklaren, dat het hertogdom nimmer aan een anderen vorst wil toebehooreuwaarop hertog Friedrich ten antwoord gaf, dat hij nimmer van zijne regten zou afstand doen; tot het berigt dat de Deensche rijksdag in zijn adres aan den koning heeft te kennen gegeven, dat hij er op rekent dat de oorlog krachtig zal worden voortgezet; tot de mededeeling dat de Zweedsche minis ter van Buitenl. Zaken bepaaldelijk netn heeft geantwoord op de vraag van de Deensche regering, of Zweden in staat is onverwijld hulp te verleenen, eindelijk tot de vermelding van een gevecht tus- schen twee Deensche oorlogschepen en eene Pruissische batterij aan de Alsener-Sond. Onder de aanmerkingen, die bij het rnaand-register te Dunbar Schotlandgevoegd worden, komen deze drie bijzonderheden voor Een zeeman vnn 98 jaren stierf aan kanker in den voet. Hij had onder Nelson gediend en was tegenwoordig in den slag op de Nijl en bij Trafalgar-, zonder het gemelde ongemak was hij zeer wel. Een tweede persoon, 94 jaren oud, was leerjongen geweest van Andrew Meikle, den uitvinder van den eersten Schotsehen dorsch- molen, en was tegenwoordig bij de oprigting daarvan. De derde was eene dienstbode van 97 jaren, die tot op de laatste maanden van haar leven uitging en wier vader en grootvader ook zoo oud werden. Zij herinnerde zich met laatstgenoemde gesproken te heb ben over den intogt van Willem III (Prins van Oranje) en Koningin Maria te Londen in 1688, waarbij hij tegenwoordig was geweest, en met haren vader over den intogt van den Pretendent te Edim- burg in 1745. Zij diende indertijd in een huisgezin, waar de dichter Burns dikwijls een bezoek bragt. Uit de officiële bescheiden blijkt, dat er in Engeland gedu rende het afgeloopen jaar 8470 faillissementen hebben plaats gehad, waarvan er 5300 geen dividend hoegenaamd hebben betaald. Hoe kolossaal dit getal ook moge zijn, is het toch noch gunstiger dan in 1862, toen er 9663 faillietverklaringen geschiedden. Te Dusseldorf zal eerlang de 300ste Verjaardag van Shakes- peare's geboorte door verscheidene daar gevestigde kunstenaars met een groot feest gevierd worden, dat twee dagen duren en besloten zal worden met tableaux vivants, voorstellende tooneelen uit de werken van den grooten dichter. Bij eene der laatste schermutselingen in Sleeswijk, werd een Oostenrijksch scherpschutter zoodanig door een kogel der Denen getroffen, dat hij naast zijn kameraad nederviel en binnen weinige oogenblikken den adem uitblies. Hij vertrouwde dezen een levens- g»heim toe, hetwelk ongeveer op het volgende neer komt. Van een rijke familie te Ifeenen afkomstig, had hij, zooals men dacht, zonder eenig vermogen, om eenige onaangenaamheden het ouderlijk huis verlaten en nam dienst bij de Oostenrijksche scherpschutters. Hij stelde zijn kameraad daarbij een verzegeld paket ter hand, waarop het adres van een zijner bekenden vermeld stond, met last om het bij de eerste gelegenheid aan het adres te bezorgen. Bij de opening vond men er niets in, dan eene groote koolraap, waar op een briefje geplakt was met de woorden: „Evenmin als men aan mijn uiterlijk kan vermoeden, wat mijn innerlijk bevat, even min kon men aan mijn uiterlijk bespeuren, wat mijn levensgeheim was." Toen men den koolraap opende vond men een damesportret, een portret van een lief aanminnig meisje. Bij nader onderzoek van het lijk bleek de gesneuvelde scherpschutter een meisje te zijn, waarvan het portret in de raap was verborgen. Uit Athene wordt berigt, dat in het paleis een man uit het Noorden van Griekenland is aangehouden, die gewapend was met een degenstok en de sloten trachtte open te breken, ten einde tot. de vertrekken des konings te geraken. Daags te voren had hij zonder bagaadje in het Hotel de l'Orient zijnen intrek genomen. Niemand wist van waar die reeds bejaarde onbekende kwam, die geen woord sprak en zeer somber aan tafel zat. Een schildwacht, die hem voor een deur in het binnenste van het paleis had zien post vatten, kwam op het denkbeeld, den korporaal der wacht te roepen en deze leverde den vreemden bezoeker aan de justitie over. De zaak is nog raadselachtig, maar onder het publiek heerscht het algemeen gevoelen, dat koning Georgelaan een moordpoging isontsnapt. Volgens een Amerikaansch blad is de eehtgenoote van den bekenden generaal Tom-Pouce, den 22 Jan. jl. van een zoon bevallen. Te Rome is dezer dagen zekere Madeleine Annunziata Onofri overleden in den ouderdom van ruim 122 jaren. Zij was tot op het laatste oogenblik in het bezit van al hare geestvermogens en daarbij zeer opgeruimd. Aangekomen van 27 Febr.2 Maart ter losplaats HELDER, om aldaar te lossen, de volgende schepen, gekomen van NE WCASTLE.Advcna,R.Hales.4743mudSteenkolen.B.Hagedoorn&Z., te Amsterdam STOLPEMUNDE. Inje, W. J.Santjes. Lading Hout. Eindhoven Zn., te Zwolle.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2