BUITENLAND.
stationsplein voeten, kortom al wat van eeuig belang mag geacht
worden voor eene kennismaking met deze gemeente, wordt met
groote juistheid aangewezen. Ook het Maritime-etablissemeut met
de dokken, magazijnen, sleephellitigen, sluizen, enz. is vrij naauw-
keurig op deze kaart voorgesteld. In de namen der bruggen i
merkten we eetiige ounaauwkeurigheid op en wat de Maritime-
gebouwen betreft, hadden we gaarne gezien, dat ook daarvan de
namen waren opgeteekend. De aanduiding h. „Basculebrug (Kanaal)"
geeft voorzeker te kennen, dat op de aangewezen plaats over den
mond van de spoorweghaven eerlang zoodanig een brug zal gelegd
worden.
Wij gelooven dat deze kaart om hare duidelijkheid en vrij groote
naauwkeurigheid ten volle aanbeveling verdient. In veel gevallen
zal zij met vrucht kunnen geraadpleegd worden. Op kantoren, in
sociëteiten en koffijluiizeu zal zij als wandkaart van zeer veel nut
kunnen zijn en om hare nette uitvoering te gelijk tot sieraad ver
strekken. (Zie advertentie hierachter).
Z. M. heeft den heer F. A Bruyn, hoofdingenieur der Marine
bij 's Rijks werf alhier, eervol ontslag verleend, ouder dankbetuiging
voor de door hem aan den lande bewezen diensten en onder toe
kenning van pensioen.
De heer O. C..Meijer, telegraphist bij het telegraafbureau alhier,
wordt met den 1 April a. s. venplaatst naar Alkmaar en vervangen door
den heer Schokker, thanstelegraphist bij het telegraafbureau te Alkmaar.
Gisteren avond had alhier plaats het laatste concert van het gezelschap
Apollo, gedurende dit saizoen.
Wij hadden het genoegen den jeugdigen virtuoos, den jongeheer J. de Graan,
wiens wedergade men niet ligt vinden zal, te hooren. Hij droeg op onnavolg
bare wijze den Adagio en Rondo de Morceaux van Vieuxtemps, de Nocturne
van Fr. Coenen en de Di tanti palpiti van Pagauiui voor.
Wie niet geblinddoekt oog de zaal binnengeleid eene wijle geluisterd had
naar die zilveren toouen en had men dien geblinddoekte eens gezegd, dat niet
aan Wicniawski's instrument die tooneu ontlokt werden, dat niet de geoefende
hand van den volleerden kunstenaar, van den mail in de krach' des levens, de
viool hield, hij zou ongeloovig gliuilagchend hebben opgezien had men dan
den blinddoek hein afgerukt.... stellig had hij zich nog lange ouder den invloed
eener zonderlinge zinsbegoocheling gemeend, die een trageren knaap hem te
zien gaf, door wien eene taak werd vervuld, zóó als ter wereld misschien
slechts één eenig man dit tot dusver vermogt. Wieniawski heeft, naar wij
vernemen, zelf reeds een jaar geleden den kleinen Amsterdammer voorspeld,
dat zijn roem van 't heden dien van de Graan's toekomst zou wezen, 't Was
de hoogste lof, die den knaap ooit kon te beurt vallen. Moge dan ook de
toekomst van dit wonderkind die profecy van zijn beroemden voorganger bevestigen!
Dat aan den knaap van alle zijden een warme, welgemeende hulde, herhaalde
malen ten deel viel, dat in de luidste bijvalsbetuigingen 't hoogst opgevoerd
enthousiasme zich lucht geven moest, behoeft wel niet verzekerd te worden.
Ook de uitvoeringen van de zangverceniging Euterpe mogten zeer verdien
stelijk heeten.
Aan het concert-gezelschap zij, met het oog op de afgeloopcn winter-con-
eerteu en de te wachten uitvoeringen in den aanstaanden zomer, een vooitdu-
renden bloei tocgeweuscht
Zr Ms. korvet Print Maurits der Nederlanden is, na Messina
bezocht te hebben, op 7 Maart te Maltha gearriveerd en za! aldaar
geruimen tijd vertoeven, ten einde de noodige reparatiën te onder
gaan. De korvet zal daarna Corfu bezoeken, om aldaar de Neder-
landsche vlag te vertoonen. Alles wel aan boord.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft zich in het laatst
der vorige en in het begin van deze week bezig gehouden met de
behandeling van het wetsontwerp, tot regeling van de wijze van
beheer en" de verantwooiding der geldmiddelen van Neérl. lndië.
Dit ontwerp, dat in art. 2 bepaalt dat de jaarlijksche koloniale
beTooting bij de wet zal worden vastgesteld, werd door onder
scheidene leden, als de heeren Groen van Prinsterer, van Heemstra,
Wintgens, Heemskerk Az. en van Foreest vrij heftig bestreden,
vooral op grond, dat zoodanige bepaling in strijd is met de grond
wet, die het opperbestuur der koloniën uitsluitend aan den koning
opdraagt. De voorstanders der wet, waaronder vooral de heer van
Bosse mag worden genoemd, grondden hunne verdediging van het
ontwerp daarop, dat daardoor alleen een naauwlettend toezigt kan
tot stand komen op de uitgaven ten behoeve van het Indisch
Bestuur. Nadat de minister van Koloniën het wetsontwerp breed
voerig en bij herhaling had verdedigd, werd het hoofdbeginsel in
art. 2 nedergelegd met 39 tegen 14 en in de volgende zitting het
geheele ontwerp met 38 tegen 12 stemmen aangenomen.
Aan de leden der Tweede Kamer is rondgedeeld de memorie
van beantwoording ter zake het wets-ontwerp tot nadere bekrach
tiging van een artikel der koncessie voor het kanaal door Holland
op zijn smalst. De regering is geenszins voornemens door gestadige
verlenging van den termijn voor de plaatsing der aandeelen in het
maatschappelijk kapitaal het. tot, stand komen der zaak tot eene onzekere
toekomst te verschuiven; dat de minister, die zelf niets liever
wenscht dan het werk met kracht te zien aanvangen en voortzetten,
niet dan Dij hooge noodzakelijkheid uitstel zal geven, behoeft
bijkans geeue verzekering. Naar het oordeel des gouvernements
moet men uitvoering langs particulieren weg blijven volgen. Maar
al bestond er thans geen uit.zigt op uitvoering bij concessie, dan
zou toch de regering het meer dan bedenkelijk achten, terwijl het
Kijk met groote publieke werken als overladen is, ook dit nog ten
laste van den staat te brengen.
De. gemeenteraad van Alkmaar heeft in zijne zitting van 9
Maart jl. eene subsidie van 620 verleend voor de armen-bewaar-
school van het Departement Alkmaar, der Maatschappij Tot Nut
van 't Algemeen.
De voorjaarskermis te Alkmaar zal den 30 dezer aanvangen.
Na gehouden vergelijkend examen, is door den gemeenteraad
van Winkel benoemd tot hoofdonderwijzer der openbare school
aldaar, de heer J. H. Bergman, hulponderwijzer aan het gymnasium
en de openbare jongensschool te Alkmaar.
In den avond van den 12 dezer is te 's Gravenhage na een
spoedig toenemend verval van levenskrachten zeer zacht overleden
de heer Schouten, zoo als bekend is in vroeger jaren verdienstelijk
tooueelspeler. Hij was geboren te Amsterdam in Julij 1777,
fe Ruinen is een meisje dat op trouwen stond, op den dag
voor haar huwelijk bestemd naar Assen getransporteerdbeschuldigd
van diefstal in dienstbaarheid te Ruinericold.
In de jongste dagen hebben wij het genoegen gehad kennis te
maken met eene nieuwe nota, van wege de regeringen van Pruisten
en Oostenrijk aan de inede-ouderteekenaren van het bekende Londen-
sche traktaat van 1852 gerigt. De beide Dnitsche mogendheden
betreuren het, dat de Deensche regering nog niet is overgegaan tot
liet voldoen aan de aangegane verbindtenissen en dat de andere
groote mogendheden zoo weinig hebben gedaan om door hunnen
invloed Benemarken daartoe te nopen. Pruissen en Oostenrijk
verdedigen hun gedrag wat betreft het binnenrukken van Jutland.
Zij verzekeren, dat dit alleen is geschied om hunne legers te bevei
ligen tegen vermoedelijke aanvallen der Denen, alsmede om het
inbeslagneinen der Duilsche koopvaardijschepen. Genoemde mogend
heden verklaren zich in die nota evenwel bereid om tot eene schikking
met Denemarken over te gaan en een wapenstilstand te sluiten,
tegenover de teruggave van alle in beslag genomen Duitsche sche
pen en het opheffen van liet embargo. Eindelijk wordt door de
onderteekenaars der nota de verzekering afgelegd, dat zij geneigd
zijn om aan een conferentie deel te nemen over de Sleeswijk-Holstein-
sche quaestie, ten einde die op eene minnelijke wijze te vereffenen.
Het zai nu te bezien staan of de Deensche regering tot vredelievende
gevoelens overhelt en of de groote mogendheden, Engeland, Frankrijk
en Rusland, hun invloed bezigen ten einde des noods het kabinet
van Kopenhagen tot toegeeflijkheid te nopen.
Volgens een bij de Kreuzzeitnng ingekomen berigt, heeft de
1'ruissische artillerie Zondag avond een begin gemaakt met het
beschieten van de Duppeler-schansen, en wel van de zijde van
1P enningbund.
oor het overige bepaalt zich het staatkundig nieuws van den
dag tot: een gerucht, als zou generaal Garibaldi weer even als
vroeger op geheimzinnige wijze het eiland Caprera hebben verlaten;
de verzekering dat de dood van koning Maxirniliaan van Beijertn
door de natie, die hem lief had, zeer wordt betreurd; de ver
melding van herhaalde botsingen tusschen de Fransche en Pauselijke
troepen Rome: het berigt van een verbond van den koning van
Portugal met dien van Italië, waarbij de eerste den laatste hulpen
ondersteuning heeft toegezegd, in geval van oorlog met, Oostenrijk.
Op een der jongste diners in de Tuileriëu te Parijs, waartoe
onderscheidene leden van het Wetgevend ligchaam genoodigd waren,
gaven eenige dier heeren hunne bezorgdheid wegens gevaar voor
oorlog te kennen. De keizer, terughoudend als altijd, vermeed een
bepaald antwoord. Eindelijk vermande de afgevaardigde Kavinel
zich en zeide„Wij vreezen dat de keizer zich zal laten mede-
tlepen." Hierop antwoordde de keizer: „Frankrijk laat zich nooit
medeslepen, maar het sleept mede."
Een te Parijs ontvangen brief uit Rome, van 8 dezer, behelst
het volgende: „Sedert drie dagen is de paus ernstig ziek. "Vrijdag
begaf hij zich, als gewooidijk, naar de Sint-Pieterskerk, maar werd,
zoodra hij in zijn vertrekken was teruggekeerd, door de koorts aan
getast. Gisteren was de koorts gedurende den dag afgenomen, maar
is des avonds op nieuw zoo hevig geworden, dat men midden in
den nacht den pauselijken geneesheer, den heer Viale Preta, ont
bieden moest."
Een koopman in minerale wateren te Parijs is op het denk
beeld gekomen, om eenige honderden flesschen water uit de Jordaan
te laten komen. Hij verkoopt ze voor 25 francs de flesch, ten
gebruike bij doopplegtigheden en maakt met deze zonderlinge spe
culatie zeer goede rekening.
In Londen zijn ongeveer 75 officieren, die als leden van een
genootschap meer bijzonder het opzoeken en ondersteunen der armen
ten doel hebbende, een ijverig aandeel aan deze werkzaamheid nemen
en in de voorste gelederen staan dergenen, die zich daartoe dagelijks
in de armste, morsigste en ongunstigst bekende buurten van
Londen begeven.
De telg van den prins en prinses van Wallis is den 10 dezer
op Buckinghampaleis gedoopt. De plegtigheid was belangwekkend,
hoezeer de versieringen van de kapel zeer eenvoudig waren; De
doop werd verrigt door den aartsbisschop van Cant.erbury, in tegen
woordigheid van de koningin, de koninklijke familie, de gezanten
der buitenlandsche hoven, de ministers en andere hooge ambtenaren.
Het koninklijke kind is genaamd: Albert Victor Christiaan Eduard.
Onder de voorname personen bevond zich ook de koning der Belgen,
als doopgetuige. Na afloop der plegtigheid werden de gasten op
een collation onthaald en de lord kamerheer stelde daarbij voor,
de gezondheid van prins Albert Victor. De koningin overhandigde
den jonggeborene aan den aartsbisschop. II. M. droeg den zwaren
rouw, zwarte zijde, waarover zwart krip met versierselen van juweelen
en gitten, eene Maria-Stuarts-muts van wit krip met een wit krippen
sluijer en om den hals een groot kruis met medaillon van prins
Albert; over den schouder droeg H. M. het ordelind van den
Kouspband, en op den boezem prijkte eene broche van saffieren,
tusschen 12 diamanten gezet..
Men schrijft uit Berlijn: Voor eenige dagen reed de kroonprins
van Pruissen des avonds laat. lamrs de voorposten, ten einde zich
te overtniiïPii dat de gegeven bevelen naar belmoren ten uitvoer
waren gelegd. Reeds had hij een groot gedeelte van den weg
afgelegd, toen hij op een Oostenrijker stiet, die hem aanriep en
het parool afvroeg. De prins antwoordde, dat hij een Pruissisch
officier was. „Zeer wel," was het antwoord, „maar het parool!"
,,Ik ben een Pruissisch generaal."- „Goed, het parool luidde
het antwoord op strenger toon. „Ik weet het waarachtig niet
meer, maar ik ben generaal, zie slechts," zeide de prins, wijzende
op het distinctief van zijn rang. „Dan zijt gij mijn arrestant," was