NIEUWEDIEPEE COURANT EN BINNENLAND. M 31»UOi\DEltDAG 28 A I» It I L. 1884. TWEE-EN-TWINTIG3TE JAARGANG. h*t HELDER en NIEUWEDIEP, 27 April. HELOERSCHE Deze Courant wordt uitgegeven op zondag en donderdag, des morgens ten acht ure, door A. A. BAKKER Cz. in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32. Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.' franco per post1.50. Enkele nommers0.10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post directeuren. Advf.rtentièn worden aangenomen tot Zaturdag ea Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY, DijkstraattegenoverdeLaan, II422,aan denllelder,\oi\\urt. De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iederen regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35. Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte die zij beslaan. Brieven en Stukken franco aan den Uitgever. Den 38 dezer vertrekt de O. I. landmail via SOITHAMPTOA. Den 38 deatcr vertrekt de WEST-I1VDISCHE mail. Dezer dagen heeft men achter de erven van het loodsgebouw alhier een aanvang gemaakt met de daarstelling van een gebouwtje tot berging van de onlangs aangekomen reddingsboot, die vooiloopig is geplaatst op 's Rijks werf. Die boot is in de allereerste plaats bestemd om daarmede hulp te verleenen bij strandingen op de buiten gronden der Texelsche zeegaten, en is daardoor te gemoet gekomen aan veler wensehen. De inspecteur over het loodswezen alhier is voorloopig belast met het beiieer over dit nieuwe reddingsmiddel. Uit deze en ook andere maatregelen blijkt het, dat de verdienste lijke Noord- en Zuidhollandsche Redding-Maatschappij er ernstig op bedacht is meerdere uitbreiding te geven aan haar werkkring en voorze ker zal dit in ons vaderland, en bijzonder aan deze plaats, met groot genoegen worden vernomen. Zoo zal eerstdaags op iedere zeeplaats, waar reddingmiddelen door de Maatschappij geplaatst zijn, of nog zullen worden, oommissiën van plaatselijk bestuur worden benoemd, waartoe zullen worden uitgenoodigd mannen, die door hunne betrek king of stand in de maatschappij en door menschlievendheid zich onderscheiden en geacht kunnen worden, invloed uit te oefenen op hunne mede-kustbewoners. Bij iedere reddingsboot, zal, op eene belooning van 60 's jaars, worden benoemd een bootsman, die onder bet gezag der plaatselijke commissie, belast wordt met het behoorlijk beheer en de goede ver zorging van de reddinsgboot en onder wiens opzigt en bestuur de oefeningen en de pogingen tot redding moeten plaats hebben. Zoo mogelijk zullen er uit vrijwilligers vaste bemanningen worden aangesteld voor de verschillende reddingsbooten der Maatschappij, en bestaat het voornemen om, minstens ieder vierendeel jaars, bij ruw weder en onstuimige zee, eene oefening met de booten te doen plaats hebben, welke oefeningen niet minder dan drie uren achtereen behooren te duren. Naarmate van de gelegenheid en het jaargetijde, ontvangen de stuurder en de roeijers daarvoor 1 of 1.50. Gaat de boot tot het beproeven eener redding in zee, dan zal hare be manning eene belooning in geld genieten, ten bedrage van 3 tot 10 per man, geregeld naarmate van den tijd daartoe aangewend, en van de gevorderde inspanning; zullende aan den bootsman of stuurder bovendien nog eene halve beloouing worden toegekend. In buitengewone gevallen of bij reddingen, die bijzondere inspan ning hebben gevorderd, waarbij de bemanning of enkelen daarvan hebben uitgemunt, worden er, even als vroeger, door het bestuur der Maatschappij extra premiën toegekend. Zij zullen bestaan uit: a. Een getuigschrift. b. Eene bronzen of zilveren medaille, waarop gegraveerd de naam van den redder vaft het schip en de datum waarop de redding heeft plaats gehad. Eindelijk zal er eene belooning van 1 of 1,50 worden toe gekend aan den persoon die het eerste berigt van liet stranden of op de kust. vervallen van een schip bij de commissie van plaatselijk bestuur komt aanbrengen. Men mag aannemen dat., naarmate de Redding-Maatschappij haar werkkring meer en meer uitbreidt en blijken van krachtig leven geeft, ook de algemeene belangstelling in deze zoo bijzonder nuttige en menschlievende zaak zeer zal toenemen. Deze belangstelling moge zich toonen door meerdere jaarlijksclie bijdragen of giften in eens, tot aankoop van materiëel, want het is bekend dat de Maatschappij uit eigen middelen en de zoo even genoemde bijdragen en giften van belangstellenden, niet alleen moet voorzien in de daarstelling en het onderhoud der verschillende reddingsmiddelen, maar ook in de toekenning van een aanzienlijk bedrag aan premiën. Wenscht men dus, en wie doet dit niet, dat er hulp geboden wordt, aan de op varenden van gestrande schepen, die te midden van het loeijen van den storm wanhopend de handen om redding uitstrekken naar de op het strand staande menigte, dan geve men zijne bijdrage bijtijds en -steune alzoo eene zaak, die meer dan eenig andere mag staat maken op algemeene deelneming in een land.als het onze, dat voornamelijk bloeit door de scheepvaart, en waarvan vele zonen ver- keeren op die zelfde zee, uit welker toomeloos geweld het kan noodig zijn, ook hun leven te redden. De naam van Ds. Haverschmidt, predikant alhier, komt voor op het twaalftal, opgemaakt ter vervulling eener vacature bij de Hervormde gemeente te Schiedam. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Bommelerxcaard, giste ren alhier van Amsterdam gearriveerd,'zal aan 's Rijks werf voor de dienst worden gereed gemaakt. Zr. Ms. korvet Prins Manrits der Nederlanden, kommandant Kemper, is in den nacht, van 17 April ter reedc van Napels gear riveerd, en zou den 22sten de reis naar Spezzia vervolgen. Alles was wel aan boord. Gaarne vestigen wij de aandacht onzer lezers op de hierachter geplaatste advertentie, waarbij een optogt te paard op 4 Mei a. s. aangekondigd en de medewerking van belangstellenden ingeroepen wordt. Heeft men in andere plaatsen met luister feest gevierd bij de herinnering hoe voor 50 jaren de vreemde bezetting uittrok, dat men hier niet achterlijk blijve, om ten minste ook iets te doen, ten einde den dag van 4 Mei 1S64 tot een algemeenen feestdag te maken. Bij de boekhandelaars M. Schooneveld Zoon, te Amsterdam, is uitgegeven eene Toespraak door den wel-eerw. heer B.G. Clement, in de Protestantsche kerk op Bronbeek gehouden. Deze vroegere leeraar der Hervormde gemeente alhier telt ouder ons nog zoovele vrienden, dat wij gelooven geene aanprijzing van bovenstaand werkje te behoeven ter neêr te schrijven. Wij vestigen slechts de aandacht op de achterstaande advertentie, die voorzeker velen zal opwekken om dit stichtelijk werkje aan te schaffen. Men meldt, dat er een zeer eenvoudig middel is gevonden om het insect, dat zoovele huizen onbewoonbaar maakt, de wandluis, uit te roeijen. Dit middel, door toeval ontdekt, bestaat in de aan trekkelijkheid, die de plant, peperkruid (lepidium rurale der kruid kundigen) genaamd, op deze insecten uitoefent. Een gedeelte van deze gedroogde plant werd in een vertrek gebragl, waarin dit on gedierte zoodanig huisvestte, dat men het, door welke middelen ook, niet had kunnen verdrijven; dadelijk werd het met wandluizen overdekt, die kort daarop stierven, terwijl de overigen zoodanig bedwelmd waren, dat men ze allin in het vuur kon werpen. 4 Wij hebben vroeger berigt gegeven over het gebruik van petroleum om ongedierte te verdrijven bij schapen en bij runderen. Met uitmuntend en spoedig gevolg was andermaal de proef bij runderen genomen, en de heer D. van Hulst, deelt in het laatste nummer van het II eekblad van Haarlemmermeer mede, dat op zijn aanraden kalveren door middel van petroleum van eene groote menigte ongedierte in een halven dag werden bevrijd. De kalveren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 1