BUITENLAND. Gisteren hebben op het .Raadhuis alhier de navolgende aan bestedingen plaats gehad als 1. Het onderhoud van het Heldersche Kanaal, benevens het ver diepen van, en het maken van Steenglooijingen langs genoemd Kanaal. Ingekomen 11 inschrijvingsbiilettenals, van de heeren: M. Schouten voor 79,631, A. Seret 72,000, YV. van der Wooning 70,000, S. Gooien 69.S00, 11. Yos 69,418, W. J. Vermaas 66,900, J. C. van Ilattum 66,300, J. B. Janzen 65,000, H. J. Janzen 64,666, G. Dekker 63,500 en J. II. Visser 61,000. 2. Het verrigten van eenig Verw- en Behaugerswerk, met bijle vering der daartoe noodig zijnde Materialen. Ingekomen 4 inschrij vingsbiiletten als, van de heeren: H. T. Duiuker voor 620, K. Pronk ƒ615, J. de Vries ƒ610 en J. Hoogerduin 605. Ter aanvulling van het berigt, voorkomende in No. 35 van deze courant, de Noord- en Zuidhollandsche Redding-Maatschappij betreffende, zijn wij in staat mede te deelen, dat door voornoemde Maatschappij ter dezer plaatse eene commissie van plaatselijk bestuur is benoemd, bestaande uit de heeren: G. Vogelpoot, President, Mr. K. J. C. Stakman Bosse, J. van Herwerden, Thesaurier, P. van Woelderen, H. Engelschmau Kleijnhens, Secretaris. Het état-raajor van het jl. Woensdag namiddag alhier aan gekomen fregat met stoomvermogen Zeeland bestaat uit de volgende heeren: kapt. ter zee G. C. C'. Pels Rijcken, kommandant; kapt.- luit. ter zee C. J. üainme, 1ste officier; luits. ter zee 1ste kl. A. A. A. Gay mans, E. J. van der Sleyden en J. A. Greve; luits. ter zee 2de kl. A. J. A. Kellner, A. J. Visser, D. J. A. I). van der Steen en R. II. Jarman; adelborsten 1ste kl. A. van Linden van den Heuvell, II. A. Schippers, II. G. Hildebrandt, J. Fichet. G. II. van Steyn, J. Dalen, ridder J. W. F. Huyssen van Kattendijke, W. F. Wesselink, J. G. M. van der Wijck, C. Adriani, D. M. L. E. Keus, P. M. W. F. Kraijenhof van de Leur, C. II. Cornelissen, A. W. Vinkhuijzen en C. J. Damme; off. van gez. 1ste kl. F. W. J. Meijer; off. van gez. 2de kl. II. L. Reeder; off'. van gez. 3de kl. J. F. Manikus; off. van adm. iste kl. M. J. Duvelaer van Kampen; scheepsklerken F. Werlerbottien, W. F. Margadant en E Fabius; off.-machiuist G. B. Hardes; 1ste luit. der mariniers W. L. G. J. F. Cramer van Baumgartt. Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Zeeland is heden namiddag in de haven gekomen. Tot predikant bij de Hervormde gemeente te Schiedam is beroepen Ds. F. Haverschmidt, predikant alhier. Naar men verneemt, zal de 7de comp. van het 1ste reg. vest. artillerie, onder bevel van den kapt. Launspach, alhier in garnizoen, vau 14 Julij tot 4 Aug. in het artilleriekamp te Waalsdorp kamperen. Uit (Ie thans verschenen redevoering van den minister van Binnenl. Zaken omtrent onteigeningswetten van spoorwegen, blijkt, dat de weg tusschen Alkmaar en Nieuwediep in Januarij 1866 in exploitatie kan genomen worden. Naar men verneemt, zal door eene daartoe benoemde commissie aan het Ministerie van Marine den 20 dezer het examen worden af genomen van de aspiranten, dingende naar de betrekking van adel borst 3de kl. bij de Marine. Daartoe hebben zich 85 jongelingen aangemeld, terwijl er slechts 16 geplaatst zullen kunnen worden. In het jaarboek van de Maatschappij van Weldadigheid voor 1862—1863, vindt men belangrijke mededeelingen en beschouwingen over den toestand der spaarbanken, als instellingen door de maat schappij in 't leven geroepen, en wordt daarbij ook vooral gewezen op het groote belang, dat de maatschappij, ook voor de toekomst, er bij heeft, om de kinderen der arbeidende klasse reeds vroeg aan spaarzaamheid te gewennen. Een kind, dat reeds vroeg zijn zakgeld aan snoeperij verteert, is op den weg om later te vervallen tot het najagen van genietingen, even verderfelijk voor den geest als voor het ligchaam. „Gaat in de achterbuurten," zoo Rest men in bedoeld verslag, „bij voorkeur van grootere steden en in de nabijheid van armen scholen, en gij zult u verbazen over de menigte snoeptafels en win kels, langs welken de kinderen hunnen weg naar de school moeten nemen. Maar meer nog zult gij verwonderd zijn, als gij de hoeveel heid snoeperijen zaagt, welke dagelijks aan de kinderen der schamele klasse worden verkocht. Er gaan - zoo verzekert een onderwijzer der armenschool in eene groote provinciestad - zeer vele kinderen naar de school, die telkens een cent aan dusdanige versnaperingen besteden, zonder dat eene vriendelijke vermaning de ouders kon bewegeu, die slechte gewoonte te keer te gaan. Zou men het gelooven, dat één enkele snoepwinkel, alleen aan kinderen van de behoeftige klasse, in één jaar, voor meer dan twee duizend gulden had verkocht. En toch was dit zoo, toch was die som aan nuttiger bestemming onttrokken, toch werden de kinderen gewend aan verteringen, die hen regelregt naar de kroeg leiden." Aan het Prov. gouvernement van Noordholland zijn op den 2 dezer aanbesteed: 1. Het bestorten van den ondcrzeeschen oever voor het plankier en den leidam, benevens het leveren van uithou- wers en grind bij 's Rijks zeehaven te Nieuwediep. Minste inschrij ver de heer W. van Doorn, te Haarlem, voor ƒ17,278. 2. Het leveren van steen en puin eu het uitvoeren van eeuige werkzaam heden aan de zeewering van het Horntje, op het eiland Texel. Minste inschrijver de heer I). Goedkoop, te Amsterdam, voo^2285. Z. M. heeft tot lid van het collegie voor de zeevisscherijen herbenoemd den heer J. de Koningh Cz te Enkhuizen. De luit. ter zee 1ste kl. J. A. Greve, dienende op Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Zeeland, wordt met den 5 dezer op non activiteit gebragt. Men meldt uit Broek in Waterland, dat concessie is aan gevraagd tot het in werking brengen van een stoomboot van Edam over Moniclcendam en die plaats tot aan het Schouw of Noord- Hollandsch Kanaal, in verbinding met de booten die van Amsterdam naar Purmerende vice versa varen. Te Rotterdam zijn jl. Dingsdag de eerste manden met kersen naar Engeland doorgevoerd. Deze waren herkomstig uit Duitschland. Jl. Dingsdag ochtend bragt de stoomboot Anna, komende van Bergen, in Aoorwegen, de eerste Noordsche nieuwe haring te. Rotter dam aan. Zij was niet hoog in prijs, maar de kwaliteit liet ook nog al wat te wenschen over. Te Assen is men voornemens op het zilveren bruiloftsfeest van het koninklijk echtpaar een optogt bij fakkellicht te houden, voorstellende 3 belangrijke tafereeien uit de vaderlandsche geschiedenis. Het nieuws omtrent de Deensch-Duitsche verwikkelingen bepaalt zich hoofdzakelijk tot de vermelding van hetgeen in de jongste zitting der Londensche conferentie is voorgevallen. De Duitsche mogendheden moeten, naar men verzekert, hebben aangedrongen op het zamenstelleu van een nieuwen staat uit de hertogdommen, die dan geheel zouden afgescheiden zijn van Denemarken en den erfprins van Augustenburg tot opperheer zouden erlangen, indien ten minste uit een onderzoek mogt blijken, dat zijne regten gegrond zijn. De onzijdige mogendheden, vtrre van zich in de bres te stellen voor de belangen van Denemarken, hebben alleen geëischt, dat het Noordelijk gedeelte aan laatstgenoemde mogendheid zoude worden afgestaan en dat geen bondshaveu of bondsvesting zou komen in het gedeelte dat dan tot zamensteliing van een nieuwen staat wordt aangewezen. De Deeusche gevolmagtigden hebben het stilzwijgen bewaard, het eenige wat hen in dit geval over bleef te doen. Er blijft nog hoop bestaan op een wapenstilstand, waartegen de houding der Deeusehe gevolmagtigden zich niet schijnt te verzetten. Jl. Donderdag heeft de conferentie te Londen weder eene zitting gehouden; men meent dat daarin over verlenging van de wapen schorsing zal zijn gehandeld. Naar luid van enkele berigten zou men trachten de verlenging voor drie maanden te doen aannemen. Denemarken heeft daar wel bepaald op tegen, omdat inmiddels het saizoen voorbijgaat voor de maritime operatiën. Doch men zal vergoeding zoeken voor het hof van Kopenhagen, als het thans ook weder inschikkelijk is, en wel, tegenover de voortduring van den wapenstilstand van de Duitsche mogendheden de ontruiming van Jutland vragen. Gelijk men weet bestaat het plan om de bevolking der Elbe- hertogdommen te doen stemmen over de regering die zij zouden verlangen. Dit moet bepaaldelijk den wensch zijn van keizer Na poleon, die bijzonder veel met stemmingen schijnt op te hebben. De wijze waarop nu die stemming zou geschieden is niet zóó, dat ieder hierin kan te kennen geven, wie hij als opperheer verlangt, maar allgen of hij eene Duitsche of Deensche regering wil. Ook zou noordelijk Sleesicijk daarvan geheel zijn uitgesloten, omdat men dit deel des lauds, waar uitsluitend Deensch gesproken wordt, aan Denemarken ten eigendom toeschikt. Wanneer men echter alles zamenvat en inzonderheid ook let op Denemarkens verzet tegen de voorgestelde schikking, dun mag men het voor zeker houden, dat de hangende aangelegenheid nog zoo gemakkelijk niet is opgelost. Volgens latere berigten uit Londen is de conferentie tot Maandag a. s. verdaagd. De Duitsche gevolmagtigden eischen de Duitsche gedeelten van het gemengde Sleeswijksche grondgebied en zelfs een deel van de Deensche streek. Denemarken heeft verklaard liever de conferentie te verlaten dan hierin toe te stemmen. De wapenschor sing is nog niet verlengd. In de Kamer van Vertegenwoordigers te Brussel heeft eene dis cussie plaats gehad ter zake van de kanbinetscrisis. Het ministerie werd door de clericale partij beschuldigd de aanvaarding van het bewind voor hen onmogelijk te hebben gemaakt. De heer Rogier, minister-president, verdedigde de houding van de regering te dezer zake en hield vol, dat het programma der clericalen onmogelijk kon worden aangenomen. Uit Amerika wordt gemeld, dat generaal Grant den regtervleugel der armee van generaal Lee den 18 dezer heeft aangevallen, met het gevolg, dat de Noordelijken genoodzaakt werden, met een ver lies van 1200 man aan dooden en gekwetsten, terug te trekken. Den 19 Mei hebben de Zuidelijken onder Ewel weder eene voor- waartsche beweging gemaakt, ten einde om den regtervleugel der armee van Grant heen te trekken; die poging is evenwel niet gelukt. Inmiddels zijn de Noordelijken onder Sherman te Casseville aange komen en verwacht men, dat het te Atlante tot een veldslag zal komen. Te gelijker tijd is door het departement van Oorlog eene versterking van 25,000 man naar Grant afgezonden. Omtrent de generaals Grant en Lee zijn de volgende bijzonderheden bekend. De eerste werd in 1828 te Ohio geboren en ontving zijne militaire opleiding te West-Point. In 1845 maakte hij als luitenant bij het 4de reg. infanterie den veldtogt naar Mexico mede, waar hij zich onderscheidde; in 1S47 werd hij tot kwartiermeester benoemd. Hij had de dienst verlaten en zich in Illinois gevestigd, toen de burgerkrijg hem opriep en hem het bevel over het 29ste reg. vrij willigers van Illinois werd opgedragen. In 1861 werd hij brigade generaal en het volgend jaar gen.-majoor en bevelhebber van het leger in West-Tennessee. Men herinnert zich zijn langen veldtogt tegen Vicksburg aan de Mtssissipi; na eene menigte nederlagen te hebben ondervonden, zonder dat hij hinderpalen moede werd, was de overwinning zijn loon. De nederlaag van Johnston's leger en de inname van Vicksburg met het geheele garnizoen, verschaften hem een grooten naam. Na de overwinning der Zuidelijken bij Chattanooga ging Grant naar Tennessee, om daar de zaken te verbeteren. Hij won een slag, die al de voordeelen vernietigde, door Johnston ver kregen. Het talent, door Grant bij die gelegenheid aan den dag gelegd, bezorgde hem zooveel populariteit, dat hij tot generalissimus benoemd en het bevel over al de legers in Virginie hem werd op gedragen. Hij is het, die het plan heeft opgevat, dat nu tegen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2