BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE HELDER, BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE TEXEL, Richmond wordt in praktijk gebragt. Lee is in 1S0S te Virginië geboren; hij is een afstammeling van Washington en zelfs eigenaar van een huis, lang door dien held bewoond. Hij studeerde aan dezelfde militaire school als later Grant en nam als majoor der genie deel aan den Mexikaanschen oorlog; daarna werd hij directeur der school van IVest-Point. Gedurende den Oostersehen oorlog werd hij met Mac Clelian door zijne regering naar de Kriin gezonden, ten einde zelf het beleg van Sebastopol na te gaan. Toen de burger oorlog uitbrak, werd hij opperbevelhebber der Zuidelijke troepen in Virginië en later van alle troepen van het Zuidenhij heeft echter steeds in Virginië gestreden. Het zou te veel plaats eischen, hier al zijne veldtogten te verhalen; men herinnere zich slechts dezeven dagen voor Richmond en de nederlaag van Mac Clelian, de mauce- vres aan den Rapidan, de nederlagen van Pope en de groote over winning van Bulls Run, de inval in Marylandgevolgd door de nederlaag bij Antiltam Creekdie Lee noodzaakte terug te trekken, de overwinningen bij Frederickslurg en Chancellorsville, gevolgd door een nieuwen inval in de Noordelijke Staten en eene nederlaag bij Gettysburg. Grant uitgenomen, is Lee onder de Amerikaansche generaals de eenige, die het bewijs geleverd heeft, dat hij 100,000 man kan aanvoeren en groote plannen opvatten en uitvoeren. Zijne meest gewone taktiek is, zich schuil te houden tot een voordeelig oogeublik gekomen is. Van een tegen het kabinet van Wassingliton vijandige zijde wordt medegedeeld, dat de schuld der Vereenigde Staten thans niet minder bedraagt dan 20,000 millioen francs. Bovendien moet de staat New-Yorlc, die het ijverigst den strijd heeft voorgestaan, volgens dezelfde mededeelingen, met een eigen schuld van 5000 millioen francs zijn bezwaard. De berigtgever vreest een staatsbankroet. Ook de finantiële toestand van den Kerkelijken Staat is in den jongsten tijd ter sprake gekomen, bij gelegenheid van eene nieuwe leening, waarbij de pontifikale schuld wordt gebragt op 500 millioen, met een rentelast van 25 millioen. Plet jaarlijksch tekort in dien staat wordt geraamd op niet minder dan 35 millioen. - De dood van den maarschalk Pélissier, heeft menig verhaal, dat omtrent hem in omloop was, weder in het leven geroepen; vooral zijne ruwheid speelt daarbij eene groote rol. Wij zullen die niet herhalen, ook niet die van de kanonnen van Malakoff, die hij bij gelegenheid eener parade aan de generaals booren deed, die niet in de Krim waren geweest. Maar tevens komt in herinnering des maarschalks handelwijze bij de grot van Freschiek, eene handelwijze, die, nu negentien jaar geleden, Europa met afgrijzen vervulde. In die grot was, na de onderwerping van de stammen in Dahrah, de geheele stam der Reni Ramak, met vrouwen, kinderen en vee gevlugt. Pelissier besloot den stam, die zelfs uit dezen schuilhoek nog op zijne troepen had gevuurd, geheel te verdelgen. Ben Fransch schrijver, Maltzan, geeft daarvan de volgende schets: „Van het hout en stroo, dat Pélissier aan alle kanten voor elke opening deed stapelen en in brand steken, steeg eene verstikkende rook, die in de grotten drong. Het brullen der dieren, het kermen der mannen, het weenen der vrouwen en het akelig schreeuwen der stervende kinderen, liet zich weldra hooren. Nu en dan dreunde er in het inwendige der grot een schot; waarschijnlijk vaneen dier ter dood gedoemden, die liever met eigene hand zijn lijden wilde ver korten. Allengs werd het stiller. Een laatste steigeren van een edel strijdros, een laatste vloek van een stervenden held, toen was alles voorbij. Eene doodelijke stilte heerschte in de grotten van Freschiek. Vreesselijk was het schouwspel, dat zich den volgenden morgen vertoonde, toen op bevel van Pélissier de grotten moesten worden geruimd. Aan den ingang lagen twee half verkoolde stieren, wier koppen door de Arabieren met hunne boernoesen omwikkeld waren, waarschijnlijk om de woede van deze, door den verstikkenden damp dol geworden dieren, te bedwingen. Daarnaast lag het lijk eener moeder, die haar dood had verhaast bij de verdediging van haar kind tegen een derden stier. Hare handen waren thans nog om de horens van het dier geklemd. Hier lagen lijken, die in den dood strijd verwrongen en verminkt waren en wier wonden door een zwarten gestolden bloedstraal waren omringd. Ginds rustte de eer waardige sheik van den stam, verpletterd door zijn eigen ros, waar onder hij uitgestrekt lag. Een minnend paar had in elkanders armen den dood afgewacht. Daar lagen zij, als een beeld van vrede en poëzie, te midden van die vreesselijke tooneelen De uitdrukking van smart en wanhoop had de gelaatstrekken der stervenden op de afzigtelijkste wijze verwrongen, en die uitdrukking had den dood niet uitgewischt. Daar lag een meisje, wier hoofd door den hoef van een paard was verbrijzeld. Zij rustte nu t.usschen het half verzengde dier, dat haar in zijne woede had gedood. In den ach tersten hoek vond men het lijk eener oude vrouw, die nog eene kruik water aan de lippen scheen te willen brengen. Hare armen waren nog op de hoogte van haar mond; zij was neergehurkt met de ellebogen leunende op uitspringende steenen in de grot. Zoo had de dood haar getroffen, toen zij in vlammen en rook stik kend en ten prooi aan de felste dorst het koele nat aan de lippen wilde brengen. Paarden en mannen, vrouwen en kinderen en vee, wapens en kleederen, alles lag verbrand, verzengd, met asch bedekt, in woeste wanorde op den zwart gezengden bodem. Zoo was het einde van den stam der Reni Ramak." - In het algemeen slagthuis te Rijssel heeft dezer dagen het volgende voorval plaats gehad. Sedert eenigen tijd bespeurden de slagters, dat een kwaaddoener zich ten hunnen koste van het noodige voorzag. Nu eens stal hij de nieren van een schaap, dan eens be- magtigde hij het edelste van een vet kalf, terwijl hij mede de lams bouten niet met vrede liet. De slagters kwamen bij elkander, en besloten dat men den dader eens goed in het oog zou houden. Een van hen zou zich op een soort van kast verbergen, waarvoor vleesch en andere voorwerpen gesteld waren. Zoodra de dief verscheen, had hij slechts een sprong te doen om dezen te bereiken. De dief bleef niet uit, en de slagter die op post gesteld was, te ijverig voor zijne taak, sprong uit zijn schuilhoek, doch bleef met zijne kleeren in een vleeschhaak hangen, terwijl de dief gelegenheid had te ontsnappen. De hangende slager zag hem lagchende zich verwijderen. Gedurende de verioopene week hebben te Londen 1234 sterf gevallen en 1966 geboorten plaats gehad. -- Blijkens een te Londen ontvangen telegram, is jl. Zondag in Egyptenabij het Tripoli-station, een kruidmagazijn gesprongen, waardoor, een veertigtal personen het leven hebben verloren. Het telegraaf-bureau had veel geleden. De vermaarde Amerikaansche schrijver, de heer Charles Seals- field, (Friedrich Gerstacker, zijnde er romans van dien auteur onder beide namen uitgegeven) is op den 26 Mei te Solothurn overleden. Hij bewoonde aldaar sedert een geruimen tijd een hem toebehoorend landgoed. CURIEUSE ADRESSEN. De Wel edlen gestrenge Heer de Heer Se majestijd in Z. Y. te Scrafehave. Wel ede Heer Comdan Komdeer Ofzier. Metroos 1 klaas aan boert van Stomsehep Monterdoos (Montrado) 4e klaas mkasser (Macasser). per laandmijl. hier of elders vive Sousentoen. te Bestellen in het aen boor van den Kont Kolbeer. (van de Knots, een Belgische visscherssloep, stuurman Corns. Beer). Aan N. T. in Monte fideo in batavi groote oost viesever (vice versa) Prins Aalsesander. C. A. manjenier erste klaas an bord van S. M. Baneja te Hooner of elders. (a/b. van Zr. Ms. exercitie-vaartuig Urania te Hooni). M ARK.T B ERIGTEN. SCHIEDAM, 2 Junij. Jenever f 12,75 a 13,25 per vat contant bij partij. Moutwijn f 9.50. LONDEN, 2 Junij. Heden waren ter VEE-markt aangevoerd: 1490 Runderen, 11860 Schapen, 765 Kalveren en 270 Varkens. De prijs der Runderen was 5 sh. 0 d., van Schapen 4 sh. 4 d., van Kalveren 5 sh. 10 d. en van Varkens 4 sh. 6 d. De prijzen der laatste markt waren; Runderen 5 sh. 0 d., Schapen 5 sh. 8 d., Kalveren 6 sh. 0 d. en Varkens 4 sh. 4 d. van 27 Mei tot 3 Junij 1864. ONDERTROUWD J. Meskes, timmerman, oud 26 jaren en N. Smit, oud bijna 23 jaren. L. de Kok, scheepmaker, oud 29 jaren en A. van Hoven, oud 19 jaren. R. J. de Ring, koperslager, oud 22 jaren en M. E. Kamp, oud 24 jaren. H. C. Brnne, bediende bij de Waterleiding, oud 30 jaren cn W. de Boer, oud 27 jaren. F. J. J. Meeusseu, machinist bij dc Marine, oud 25 jaren en A. P. van Viegen, oud 23 jaren. Allen alhier ■woonachtig. GEHUWD: H. Gomes en A. C. Bakker. P. Kamper en G. Fens. D. Bakker en V. Keijzer. P. J. N. Venuix en M. Dijker. BEVxVLLENG. de Graaf, geb. Friskus. (D.). A. J. Groen, geb. Swerver, (Z.). N. Kikkert, geb. Troost, (Z.). C. C. Kooij, geb. Nandoiff, (D.). G. T. C. Zurmuhlen, geb. Boelen, (Z.). C. Bosch, (D.). A. Noot, geb. Kossen, (D.). A. Boon, geb. Schoen, (Z.). G. Spits, geb. Bakker, (Z.). M. M. Reuter, geb. Roudeau, (Z.). A. van Gijn, geb. Bakker, (Z.). D. Fennik, geb. Koning. (Z.). H. de Vries, geb. Beneker, (D.). D. Munnik, geb. Wensing, (Z.). K. Goes, geb. Baas, (Z.). OVERLEDEN: T. Oosthuizen, (2 jaren en 8 maandpn). N. Riekels, geb. Rieckels, (57 jaren). C. van Rijn, (27 jaren). T. Halleker, (10 dagen). H. Selderbeek, (circa 15 maanden). C. vau Dalen, (48 jaren). A. Groos, (4Sjaren). van 27 Mei tot 3 Junij 1864. ONDERTROUWD: Pieter Kalis, arbeider, oud 31 jaien en Hcndrikje Zegel, oud 29 jaren. GEHUWD: Pieter van Doorn en Adriaantje Willemijna van der Kloot. Pieter de Vries en Trijntje Wegman. GEBORENJan, zoon vau Pieter de Jager cn Dieuwertje Rab. Pietertje, dochter vau Meijert Boon en Dieuwertje Bakker. Jan, zoon van Abraham Jansen en Barbara Johauna Veen. Michiel, zoon van Simou Zijm en Aagje Kuiper. Jan Cornelis, zoon van Paulus Visser en Aaltje List. OVERLEDEN: Aagje Vlaming, (10 jaren). AFLOOP DER VEILING gehouden door den Notaris B. WERENDLIJN SMIT, op Donderdag den 3 Junij 1864, in hef Reeren-Logement 1. Leerlooijerij c. a., (Noordelijk gedeelte), Kanaalweg, f 2625. P. J. N. Vennix. 2. (Zuidelijk gedeelte). f 2320. J. S. Janzen. 3. Twee Huizen en Erven, Achtergracht zuidzijde, No. 171 en 172. Niet verkocht. 4. Kraakscliip met Inventaris en Boot. Niet verkocht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 3