NIEUWEDIEPER COURANT
M 63. DOAIOEKDAG II AUGUSTUS.
EN
h't
ufo
vs
TWEE-EN-TWINTIGSTE
JAARGANG.
GEMEENTERAAD.
HELDERSCHE
Deze Courant wordt uitgegeven op zondag en donderdag,
des morgens ten acht ure, door A. A. BAKKER Cz.
in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
franco per post1.50.
Enkele nommers0.10.
Mén abonneert zich bij alle Boekbandelaars en Post
directeuren.
Advertentiën worden aangenomen tot Zaturdag en
Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY,
Dijkstraat tegenover deLaan, H 422,aan denHe! der,totllurt.
De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iederen
regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35.
Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte
die zij beslaan.
Brieven en Stukken franco aan den Uitgever.
Zitting van Dingsdag den 9den Augustus 1864.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 12 leden.
Afwezig de heeren de Breuk, Haremaker, Papineau, van Strijen
en Slebe. De heeren de Breuk en van Strijen hadden kennisgeving
ingezonden, verhinderd te zijn deze zitting bij te wonen, de eerste
wegens afwezigheid buiten de gemeente, de laatste uithoofde van
beroepsbezigheden. 1
De notulen der vorige vergadering werden gelezen en goedgekeurd.
Door den heer Graat werd, namens de Commissie van rappor
teurs, het eindrapport uitgebragt over het onderzoek der gemeente
rekening en die van het Algemeen Weeshuis en het Burgerlijk
Armbestuur over 1863, hetwelk in de afdeelingen heeft plaats gehad.
Onder vermelding, dat geene aanmerkingen of bezwaren waren in
het midden gebragt en de onderscheidene posten van ontvangst en
uitgaaf door de noodige bewijsstukken werden gestaafd, werd gead
viseerd tot voorloopige vaststelling. Overeenkomstig dit voorstel
der Commissie werd besloten en bij verschillende raadsbesluiten de
onderscheidene rekeningen volgenderwijze voorloopig vastgesteld:
A. Gemeente-rekening
INKOMSTEN:
Ontvangsten wegens vroegere diensten,
Baten en Opkomsten, spruitende uit gemeente
eigendommen en bezittingen,-
Opbrengst van belastingen en heffingen,
Ontvangsten van verschillenden aard en toe
vallige baten,
Buitengewone ontvangsten,
I.
II.
III.
IV.
31,266.45|
362.50
123,676.24
- 2,138.45
- 12,526,46|-
169,970.11
II.
III.
IV.
V.
VI.
VII.
VIII.
IX.
X.
XI.
Totaal der Inkomsten
UITGAVEN:
Kosten van het huishoudelijk bestuur en andere
kosten van het Dagelijksch Bestuur, enz. mits
gaders reis- en verblijfkosten, 9,099.58
Kosten van invordering der plaatselijke belas
tingen en middelen en teruggave deswegens, - 17.024.16J
Kosten van het aanleggen en onderhouden van
plaatselijke eigendommen en de deswege ver
schuldigde lasten,- 12.933.30J
Kosten der openbare veiligheid en van de
brandweer,- 19,862.51
Kosten der plaatselijke gezondheids-policie, - 120.00
Kosten van het onderwijs en ter bevordering
van kunsten en wetenschappen,- 19,492.52
Kosten van het armwezen, mitsgaders subsidiën
en bijdragen aan onderscheidene daarmede in
verband staande instellingen,- 25.662.70J
Benten en aflossingen van geldleeningen, mits
gaders alle verdere opeischbare schulden der
gemeente,- 7,000,00
Andere uitgaven, niet onder de vorige hoofd
stukken behoorende,- 1,814.18
Buitengewone uitgaven van allerlei aard, - 49,999.31J
Onvoorziene uitgaven,- 1,173.11
B. Bekening van het Algemeen Weeshuis
Ontvangsten 9508.89
Uitgaven- 9178.76-3
Totaal der Uitgaven
Batig slot
164,181.39
5,788.72
Batig slot 330.12J
C. Bekening van het Burgerlijk Armbestuur:
Ontvangsten 10580.30J
Uitgaven- 8217.50
Batig slot 2362.80J
Er wordt gelezen eene missive van het Bestuur der Plaatselijke
Teekenschool alhier, houdende verzoek, om de toelage voor de
prijsuitdeeling, ten dienste van gemelde inrigting, voor ieder jaar
tot op 25 te verhoogen, ten einde die prijsuitdeeling, in het be
lang van de vorderingen der leerlingen, in plaats van om de 2
jaar, telken jare te doen plaats hebben. Op voorstel van B. en W.
wordt besloten dit verzoek toe te staan.
Mede op voorstel van het Dag. Best. wordt besloten aan den
adsistent bij de Gemeente-Apotheek, A. van Yiegen, eene gratificatie
van ƒ50 toe te staan voor bewezen diensten.
Er geschiedde mededeeling van het overgaan der telegraafdienst
aan het Bijk en van de betuiging van tevredenheid door Z. Exc.
den Commissaris des konings, bij zijn verblijf alhier, over den
goeden toestand van de openbare gebouwen en inrigtingen, die
Z. Exc. alhier heeft bezocht.
Bij de gewone rondvraag verlangt de heer Strootman het woord.
Hij wijst op zijne vroeger gedane vraag naar inlichtingen omtrent de
werking van het Beglement voor het Gemeente-Ziekenhuis. De toe
zegging, dat het gemeente-verslag bijzonderheden daaromtrent ver
melden zou, heeft bij hem teleurstelling verwekt, nu in dat verslag
slechts negen regels daaraan zijn gewijd. Omdat hem nu en dan
geruchten zijn ter oore gekomen, waaruit hij moet opmaken, dat
over sommige bepalingen van dat reglement wrijving ontstaat tus-
schen HII. Commissarissen en Geneesheeren, zou hij in overweging
geven eene Baads-Commissie te benoemen, ten einde een onderzoek
naar de werking van dat reglement en, zoo noodig, voorstellen tot
wijziging te doen, wanneer er bepalingen mogteh zijn, die tot
tweederlei opvatting aanleiding geven.
De Voorzitter merkt op, dat er ja, welligt leemten in genoemd
reglement zullen te vinden zijn, doch houdt het voor beter om
eenigen tijd de werking der bestaande voorschriften af te wachten.
De heer Strootman zegt dat die werking reeds is afgewacht, want
dat de vaststelling dier bepalingen dagteekent van Julij 1862. Hij
stelt zich geen partij, maar gelooft toch, dat men met zulk een
onderzoek thans niet ontijdig is.
De heer Beeringh verzekert, dat er bij het Dag. Bestuur geene
voorstellen tot wijziging, noch van geneesheeren, noch van commis
sarissen zijn ingekomen en gelooft dat hetgeen wat door den heer
Strootman wordt bedoeld, tot de geruchten moet worden gerekend.
De heer Strootman wijst nog op de aanmerking, nu onlangs door
den heer Braaksma in het midden gebragt over het gemis aan
vrouwelijke hulp, tengevolge waarvan die der verpleegde vrouwen
van de bovenverdieping moest worden ingeroepen.
De heer Graat vereenigt zich niet met hetgeen door den heer
Strootman is aangevoerd, omdat het bedoelde onderzoek, bij gebreke
van ingekomen aanmerkingen, tot niets leiden zou.
De heer Bakker houdt zich met den heer Graat overtuigd van
het nuttelooze van hef. bedoelde onderzoek. Op die wijze zouden
alle reglementen en besluiten moeten onderzocht worden. Omtrent
het gebrek aan vrouwelijke hulp verzekert hij, dat zulks werkelijk
niet heeft bestaan. Overigens verzekert hij, dat zoo min bij hem