BUITENLAND.
worden gevraagd, onder overlegging der jagtacten en met opgaaf
van de woon- of tijdelijke verblijfplaats der verzoekers, aan den
directeur der registratie eu domeinen, in den kring van wiens directie
zij de jagt op waterwild wenschen uit te oefenen.
Naar wij vernemen, heeft de heer A. van der Woude, bij het
exameu door de commissie voor het examineren van varenslieden,
op Zaturdag den 5 dezer gehouden, een diploma als opperstuurman
verkregen.
Gisteren is het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, door
den onvermoeiden stichter, den heer S. Sarphati en hen, die hem
bij die grootsche onderneming ter zijde hebben gestaan, in tegen
woordigheid van Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden en van
den heer commissaris des konings in de provincie Noordholland,
geopend. Des stichters aanspraak aan den prins is door Z. K. H.
met warmte beantwoord en eerstgenoemde heeft den prins den
bouwheer C. Outshoorn voorgesteld, welke door Z. K. H. geluk is
gewenscht met zijn volbragten arbeid. De muziek is, volgens het
programma, ouder het bestuur van den heer J. Verhulst, uitgevoerd
en de aanwezigen hebben met voldoening de bijzalen en de in deze
tentoongestelde voorwerpen van kunst en smaak in oogenschouw
genomen. Alles is in gewenschte orde afgeloopen.
Wat het gebouw betreft, het is in fraaijen byzantijnschen stijl uit
glas en ijzer opgetrokken. Het ondergebouw bevat woningen voor
beambten, keukens, bergplaatsen, enz. 33 palm boven den beganen
grond liggen de groote zaal, 4 bij- en 2 ververschingzalen3 hoofd
toegangen leiden tot de groote zaal, die 112 el lang en 30 el breed
is; het middenschip is 20 el breed; de bijzalen zijn elk 46 el lang,
10 el breed eu 14 el hoog; de ververschingzalen zijn 26 el lang, 8
el breed en 8 el hoog; nog zijn er twee bovenzalen van 150 en
130 vierk. el. Boven de groote zaal verheft zich de koepel, ter
hoogte van 56 el boven den vloer der zaal. Het geheel beslaat
eene ruimte van 6750 vierk. el.
In 1853 werd het eerst het plan tot de oprigting ontworpen;
den 1 Mei 1854 verwierf het de goedkeuring van Z. M.; in 1856
kwam het plan tot rijpheid, doordien de middelen toen bijeen waren.
Het maatschappelijk kapitaal werd op een millioen gulden gesteld;
daar geen plan kon bekroond worden, werd de bouw opgedragen
aan den architect Outshoorn. In Aug. 1858 werd de grond ver
kregen en den 7 Sept. met den bouw een aanvang gemaakt; den
24 Mei 1S59 werd de bovenbouw voor ƒ616,000 aanbesteed; de
eerste kolotn werd den 13 April 1860, in tegenwoordigheid van
Z. M. den koning en Z. K. H. den prins van Oranje, gesteld. Men
hoopte het werk in een jaar tijds te kunnen voltooijen, maar werd
gedupeerd in de levering van het Engelsch ijzerwerk. Nederlandsche
ijzergieters namen den arbeid over en, hoewel meerdere moeijelijk-
heden te overwinnen waren dan men eerst dacht, is thans de arbeid
voltooid. Intusschen bleek weldra, dat het maatschappelijk kapitaal
van een millioen gulden onvoldoende was; voor het verleggen van
den Buitensingel en demping was alleen 150,000 noodig; voor
administratie en toezigt, gedurende 5 jaar, 100,000; de grond
had ƒ50,000, het funderingswerk 170,000 en al het bijwerk nog
ruim 200,000 gekost. Bij het primitief kapitaal werd derhalve
nog ƒ500,000 gevoegd.
Naar men verneemt, bestaat te Rotterdam het plan tot oprig
ting eener maatschappij, ten doel hebbende het openen eener gere
gelde stoomvaart tusschen die stad en Batavia. Het kapitaal zal 3
millioen bedragen, waarvan vooreerst 5 uitmuntende booten zullen
worden gebouwd. De overtogt zal geschieden in uiterlijk zestig dagen.
Jl. Vrijdag nacht heeft het, zoo te Breda als in de omstreken,
weder vrij sterk gevrorenzelfs de soldaten, die den nachtpost
hadden, konden zich naauwelijks met loopen verwarmen.
Het oude kerkgebouw der Doopsgezinde Gemeente te Franeker,
onlangs door de gemeente voor een doelmatig en schoon gebouw
verwisseld, werd aangekocht door een particulier, die het op zijne
beurt weder heeft van de hand gedaan, aan eene kleine vereeniging
van godsdienstverwanten, welke het gebouw andermaal tot bedehuis
hebben bestemd. Deze vereeniging bestaat thans uit negen leden,
die zich bij toetreding door indompeling doen doopen, welke pleg-
tigheid in het holle van den nacht, in de stadsgracht wordt verrigt.
Aan het hoofd der gemeente staat een leeraar, uit Oost-Friesland
overgekomen.
Een kijkje, buiten het vaderland genomen, doet al dadelijk den
blik vestigen op de belangrijke zege door de liberale partij in België
behaald. De niet roemrijke houding der clericalen in de vorige
zitting, waarin zij het raderwerk der wetgevende raagt regtstreeks
poogden in de war te sturen, ten einde het regeren van hunne
tegenstanders onmogelijk te maken, heeft zeker hunne nederlaag zoo
gevoelig gemaakt. Men mag nu verwachten, dat het ministerie
Rogier, gesteund door het meerendeel van natie en vertegenwoor
diging, thans de handen aan het werk zal slaan om aan zijn pro
gramma van vooruitgang eene uitwerking te geven, die niet meer
door tegenwerking van de tegenpartij kan worden weerhouden.
In de hertogdommen Sleeswijk en Holstein ziet men tegenwoordig
met belangstelling uit, zoowel naar het tot stand komen des vredes,
als naar een eigen onafhankelijk bestuur. Dit laatste schijnt echter
voor als nog weinig kans te hebben om spoedig te zullen gebeuren,
vooreerst omdat de beslissing te dier zake aan de niet snelle be-
moeijingen van den Duitschen Bond is opgedragen, ten anderen
omdat Pruissen er belang bij heeft de zaak zoo lang mogelijk sle
pende te houden. De Pruissische regering verzekert zich in dien
tusschentijd zooveel mogelijk van steun en invloed bij den Holstein-
schen adel, die reeds schijnt aan te dringen op een voorloopig
bewind onder Pruissens bescherming. Het spreekt wel van zelve
dat de bevolking van een geheel tegengesteld gevoelen is en sterk
verlangt om iedere vertraging in het vestigen van een hertoglijk
bewind voorkomen te zien.
De verwikkelingen van het Deensch-Duitsche vraagstuk nemen
nog dagelijks in omvang en gewigt aanmerkelijk toe. Zoo verneemt
men, dat Hannover, wegens aloude regten, thans aanspraak wil
maken op het bezit van Lauenburg, dat, nu de band tusschen dit
gewest en Benemarken geheel verbroken wordt, onbeheerd is en gelijk
vroeger, van 16891815, een deel behoort uit te maken van het
Hannoversche gebied.
Van niet minder gewigt is de aandrang der onzijdige groote
mogendheden bij Pruissen en Oostenrijk, om de eischen aan Bene
marken zooveel mogelijk te verzachten. Zij wijzen er op, dat het
onbetamelijk zou zijn, nu, na de overwinning, het betoonen van
grootmoedigheid achterwege te laten jegens den zwakke, die geheel
en al aan de overmagt van den overwinnaar is overgegeven; Frankrijk
doet zelfs wijzen op zijne eigene handelwijze, na behaalde zegepralen.
Wederom heeft te Parijs een weddingschap een menschettleven
geëischt. Een jong mensch ging ter wille van 10 francs de wed
dingschap aan, dat hij een vischje van redelijke grootte inslikken
zou. Hij hield die weddingschap vol en beproefde het eerste het
beste vischje in te slikken dat men met den hengel had gevangen.
Het bleef hem evenwel in de keel stekenvan benaauwdheid viel
hij weldra bewusteloos neder. Men trachtte toen het vischje, dat
men nog met de vingers bereiken kon, weder naar buiten te halen,
maar ongelukkigerwijze had hij het diertje met den staart naar
beneden willen inslikken; toen men hem aan den kop beet pakte
en het naar boven wilde trekken, bleek het dat het met de vinnen
in de keelwanden vast zat, zoodat alle pogingen om het te verwij
deren vruchteloos waren. Een te hulp geroepen chirurgijn bewerk
stelligde nog eene keelsnede, maar niets mogt batende jongeling
was weldra een lijk,
Het aantal personen, die dit jaar in Frankrijk ter gelegenheid
van den Napoleonsdag aanzoek hebben gedaan om de orde van het
Legioen van Eer, is niet minder dan negentienduizend.
De Kearsage is den 12 dezer weder voor Clierbourg gekomen.
Zij bleef buiten de haven en zond slechts een boot af om de matro
zen, die bij den strijd met de Alabama gewond werden, af te halen.
Nadat hij die aan boorcj, had genomen, is hij weder spoedig in zee
gestoken.
Bij een pas gehouden feestmaal in Engeland heeft lord Pal-
merston het buitengewoon groote verschil doen uitkomen, dat er
bestaat tusschen Frankrijks politiek en die van Engelands. Wat de
grijze staatsman sprak, komt in den grond eigenlijk neder op het
volgende: Frankrijk wil de vrijheid, de beschaving op alle punten
der wereld invoeren en verspreiden, door zijne bajonetten en door
verre expeditiën, die de schatkist uitputten; Engeland daarentegen
bereikt hetzelfde doel door een minder kostbaar middel, alleen door
den handel. Inderdaad, alleen de stoutmoedigheid van lord Pal-
merston behoort er toe om zulk een taal te voeren.
De Morning Post wijdt een artikel aan de zwarte lijst van
gruwelen, zoo als die voorkomen in de staten over 1863 aan het
Parlement voorgelegd. In dit jaar zijn niet minder dan 22,737 lijkschou
wingen in Engeland gehouden bij sterfgevallen, die of moedwillig
berokkend, of hetzij op onverklaarbare, hetzij op ongewone wijze
voorvielen, makende ruim 62 in de 24 uren of meer dan 1 elk
half uur. Onder dit getal komen voor 207 moorden met voorbe
dachten rade gepleegd, waarvan 166 op onwettige kinderen begaan
dus drie per week. „Dit is voldoende," merkt genoemd blad aan,
„om ons te doen blozen over den zedeloozen toestand, welke daaruit
blijkt te bestaan." De vonnissen wegens manslag, waarvan vele
slechts als eene verzachting van moord dienden, bedroegen 203;
doch het meest in het oog loopend was het getal om het leven
gekomen kinderen, waarvan 6506 nog geen zeven jaar telden. Een
zesde daarvan (1100 ongeveer) was onwettig. Van kinderen onder
één jaar oud bedroeg het getal 3664, waarvan een derde onwettig.
„Sommigen," zegt de Morning Post, „verbrandden, anderen
verdronken, en weder anderen stierven van gebrek en veronachtzaming,
niet weinigen van ongevallen, die voorkomen hadden kunnen worden,
en een groot getal door oorzaken, die, om er het minst van te
zeggen, twijfelachtig waren en schrikkelijke vermoedens deden oprijzen,
dat alles niet zuiver was toegegaan."
Een Engelsch blad deelt de volgende opgave mede van de
beroepen door sommige groote mannen uitgeoefendConfucius was
timmerman; Mahomet ezeldrijver; Méhcmet-ali barbier; de keizer
van Marocco heeft een bank van leening gehoudenBernadotte was
geneesheer op MartiniqueFranklin een drukkersgezel; Cromwell
een brouwer; de schoonvader van koningin Isabella van Spanje,
echtgenoot van koningin Christina en schoonvader van den ex-koning
Frans II van Napels, begon zijne loopbaan als koffijhuisbediende
generaal Espartero was koster; koning Chistoffel van Haïti slaaf
en Bolivar droogist.
Ongeveer zes maanden geleden werd een der stalknechten van
graaf Bandon, te Londen, door een grooten hond gebeten, terwijl hij
liet dier eenige olie als geneesmiddel ingaf. De beet drong tot het been
van het bovenste gedeelte van den duim door en veroorzaakte eene
wond, die weken lang zorg vereischte. Men dacht niet verder aan
de omstandigheid, totdat jl. Donderdag de man op eens onmisken
bare teekenen van watervrees gaf. Bij het nuttigen van een in
water geweekt stuk brood, kreeg hij krampachtige aandoeningen,
en het voorhouden van een spiegel, dien hij voor de oppervlakte
van water hield, veroorzaakte schuim op den mond en vreeselijke
zenuwtrekkingen. Na vele vruchtelooze pogingen, waaronder het
bezigen van chloroform, bezweek de man Zaturdag.
Te Liverpool zijn zestig kinderen gevaarlijk ziek geworden
(een hunner stierf zelfs), doordien zij uit een hoop vuilnis en
uitschot boonen hadden opgeraapt en gegeten. Het vuilnis schijnt
uit een schip van de westkust van Afrika afkomstig en de boonpn
de calabar-boon te zijn tygoma venenosa), een zeer vergiftige plant,
j die tot looijen en verwen gebezigd wordt.
i Binnen weinige dagen zullen bij Sheeburyness proeven worden
genomen met een Armstrongskanon, hetwelk stalen kogels van 600