BUITENLAND.
uers in de provincie Nuordholland, onder voorzitting van den heer
inspecteur van het lager onderwijs.
Het Bestuur der Algemeene Tentoonstelling van voortbreng-
selen van Tuinbouw, in het voorjaar van 1865 in het Paleis voor
Volksvlijt te Amsterdam te houden, heeft het programma vastgesteld,
bestaande uit 175 nommers. Buiten de voor tuinlieden beschikbaar
gestelde prijzen worden uitgeloofd 30 groote gouden medailles, 92
gouden, 127 zilveren vergulde, 84 groote zilveren en 77 zilveren,
te zamen 410 medailles, behalve aanzienlijke geldprijzen, vertegen
woordigende te zamen eene waarde van meer dan ƒ13,000.
Het programma bevat afzonderlijke afdeelingen voor planten en
boomen, vruchten en bloemen, voorwerpen van tuinbouwkunst en
nijverheid. Ter beoordeeling der ingezonden voorwerpen zal een jury
worden uitgenoodigd, bestaande uit de voornaamste kweekers en
kruidkundigen van Nederland en van het buitenland.
Alle brieven, mededeelingen of stukken voor de Tentoonstelling
moeten worden geadresseerd aan den heer J. II. Krelage, te Haarlem,
eerste secretaris van het bestuur der Algemeene Tentoonstelling
van voortbrengselen van Tuinbouw in 1865.
Op franco aanvrage aan den eersten secretares worden reglement
en programma kosteloos en portvrij aan belangstellenden toegezonden,
Eene uitgave in de Fransche taal, ter verspreiding in het buiten
land, is op gelijke wijze te verkrijgen.
De Eugelsche stoomboot Norfolk, komende van "Rotterdam,
is jl. Woensdag morgen in aanvaring geweest met de op de reede
van Hellevoetsluis liggende oorlogsstoomboot Coelworn, die daardoor
avarij heeft bekomen aan den bezaansboom en de verschansing, en
waardoor de jol van bedoelden bodem is verbrijzeld.
In de gemeente Overschie is dezer dagen overleden zekere
Franciscus de Kok, oud 89 jaren, gedurende 78 jaren werkzaam op
denzelfden houtzaagmolen, waarvan 36 jaren als meesterknecht, en
sedert de laatste 60 jaren in dienst van de familie Kruijff, te Rotterdam.
Ten bewijze, dat wij tegenwoordig in de ijzeren eeuw leven,
diene dat, terwijl men vroeger wel eens hoorde van de ontvreemding
van gouden of zilveren staven, thans, in den nacht van 29 op 30
Aug. jl., van den Nederlandschen Rhijn-spoorweg, onder de gemeente
Cappelle aan den IJssel, tusschen de mijlpalen 46 en 47, spoorweg
vak No. 540, een ijzeren spoorwegrail, lang 5.4 el, is ontvreemd.
De officier van justitie te Rotterdam verzoekt opsporing, aanhouding
en berigt.
Uit Wijlie meldt men, dat aldaar de late aardappelen worden
gedolvenze zijn heerlijk van smaak en groot van stuk. De ziekte
wordt evenwel op vele akkers waargenomen. Buim een derde is
door het kwaad aangetast. Doordien de opbrengst buitengewoon
groot is, verwacht men niet, dat de prijzen dit jaar zeer hoog zullen
loopen.
Op de Donderdag jl. gehouden markt waren de appelen onver
koopbaar. Eenige mudden zijn verkocht tegen den zeer lagen prijs
van 30 a 35 cents het mud.
De heer van Rijn heeft door zijn gevolmagtigde G. Hardon,
schilder te Zwolle, tegen het vonnis van de Arrondissements-Regt-
bank, ter zake van poging tot omkooping van een gevangenbe
waarder, appèl aangeteekend. Men wil, dat hij zich thans met de
weduwe Pruimers te St. Gallen bevindt, alwaar het minderjarig
kind van de weduwe Pruimers zich ophoudt, dat de justitie aldaar
weigert aan de moeder af te geven. De heer N. Pruimers, te Zwolle,
is door den kantonregter tot voogd en de baron van Dedem tot
toezienden voogd over dat kind benoemd.
Woensdag jl. was te Harlingen, bij den koek- en banketbakker
B. G. ter Huizen, eene taart tentoongesteld, zoo als er welligt in
Friesland, wat grootte en prijs betreft, nooit een is gebakken. Het
kolossale stuk, dat uit alle taartsoorten en suikergebak bestond,
woog 32 oude ponden en moest dienen voor eene kraamvisite van
32 dames, die, onder interessant discours, den zoeten heuvel
hebben geëclipseerd.
Zaturdag avond, den 3 dezer, gaven de officieren van het
garnizoen te Vlissingen, ter viering van de verjaring van Z. K. H.
den prins van Oranje, die op Zondag den 4den inviel, een groot
bal in het lokaal de Prinsentuin, waarop ook de officieren der
Noord-Amerikaansche oorlogsstoomschepen Niagara en Sacramento
waren uitgenoodigd, die deze beleefdheid door hunne tegenwoordig
heid waardeerden; doch, eenige minuten vóór 12 ure, toen het bal
in de meest vreugdevolle opgewondenheid was, lieten de heeren
Noord-Amerikanen de schoone danseressen, die zij tot een lanciers-
quadrille hadden uiigenoodigd, zitten en maakten zich tot hun
vertrek gereed, na zich zeer beleefd verontschuldigd te hebben, met
de opmerking, „dat de Zondag met klokslag van 12 ure begon en
de eerbied voor de godsdienst en den rustdag hen verbood, op
dien dag bals of danspartijen bij te wonen."
Bij voortduur blijft de voortgang van den oorlog in de Veree-
nigde Staten van Noord-Amerika en het geschokt vertrouwen in den
financielen toestand der Unie een punt van behandeling voor de
dagbladpers. Van onderscheidene zijden werd in den jongsten tijd
vrees geopenbaard voor de houders van schuldbrieven der Unie,
die als met een totaal verlies hunner bezittingen werden bedreigd,
indien zij niet in tijds hunne papieren tegen lagen koers wilden te
gelde maken. De ondervinding heeft echter geleerd, dat de belas
tingen en inkomende regten der regering te Washington genoeg goud
opleveren om aan hare verbindtenissen te voldoen, zelfs indien deze
een hooger cijfer mogten bereiken. Moge du3 ook al de oorlog
blijven voortduren, er bestaat geen zorg voor een Staats-bankroet
1
en de onderstaande mededeelingen, ontleend aan de Nederlandsche
Financier, geven dieuomtrent de meest geruststellende verzekeringen
„Tegenover den voortdurenden stilstand van den invoeihandel en de
onwaarschijnlijkheid van eene verdere rijzing der goud-agio, mag
men wel aannemen, dat van de aangevoerde voor transito opgeslagen
vreemde goederen thans slechts eene geringe som aan invoerregten
wordt betaald. Desniettemin staan de wekelijksche tol-ontvangsten
reeds niet ver beneden die van het vorige jaar, en zullen aanzienlijk
klimmen, zoodra de handel eenigzins levendiger wordt. Indien
derhalve onze minister van financiën, uit vrees geen goud genoeg
voor de rentebetaling te bezitten, zich van verdere uitgiften van 6
pCt. in goud rentgevende obligatiën laat terug houden, dan begaat
hij een misstap, waarvoor hij later zwaar zal moeten boeten.
In het onder-departement van Financiën
te Neic-York lagen den 1 Aug., nadat alle toen
vervallen interessen betaald waren, ongeveer doll. 10,750,000 goud.
Tot 1 Nov., wanneer de eerste groote rente
betaling van circa 17 millioen doll. goud moet
plaats hebben, zullen volgens de laatste raming
in Neio-York alleen ly millioen doll. per week
aan invoerregten worden ontvangendus
in li weken 13,750,000
Hierbij komen de invoerregten der andere
havens, die eveneens, volgens de minste raming,
voor 3 maanden zullen bedragen 5,000,000
Totaal doll. 31,500,000 goud.
Zoodafc, na aftrek der te betalen rente voor
17 millioen doll. goud, den 1 November nog
zullen beschikbaar blijven14,500,000
De gevoelens over den duur van den burgeroorlog mogen verdeeld
zijn, zooveel is zeker, dat over de solvabiliteit der Noordelijke
regering in geen geval twijfel kan bestaan; zelfs indien het gebrek
kige beheer van de financien de regering in oogenblikkelijke verle
genheid mogt brengen, waardoor de schuld, welker rente in goud
betaalbaar is, naauwelijks zou kunnen worden aangedaan, dewijl
hare rente door dc tolgelden is gewaarborgd.
De affaires in 6 pCt. obligatiën 1882 en andere Ver. Staten-
papieren waren "zeer uitgebreid, grootendeels tengevolge der uit
voering van Europesche orders op eerstgenoemde waarden. Door
de rijzing der Goudbonds is de inschrijving op de nieuwe 7 pCt.
leening iets toegenomen; tot den llden was in het geheel vooreen
bedrag van 11,272,450 ingeteekend. In het algemeen vindt die
nog geene groote deelneming, en meent men, dat de minister van
financiën beter zou hebben gedaan 5 en 6 pCt. obligatiën uit te
geven."
Een vlijtig lezer van Suetonius heeft eene vergelijking gemaakt
tusschen de weelde en verteringen van het oude Rome en het
hedendaagsch Frankrijk. Daaruit blijkt, dat het fortuin van onze
moderne millionnairen niet in vergelijking kan komen met die van
vroegeren tijd. Seneca, die een vertoog schreef over de verachting
van den rijkdom, had 85 millioen frs. bij elkander gekregen en
Lentulus, een sterrekundige van dien tijd, 63 millioen frs. Toen
Tiberius stierf vond men in zijne geldkoffers 640 millioen frs. Bin
nen een jaar had zijn opvolger en erfgenaam alles verteerd. De
schulden van Milo, den cliënt van Cicero, beliepen 120 millioen
frs. Cesar had eene schuld van 49 millioen frs,, voordat hij eene
openbare betrekking bekleedde. Hij gaf later aan Servilia, de
moeder van Brutus, een parel van 150,000 frs. ten geschenke. Een
zekere Scaurus verloor zijn huis door brand, dat op 22 millioen
frs. geschat werd. Lucullus besteedde aan éénen maaltijd 50,000 a
100,000 frs. Een diner, dat Caligula gaf, kostte 1.800,000 frs. en
een dejeuner, waarop Heliogabaldus zijne vrienden onthaalde,
500,000 frs. Apicius, de grootste lekkerbek van zijn tijd, at letter
lijk voor 15 millioen op, waarna hij zichzelven van kant maakte.
Te Parijs wordt algemeen geloofd, dat in Maart des volgenden
jaars de vrede tusschen Noord en Zuid in Noord-Amerika geslo
ten zal worden.
Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1441 sterf
gevallen en 1867 geboorten plaats gehad.
Margaretha Douglas, oud 43 jaren, de vrouw van een gewe
zen pantomimist en moeder van zeven kinderen, had onlangs te
Londen een weddingschap aangegaan, waarbij zij zich had verbonden
om, dag en nacht, met slechts korte hiertoe vastgestelde tusschen-
poozingen voortwandelende, een afstand van duizend mijlen in duizend
uren afteleggen, gelijk zij dit reeds tweemaal in Australië had
gedaan. Ten dien einde was vastgesteld dat zij, ouder naauwkeu-
rige controle, dien weg zou afleggen door aldaar in Leycester-square
gedurende al dien tijd het Alhambra-paleis rond te loopen. Zoo
doende had zij dan ook werkelijk reeds vijf weken gewandeld en
een afstand van 824 mijlen afgelegd, toen zij eensklaps in hare
verdere wandeling door zekeren heer Wyld, zonder eenige bij haar
bekende redenen, werd verhinderd, zoodat zij de onderneming moest
staken. Dien ten gevolge heeft zij bij het hof van policie eene
aanklagt ingediend, waarbij haar door den hoofdcommissaris werd
aangeraden de zaak aan een regtsgeleerde in handen te geven.
De augsburgsche Alg. Zeit. zegt het volgende: „Het was
te voorspellen, dat het bezoek van prinses Alexandra en van haren
gemaal, den prins van Wallis, in de tegenwoordige omstandigheden
geene groote vreugde te Kopenhagen zou veroorzaken; maar men
had niet kunnen verwachten, dat bedoeld bezoek aanleiding zou
geven tot zulke hevige aanvallen als die welke Faedrelandet zich
veroorlooft. Dit kopenhaagsche blad verklaart, dat de verschijning
thans van een Engelsche vloot in de hoofdstad van Benemarken
een beleediging is voor het Deensche volk, en het voegt er bij, niet
te begrijpen hoe de prins van Wallis geen takt genoeg heeft om
in deze oogenblikken zich te vertoonen aan een volkdat de hritsche
regering moet verachten en vervloeken."