ZITTING van den GEMEENTERAAD te HELDER,
MM. ZONDAG 10 OCTOltËH llioi.
van DINGSDAG 11 OCTOBER 1864.
ff. Op eene vraag, of het niet wenschelijk zoude zijn om de
levering van kleedingstukken ten dienste der polieie-agenten
te doen aanbesteden, werd van wege het Dagelijksch Bestuur
de verzekering vernomen, dat steeds eene onderhandsche aan
besteding van die artikelen plaats heeft.
HELDERSCHE
J51J BLAD, behoorendt' tot do Heldersc/te en Nieuwedieper
Courant van Donderdag 13 October 1804, N°. 83.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 13 leden.
Afwezig de heeren Slebe, Papincau, Janzen en Haremakcr, de
beide laatste» met kennisgeving.
De aanteekeningen van het verhandelde in de vorige zitting wor
den gelezen en goedgekeurd.
Door de Commissie van rapporteurs ter zake van de begrooting,
bestaande uit de heeren de Lange, Braaksma en Graat, wordt bij
monde van laatstgenoemde een uitvoerig rapport aangaande dat
onderzoek voorgelezen De aan- en opmerkingen in de verschillende
afdeelingen gemaakt, bepaalden zich hoofdzakelijk tot het volgende:
a. De vraag werd in een der afdeelingen geopperd, waarom niet
werd overgegaan tot de vervulling der betrekking van Con
troleur der gemeente-belastingen. B. en W. hadden hierop
geantwoord, dat het uitstel in deze gegrond was op de om
standigheid, dat de Hooge Eegering weldra zou overgaan tot
eene herziening van het belasting-stelsel der gemeenten.
b. De wenschelijkheid van verbetering der brandblusehmiddelen
werd betoogd, waarop door B. en W. werd te kennen gegeven,
dat zij er naar streven om zoo mogelijk verbetering in dezen
aan te brengen.
c. Het voorstel, om eene subsidie van 300 's jaars toe te leggen aan
eene opterigten Bewaarschool, werd door sommige leden slechts een
halven maatregel genoemd; anderen wilden die subsidie aan
vankelijk voor 3 jaren hebben toegelegd, terwijl eindelijk de
Commissie met B. en W, meende te moeten voorstellen, die
subsidie toe te staan voor zoolang als voor de instandhouding
zou blijken noodig te zijn.
d. Omtrent de subsidie aan de school aan de Binnenhaven werd
van eene zijde den wensch geopenbaard om te bepalen, dat
de verpligting tot het houden van een hulponderwijzer werd
voorgeschreven. Van eene andere zijde werd de vraag geopperd,
of door 't toestaan eener subsidie aan den heer Sipkens niet
onregtvaardig jegens den heer Dekker wordt gehandeld; met
het oog op een aan laatstgenoemden onderwijzer gegeven
antwoord meende men, dat ook de school aan de Binnenhaven
thans onder de gevestigde inrigtingen van dien aard mogt
worden gerekend. De minderheid der Commissie van Bap-
porteurs had zich met B. en W. vereenigd in het doen van
dit gewijzigd voorstel: er zal, op de vroegere voorwaarden,
eene subsidie van 300 's jaars verstrekt worden aan de
school aan de Binnenhaven, voor den tijd van nog twee jaren.
e. Er werd gesproken over de wenschelijkheid van wijziging in
het onderwijs op de openbare scholen in deze gemeente, voor
zooveel betreft het onderwijs aan de leerlingen der hoogste
schoolklasse. Men berustte echter in de gegeven verzekering,
dat omtrent dit punt gedachtenwisseling plaats heeft tusschen
de Plaatselijke Schoolcommissie en de hoofdonderwijzers der
gemeeute-scholen.
Omtrent een post van ƒ650 voor de daarstelling van een
gebouwtje nabij het Kerkhof tot berging der lijkbaren, werd
de inlichting verstrekt, dat het zoodanig zou worden gebouwd,
dat later eene woning voor den doodgraver kan worden aangebouwd.
h. Omtrent de gebreken van het schoollokaal in de JSTieuwstad,
klank en licht, werd verzekerd, dat dit bij voortduring een
punt van overweging bij de Commissie van Onderhoudswerken
blijft uitmaken.
i. Ten aanzien van de adressen van bewoners der Nieuwstad en
van den Polder, bestrating, waterloozing, enz., werd algemeen
de meening gedeeld, dat aan adressanten moest worden ge
antwoord, dat de geldmiddelen der gemeente niet toelaten aan
hun verzoek geheel en al gevolg te geven, ofschoon de wen
schelijkheid daarvan wordt erkend; dat in de tegenwoordige
omstandigheden, bij de te wachten wijziging in het plaatselijk
belastingstelsel, aan geen hoofdelijken omslag of het aangaan
eener geldleening kan worden gedacht, doch dat voorloopig,
zooveel mogelijk is, in de bezwaren van adressanten zal wor
den te gemoet gekomen.
j. Bij de overweging van het adres van den heer Aberson was
gebleken, dat de meerderheid der leden van oordeel -was, dat
tot het onderhoud der schutting, die zijn erf van den gemeente
grond scheidt, voor de gemeente geene verpligting bestaat.
Uitgenomen de voorgestelde subsidie aan den onderwijzer Sipkens-,
waaromtrent verschil van gevoelen bestaat, stelt de Commissie voor
de gemeente-begrooting, gelijk mede die van het Burgerlijk Arm
bestuur en van het Algemeen Weeshuis, goed te keuren.
Over het toestaan van evengenoemde subsidie wordt het eerst het
woord gevoerd door den heer Graat, die gelooft, dat, heeft de
bijzondere school aan de Binnenhaven na een 3jarig bestaan nog
ondersteuning noodig, het dan die inrigting aan levenskracht ont
breekt. Alleen tot vestiging van zoodanige school kan hij zich
met het verleenen van subsidie wel vereenigen, doch z. i. is dat
hier het geval niet. De heer Bakker oordeelt de openbare scholen
niet voldoende voor den burgerstand. Hij acht het tot
stand komen van bijzondere scholen zeer wenschelijk. Het aange
voerde door den heer Graat meent hij dat weersproken wordt door
de subsidiën aan de school van mejufvr. v. d. Burgh en aan de
Teekenschool, den muziekmeester, enz. De heer Graat doet uitkomen
het onderscheid tusschen de door den vorigen spreker genoemde
inrigtingen en een school gelijk die aan de Binnenhaven voor een
voudig lager onderwijswaarop de heer Bakker nog doet uitkomen,
dat het in 't voordeel van de gemeente is bijzondere scholen te
subsidiëeren, waardoor eene besparing aan personeel op de openbare
scholen ontstaat. De heer de Lange vereenigt zich met den heer
Graat en doet opmerken, dat de vraag nog onbeantwoord is ge
bleven of de bedoelde school zonder subsidie niet kan blijven
bestaan. De heer van Strijen zou, indien er subsidie gegeven wordt,
voor 't opnemen zijn eener bepaling, dat de hoofdonderwijzer door
een hulponderwijzer moet worden bijgestaan; doch gelooft, dat eene
subsidie niet noodig is, met het oog op den bloeijenden toestand
der inrigting. De heer Eeeringh doet uitkomen, dat de onderwijzer
Sipkens 3 jaar geworsteld heeft voor het tot stand komen zijner
inrigting, dat hij niet altijd, zoo als thans, 80 leerlingen heeft ge
had en wijst op de groote onkosten, die hij heeft moeten maken.
Het voorstel tot het verleenen van subsidie voor den tijd van
twee jaren, wordt aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. Tegen
stemden de heeren Graat, de Lange en van Strijen.
De post van ƒ650 tot daarstelling van een barenhuisje werd
met 11 tegen 2 stemmen goedgekeurd. Tegen stemden de heeren
Zur Mühlen en de Breuk.
De begrootingen werden hierop achtereenvolgens met algemeene
stemmen goedgekeurd, die van de gemeente in ontvangst en uitgaaf
tot een bedrag van132.S49.03
die van het Burgerlijk Armbestuur tot een bedrag van - 9,200.
en die van het Algemeen Weeshuis - 10,021.124
Het voorstel der Commissie van Bapporteurs, tot een antwoord
aan de bewoners van de Nieuwstad en van den Polder, werd, ge
lijk mede dat betreffende de schutting van den heer Aberson, met
11 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen het eerste voorstel stemden
de heeren de Breuk en Zur Mühlen, tegen het tweede de heeren
Zur Mühlen en Maalsteed.
Er worden achtereenvolgens gelezen de volgende ingekomen stukken
1. Een adres van den heer T. Mooij, waarbij eene jaarlijksche
subsidie wordt gevraagd ten behoeve der oprigting eener bijzondere
school in deze gemeente.
2. Een adres van den heer W. Kuijk, van gelijke strekking.
3. Een adres van eenige ingezetenen, hoofden van gezinnen, die
heeft afgeworpen. Dit spreekt onzes inziens zeer gunstig voor hare
doelmatigheid voor die stad. Zouden de inwoners van Utrecht
meer behoefte hebben aan reiniging van hunne huid dan de bewoners
van den Helder Wij betwijfelen het. Wenschelijk is het, dat van
ons niet langer kan gezegd worden, dat wij overdreven zindelijk
zijn op onze straten, huizen, zelfs kleederen, maar dat wij onze huid,
de volgende bijzonderheden:
Te Amsterdam zijn door eene daartoe benoemde commissie plan
nen ontworpen tot vestiging van eene gemeente-inrigting voor
middelbaar onderwijs. Die plannen zijn thans aanhangig bij het
Dagelijksch Bestuur dier gemeente.
Te Haarlem is eene lioogere burgerschool met 5jarigen cursus