BUITENLAND. IETS OVER GEZONDHEIDSLEER. Niemand, die nog moed genoeg heeft ora den gang der vrcdes- onderhandelingen te Wennen te volgen, zal over al te groote over haasting behoeven te klagen hebben en de klagt uiten„ik kan het niet bijhouden!" Als er iets langzaam gaat, dan is het wel het tot stand komen van den vrede tusscheu Benemarken en Buitschland. Naar men thans verzekert, vorderen de gevolmagtigden nu aanmer kelijk, tengevolge daarvan, dat men het eens is geworden over de financiële qusestie, die tegenhield, dat men het met elkander geheel eens werd. Een gewigtig punt is echter nog altijd voor Buitschland een punt in qusestie. Het geldt toch na het tot stand komen des vredes de vraag: wat zal er nu met de Elbe-hertogdommen ge schieden. 't Brengt de oplossing van dit netelig vraagstuk heel wat verder, nu Oostenrijk en Pruissen het volkomen eens zijn in de gunstige gezindheid jegens den erfprins van AugustenkurgDe kans is voor dezen vorst in den laatsten tijd aanmerkelijk verbeterd. De bewoners der hertogdommen verkeeren echter maar bij voortdu ring in afwachting, hoe men, zonder hen, over hen beslissen zal. Nog in deze maand verwacht men het tot stand komen des vredes. In Engeland houdt de financiële crisis, een gevolg der duurte van het geld en de benarde toestand der fabriek-districten, een gevolg van de katoencrisis de aandacht op zich gevestigd. Men spreekt daar te lande van lord Palmerston's voornemen om het staatstooneel te verlaten en zijne rust te nemen. Op zijn hoogen leeftijd en na zulk een werkzaam leven maakt hij voorzeker daarop ten volle aanspraak. Men meldt o. a. uit het buitenland een paar zeer verblijdende berigten, die doen zien, dat er, hoe langzaam vaak ook, toch voor uitgang heerscht op het gebied van Staatkunde en wetgeving. In de vrije stad Frankfort is dezer dagen de wet afgekondigd, waarbij de Israëlieten in de uitoefening der polietieke regten volkomen worden gelijk gesteld met de belijders van andere godsdiensten. Het andere berigt van dien aard betreft de aanneming, met groote meerderheid, van een wet tot afschaffing van de doodstraf in het Zwitsersche kanton Zurich. De partij van het Noorden in Noord-Amerika wint in den jongsten tijd steeds veld. Generaal Grant dringt voorwaarts en dwingt zijn grootste tegenstander, Lee, om zijne positie te Peterskurg prijs te geven. Men maakt zich echter nog al bezorgd over de financiën van de Unie, hoewel naar allen schijn zonder genoegzamen grond. De schuld van de Vereenigde Staten is, bij het voortduren des oorlogs tot den volgenden zomer nog niet hooger dan Oosten rijks Staatsschuld. Bovendien zgn de hulpbronnen bij het tot stand komen des vredes nergens zoo als in het groote land aan de overzijde van de Oceaan. Den 16 dezer heeft te Weenen de elfde zitting der conferentie plaats gehad. Nog een of twee bijeenkomsten en dan zullen de gevolmagtigden hunne taak hebben volbragt. Te Weenen wordt reeds een begin gemaakt met het opmaken der redaktie van de hoofdakte van het vredesverdrag met Benemarken. Men kan nu eiken dag het sluiten van den vrede verwachten en daarmede zal de Deensch-Duitsche kwestie van de lijst der Euro- pesche vraagstukken wegvallen. Koning Victor Emmanuel heeft een besluit geteekend, waarbij de invrijheidstelling der te Aspremonte gemaakte krijgsgevangenen wordt bevolen. Te Eecloo is thans eene varkensslagterij opgerigt, die door Engelschen bestuurd wordt. De varkens, bij groote hoeveelheden op de markt gekocht, worden onmiddelijk gedood, in kisten gepakt en naar Londen gezonden. De Engelsche slagters gaan in hun be drijf zoo vlug te werk, dat vier hunner minstens honderd varkens daags dooden, schoonmaken, toebereiden en inpakken. Men zegt dat een tweede dergelijke instelling tot stand zal komen. Uit Parijs wordt aan de Weener General-Correspondent het volgende geschreven: „Keizerin Eugenia, die in de vrolijkste stem ming uit Buitschland is teruggekeerd, bevindt zich thans ongesteld. Hare zenuwen moeten in een nog al hevigen graad geprikkeld zijn, en in de hofkringen loopt het gerucht dat de toestand der Italiaan- sche zaken de oorzaak hiervan is. Ook de keizer is weder lijdende, hij wordt door hevig en aanhoudend zijdewee gekweld, dat hem het rijden ten eenenmale belet. Er is alzoo sprake van de mogelijkheid dat het hof niet naar Compiègne zal vertrekken, daar de keizer toch niet zal kunnen deelnemen aan de groote jagtpartijen daar te geven. Dezer dagen heeft in de gemeente Chaingy een geheel gezin, bestaande uit een landbouwer en zijn drie dochters, onder hevige pijn den geest gegeven, tengevolge van het gebruik van paddestoelen. Wanneer de debatten in het Engelsch parlement van langen duur zijn, is de Times verpligt om, indien dat blad de beraadsla gingen in extenso wil mededeelen, zijn formaat buitengewoon te vergrooten. Zoo bevat het nummer van dat blad van 10 Julij jl., waarin de beraadslagingen in het Hoogerhuis van den 8sten dier maand, omtrent de Deensche qusestie, zijn opgenomen, 51 kolommen meer dan de gewone nummers, bevattende 2,011,912 letters. Te Manchester is het berigt ontvangen, dat de beroemde reiziger, de heer Jules Gérard, meer bekend onder den naam van den leeuwendooder, overleden is. Hij is, zegt men, in de rivier Yong, 120 mijlen van Siërra Leona gelegen, verdronken. Onlangs stierf te Berlijn de doctor in de wijsbegeerte Vollmer, die zich onder den aangenomen naam van dr. F. W. A. Zimmerman, door zijne populaire werken op het gebied der natuurkundige weten schappen en vooral geologie, een gunstigen naam heeft verworven. De Nationale vergadering van Griekenland heeft den 3 dezer een tooneel opgeleverd, zoo als het Amerikaansche congres te Washington meermalen te aanschouwen gaf. Verscheidene leden stelden voor de discussiën over de nieuwe staatsregeling te verdagen en eenige aangelegenheden van minder belang tc behandelen. Zij deden dit met het doel, om zoolang mogelijk afgevaardigden te blijven; want nadat de constitutie aangenomen, zal zijn, is hun mandaat ten einde. Het voorstel lokte tegenstand uit, cn weldra werden de tooneelen zoo hevig, dat men op het punt stond hand gemeen te worden en elkander met de wapens te bestrijden, want vele afgevaardigden waren in de kamer verschenen met hunne revolvers in den gordel. Bij den brand te Simhirsk zijn, volgens de officiële opgave, 2 hoofdkerken, 10 kerken, 1 klooster, 1113 particuliere, 27 staats- eu 3 gemeentegebouwen vernield, behalve een aantal houten loodsen en kramen op de markten. De totale schade wordt begroot op 10 millioen. Het chineesch strafwetboek, waaraan duizeude mannen gewerkt hebben, onderscheidt zich door buitengewone barbaarschheid. Dc straffen wedijveren als het ware met elkander in wreedheid en staan geenszins in verhouding tot de misdrijven, waarop zij gesteld zijn. Voor de minste overtreding wordt een mandarijn gedegradeerd, verbannen en van al zijne goederen beroofd. Een Indisch officier heeft van een inboorling van Canton een boek gekregen, waarin de onderscheidene straffen beschreven en door platen voorgesteld zijn. De ter dood veroordeelde wordt ter strafplaats gebragt met een keten om den hals; de keten wordt vastgehouden door twee soldaten, die elk een stok hebben, waarmede zij den veroor deelde slaan zoo hij niet gewillig voortgaat. Op den rug van den veroordeelde is een plankje bevestigd, dat boven zijn hoofd uitsteekt en waarop een verhaal van de misdaad geschreven staat. De stoet wordt geopend door een officier, die een piek draagt en gesloten door den beul, die telkens den veroordeelde met het zwaard dreigt, dat tot de executie dienen zal. Een zwaardere straf is deze: De veroordeelde wordt op een kruis gebonden met touwen, die armen en beenen en zelfs de haren vast tegen het hout knellen, vervolgens wordt een stok door den knoop gestoken door de vereenigde touwen gevormd en doordien men dezen omdraait worden de ledematen zoo sterk gekneld, dat aderen springen en het bloed er uit spuit. Ook de kinderen van den teregtgestelde krijgen het hunne van de straf. Het hoofd wordt nl. in een kooi gedaan en deze in het huis opgehangen, waarna men de kinderen dwingt het te bezien, ten einde hun afschrik voor de misdaad in te boezemen. De tijdingen uit Japan geven regt te vermoeden, dat de oor log weldra op nieuw zal uitbarsten. Een particulier schrijven meldt, dat de bij Yokoliama gestationeerde vloot, bestaande uit Engelsche, Eransche en Nederlandsche oorlogschepen, den 24 Aug. 11. hare operatiën zou beginnen, aangezien prins Nagato den eisch, om de Binnenzee voor de Europeanen open te stellen, bepaaldelijk van de hand gewezen heeft. In China bleef de krijgskans ten gunste van de keizerlijke troepen. De oorlogsmagt in die wateren bestaat thans uit 16 Engelsche, 3 Eransche en 4 Nederlandsche schepen. Deze laatste zijn de Medusa, Bjamki, Metalen Kruis en Amsterdam. De Japan Comercial News verhaalt het volgend incident: Eenige mariniers van het Araerikaansch schip Jamestoicn marcheer den door de stad naar de Amerikaansche legatie in Japan. Op hun weg ontmoetten zij een der voornaamste daimios, in zijn draagkoets gezeten. Onmiddelijk gingen zij uit den weg, waarbij zij, volgens het bestaand gebruik, de houding van het geweer veranderden. De dragers maakten daaruit op, dat de gewapenden een geregelden aanval op hen wilden doen en vloden in allerijl doodelijk verschrikt weg, terwijl zij de draagkoets op straat lieten nedervallen, aan hun gebieder de zorg overlatende hoe hij zich uit dit vreeselijk geval zou redden. Deze was eerst niet minder versuft dan zijn onder- hoorigen, maar uit het vrolijk gelach der Amerikanen bemerkende, dat hij volstrekt geen gevaar liep en op den koop toe nog bespot werd, geraakte hij in eene hevige woede, waarvan later het gevolg is geweest, dat 15 zijner onderhoorigen permissie kregen om zich tegen hunne straf te vrijwaren, door.... zich den buik open te snijden In de laatste dagen zijn vele klagten geuit over onregtmatige handelingen, tot aanwerving van landverhuizers voor het leger der Vereenigde Staten. Volgens de jongste berigten is den 29 Aug. 11. het driemastschip Gnierland, uit Antwerpen komende, met 251 Bel gische eu Eransche landverhuizers, ter reede van Boston aangekomen. Die menschen waren op voordeelige voorwaarden voor verschillende werkzaamheden in Amerika aangenomen, maar werden bij hunne aankomst met geweld gedwongen om in krijgsdienst te treden; 31 landverhuizers wisten nog te ontkomen, doch met achterlating van al wat zij bezaten. De overige 220 ontvingen handgeld en moesten den soldaten-uniform aantrekken. „De spijs geeft ons het bloed, en is het voedsel kwaad, ,,'t Is zeker dat het lijf in haast te gronde gaat." Cats. (Vervolg van N°. 12.) Alles wat op aarde bestaat wordt in langer of korter tijd ver anderd, het verslijt en vergaat. Zelfs de hardste steensoorten verweren, lossen zich op en gaan verloren. Deze zelfde wet is geldig voor al wat leven heeft. Wij leven om ligchamelijk verlóren te gaan. Ons be staan gaat hand aan hand met een voortdurend verlies van stoffen. Wanneer het bloed naar het hart terugkeert, nadat het in elk orgaan een deel van zijne voedende bestanddeelen heeft achterge laten, is het bezwangerd met voor het leven onbruikbare zelf standigheden, welke daaruit langs verschillende wegen verwijderd worden. Hierdoor lijdt het ligchaam, en vooral het bloed, voort durende schade, welker herstelling eene der hoofdvoorwaarden van het leven is. De voedingsmiddelen hebben ten doel het herstellen van dit verlies, om namelijk het bloed nieuwe bouwstof te geven tot herstel van het ligchaam. Het is een onophoudelijk te niet gaan en vormen, een verbinden en ontbinden van stoffen. Al

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2