BUITENLAND. Krachtvol van gestalte, moet zijn metaal-klankige stem zich ge lukkig weten te doen gelden, terwijl zijn mimiek over veel middelen heeft te beschikkeu en geheel zijn wezen geïnspireerd en inspirerend mag genoemd worden. In een aan een ander kunstvak ontleende beeldspraak, werd een maal zijn kunstenaarsstijl eene Rembrandtsche geheeten, eene ken schetsing, waaraan een ieder gaarne zijn zegel moet hechten, die het voorregt genoot het gegronde dezer vergelijking aan eigen ervaring te toetsen." Deze week zal Dawison in den Koninklijken Iiollandschen schouw burg te 's Gravenhage optreden. Dezer dagen is door den heer M. graaf van Limburg Stirum in de zeeduinen, onder Wassenaareen rotspelikaan geschoten, een vogel die nog nooit in ons land werd gevonden. Sedert den laatsten Deenschen oorlog heeft het Pruissisch Zündnadelgeweer op nieuw de algemeeue aandacht getrokken. Men schijnt ook hier te lande bedacht op proefnemingen met dat wapen. Zijn wij wel onderrigt dan zou men bij den geweerwinkel te Delft er in geslaagd zijn onze getrokken geweren met betrekkelijk geringe onkosten tqt kulaswapens te kunnen veranderen. Yan de 50jarige huwelijksvereeniging, die een echtpaar te Asperen beleeft, geven 387 dankbare bloedverwanten berigt in de Haarlemsehe Courant. Uit Zwolle schrijft inen, dd. 7 dezer: Ds. van Rijn is tegenwoordig met zijne gezellin te Richmond, waar ze zich veiliger achten dan te St. Gallenomdat noch hij ter zake van het tegen hem uitgesproken arrest alleennoch zij ter zake van het niet doen van rekening en verantwoording over de door haar gehoudene voogdij bij anderen, wenscht opgesloten te worden. In de Parijsche correspondentie der Rotterd. Cour. leest men het volgende: „Ik verneem het faillissement van het bankiershuis Guilkou te Madrid, dat een belangrijk succursaal te Parijs heeft, met een passief van 250 millioen realen (67 millioen francs), als gevolg der groote faillissementen te Londen. Pas eenige dagen geleden was de heer Guilhou benoemd tot ridder van het Legioen van Eer.. Ook de heer Mirès was die eer te beurt gevallen, eenige dagen voor zijne arrestatie; eene eer, die, naar men dus wel zou zeggen, bankiers geen geluk aanbrengt." De vrede van Weenen heeft het aantal staatkundige quaestien met eene, de Deensch-Duitsche, verminderd. Thans is nog aan de orde de regeling van de troonsbestijging in de hertogdommen, waar omtrent de prins van Hessen, de groothertog van Oldenburg en de erfprins van Augustenburg hunne aanspraken doen gelden. De laatstej, wordt meer dan de andere kandidaten door de wenschen der bevolking gesteund. Pruissen eischt voor zich het bezit van Lauenburg, waar de bevolking gunstig voor die aanhechting is ge stemd. De Pruissische minister-president von Bismarck zal deze i geringe aanwinst van grondgebied waarschijnlijk als eene overwin ning beschouwen van zijne schrandere staatkunde. Nog bij voort during wordt er door de dagbladen getwist en gegist over de bedoe lingen, waarmede de Eransch-Italiaansche conventie is tot stand gekomen. Men wacht nu echter de discussiën af, die thans in het Italiaanscke parlement geopend zijn en die voorzeker belangrijke bijzondei'heden over deze aangelegenheid zullen verspreiden. Sommigen meenen, dat, na aanneming van het wetsontwerp tot verplaatsing van den zetel der regering, de heer Ricasoli weder aan het bewind zal komen. Zijn optreden zou echter aan de Eransehe regering minder aangenaam zijn. Er is in den jongsten tijd weder een gerucht verspreid van het voornemen om een algemeen Europeesch congres te doen bijeen komen. Men wilde aan dat congres zien opgedragen de regeling en oplossing der vraagstukken, die te eeniger tijd, zonder eene vredelievende schikking, weer onrust en oorlog in ons werelddeel kunnen veroorzaken. Naar allen schijn, heeft dit plan, zoo het al 1 werkelijk bestaat, met het oog op de Oostenrijksche regering al zeer weinig kans van slagen, omdat het Weener kabinet geheel en al ongeneigd is om de Yenetiaansche quaestie op zulk eene verga dering te doen oplossen. Men beschouwt dit in Oostenrijk als eene binnenlandsche aangelegenheid. Over de Eransch-Italiaansche conventie wordt door de Catholieke dagbladen in 'Frankrijk geen gunstig oordeel geveld. Nogtans neemt de geestelijkheid daar te lande eene geheel zwijgende houding aan, ofschoon men moeijelijk kan gelooven, dat dit een bewijs is van hare ingenomenheid met de gesloten overeenkomst. De ophelderingen evenwel, die van de zijde der Fransche regering aan het hof te Rome zijn gegeven, moeten daar nog al gunstig zijn opgenomen. Men schijnt daar niet meer te twijfelen aan de goede bedoelingen van keizer Napoleon, die, bij zijne uitlegging van de tot stand gekomen conventie, de beste verstandhouding met den Pauselijken Stoel heeft geopenbaard. Door de Duitsche bladen wordt thans de tekst van het met Denemarken gesloten vredes-tractaat medegedeeld. De afstand der Elbe-hertogdommen doet ze daardoor komen onder Pruissen en Oostenrijk. De vereffening der grenslinie wordt aan eene commissie opgedragen. Een bedrag van 29 millioen rijksdaalders van Dene- marken's staatsschuld komt voor rekening der hertogdommen, die den geallieerden bovendien eene schadevergoeding voor oorlogskosten zullen hebben te betalen. Handel en scheepvaart worden weder zijds {Denemarken en de hertogdommen) in het genot gesteld van de regten der meestbegunstigde natiën. De Deensche rijksraad is dezer dagen bijeen om te beraadslagen over het vredes-tractaat en over de wijzigingen in de grondwet te brengen, wegeus de scheiding der hertogdommen. Of deze han delingen van Denemarken's staatslieden tot de voor hun aangename bezigheden behooren, valt wel te betwijfelen. De jongste dagen hebben een gewigtige handeling in meerder licht gesteld. De September-conventie tusschen Italië en Frankrijk is toegelicht door een heftig geschil tusschen den Italiaanschen ge zant te Parijs en den Franschen minister van buitenlandsche zaken over de opvatting van bedoeld tractaat. Men verwacht tengevolge hiervan de| terugroeping van den gezant. Het blijkt evenwel duide lijk, dat de opvatting der conventie zeer onderscheiden is en men be hoeft er zich thans niet over te verwonderen, dat de beoordeeling er van tot zoo uiteenloopende beschouwingen heeft aanleiding gegeven. Frankrijk schijnt bedoelt te hebben, dat Italië voor altoos afstand heeft gedaan van de aanspraken op Rome, als hoofdstad des lands. Italië schijnt zich te hebben voorbehouden om bij de overeenkomst te denken aan eene mogelijke wijziging van het tractaat, b. v. in het geval eener omwenteling in^de Pauselijke Staten. Volgens de Gazette des Ftrangers heeft de maatschappij voor de begrafenissen te Parijs niet minder dan 350 paarden en 500 voertuigen in dienst. De begrafenis van Meyerbeer kostte slechts 14,000 francs, daar men voor dien overledene, als Israëliet, geene lijkdienst behoefde te doen vieren. Daarentegen bedroeg alleen de lijkdienst voor de prinses Czarioryska, in eene der kleine kerken gevierd, niet minder dan 19,000 francs. Het begraven van een maarschalk in het Hotel des Invalides komt den staat gewoonlijk op 60 a 80,000 francs te staan. De gastvrijheid, waarmede de leden der koninklijke familie van Engeland overal, waar zij komen, ontvangen worden, zoo als nog onlangs de prinses van Wallis te Stokhdm, geeft de Times aanleiding tot eenige beschouwingen, die niet bijzonder vleijend voor de dynastie zijn. Zij maakt de opmerking dat Engeland de beleefdheden niet met dien luister beantwoordt, als met zijn rijkdom en zijn rang onder de groote mogendheden van Europa overeen komt. Blijkbaar is dit een wenk voor de pas uit Schotland terug gekeerde koningin. Wel wenschen, zegt de Times, de trouwe en gehoorzame dienaren van hare majesteit geenszins den rouwtijd van hunne koningin te bekorten, maar de tegenwoordigheid des vorsten is niet volstrekt noodig om de nationale gastvrijheid uit te oefenen. Met andere woorden men begint in Engeland langzamerhand praktischer te denken over die bejaarde dame, die eene trouwe gade, eene deugd zame en rijk gezegende moeder en thans eene achtenswaardige, bedroefde weduwe is, maar die als constitutioneel koningin den gang der zaken meer belemmert dan bevordert. Dat oordeel wordt nog in de hand gewerkt door de geruchten, die er gedurig in omloop zijn omtrent de mystieke rigting van Victoria, die haar zelfs tot eene verandering van geloofsbelijdenis zou hebben gebragt. Te Londen bestaat thans een asyl voor verloopene en honger lijdende honden, dat zijn oorsprong dankt aan eene hondenlievende dame. Hoewel Punch met dat instituut spotte en vroeg of men ook niet voor verloren rhinocerossen en walvisschen een reddings huis zou oprigten, schijnt dat asyl thans gevestigd en alles is aan een naauwkeurig reglement onderworpen. In de helft der volgende maand zal te Eerlijn het huwelijk tusschen den graaf von Schleinitz, minister van het huis des konings en de prinses von Hatzfeldt worden voltrokken. Voor die gelegen heid wordt in de fabriek van den heer Daimeries Petitjean, te Brussel, eene collectie kanten voor de bruid gereed gemaakt, die waarschijnlijk eenig in hare soort is en menige dame der groote wereld doet watertanden. Alle soorten van kantwerken zijn daarbij vertegenwoordigd, terwijl alle voorwerpen, die slechts uit kant vervaardigd kunnen worden, daarbij zijn te vinden, zoo als waaijers, pelerines, halsdoekjes, barbes, mouwen, kragen, lijven, chales, kap sels, zakdoeken, enz. Van de laatsten telt men er niet minder dan 60. waarvan ieder eene bijzondere teekening vertoont. Een kleed verdient bijzonder vermeld te worden. Het is bestemd om bij de voorstelling der prinses aan het hof te dienen. Het is geheel van witte Brusselsche kant en op een onderkleed van dezelfde teekening geplaatst.. Het laatste vertoont talrijke bloemruikers, door strikken vastgehouden en door guirlandes omringd. De sleep van het kleed is niet minder dan 4 Ned. ellen lang. Voorts bevindt zich in die verzameling, welker waarde op verscheidene honderd duizend francs wordt geschat, een kapsel van gouden kant, een waar kunsstuk, ja zelfs een geheel rouwtoilet voor hofrouw. Het grootste telegram, ooit voor particuliere rekening geëxpe- diëeerd, is voorzeker dat, hetwelk de Köln. Zeit. den S dezer ontving. Het bevatte in 4499 woorden den volledigen Franschen tekst van het vredestractaat tusschen Denemarken en Pruissen-Oos- tenrijk, en werd in drie uren van Berlijn naar Keulen overgeseind. De kosten beliepen 120 thaler. Aan het dezer dagen verschenen jaarlijksch verslag der Kamer van Koophandel te Essen, worden de volgende bijzonderheden ont leend omtrent de uitgebreide gietstaal-fabriek van den heer Krupp aldaar, welke een denkbeeld kunnen geven van de reusachtige werk zaamheid, die in dat établissement wordt ontwikkeld. De beweeg kracht der fabriek wordt voortgebragt door 65 stoomwerktuigen met 1083 paardenkrachten. Er zijn 195 smelt-, gloei en cement ovens, 24 stoomhamers te zamen wegende 1449 centenaars, 70 smidsen, 274 verschillende werktuigen; 5500 werklieden zijn er ge middeld werkzaam. In het afgeloopen jaar zijn er 25 millioen ponden gietstaal verwerkt. Ook een deel der voor onze Staats spoorwegen gevorderde kunstwerken worden in deze fabriek vervaardigd. De Duppeler stelling, die voorheen slechts bij militaire deskundigen bekend was, heeft thans eene treurige vermaardheid gekregen. Die naam zal voor altijd verbonden blijven aan geweld en statenroof, en in de geschiedenis van Pruissen zal tot het verre nageslacht Duppel een smet blijven, die een gansch regeringstelsel en een gansch regeringstijdvak vertegenwoordigt. Ook voor hem die Denemarken bezoekt bevat de omtrek van Duppel voortaan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2